Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen worden onderverdeeld in belastingen en rechten.

Belastingen
De opbrengsten van belastingen vallen onder de algemene middelen en kunnen vrij besteed worden. In onze gemeente geldt dit voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB), forensenbelasting, (water-)toeristenbelasting en reclamebelasting.

Rechten
Dit zijn vergoedingen voor concrete prestaties, die door de gemeente worden geleverd. Deze opbrengsten zijn niet vrij besteedbaar. In onze gemeente geldt dit voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en de leges burgerzaken. Bij de afvalstoffen- en rioolheffing is het uitgangspunt dat er kostendekkende tarieven zijn.

De tarieven worden opgenomen in verordeningen, die de gemeenteraad vast stelt. Voor de tarieven in 2022 is dit gedaan in de raadsvergadering van 8 november 2021. Voor de heffing van de OZB en de forensenbelasting is jaarlijks een waardering van de onroerende zaken (WOZ waarden) nodig. 

Tarievenbeleid 2022

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid 2022

Het uitgangspunt voor 2022 was om de woonlasten voor onze inwoners stabiel te houden. Voor 2022 zijn de belangrijkste heffingen met 1,5% inflatiecorrectie verhoogd, met uitzondering van de riool- en afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is in 2022 niet verhoogd in afwachting van diftar. Dit is ook terug te zien in het provinciale overzicht van de lokale heffingen. De rioolheffing is in lijn gebracht met het nieuwe GRP (2021 - 2025).

Zowel voor eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens is de totale woonlastendruk ten opzichte van 2021 gestegen. Zo ging de totale woonlast voor meerpersoonshuishoudens in onze gemeente van € 749 in 2021 naar € 796 in 2022. Dit is een meer dan trendmatige stijging van de woonlasten, maar helaas onoverkomelijk gezien de landelijke ontwikkelingen. De gemeentelijke woonlasten in Weststellingwerf liggen echter nog wel ruim onder het landelijk gemiddelde van € 904 over 2022. Ook wanneer we de woonlasten in onze gemeente vergelijken met de andere 17 gemeenten in onze provincie dan zien we dat we met een vierde plek in de ranking goed scoren. 

Tabel opbrengst belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Tabel opbrengst belangrijkste heffingen
x € 1.000
Lokale heffingen Rekening 2021 Rekening 2022 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Onroerende-zaakbelastingen 4.992 4.870 4.931 4.931 -61
Forensenbelasting 46 41 50 50 -10
Toeristenbelasting 178 185 150 150 35
Precariobelasting 2.373
Reclamebelasting 68 100 96 96 3
Afvalstoffenheffing 2.988 3.003 2.951 2.951 52
Rioolheffing 2.067 2.186 2.139 2.139 46
Marktgelden 14 16 21 21 -5
Leges burgerzaken 294 325 236 236 89
Leges omgevingsvergunningen (WABO) 1.148 703 625 600 78
Begraafplaatsen 142 139 140 140 -1
Eindtotaal 14.309 11.567 11.340 11.315 227

Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Onroerende-zaakbelastingen OZB
Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
Ieder jaar taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeente. De WOZ-waarden van woningen zijn in onze gemeente gemiddeld met 8,6% gestegen in 2022 (bron CBS). De WOZ-waarde is niet alleen de grondslag voor de OZB en de forensenbelasting, het wordt ook gebruikt voor belastingen van het rijk en het waterschap. De aanslagen in 2022 zijn gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2021. Bij het opstellen van de begroting, bepalen we met het op dat moment bekende bedrag van de WOZ-waarden, het OZB-tarief. Daarna zijn er nog tal van gebeurtenissen die van invloed zijn op de definitieve WOZ-waarden per peildatum, daardoor kan de opbrengst afwijken van de begroting. 

Bezwaar en beroep
Over het belastingjaar 2022 zijn in totaal 272 bezwaarschriften ontvangen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ). Dat is ongeveer 2,3% van het aantal opgelegde aanslagen onroerende-zaakbelasting. De voornaamste redenen van bezwaar zijn de stijging van de waarde ten opzichte van de vorige peildatum en de no-cure-no-pay bureaus hanteren voor meerdere woningen dezelfde motivatie, namelijk gedateerde keuken en sanitair. Van het aantal ontvangen bezwaarschriften hebben we afgerond 49,6% gegrond verklaard. Over het belastingjaar 2022 zijn tot nu toe 7 beroepszaken ingediend.

De opbrengst
De verwachte opbrengst OZB over 2022 was afgerond € 4,9 miljoen. De werkelijke opbrengst is afgerond ook €4,9 miljoen. 

Forensenbelasting
Voor deze belasting wordt - net als bij de OZB - als grondslag de WOZ-waarde gehanteerd. De werkelijke opbrengst van € 41.000 valt lager uit dan onze raming van € 50.000.

Toeristenbelasting
De heffingsmaatstaf van deze belasting is de vergoeding die is verschuldigd voor de overnachting. Voor 2022 is het tarief net als de afgelopen jaren 4% van de logiesomzet. In de begroting 2022 hadden we een opbrengst geraamd van €150.000. Over het belastingjaar 2021 hebben we een meeropbrengst van € 35.000. De definitieve logiesomzet over 2021 is dus hoger dan we in eerste instantie verwachtten. De definitieve afrekening volgt zoals gebruikelijk een jaar later (de afrekening van 2022 volgt in 2023). Voor het belastingjaar 2022 is de verwachting dat we uitkomen op de raming van € 150.000. 

Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. We kennen deze belasting sinds 2016, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het ondernemersfonds. Uit dit fonds worden activiteiten voor en door ondernemers en haar bezoekers in Wolvega betaald. De daadwerkelijke opbrengsten liggen in 2022 € 3.000 hoger dan begroot. 

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is dat de kosten van afvalinzameling en -verwerking voor 100% worden opgevangen uit de opbrengst afvalstoffenheffing. Aan het begin van 2022 gingen we er vanuit dat de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing 96% zou zijn.

De werkelijke kostendekkendheid (105%) is hoger dan de begrootte kostendekkendheid (96%). De opbrengsten liggen hoger dan vooraf verwacht. Het daadwerkelijke bedrag wat wordt toegevoegd aan de reserve is € 145.000. Dit is inclusief de extra dividend- / winstuitkering (€ 60.000) van Omrin (Najaarsnota 2022).  Op basis van het gehanteerde beginsel van een 100% kostendekkende heffing voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen vloeien de toevoegingen aan de reserve terug naar de burger in de vorm van een lagere dan wel minder snel stijgende afvalstoffenheffing.

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld afval Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld 2.535 2.618
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) 642 504
Netto kosten taakveld 1.892 2.114
Toe te rekenen kosten:
Straatvegen 19 16
Minimabeleid 101 120
Overhead 500 500
Compensabele btw 345 326
Toe te rekenen kosten 965 962
Totale kosten 2.858 3.076
Opbrengst heffingen -3.002 -2.951
Dekkingspercentage 105% 96%

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing op de gebruiker verhaald. Hierbij heeft de gemeente naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Net als bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid. De tarieven voor 2022 zijn ten opzichte van 2021 in lijn gebracht met het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan 2021 - 2025. Voor huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater bedroeg het tarief € 129,27 en voor hemel- en grondwater € 52,44.

De werkelijke kostendekkendheid (106%) van het taakveld riolering is hoger dan vooraf begroot (96%). Met name in de kapitaallasten zit een voordeel in 2022 omdat nog niet alle geplande investeringen zijn afgerond en er dus nog niet wordt afgeschreven (zie ook investeringen). Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de financiële toelichting op programma 7 van de jaarrekening.

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld riolering Realisatie 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld 1.587 1.715
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) 00 00
Netto kosten taakveld 1.587 1.715
Toe te rekenen kosten:
Overhead 306 306
Straatreiniging 19 16
Compensabele btw 149 193
Toe te rekenen kosten 475 515
Totale kosten 2.062 2.230
Opbrengst heffingen -2.186 -2.139
Dekkingspercentage 106% 96%

Markt- en staangelden
Marktgeld wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op locaties die zijn aangewezen voor het houden van de (wekelijke) warenmarkt, de voorjaarsmarkt en de najaarsmarkt. Staangeld wordt geheven voor het innemen van een (vaste) standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. 

Leges
Leges zijn vergoedingen die worden betaald voor een door de gemeente geleverde (meestal administratieve) dienst, waar mensen zelf om vragen. Zo worden bijvoorbeeld leges betaald voor het voltrekken van een huwelijk, de afgifte van een uittreksel uit een bepaald register, reisdocumenten, rijbewijzen of voor vergunningen zoals een omgevingsvergunning. 

Kostendekkendheid Leges
Binnen de leges zijn er een drietal titels. Titel 1 gaat over diverse burgerzaken (zoals rijbewijzen, reisdocumenten, gezondheidsverklaringen en documenten rondom naturalisatie), Titel 2 richt zich op de leges rondom omgevingsvergunningen en Titel 3 benoemt diensten die vallen onder de Europese dienstenrichtlijn (zoals marktstandplaatsen en de winkeltijdenwet). In onze legesverordening 2022 staan de titels nader toegelicht.

x € 1.000
Algemene legesverordening totaal Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 1.633 1.413
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 1.633 1.413
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 285 285
BTW 4 4
Totale kosten 1.922 1.703
Opbrengst heffingen -1.054 -907
Dekkingspercentage 55% 53%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 1
Algemene dienstverlening Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 414 405
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 414 405
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 200 200
BTW - -
Totale kosten 614 605
Opbrengst heffingen -331 -252
Dekkingspercentage 54% 42%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 1.027 806
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 1.027 806
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 59 59
BTW 4 4
Totale kosten 1.090 869
Opbrengst heffingen -703 -604
Dekkingspercentage 64% 70%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 192 202
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 192 202
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 26 26
BTW - -
Totale kosten 218 229
Opbrengst heffingen -20 -52
Dekkingspercentage 9% 23%

Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - Begraafplaatsen

Graf- en begraafrechten
Er worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten door de gemeente in verband met de begraafplaats.
De gerealiseerde kostendekkendheid (43%) van het taakveld begraafplaatsen is lager dan begroot (44%).

x € 1.000
Kostendekkendheid begraafplaatsen Rekening 2022 Begroting 2022
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 191 187
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen 0 0
Netto kosten taakveld 191 187
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 125 123
BTW 4 5
Totale kosten 320 315
Opbrengst heffingen -139 -140
Dekking 43% 44%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

We hanteren een kwijtscheldingsbeleid voor inwoners zonder vermogen, die een laag inkomen hebben. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing en OZB. De kwijtscheldingsregeling is gebaseerd op landelijke normen, welke per ingang 2023 zijn verruimd en vastgestelde in de nieuwe “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Weststellingwerf 2023”. Op basis van de betaalcapaciteit wordt berekend of inwoners in aanmerking komen voor kwijtschelding. Bij de aanvragen voor 2022 is net als vorig jaar gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau omdat wij als gemeente geen toegang hebben tot alle gegevens zoals inkomen, banktegoed, voertuigenbezit. Hierdoor vindt er een correcte toetsing plaats en worden de juiste toewijzingen voor kwijtschelding gedaan.

In het belastingjaar 2022 was er voor 286 inwoners (2021: 342) sprake van een automatische kwijtschelding na toetsing door het Inlichtingenbureau. Van de 319 beoordeelde aanvragen tot kwijtschelding zijn er 182 toegewezen. Het toewijzingspercentage van 57% in 2022 is gelijk aan het percentage in 2021. Daarbij zien we dat het aantal aanvragen tot kwijtschelding sterk is gestegen. 

Kwijtscheldingen 2022 2021 Verschil
Automatische kwijtschelding na toets Inlichtingenbureau 286 342 -56
Aantal aanvragen tot kwijtschelding 319 221 98
Aantal toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 182 127 55
Totaal aantal kwijtscheldingen (automatisch en na aanvraag) 468 469 -1
Percentage toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 57% 57% 0%

Kwijtschelding in euro's
Het totale bedrag aan verleende kwijtschelding is afgerond € 102.000. Dit is grotendeels voor de afvalstoffenheffing.

Rekening 2021 Rekening 2022 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Kwijtschelding Afval 109.285 100.766 113.000 120.000 12.234
Kwijtschelding OZB 782 1.091 2.000 5.000 909
110.067 101.857 115.000 125.000 13.143

Gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Gemeentelijke woonlasten

Onderstaande tabel geeft een overzicht over 2022 van de woonlasten van de 18 Friese gemeenten. In 2022 staan we op plek 4. Dit waar het gaat om de laagste woonlasten in onze provincie.

Woonlastendruk 2022 OZB (gem) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal woonlasten
Eph Mph Eph Mph Eph Mph
1 Ameland 267 170 223 139 183 576 673
2 Harlingen 274 199 278 171 171 644 723
3 Vlieland 298 247 329 53 158 597 784
4 Weststellingwerf 324 193 290 182 182 699 796
5 Ooststellingwerf 255 198 265 162 281 615 801
6 Terschelling 414 216 216 180 180 810 810
7 Súdwest Fryslân 355 225 270 187 187 767 811
8 Opsterland 301 223 266 190 256 714 823
9 De Fryske Marren 356 219 282 123 210 698 848
10 Leeuwarden 326 233 349 161 193 719 868
11 Schiermonnikoog 349 251 327 75 193 675 869
12 Waadhoeke 310 236 295 235 294 781 899
13 Heerenveen 391 223 288 173 231 787 910
14 Smallingerland 349 235 277 285 285 869 911
15 Noardeast-Fryslân 366 206 293 252 252 824 911
16 Tytsjerksteradiel 484 204 292 142 158 830 934
17 Achtkarspelen 431 257 367 182 182 870 980
18 Dantumadiel 532 220 275 192 192 944 999
Toelichting bij de tabel:
Eph= eenpersoonshuishouden
Mph= meerpersoonshuishouden
Bron: Coelo
(Atlas van de lokale lasten 2022)

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Dat wil zeggen: welke capaciteit is nodig om de risico's op te vangen, en wel zodanig dat een tegenvaller in de uitvoering niet direct tot een bezuiniging hoeft te leiden.

 De wet geeft aan welke onderwerpen in deze paragraaf aan bod moeten komen:

  • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s;
  • de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s uitgedrukt in weerstandsvermogen;
  • een vijftal voorgeschreven financiële kengetallen;
  • een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

De doelstellingen zijn:

  1. voldoen aan wet- en regelgeving;
  2. inzicht krijgen in de risico’s die onze gemeente loopt en daarmee het risicobewustzijn aanmoedigen;
  3. een onderbouwing van het berekende weerstandsvermogen;
  4. de omvang van het weerstandsvermogen is voldoende.

In de nota financieel beleid zijn over de norm voor de omvang van de incidentele weerstandscapaciteit de volgende uitgangspunten vastgelegd:

  • De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit, oftewel een minimale ratio weerstandsvermogen van 1,0;
  • Voor de voorgeschreven financiële kengetallen sluiten we aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Het streven van de gemeente is minimaal te voldoen aan categorie B (normaal risico). Dit betekent dat we streven naar een solvabiliteitspercentage van 20%. De hoogte van de reserves (inclusief de vrije algemene reserve) moet dan minimaal 20% zijn van het totale vermogen (het balanstotaal). 

Het college heeft in het collegeprogramma opgenomen dat zij een ratio weerstandsvermogen willen hanteren van 2.0 en een minimale solvabiliteitsratio van 20%. 

In deze jaarrekening voldoen we aan zowel de uitgangspunten van het financieel beleid als de uitgangspunten van het collegeprogramma.

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om eventuele tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat de begroting en het beleid aangepast moet worden.

De begrotingsruimte
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaat de verplichting om jaarlijks in de begroting een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Daarbij is geen wettelijk minimum of maximum aangegeven. Hiermee kunnen elk jaar onverwachte incidentele tegenvallers worden opgevangen. Wij hebben gekozen voor een bedrag van € 30.000. Daarnaast is in de begroting een stelpost risicobeheersing opgenomen om specifieke risico's op voorhand af te dekken. Het gaat om een bedrag van € 250.000 per jaar. Vanaf 2023 is dit € 500.000.

De algemene reserve
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve kan worden ingezet ter dekking van onverwachte incidentele tegenvallers. De algemene reserve bedroeg op 31 december 2022 € 15,6 miljoen (voor resultaatbestemming).

De bestemmingsreserves
Voor de middelen van een bestemmingsreserve heeft de raad een specifiek doel vastgelegd. Eventueel kan de bestemming door de raad worden gewijzigd. Wanneer op een bestemmingsreserve geen verplichting rust voegen we deze reserve toe aan de algemene reserve. Op dat moment vormt het onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor het vaststellen van onze weerstandscapaciteit worden de bestemmingsreserves op dit moment niet meegenomen.

De stille reserves
Stille reserves betreffen activa die tegen nul zijn gewaardeerd. Ook kan de boekwaarde lager zijn dan de verkoopwaarde. De mogelijke overwaarde die bij verkoop ontstaat, kan dan worden ingezet voor de opvang van onverwachte tegenvallers. Op dit moment verwachten we dat de invloed van deze stille reserves op de weerstandscapaciteit nihil is.

De niet-benutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden die een gemeente heeft om haar inkomsten via extra belastingopbrengsten te verhogen. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
a. de OZB;
b. de rioolheffing;
c. de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Vanaf 2020 heeft het rijk een benchmark woonlasten ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijk te maken. Hierin wordt naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing vergeleken. De benchmark vervangt de landelijke macronorm voor de OZB. De macronorm bepaalde de maximale jaarlijkse stijging van de ozb-opbrengsten van alle gemeenten. De niet-benutte belastingcapaciteit hebben wij tegen nul gewaardeerd. Bij de onderdelen riolering en reiniging geldt een norm van 100% kostendekkendheid. 

Samenvatting
De structurele weerstandscapaciteit in de exploitatie 2022 was € 250.000. De incidentele weerstandscapaciteit bedroeg ongeveer € 15,6 miljoen.

x € 1.000
Weerstandscapaciteit 31-12-2022
a. De structurele begrotingsruimte 250
De incidentele begrotingsruimte 30
b. Algemene reserve (stand 31/12 voor resultaatbestemming) 15.609
c. Bestemmingsreserves
d. De stille reserves
15.889

Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

De belangrijkste risico’s voor de gemeente zijn in beeld gebracht, voor zover op dit moment bekend. Van belang is te beseffen dat risico’s zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Wij hebben bij deze inventarisatie vooral gekeken naar mogelijke negatieve risico’s en de gevolgen daarvan. Het inschatten van risico’s is een momentopname en is geen absolute wetenschap. De inventarisatie is gemaakt in een tweetal domeinen: (relatief) beïnvloedbare risico’s en onzekerheden op lokaal en regionaal niveau en landelijke ontwikkelingen en (lastig beïnvloedbare) risico’s en/of onzekerheden die daar uit voortvloeien. Vervolgens zijn de risico’s en genomen beheersmaatregelen beoordeeld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële impact van deze risico’s. Uiteraard met de kanttekening dat elke inschatting met de nodige onzekerheden is omgeven. De huidige werkwijze bestaat uit vier stappen:

  1. per risico wordt een financiële inschatting gemaakt van de initiële klasse waarin het risico valt;
  2. daarna wordt beoordeeld, wat de initiële kans is dat het risico zich voordoet en wordt deze vertaald in een wegingsfactor. Op basis hiervan wordt de initiële financiële inschatting verlaagd;
  3. vervolgens worden beheersmaatregelen benoemd en waar mogelijk geïmplementeerd;
  4. deze beheersmaatregelen zorgen voor een aangepaste inschaling van risicoklasse en risicokans, waartegen 'de onzekere gebeurtenis' (=het risico) wordt gescoord. Op basis hiervan kan de financiële inschatting nogmaals worden verlaagd.

Op basis van deze vier stappen is de verwachte financiële impact (geschatte initiële financiële inschatting x geschatte kans, rekening houdend met beheersingsmaatregelen) van de risico’s gemaakt. Het geschatte bedrag aan mogelijke risico’s wordt halfjaarlijks herijkt en is hierbij bepaald op € 4,9 miljoen. De belangrijkste risico’s die onze gemeente loopt, worden hierna behandeld.

Onzekerheden gemeentefonds en rente € 450.000 (GF&R)
Gemeentefonds
De ontwikkelingen van het gemeentefonds worden voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven (het accres) onder het motto ''samen de trap op en samen de trap af". Stijgen de rijksuitgaven dan neemt het gemeentefonds ook toe, maar omgekeerd is ook het geval. In 2022 is de VNG namens de Nederlandse gemeenten met de fondsbeheerders overeengekomen om het volume-deel van het accres te bevriezen voor 2022 tot en met 2025. De accressen worden nog wel jaarlijks bijgesteld voor de gewijzigde ramingen van de loon- en prijsontwikkelingen. Omdat daarmee de onzekerheden nog niet volledig weggenomen zijn en omdat het om forse bedragen gaat, hebben wij een buffer opgenomen van ongeveer 20 % van het nominaal accres. Deze buffer wordt ingezet bij een neerwaartse bijstelling van het accres. Daarnaast is per 2023 de herijking van het gemeentefonds doorgevoerd. Dit betekent dat het gemeentefonds op een andere manier wordt verdeeld over de gemeenten. Voor onze gemeente pakte deze herijking positief uit.

Ravijnjaar
Een negatieve ontwikkeling is het ravijnjaar 2026. In dat jaar wordt de volledige opschalingskorting doorgevoerd en er wordt geen volume-accres meer toegekend. Tot slot heeft het kabinet eenzijdig besloten om de normering van het gemeentefonds te staken vanaf 2026. Tot nu toe zijn voorstellen om deze terugval in het gemeentefonds op te vangen uitgebleven. Wij blijven de ontwikkeling volgen om zo tijdig te kunnen anticiperen.

Rente
Rentestijging is een risico waar wij mee te maken kunnen krijgen bij het opnieuw afsluiten van een geldlening. Is de rente hoger dan de rente die wij betaalden, dan heeft dit een nadelig effect op onze begroting. We houden de toekomstige noodzakelijke financieringen nauwlettend in de gaten om zo het renterisico te minimaliseren (vaste schuld en kasgeld). De rentes stijgen op dit moment om de inflatie te drukken. Op korte termijn is het afsluiten van een nieuwe geldlening niet nodig. 

Pensioenopbouw (gewezen) wethouders
Jaarlijks wordt bij de jaarrekening de voorziening voor de pensioenen van onze (gewezen) wethouders herijkt. Dit doen wij op basis van de actuariële waardeberekeningen van onze externe adviseur. Zij berekenen op basis van diverse parameters welk bedrag er in de voorziening aanwezig moet zijn op de peildatum 31-12-2022. Een van de belangrijkste parameters is de rekenrente. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door De Nederlandse Bank. Dit percentage kan jaarlijks verschillen, waardoor op basis van de wet- en regelgeving een storting of een onttrekking aan de voorziening plaatsvindt. Door een hogere rekenrente is in 2022 een deel van de voorziening gewezen wethouders vrijgevallen. 
Door de overname van pensioenen, waardoor alle pensioenvoorzieningen in eigen beheer zijn, is het bedrag in de voorziening verhoogd. Daardoor stijgt ook het risicobedrag iets.

Onzekerheden grondexploitaties € 2,3 miljoen (GREX)
Hoewel de ramingen van de grondexploitaties, zoals te doen gebruikelijk jaarlijks, zijn geactualiseerd, blijft het moeilijk te voorspellen of de geraamde verkopen ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Doordat de boekwaarde daalt door de gerealiseerde verkopen nemen de onzekerheden en risico`s geleidelijk af. In 2021 zijn twee grondexploitaties gesloten waardoor de risico`s verder af zijn genomen (project de Tuinen en project Oldeholtpade Noord-Oost). Daarnaast is de verwachting dat de laatste verkopen van de Lindewijk fase 1 in 2023 plaats vinden. De eerste verkoop van fase 2 is in 2022 gerealiseerd. De winst- en verliesnemingen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie.  Voor twee grondexploitaties is de looptijd verlengt en door de onzekerheden op de markt laten we de risico inschatting gelijk. De verliesvoorzieningen worden berekend op basis van de netto contact waarde (2%). De winstnemingen worden berekend met de Percentage of Completion Methode (POC). 

Risico’s ten gevolge van open einde regelingen € 500.000 (OER)
Jeugdwet en Wmo
Toenemende vergrijzing, complexer wordende samenleving en de landelijke invoering van het abonnementstarief laten in Weststellingwerf een toename zien van het aantal Wmo-cliënten. Voor de komende jaren is nog een aantal decentraliserende rijksmaatregelen te verwachten die de gemeente raken. Zo wordt gesproken over de decentralisatie van Beschermd Wonen per 2024 en ook Maatschappelijke Opvang. De invoeringsdatum is tot dusver steeds uitgesteld, maar de maatregelen zitten er aan te komen. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor deze taken. Het blijft daarbij de vraag of het rijk voldoende middelen beschikbaar gaat stellen.

We willen de risico's zoveel als mogelijk beperken en beheersen. De informatie rondom de zorgverlening vanwege de drie decentralisaties komt steeds beter in beeld en we zetten in op monitoring. We krijgen meer zicht op de ontwikkeling van de uitgaven en op de voorspelbaarheid van de uitgaven. Dit is in het jeugddomein lastiger dan bij de Wmo, door de complexiteit van het stelsel. Dit vraagt extra aandacht. Ander aspect is dat de exacte indexatie van tarieven voor Wmo en Jeugd ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend is, dit vraagt mogelijk om bijstelling van budgetten gedurende het begrotingsjaar. 

Inburgering
Op dit moment is nog niet duidelijk of de bijdrage voor inburgering volgens de nieuwe wetgeving kostendekkend gaat zijn. Hiervoor is nog te weinig ervaring opgedaan in 2022.

Overige risico’s
De gemeente kent sommige regelingen (als voorbeeld noemen wij de bijzondere bijstand) die weliswaar een budgettair plafond kennen in de begroting, maar die in feite niet financieel begrensd zijn. Als er meer aanspraak op een dergelijke regeling wordt gedaan, zal een gemeente deze middelen (aanvullend) beschikbaar moeten stellen en kan de gemeente deze middelen veelal niet verhalen op derden. Op dit moment schatten wij de financiële onzekerheden en risico's van deze bestaande regelingen als klein in. Wij hebben zoveel mogelijk beheersmaatregelen genomen om te voorkomen dat de beschikbare budgetten worden overschreden, door bijvoorbeeld een zo goed mogelijke inschatting te maken op basis van historische kosten en actuele (beleids)ontwikkelingen.

Onzekerheden en risico’s bij onderhoud kapitaalgoederen € 225.000 (OHP)
Voor uitvoering van onderhoudsplannen zijn in het verleden extra middelen beschikbaar gesteld zowel incidenteel als ook structureel. Strategisch beleid hoe om te gaan met vastgoed specifiek en gemeentelijke bezittingen in brede zin, is een maatregel die wordt getroffen om mogelijke risico’s op dit onderwerp te beheersen. Dan kan meer gericht geld worden gestoken in het strategisch onderhoud van gemeentelijke bezittingen (betere koppeling termijn bezit/in gebruik aan termijn onderhoud).

Risico’s en beheersingsmaatregelen met betrekking tot verbonden partijen en gerelateerde projecten € 512.500 (VP)
De paragraaf verbonden partijen vraagt vanuit het oogpunt van risicobeheersing de nodige aandacht omdat de invloed op deze partijen verloopt via besturen van gemeenschappelijke regelingen en stichtingen of de aandeelhouders en de raden van commissarissen en/of toezicht. Dat betekent ook dat de directe invloed op de uitzetting van hun begroting beperkt is, wat weer van invloed is op onze begroting.
Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt. De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. 
Ook een aantal van onze verbonden partijen, waaronder de FUMO, krijgen te maken met de nieuwe Omgevingswet. Net zoals bij de gemeente zijn nog niet alle gevolgen van de nieuwe wet inzichtelijk. Dit betekent een iets hoger risico.

Overige onzekerheden en risico’s: € 837.500 (OVERIG)
Risico’s in de bedrijfsvoering zijn: frictiekosten personeel, aansprakelijkheidsrisico’s en urenramingen op exploitatie ontlastende onderdelen van de begroting, zoals de grondexploitaties, afval en riolering. Met name deze laatste categorie speelt als risico bij onze gemeente. Tijdig beheersmaatregelen treffen, door een juiste verhouding vast en flexibel personeel in dienst te hebben op deze producten, voorkomt structurele risico’s in de exploitatie.

Verder staat onze gemeente (indirect) garant voor diverse geldleningen verstrekt aan met name Woningstichting Weststellingwerf en Stichting Meriant (onderdeel van Stichting Alliade). Bij de indirect gegarandeerde geldleningen staat het rijk voor 50% garant en de gemeente voor 50%. Periodiek wordt de risico exposure van de garantstellingen beoordeeld.

Op dit moment liggen er landelijk een aantal zaken met betrekking tot de afdracht van vennootschapsbelasting voor aan de rechtbank. De Belastingdienst stelt dat de gemeenten in die zaken een vennootschapsbelastingplicht hebben. Ook voor ons kan dit betekenen dat onze vennootschapsbelastingplicht breder is dan wij tot nu toe dachten. Hierdoor stijgt het risico op een hogere afdracht aan de Belastingdienst.

Toekomstige ontwikkelingen
We zien dat de omvang van onze begroting toeneemt. Dit is inherent aan de activiteiten waar wij als gemeente voor aan de lat staan. We zien meer taken en daarmee ook meer risico's op ons afkomen. We noemen hier als voorbeeld het klimaatakkoord, duurzaamheid, maar ook de taakstelling statushouders. Daarnaast leven we in een onzekere tijd. Het loon- en prijsniveau, de inflatie en daarmee indexatie, is nog niet stabiel. Ook zijn gevolgen van nieuwe wetten, zoals de omgevingswet, nog niet volledig duidelijk. Vanwege deze onzekerheden is het risicobedrag verhoogd. Uiteraard houden wij de ontwikkelingen, de gevolgen en de risico's nauwlettend in de gaten. Via onze reguliere planning en controlcyclus sturen wij waar nodig bij.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt uitgedrukt in weerstandsvermogen. De hoogte van het weerstandsvermogen is in onderstaande tabel weergegeven.

x € 1.000
Weerstandsvermogen 31-12-2022
Weerstandscapaciteit (A) 15.889
Risico's (B) 4.855
Weerstandsvermogen 11.034
Ratio Weerstandsvermogen (A/B) 3,27

Toelichting weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Toelichting weerstandsvermogen

Uit bovenstaande tabel blijkt dat ons weerstandsvermogen voldoet aan het uitgangspunt dat de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (A) minimaal gelijk moet zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit (B). De ratio weerstandsvermogen is 3,27 en dus groter dan 1,0.  Het college hanteert een minimale weerstandsratio van 2,0. Ook aan dat uitgangspunt wordt voldaan.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 worden een vijftal financiële kengetallen voorgeschreven. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid sluiten we voor de verplichte kengetallen aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

1. Netto schuldquote

a. zonder correctie doorgeleende gelden

< 90%

90 - 130%

> 130%

b. met correctie doorgeleende gelden

< 90% 

90 - 130%

> 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50%

20 - 50%

< 20%

3. Grondexploitatieruimte

< 20%

20 - 35%

> 35%

4. Structurele exploitatieruimte

Eerste jaar en meerjarig > 0%

Begroting en meerjarig 0%

Begroting en meerjarig < 0%

5. Belastingcapaciteit

< 95%

95 - 105%

> 105%

 

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt. In onderstaand overzicht wordt het verloop van onze kengetallen weergegeven:

Kengetallen Rekening Begroot Rekening Categorie
2022 2022 2021 peiljaar 2022
1 Netto schuldquote 25,75% 61,39% 40,54% A
Netto schuldquote (gecorrigeerd) 25,73% 59,76% 40,52% A
2 Solvabiliteitsratio 43,00% 34,26% 39,18% B
3 Grondexploitatie 13,48% 20,48% 20,23% A
4 Structurele exploitatieruimte 8,39% 0,74% 7,11% A
5 Belastingcapaciteit 88,05% 93,71% 92,36% A

Toelichting tabel kengetallen

1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt voldoen we in deze jaarrekening bij dit kengetal ruimschoots aan ons streven en vallen we in categorie A.

2.Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is een kengetal dat weergeeft welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd met eigen vermogen. Ook bij dit kengetal komen we uit boven ons streefpercentage van minimaal 20% en binnen de marges van categorie B.

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal geeft in een percentage aan hoe groot het geïnvesteerde bedrag is ten opzichte van de totale baten.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Na jaren in categorie B, komen we in deze jaarrekening nu in categorie A. Door onder andere de verkopen is de balanswaarde van de grondexploitaties gedaald. Dat maakt dat het risico minder groot wordt en we in categorie A uit komen.

4. Structurele exploitatieruimte
 Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele lasten zijn de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen, bij structurele baten gaat het onder andere om de Algemene uitkering van het gemeentefonds en eigen belastinginkomsten.  Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de jaarrekening is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. In 2022 hadden we een positief structureel exploitatiesaldo waardoor we in categorie A vallen.

5. Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Deze woonlasten zijn de optelsom van de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Zoals uit de tabel van de kengetallen blijkt, zijn de woonlasten in onze gemeente lager dan het landelijk gemiddelde voor een gezin. Als basis hebben we het landelijk gemiddelde van 2022 (= 100%) genomen. Dat staat op € 904. Met een bedrag van € 796 vallen we hiermee onder categorie A.

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's

Van toepassing zijn de volgende nota´s:

  • Beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte 2012-2016
  • Nota Openbare verlichting
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025
  • Notitie Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed 2017
  • Bomenbeleidsplan 2017- 2027
  • Plan van aanpak Verduurzamen gemeentelijk vastgoed 2020
  • Scenario’s uitbreiding ecologisch bermbeheer gemeente Weststellingwerf

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onze gemeente heeft een flink aantal vierkante kilometers aan openbare ruimte in beheer. Er wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Om dat mogelijk te maken wordt geïnvesteerd in kapitaalgoederen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten. Door structureel te investeren in onderhoud wordt kapitaalvernietiging voorkomen.

Droge perioden (en extreme hitte) van de laatste jaren hebben invloed op de kwaliteit van de openbare ruimte. Schades aan wegen door droogte in onder andere de Groote Veenpolder worden steeds meer zichtbaar. Droogte en  extreme langdurige hitte (op zand en veengronden) hebben ook een negatieve invloed op de kwaliteit van beplantingen, speelgazons, bomen en toplagen van asfaltwegen.

Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

De raad heeft in 2011 het beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte (2012-2016) vastgesteld. Hierin worden de kwaliteitsdoelstellingen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (waaronder wegen, groen en bruggen) vastgesteld. Hierin zijn de door de raad opgelegde ombuigingen van een aantal jaren geleden meegenomen.
Voor onze openbare ruimte zijn de volgende kwaliteitsafspraken afgesproken met de raad:

  • Kwaliteit basis (voldoende onderhouden) voor centrum, hoofdstructuur en woongebieden
  • Kwaliteit laag (sober tot onvoldoende) voor industriegebieden en plattelandsgebieden.

In 2019 is de politieke discussie verlegd van het opstellen van een hernieuwde ambitie op het onderhoud naar een discussie over inrichtingskwaliteit. Dat betekent dat het proces, zoals weergegeven in het collegeprogramma 2018-2022 en de begroting 2019, daarmee wijzigt. Het onderhoud van de openbare ruimte vindt tot een nieuw kader is vastgesteld plaats volgens de uitgangspunten van de kwaliteitsambitie openbare ruimte.

In de nieuwe collegeperiode bieden we de DIOR en de kwaliteitsambitie openbare ruimte / kapitaalgoederen ter vaststelling aan de gemeenteraad aan. 

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De jaarlijkse onderhoudsprogramma’s voor asfalt en elementenonderhoud (klinkerwegen) zijn uitgevoerd. Te noemen locaties van groot onderhoud zijn onder andere:

  • Onderhoud asfaltwegen: Steenwijkerweg te Wolvega, Parkeerterrein "T Polderhuus te  Munnekeburen, Om den Noort te Wolvega,  Oosterbroekweg te Blesdijke, Sasweg te Blesdijke.
  • Onderhoud klinkerwegen: Oranje Nassaulaan te Wolvega, Kerkeweg te Oldelamer, Paardendreef te Noordwolde, Blomslaan te Wolvega, Vriesburgerweg te Nijeholtpade, Langelilleweg te Langelille.
  • Ook zijn er diverse kleine werkzaamheden geweest aan asfalt- en klinkerwegen.
  • Het bermverhardingsproject  is in 2022 afgerond. In totaal is er 101 Km nieuwe bermverharding aangebracht tussen 2017 - 2022. 
  • Er zijn veel werkzaamheden aan trottoirs waar kabels en leidingen zijn geplaatst uitgevoerd. Oorzaak zijn de graafwerkzaamheden van de glasvezelprojecten en het vervangen van kabels voor de energietransitie.  

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Openbaar groen:
Na inspectie zijn een aantal bomen gekapt om aan de zorgplicht (veiligheid) te voldoen. Ook een groot aantal bomen zijn gesnoeid om die reden. Herplant zal grotendeels plaatsvinden in eerste kwartaal van 2023.
Er zijn diverse groenvakken gerenoveerd. Bij de entree van Wolvega is de rotonde Stellingenweg in samenwerking met Provincie voorzien van prairiebeplanting. De rotonde zal de komende jaren een bloeiend visitekaartje voor het dorp zijn.
Door de langdurige droogteperioden van afgelopen jaren hebben veel bomen een verminderde weerstand. In meer stedelijk gebied moeten maatregelen genomen worden om schade door boomwortels te voorkomen.
Bedreigingen zijn de opkomst van steeds meer diverse invasieve soorten (flora en fauna) op het land en in het water die ook de natuurlijke inheemse flora en fauna, lees biodiversiteit kunnen verstoren. Komende jaren heeft monitoring en tijdige bestrijding veel aandacht nodig om dit probleem beheersbaar te houden.

Baggeren
Eind van het jaar is gestart met het baggeren van de vijvers in De Heide, Drafsportlaan en De Barte. Dit in overleg met de buurtvereniging en in samenwerking met Hengelsportvereniging De Snoek. Afronding vindt plaats in maart 2023.  

Vergroten biodiversiteit
Er zijn dit jaar ter vergroting van de biodiversiteit gazons omgevormd naar bloemrijke stroken. Onder andere bij de Kruistraat en Drafsportlaan in Wolvega. In Noordwolde zijn in afstemming met Plaatselijke Belang ook bermen omgevormd.

Bruggen, waterwegen en kades

Terug naar navigatie - Bruggen, waterwegen en kades

De volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd:

1.    In het voorjaar van 2022 zijn alle 15 verkeersbruggen, 23 fiets- en voetgangersbruggen, 3 steigers en de muziekkoepel aan het Manauplein in Noordwolde gereinigd,
2.    230 m1 steiger in de passantenhaven nabij Driewegsluis in Nijetrijne zijn gereinigd,
3.    Voetgangersbrug in park De Nieuwe Aanleg in Wolvega is vervangen,
4.    Verkeersbrug Steenwijkerweg tussen Wolvega en De Blesse. Er moet groot onderhoud uitgevoerd worden aan de landhoofden en opleggingen van de brug. De werkzaamheden aan de brug zijn nog niet uitgevoerd i.v.m. aanvullende onderzoeken. Deze onderzoeken vinden zo het nu lijkt plaats in het 1e kwartaal van 2023. De herstelwerkzaamheden aan de betonconstructie van de brug zullen naar verwachting in 2023 worden uitgevoerd.
5.    Fietsbrug Vinkegavaartweg, dekplanken zijn vervangen,
6.    Nijelamerbrug in de Schipslootweg, hier zijn in 2022 de diverse werkzaamheden aan uitgevoerd,
7.    Fietsbrug Vlinderpad / Domeinenweg in Peperga, leuningen zijn hersteld en betonreparaties uitgevoerd,
8.    Beschoeiing aan de Kerkeweg in Langelille is vervangen,
9.    Er zijn vier duikers geïnspecteerd,
10.    Aanleg van een duiker in de Overweg in Wolvega.

Projectmatige werkzaamheden

Er zijn in 2022 diverse projecten uitgevoerd. De volgende objecten zijn overgedragen aan beheer:
1.    2 fietsbruggen (1 in het Lindepad en 1 in de Overtoom nabij de Driewegsluis), 
2.    Keersluis bij de Sasweg in Blesdijke,
3.    160 m1 nieuwe steigers in de passantenhaven nabij de Driewegsluis in Nijetrijne.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Weststellingwerf heeft in totaal 4.452 lichtmasten in eigendom en beheer (peildatum 20-2-2023). Het onderhoud en beheer van de openbare verlichting is via de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân aanbesteed. Zie ook paragraaf verbonden partijen.
Het prestatiegerichte contract dat de coöperatie met de aannemer heeft afgesloten geldt vanaf 1 april 2019. Onder onderhoud verstaan wij het oplossen van storingen aan de openbare verlichting. Ook het reinigen en schilderen van masten/armaturen en vervangen van lampen, masten en armaturen valt onder deze aanbesteding.
Resultaten 2022:

  • In de zomer 2022 zijn 1033 lichtmasten gereinigd in Wolvega.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In november 2020 heeft de raad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 vastgesteld. In dit plan worden de beleidsvoornemens en (bijbehorende) maatregelen voor inzameling, transport en (lokale) verwerking van stedelijk afval, hemel- en grondwater beschreven.
Naast nieuwe aanleg en aanpassingen op het bestaande rioolstelsel wordt ook beheer en onderhoud gepleegd. Uitgangspunt hierbij is om dit op een doelmatige wijze uit te voeren. Naast het intern werk met werk maken wordt ook gekeken of met de gemeente Ooststellingwerf en Opsterland samengewerkt kan worden.

Resultaten 2022:

Reguliere werkzaamheden:

  • Regulier onderhoud aan:
    • 410 vuilwatergemalen;
    • 9 randvoorzieningen (zijn tijdelijke opvangbakken of leidingen voor vuilwater);
    • 10 regenwatergemalen;
  • Reiniging en inspectie van bijna 3,5 kilometer vrij verval riolering (in samenwerking met de OWO-gemeenten);
  • Reinigen van 11.706 kolken.

Projectmatige werkzaamheden:

  • Renovatie rioolgemaal P110 aan de Jokweg in De Hoeve

Tractiemiddelen

Terug naar navigatie - Tractiemiddelen

De in eigendom zijnde tractiemiddelen worden middels een beheerssysteem gemonitord. Uit het oogpunt van continuïteit moet regelmatig materieel worden vervangen. Hiervoor is een meerjarig overzicht opgesteld. 
De volgende tractiemiddelen zijn in 2022 aangeschaft:

  • Trekker met kipper kraancombinatie
  • 4 x grote sneeuwschuiver
  • 2 x bestelauto
  • Grondschaaf

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Afgelopen jaar is het onderhoud van de vastgoedportefeuille volgens planning uitgevoerd. 
De gebouwen zijn op het vastgestelde niveau ‘sober en doelmatig’ onderhouden zoals beschreven in de notitie ‘Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed’.

Resultaten in hoofdlijnen:

•    Zwembad de Steense – De zwemhal, kleedkamers en douches zijn gemoderniseerd. De glaspui in het zwembad is vervangen voor een pui met aluminium kozijnen en HR+++ driedubbel glas.
•    Vensterschool – De verouderde vloeren zijn vervangen voor nieuwe marmoleumvloeren.
•    Sporthal de Duker – Het dak van het restaurant is vervangen en tevens is de zonwering vernieuwd.
•    MFA Boijl – Er is groot vloeronderhoud uitgevoerd en tevens is het buitenschilderwerk uitgevoerd. 
•    MFA Futura – Zowel het binnen- als het buitenschilderwerk is uitgevoerd.
•    MFA Vlindertuin - Het binnenschilderwerk is uitgevoerd.
•    MFC ’t Vlechtwerk te Noordwolde – Er is een nieuwe vloer in de theaterzaal geplaatst 
•    OBS Holtpad – Het  binnenschilderwerk is uitgevoerd.

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het doel van deze paragraaf is om informatie te verstrekken over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico’s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Wettelijke kaders voor gemeentelijk treasurybeleid vinden we terug in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Gemeentewet met de daaruit afgeleide financiële verordening.
Vanwege de publieke taak van de gemeente gaan we bedachtzaam om met publieke middelen en zijn we transparant over de besteding hiervan. Risicobeheersing is daarbij van groot belang. Mogelijke renterisico’s beheersen we via de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Verder stellen we strikte eisen aan het uitzetten van liquide middelen: leningen en garanties mogen in principe alleen worden verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Voor het overige houden we eventuele overtollige middelen aan in ’s rijks schatkist (als gevolg van het verplicht schatkistbankieren) zodat deze beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak.

De uitgangspunten

Terug naar navigatie - De uitgangspunten

Sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door gemeenten alleen nog toegestaan aan medeoverheden. Door een goede (korte en lange termijn) liquiditeitsprognose te hebben, kunnen gemeenten in het aantrekken van geld sturen op het (tijdig) beschikbaar hebben van lang of kort geld. Met de huidige rentestand zijn de renterisico’s die gemeenten daarbij lopen overzichtelijk.
We hebben momenteel nog drie geldleningen.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De overheid hanteert twee instrumenten, binnen de wet Fido, voor het toetsen van het renterisico: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het doel van deze normen is het krijgen van een stabiele rentelast over de jaren. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort structureel dreigt te worden, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Het doel van de limiet is de vlottende schuld (kortlopende leningen) te beperken. De ontwikkeling van de kasgeldlimiet over 2022 is hieronder weergegeven. Het schema laat zien dat er voldoende ruimte onder de kasgeldlimiet aanwezig was.

x € 1.000
Kasgeldlimiet (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen (3) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-)
1e kwartaal 2022 391 -391
2e kwartaal 2022 418 -418
3e kwartaal 2022 381 -381
4e kwartaal 2022 373 -373
(4) gemiddelde 0 391 -391
(5) Begrotingstotaal 82.610
(6) Percentage regeling 8,5%
(7) = (5 x 6) Kasgeldlimiet 7.022
(8a) = (7>4) ruimte onder de kasgeldlimiet 7.413
(8b) = (4>7) overschrijding van de kasgeldlimiet

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op basis van het werkelijke volume is onze gemeente in 2022 ruimschoots binnen de renterisiconorm gebleven.

x € 1.000
Renterisiconorm en renterisico Realisatie 2022 Begroot 2023 Begroot 2024 Begroot 2025 Begroot 2026
Renterisico op vaste schuld
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a -1b) 0 0 0 0 0
3. Aflossingen 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
4. Renterisico (2 + 3) 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
Renterisiconorm
5. Volume totale lasten in begroting en rekening (excl. bestemming reserves) 95.881 90.545 91.867 90.537 87.943
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% 20%
7. Renterisiconorm (5 x 6) 19.176 18.109 18.373 18.107 17.589
Toets renterisiconorm
8. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7 - 4) 15.831 14.764 15.028 14.762 14.244

Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

Terug naar navigatie - Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

De rentedragende leningen bestaan voornamelijk uit aan (voormalig) ambtenaren verstrekte hypothecaire geldleningen. De portefeuille krimpt omdat gemeenten geen hypothecaire geldleningen meer mogen verstrekken aan hun personeel. Jaarlijks wordt hier op afgelost. Hierdoor stijgen onze geldmiddelen. Het risico op de portefeuille is relatief klein, vanwege de hypothecaire zekerheden die tegenover de geleende gelden staan. Er is wel sprake van een (beperkt) renterisico omdat geldnemers hun rentevoorwaarden (kosteloos) kunnen aanpassen gedurende de looptijd. Echter, de meeste geldnemers hebben inmiddels hun rechten om de rentevoorwaarden aan te passen verbruikt.
Daarnaast hebben we verschillende (indirecte) garanties afgegeven. Op deze garantstellingen wordt in de regel regulier afgelost door de geldnemers. Met betrekking tot de gegarandeerde leningen betreft het veelal geldnemers in de zorg, sociale woningbouw of (sport)verenigingen. Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat, kan het kredietrisico voor de gemeente als minimaal worden beschouwd.

x € 1.000
Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Restant schuld ultimo 2022
Rentedragende leningen overig 883
Gegarandeerde geldleningen (100%) 2.563
Indirect gegarandeerde geldleningen (WSW-achtervang 50% van € 56.166) 28.083
Totaal 31.529

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

De gemeente hanteert een integrale financieringssystematiek. Dat wil zeggen dat we steeds kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente op enig moment. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling wordt goed gekeken naar de liquiditeitsbehoefte en wordt deze afgezet tegen de opgave om de schuldpositie te verbeteren in absolute zin. Uitgangspunt daarbij is een beheersbare schuld waarop op reguliere basis aflossingen plaatsvinden. 

x € 1.000
Vaste schuld Werkelijk Begroot
Stand 1-1-2022 48.542 48.542
Reguliere aflossing en herfinanciering
Te herfinancieren op begrotingsbasis
Reguliere aflossing 3.345 3.345
Stand 31-12-2022 45.197 45.197

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Het verloop van onze leningenportefeuille is hieronder weergegeven.

x € 1.000
Leningenportefeuille 1-1-2022 Aflossing 31-12-2022 Rentepercentage
Leningnummer 201601 (BNG 347) 40.542 2.845 37.697 3,440%
Leningnummer 201602 (BNG 348) 4.000 4.000 1,940%
Leningnummer 200901 (ASN 291) 4.000 500 3.500 4,165%
Totaal 48.542 3.345 45.197

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte (financieringstekort of -overschot) geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk is. Het onderstaande overzicht laat zien dat er in 2022 een financieringsoverschot is. Dat betekent dat er geen nieuwe geldlening afgesloten hoefde te worden.

x € 1.000
Financieringsbehoefte stand per 31-12-2022 incl. rekening resultaat 2022 31-12-2022 31-12-2021
Reserves 46.990 38.961 39.854
Voorzieningen 6.044 6.044 6.230
Vaste geldleningen 45.197 45.197 48.542
Totaal 98.231 90.202 94.626
Vaste activa 83.185 83.185 72.173
Voorraden 12.711 12.711 17.457
Totaal 95.896 95.896 89.630
Financieringstekort (-) cq. overschot (+) 2.335 -5.694 4.996

Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

In het volgende renteschema is uiteengezet hoe voor 2022 de rente is toegerekend. Het saldo tussen de rente die is doorberekend aan de taakvelden en de werkelijk te betalen rente is verantwoord op het taakveld treasury. Het taakveld treasury is opgenomen in het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

x € 1.000
Renteschema Werkelijk 2022 Begroot 2022
a. De externe rentelasten over de korte en lange termijn 1579 1.579
b. De externe rentebaten 113 35
Totaal door te berekenen rente 1.466 1.544
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 494 440
Saldo door te berekenen rente 972 1.104
d. Rente over eigen financieringsmiddelen
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 931 1.145
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 41 -41

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo is in 1992 door de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) ingevoerd om vergelijkingen tussen de verschillende eurolanden te kunnen maken. In het verleden hanteerde elke staat zijn eigen berekening voor het financieringssaldo. Vergelijken was hierdoor moeilijk. Volgens de regels van de EMU zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht, mag het vorderingentekort niet hoger zijn dan 3% van het bruto binnenlands product. Hiermee wil men de economische sterkte van de eurolanden behouden.

Tussen het kabinet en de lokale overheden zijn afspraken gemaakt over het beheersen van het EMU-saldo. Afgesproken is dat een tekort voor de totale sector overheid hoger dan 3% van het bruto binnenlands product niet is toegestaan. Het EMU-saldo over 2022 voor onze gemeente bedraagt € 2.147.000 positief. 

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Schatkistbankieren
Decentrale overheden maken verplicht gebruik van schatkistbankieren boven het voor dat jaar geldende drempelbedrag aan overtollige middelen. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2022 €621.000.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering

 

Portefeuillehouder(s)

Van de Nadort, Rikkers en Hoen

Organisatie

Advies & Ondersteuning

De onderdelen inkoop & aanbesteding en informatisering & automatisering worden toegelicht in de paragraaf OWO-samenwerking.

Privacy en informatieveiligheid

Terug naar navigatie - Privacy en informatieveiligheid

Informatie is één van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. We maken steeds meer en vaker gebruik van informatiesystemen en (digitale) gegevensuitwisseling met overheidsorganisaties, (keten)partners, burgers, inwoners, medewerkers, bedrijven en instellingen. Het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van (persoons)gegevens kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Het kan ook leiden tot boetes of imagoschade. Een betrouwbare informatievoorziening is nodig voor het goed functioneren van de gemeente. Het is ook de basis voor het beschermen van de rechten van burgers en bedrijven.

De komende jaren blijft onze gemeente inzetten op het verhogen van de informatieveiligheid en het veilig en zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Dat doen we onder andere met het:

1. verder invoeren van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader voor de gehele overheid op het gebied van informatiebeveiliging. In 2022 is een Top 10 met risico’s en een rapportage met maatregelen opgesteld voor de algemene informatieclusters I&A, HRM en Interne dienst. Ook is een concept plan van aanpak opgesteld voor het implementeren van de Top 10. Daarnaast zijn we aan de slag gegaan met het inventariseren in hoeverre de gemeente voor de specifieke informatieclusters voldoet aan de BIO.
2. voldoen aan de privacywetgeving, waaronder het doorontwikkelen van de toezichthoudende taak van de Functionaris Gegevensbescherming (FG). In 2022 zijn stappen gezet om nog beter aan de privacywetgeving te voldoen. Ook zijn regelmatig adviezen uitgebracht. Verder is de verplichte externe audit Wet politiegegevens uitgevoerd. De toezichthoudende rol van de FG is nog steeds in ontwikkeling. 
3. vergroten en borgen van het informatiebeveiligings- en privacybewustzijn van (nieuwe) medewerkers. Een doorlopende actie is dat alle nieuwe medewerkers een training informatieveiligheid en privacy moeten volgen. Verder zijn diverse activiteiten georganiseerd zoals phishingtesten (telefonisch en mail) en een escaperoom cyber security. Naast het regelmatig publiceren van berichten op intranet over allerlei onderwerpen en actualiteiten, met soms een informatieve poster over het onderwerp.
4. afleggen van verantwoording via de zelfevaluatie ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit), de zelfevaluatie BRP (Basisregistratie personen) en de zelfevaluatie Reisdocumenten. In 2022 is met behulp van de drie zelfevaluaties tijdig verantwoording afgelegd over de BIO, de BRP, de wet- en regelgeving reisdocumenten, de Digitale persoonsidentificatie (DigiD), de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de Basisregistratie grootschalige topografie (BGT), de Basisregistratie ondergrond (BRO), de Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en de Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet).

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Rechtmatig handelen is voor een overheidsorganisatie een belangrijk uitgangspunt. De inrichting van de administratieve organisatie en de interne controle is erop gericht om onder meer rechtmatigheid van ons handelen te waarborgen en de risico’s te beheersen. Zo dragen interne controles bij aan de kwaliteit van een organisatie. De accountant geeft in 2022 bij de jaarstukken van de gemeente een verklaring over de getrouwheid en over de rechtmatigheid. 

Interne controle
In 2022 zijn de interne controles uitgevoerd op basis van het jaarplan Verbijzonderde Interne Controle 2022. De controles die in het plan zijn opgenomen zijn afgestemd met de accountant. In 2022 is verdere invulling gegeven aan de beweging waarbij de teams een grotere rol krijgen in de interne controle. De interne controles van een aantal processen zijn in de teams belegd, waardoor (kwaliteits-) controles door de teams zelf zijn uitgevoerd. Op het gebied van fraude en integriteit zijn de frauderisico’s opgenomen in de processen van de interne controles. Daarnaast zijn de ingerichte beheersmaatregelen bij de interne controles beoordeeld en gecontroleerd. Er zijn in 2022 geen fraudegevallen geconstateerd. Fraude en integriteit is een proces waar we de komende jaren blijvend aandacht voor hebben. Uit de controles uitgevoerd in 2022 komen aanbevelingen naar voren op het gebied van de bedrijfsvoering. Het proces inkoop en aanbesteden vraagt nadrukkelijk de aandacht. 

Accountantscontrole
De accountant heeft in het najaar de interim controle 2022 uitgevoerd. Voorafgaand aan deze controle zijn de aandachtspunten met de raad afgestemd. Naar aanleiding van de bevindingen uit de controle heeft de accountant enkele aanbevelingen meegegeven. In februari 2023 is de raad geïnformeerd over de uitkomsten van de interim controle. 

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Vanaf verslagjaar 2023 wordt de invulling van de accountantsverklaring gewijzigd. De accountant geeft in de controleverklaring geen afzonderlijk oordeel meer over rechtmatigheid, enkel nog een oordeel over de getrouwheid. 

Vanaf de jaarrekening 2023 dient het college een verantwoording af te geven over de rechtmatigheid. In de rechtmatigheidsverantwoording geeft het college aan dat de gemeente bij alle (financiële) beheershandelingen en transacties de wet- en regelgeving naleeft. Om dit te waarborgen zal gesteund moeten worden op een adequaat functionerend systeem van interne beheersing en -controle. De kaders voor de rechtmatigheidsverantwoording zullen in 2023 door de raad worden vastgesteld. De rechtmatigheidsverantwoording van het college valt, als onderdeel van de jaarrekening, onder het getrouwheidsoordeel van de accountant.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

We startten in 2022 met het werken in de nieuwe organisatiestructuur: een directiemodel met robuuste teams gericht op inwoners, bestuur en organisatie. De vacatures voor de extra teamleiders en die we in verband met de reorganisatie tijdelijk hadden voorzien hebben we voortvarend ingevuld. We hebben het afgelopen jaar geïnvesteerd in de bouw en ontwikkeling van de nieuwe teams. De ontwikkeling van het management in hun nieuwe/andere rol is ook met een ontwikkeltraject in gang gezet.

De structuurwijziging was één van de zes ontwikkellijnen van de organisatieontwikkeling.  Daarnaast werkten we aan:

Hybride werken
We werken waar het werk is. Het oude meubilair is vervangen door nieuw flexibel meubilair. Het werkcafé is ingericht als centrale ontmoetingsplek en in het gemeentehuis is ruimte gecreëerd voor extra ontmoetingsruimten. De ervaringen zijn positief en het werken waar het werk is krijgt vorm.

Veranderende dienstverlening
De dienstverlening verandert. We bedoelen iedere interactie en/of transactie tussen inwoners, ondernemers, bedrijven of instellingen en de gemeente en de samenwerkingspartners. Het nieuwe collegeprogramma geeft hierbij een duidelijke richting aan. We zijn gestart met de voorbereiding om deze ontwikkellijn integraal op te pakken samen met de evaluatie griffioenpark 3 en het dienstverleningsplan. In 2023 wordt dit opgevolgd.

Wendbaarheid en professionaliteit (cultuur)
Het gaat bij deze ontwikkellijn om het versterken en ontwikkelen van een veranderende houding en gedrag van iedereen in de organisatie: het gaat om wendbaar werken. We hebben  als management een ontwikkeltraject ingezet gericht op de belangrijke thema’s bij wendbaar werken. We hebben samengewerkt aan het verbeteren van de integraliteit, de onderlinge samenwerking en het verduidelijken van opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. 

Beheersing
De financiële positie van de gemeente en de omvang en complexiteit van geldstromen vragen versterking en versteviging in het budgethouderschap. Deze financiële beheersing is voor de doorontwikkeling ook belangrijk.  De vacatures gericht op financiële ondersteuning zijn ingevuld. Noodzakelijke opleidingen zijn geïnventariseerd en worden in 2023 concernbreed uitgevoerd.

OWO en samenwerking
De OWO samenwerking en samenwerken in het algemeen blijft een belangrijke ontwikkellijn. De vastgestelde OWO visie benadrukt dit ook. Aan de samenwerking bouwen we samen verder. Hierover kunt u lezen in de OWO paragraaf.  Specifiek melden we nog dat de doorontwikkeling van OWO Bedrijfsvoering in 2022 ook vorm heeft gekregen. De structuur van de nieuwe teams is ontwikkeld, werving van nieuwe medewerkers op nieuwe functies is gestart. Ook  over deze doorontwikkeling kunt u meer lezen in de OWO paragraaf.

Continuïteit

Terug naar navigatie - Continuïteit

Personeel
Landelijk is bekend dat er sprake is van veel mobiliteit van medewerkers en groot verloop. De arbeidsmarkt wordt steeds krapper. Zagen we de krapte in het aanbod van medewerkers eerst nog vooral binnen één domein, nu zien we dat het aanbod over de hele linie schaars wordt. Daarnaast vissen gemeenten allemaal in dezelfde (krappe) vijver. Ook zien we steeds meer ambtenaren die kiezen om hun loopbaan te vervolgen als zelfstandig ondernemer/freelancer. Tegen deze achtergrond zetten we extra in op het vinden, binden en boeien van ons personeel. We konden met extra interventies , acties en aangepaste functie-eisen nog voorzien het afgelopen jaar. 

Financiële positie
In de risicoparagraaf hebben wij de gemeentelijke risico's beschreven en gekwantificeerd. Daarbij hanteren we als norm voor het weerstandsvermogen dat wij minimaal tweemaal de omvang van de risico's in de Algemene Reserve hebben.  We voldoen aan die norm. Verder is de solvabiliteit goed en hebben we een positief meerjarenperspectief.   

Continuïteit ICT
De complexiteit en kwetsbaarheid van systemen, netwerken en applicatielandschap zijn verder toegenomen. In 2022 is dit nog eens gesignaleerd. Vanaf 2023 komen er aanzienlijk meer middelen vrij om dit het hoofd te bieden en daarmee de bedrijfscontinuïteit van de OWO gemeenten verder te borgen. In 2022 zijn er een aantal storingen geweest, maar bij geen van deze is de bedrijfscontinuïteit in het geding geweest. De grootste storing viel in de kerstperiode. Ook zijn er geen veiligheidsrisico's met een impact op de continuïteit geweest. Aan verdere bewustwording op dit vlak is in 2022 ingezet. 

Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Terug naar navigatie - Uitvoering Human Resources Management (HRM)

De organisatieontwikkeling hebben we vertaald in verschillende personeelsinstrumenten. In de gesprekcyclus stonden de ontwikkellijnen Professionaliteit en Wendbaarheid en Hybride werken centraal. Wendbaar werken vraagt een lerende houding van ons allemaal. In OWO verband is het afgelopen jaar onze gezamenlijke leeracademie gelanceerd. Met deze academie maken we het mogelijk om het leren laagdrempelig te maken en om lokale leerlijnen voor iedereen beschikbaar te stellen. We zijn gestart met het maken van lokale leerlijnen die hierin voor zowel nieuwe als huidige medewerkers ondersteuning bieden. En in onze werving & selectie zoeken we actief medewerkers die bijdragen aan onze ontwikkelopgave.  

Het vinden, binden & boeien is een belangrijk HR thema geweest dit jaar. We hebben gericht OWO personeelsbeleid ontwikkeld dat nu voorligt bij de medezeggenschapsorganen. Ook experimenteren we met andere manieren van werven, zoals het inzetten van recruiters in huis en het werven van nieuwe medewerkers via/met behulp van collega's. We hebben dit jaar met deze andere manieren van werven nagenoeg alle vacatures ingevuld, ook door ervaringseisen los te laten en in te zetten op talent. 

Met het nieuwe flexibele, ergonomische meubilair hebben we voor onze arbeidsomstandigheden een toekomstbestendige invulling gegeven aan onze werkplekken op kantoor. Voor de thuiswerkplekken is in 2022 een HR OWO beleid ontwikkelt dat eind 2022 aan de medezeggenschapsorganen is voorgelegd. Daar wordt in 2023 verder invulling aan gegeven. 

Ziekteverzuim 
Het verzuimpercentage over 2022 is uitgekomen op 6,90%. 

Salarislasten
Van het beschikbare salarisbudget (eigen personeel en inhuur) in de primitieve begroting 2022 resteert, na de storting in voorziening verlofsparen, een bedrag van € 250.000.



Paragraaf OWO-samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed en ook intensief OWO jaar. Een jaar waarin het elkaar live opzoeken weer normaal is geworden. Na de gemeentelijke verkiezingen, zijn nieuwe samenstellingen van de raden en colleges ontstaan, die zich opnieuw dienden te verhouden tot de OWO samenwerking. Tijdens de twee besprekingen in 2021 over de in datzelfde jaar vastgestelde OWO visie, is door de drie raden verzocht om een klankbordgroep OWO raden op te richten. Bedoeld om de voortgang van de samenwerking in brede zin te kunnen bespreken, daar waar de raden via de P&C cyclus op hooflijnen worden geïnformeerd en indien wenselijk via speciale themabijeenkomst over speciale gezamenlijke samenwerkingsonderwerpen. In december 2022 is deze klankbordgroep OWO raden voor het eerst bijeen gekomen. De OWO-colleges hebben hun eerste bijeenkomst in de nieuwe samenstelling in oktober 2022 gehad en er hebben al themabijeenkomsten plaatsgevonden voor de OWO raden. Het OWO Directie en Managementoverleg (DMO) heeft meerdere besprekingen gehad over de doorontwikkeling van de OWO samenwerking en hoe deze het beste kan aansluiten bij wat onze omgeving van ons vraagt.
Er zijn in september 2022 zes OWO-trainees gestart, twee per gemeente. Zij doorlopen een traineetraject van twee jaar, waarbij ze na elk half jaar hun opdracht afronden en een nieuwe starten. Daarnaast doen ze mee aan het gehele aanbod aan trainingen dat in OWO verband wordt gegeven. Er is gestart met het opstellen van een OWO HR agenda, waarvan de inzet is om na vaststelling ervan, de uitwerking vanaf 2023 start.
Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. 
Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. 
Voor wat betreft de omgevingswet zijn in 2022 de interne opleidingen opgepakt en is verder gewerkt aan de minimaal noodzakelijke acties voor de invoering. Er is hard gewerkt aan de voorbereiding van het laatste te nemen raadsbesluit in dit kader, namelijk een legesverordening die Omgevingswet-proof is. Inmiddels is de invoeringsdatum weer uitgesteld naar 1 januari 2024.
In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld.
De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden.
Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO beleidstafel duurzaamheid.

Onderstaande informatie is een inhoudelijke verantwoording over het jaar 2022 en is afkomstig van de drie OWO afdelingen (Beheer en Registratie, Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO-afdelingen en/of OWO-gemeenten, in deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Hybride werken
De afgelopen paar jaren is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Het als gevolg van Covid-19 in 2021 ontstane hybride werken, heeft zijn effecten op de kantoorwerkplek inrichting, zowel thuis als op kantoor. Op elke gemeentelijke locatie is/wordt gewerkt aan het inrichten van flexibele werkplekken en werkruimten, zoals centrale werkcafés.

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder dan ooit. Rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen en de wettelijk verplichtingen in alle inhoudelijke gemeentelijke domeinen, maar ook kijkend naar een efficiëntere procesvoering, zijn veranderingen in de processen nodig. Dit vraagt andere competenties van de medewerkers. Efficiëntie en dus de veranderende procesvoering, helpt ook bij vraagstukken van de teams voor de toekomst, als het gaat over de invulling van functies n.a.v. natuurlijke verlopen, zoals bijvoorbeeld pensionering.

Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies.
Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel. Wij sluiten hierbij graag aan bij hetgeen hierover gezamenlijk wordt opgepakt vanuit HRM in de drie organisaties in het kader van vinden, boeien en binden.

Aanbestedingen
De aanbesteding van ICT-applicaties is begin 2022 afgerond. In de periode 2022 - 2026 wordt het ICT applicatielandschap gefaseerd geïmplementeerd. In 2022 zijn de voorbereidingen gestart. Vanwege onder andere migratie naar de Cloud en een Multitenant omgeving (met één user in drie verschillende omgevingen kunnen werken), vraagt de implementatie de nodige voorbereiding qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen, ingerichte beheerorganisatie et cetera.

Topprioriteiten

Terug naar navigatie - Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en doorontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. De vraag is of deze 10 topprioriteiten nog actueel genoeg zijn. Hierover wordt in 2023 verder gesproken op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau.

1a.    OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
In 2022 is gestart met een analyse van de afdeling OWO BV, wat heeft geleid tot een verbeterplan dat is vastgesteld en waarvoor de drie gemeenteraden middelen beschikbaar hebben gesteld. Het doel is ‘de basis op orde’ richting een toekomstbestendige afdeling OWO BV, oftewel voldoen aan de minimale eisen die ons werk stelt aan digitale informatievoorziening en archivering, personeels-, salaris- en financiële administratie en centraal en verantwoord inkopen en aanbesteden. Eind 2022 hebben zowel de OWO-colleges als de klankbordgroep OWO raden gevraagd om een dergelijke analyse óók uit te voeren voor de OWO afdelingen VTH en B&R. Dit zal in 2023 worden opgestart.

1b. OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie in 2021 is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande. 

2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
Het richting geven aan de OWO ambities en het dienstverleningsconcept is een continu proces dat we zijn opgestart na vaststelling van de herijkte visie in 2021. 

3. Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In het in 2022 opgestarte ontwikkeltraject van OWO BV is het inkoop- en aanbestedingsbeleid een integraal onderdeel. Het team inkoop is verder versterkt met een tweetal trainees.

4. Datagedreven werken
In 2021 en 2022 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens is onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten. In september 2022 zijn twee voorstellen voorgelegd aan de OWO-directie, de eerste ging over het opstellen van een uitvoeringsplan voor het datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten en het tweede was het advies om voor een jaar aan te sluiten bij DataFryslân. De kosten voor het datagedreven werken en aansluiten bij DataFryslân, zijn vanaf begrotingsjaar 2022 al structureel opgenomen in de programmabegrotingen van de gemeenten. De directie heeft ingestemd met beide voorstellen. Deelname aan de coöperatie DataFryslân vraagt om formele besluitvorming door de drie colleges. Daarbij krijgen de drie gemeenteraden gelegenheid hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Deze definitieve besluitvorming vindt plaats in 2023.

Eind 2022 is het uitvoeringsplan opgesteld en in januari 2023 wordt deze getoetst door een extern bureau. Na deze toetsing wordt het uitvoeringsplan ter vaststelling aangeboden aan de OWO-directie.

5. Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6. Harmonisatie APV
De invoeringsdatum voor de Omgevingswet is ook in 2022 weer opgeschoven. Reden om de herziening van de APV op te schuiven naar 2023. Daarmee wordt de APV Omgevingswetproof en kijken we ook naar verdergaande harmonisatie.

 7. Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. 
In 2022 is op basis van de college en coalitieakkoorden van de OWO-gemeenten gekeken of de doelstellingen uit het VTH-beleidsplan nog aansluiten bij de bestuurlijke wensen. Hierbij springen de Omgevingswet en Ondermijning eruit. Verder verwijzen wij u naar wat staat onder 1a.

8a. Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Onder regie van OWO-VTH zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023 en via 1 juli 2023 recentelijk naar 1 januari 2024.  Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen. Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

8b. Ondermijning
Het thema ondermijning heeft meer bestuurlijke prioriteit gekregen en in 2022 zijn er meerdere dagen geweest waarop gemeente, politie en andere organisaties brancheonderzoek hebben gedaan om ondermijning onder de aandacht te brengen en/of op te sporen. Er wordt ook ingezet op smart-solutions op dit vlak. Denk daarbij aan de inzet van een drone en data-onderzoek. Dit beleid en deze acties worden in 2023 voortgezet.

9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit zijn een steeds groter risico geworden. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. In het formatieplan voor 2023 is hierin verder voorzien. Daarop vooruitlopend is al in 2022 een verschuiving van taken naar systeem- en netwerkbeveiliging doorgevoerd. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom  onze ICT omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. 

10. Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en –behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers. Voorbeelden zijn het digitaliseren van archieven en poststromen en het digitaliseren van facturering e.d.

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij hebben een aantal taken ondergebracht in samenwerkingsverbanden waarin meerdere gemeenten en/of andere instellingen participeren. Het gaat hier om deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen. De samenwerkingsvormen worden aangeduid met het begrip 'verbonden partijen''. Hieronder wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt.

Visie op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Visie op verbonden partijen

Onze visie op verbonden partijen is gebaseerd op het uitgangspunt dat onze gemeente alleen participeert in verbonden partijen als daarmee de publieke taak is gediend. Er zijn diverse redenen om deel te nemen aan een verbonden partij. In de gemeenschappelijke regeling of in de statuten (van een stichting of vennootschap) staat telkens de doelstelling van de betreffende rechtspersoon geformuleerd.
Hoewel dat niet bij elke samenwerkingsvorm expliciet wordt vermeld, gaat het veelal om:

  • Efficiency voordeel door grotere schaal;
  • Risicospreiding;
  • Grotere machtspositie ten opzichte van andere partijen in de markt;
  • Onvoldoende capaciteit (kwalitatief en kwantitatief) in eigen huis;
  • Beter kunnen voldoen aan wet- en regelgeving.
  • Wettelijke verplichting.

Zeggenschap in de praktijk

Terug naar navigatie - Zeggenschap in de praktijk

De invloed van de gemeenten verloopt via besturen van stichtingen, gemeenschappelijke regelingen, aandeelhouders en de raden van commissarissen en toezicht. In het bestuur van die stichtingen en ondernemingen zijn wij vertegenwoordigd. Via dat bestuur wordt onze invloed aangewend als het gaat om sturing op onder andere financiën, risico’s en toekomstvisie. Het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur en dat brengt met zich mee dat de directe invloed per definitie beperkt is. Als zich een meerderheid vormt voor of tegen een voorstel dan is de stem van de enkeling niet doorslaggevend en zal de minderheid zich ook moeten schikken. De democratische controle op de in dit overzicht genoemde ‘partijen’ waarmee de gemeente zich verbonden heeft, ligt bij de gemeenteraad. In de besturen zitten in de meeste gevallen leden van ons college en die verantwoorden zich tegenover de raad op de gebruikelijke wijze.

Sinds 1 juli 2022 is de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) gewijzigd. Deze wijziging heeft als doel om de positie, de besluitvorming en de controlerende rol van de gemeenteraad te versterken.

Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Veiligheidsregio Fryslân

Gezondheid

De jeugdgezondheidszorg (JGZ) heeft nog steeds te maken met achterstanden en hoge werkdruk als  gevolg van de coronapandemie, krappe arbeidsmarkt, inzet voor vluchtelingen uit Oekraïne en uitval door (langdurig) ziekteverzuim. Volledig de zorg inhalen is inmiddels geen optie meer. Om goede JGZ te blijven bieden voor alle kinderen wordt zorg op maat geboden en worden alternatieve werkwijzen toegepast. Waar nodig worden extra verpleegkundigen ingezet. Bovendien is focus en prioriteit aangebracht door vooral aandacht te geven aan risicokinderen, de kansrijke start van het jonge kind, de mentale gezondheid en het verzuim van schoolgaande kinderen en jeugd vanaf 12+. De krappe arbeidsmarkt en daarbij vooral de groter wordende schaarste van  artsen, maakt dat onderzocht wordt (vanuit het programma JGZ 3.0), hoe op een andere manier gewerkt kan worden zodat de zorg en aandacht voor kinderen en jeugd hoogwaardig blijft. 

Vanaf 2023 moet GGD 50% van de gastouderopvang jaarlijks inspecteren. Het beoogde aantal fte dat vanaf 1 januari 2023 nodig is om dit resultaat in 2023 te behalen, is gerealiseerd vanaf het derde kwartaal van 2022. 

De beleidsmatige formatie op het domein van zorg en veiligheid  is op orde gebracht.  Met het team op sterkte is een ambitieuze agenda gemaakt, over onder andere de inzet op de Wet Aanpak Multiproblematiek Sociaal domein (WAMS). De WAMS moet bijdragen aan een betere zorg voor inwoners met meerdere complexe problemen. De verwachting is dat de wet 1 januari 2024 in werking treedt.

Crisisbeheersing

De afgelopen jaren stonden in het teken van de coronacrisis. Er lag een enorm takenpakket bij de Veiligheidsregio en specifiek bij de GGD. Ook hadden coronamaatregelen een grote impact op de reguliere dienstverlening. In overleg met het bestuur heeft de Veiligheidsregio daarom middelen gereserveerd. Deze konden in 2022 worden inzetten om de reguliere taken weer op het juiste peil te brengen. De geplande inhaalslag is later ingezet dan kon worden voorzien. Reden hiervoor is dat in het eerste kwartaal van 2022 nog volop gewerkt werd aan het bestrijden van de coronacrisis. Daarnaast kwamen met de oorlog in Oekraïne en het haperende opvangbeleid een aantal extra coördinerende taken op de Veiligheidsregio af. De organisatie van de Veiligheidsregio werkte van crisis naar crisis en de flexibiliteit en het vermogen om meerdere ballen in de lucht te houden werd flink op de proef gesteld. Daarnaast had de Veiligheidsregio te maken met de financieel-economische tijdsgeest. Een hoge inflatie zorgde voor hoge kosten en vanwege een tekort aan materieel en materiaal konden leveranciers niet aan de levertijden voldoen. Ook de krappe arbeidsmarkt maakte het uitdagend om voldoende en geschikte medewerkers te werven. Ondanks deze lastige omstandigheden was de kwaliteit van onze dienstverlening op orde en pakten wij het dienstverleningswerk dat bleef liggen op.

Vakbekwaamheid Brandweer
Na de effecten van het coronavirus was Vakbekwaamheid beland in een fase waarin de activiteiten volledig zijn hervat. Dit betekende dat de geplande manschap-opleidingen voor dit jaar werden gestart, zodat de vertraging van opleiden kon worden beperkt. De komende jaren zal nog wel sprake zijn van een te maken inhaalslag met betrekking tot op te leiden manschappen. Overige opleidingen (zoals die van bevelvoerders, duikers en chauffeurs) worden gestart volgens planning. De vakbekwaamheidsactiviteiten met betrekking tot nieuw materieel zijn uitgevoerd volgens planning. Dit met als resultaat dat nieuw materieel spoedig kan worden ingezet na uitlevering.

Rapport Bluswatervoorziening Brandweer
De bestuurscommissie Veiligheid heeft opdracht gegeven een kader te ontwikkelen voor het bepalen, realiseren en borgen van adequate bluswatervoorziening binnen het verzorgingsgebied van Brandweer Fryslân. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van diverse gemeenten, natuurbeheerders, LTO, Vitens, Wetterskip Fryslân en Brandweer Fryslân, heeft zich over dit vraagstuk gebogen. Het rapport is opgesteld vanuit gedeelde zorg en verantwoordelijkheid van de betrokken partners bij bluswatervoorziening. Over de bestaande situatie is de conclusie dat Fryslân over een robuust netwerk van bluswatervoorzieningen beschikt (brandkranen, bruikbaar open water en – beperkt – waterwagens). Het is zaak dit robuuste netwerk in stand te houden en te optimaliseren voor die plekken waar de voorzieningen niet het gewenste peil hebben. Daarbij is geconstateerd dat een risicoafdekking niet haalbaar is. Dit vraagt naast optimalisering een stevige inzet op het voorkomen en beperken van brand (voorlichting en bewustwording) en het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid binnen de samenleving. Om hier vervolg aan te geven zijn de kaders voor een aanpak vertaald naar concrete acties, zoals: Maatregelen gericht op de borging van bestaande voorzieningen; Categorie-gebonden maatregelen met in het bijzonder aandacht voor natuur, agrarische bebouwing en industrie/bedrijventerreinen; Repressieve maatregelen.

Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO)
De FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouiwing) is de Friese organisatie voor de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving en specialistische advies op het gebied van milieu en omgeving. Het aantal taken dat aan de FUMO wordt toebedeeld wordt deels door de rijksoverheid bepaald (de basistaken) en is deels een bevoegdheid van de gemeente (de plustaken). De FUMO werkt met een nieuwe governancestructuur om tot een vloeiender besluitvorming te komen. In 2022 is de overheadsnorm losgelaten omdat de overhead ook ingezet wordt vanuit de kennisorganisatie en niet alleen gericht is op ondersteuning voor de uitvoering.
De invoering van de Omgevingswet is wederom uitgesteld. De impact van deze wet was niet in de begroting verwerkt. Deze onduidelijkheid zet zich voor in 2023 nu de invoeringsdatum is opgeschoven naar 1 januari 2024. 

Omrin
Afvalsturing Friesland NV (handelend onder de naam Omrin) is de organisatie die ons huishoudelijk afval verwerkt. 
Samen met de overige Friese gemeenten, uitgezonderd Smallingerland, zijn wij mede eigenaar en daarom aandeelhouder van Omrin. Doelstelling van de onderneming is het inzamelen, scheiden en verwerken van afval, inclusief het sluiten van kringlopen tegen zo laag mogelijke kosten. 
Vollast van de installaties, zoals de Reststoffen Energie Centrale en de afvalscheidingsinstallatie op Ecopark de Wierde is een belangrijke taak die bij de onderneming rust. Dit is in het belang van het verwerkingstarief. 
Omrin voert een financieel beleid waarbij niet wordt gestreefd naar winstmaximalisatie. Er wordt een balans gezocht tussen tarieven die de aandeelhouders moeten betalen voor verwerking van het huishoudelijk afval en de winst die de onderneming maakt om 
tegenvallers te kunnen opvangen en investeringen te kunnen doen. Omrin is continu bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de overgang ‘Van Afval Naar Grondstof (Vang).

De Marrekrite
Voor aanleg en onderhoud van recreatieve voorzieningen in Friesland is in 1957 de gemeenschappelijke regeling De Marrekrite ingesteld. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van meer dan 3.800 gratis aanlegplaatsen en het fietsknooppuntennetwerk. In 2017 is het beheer en onderhoud van routenetwerken (borden) in de provincie Friesland aan de werkzaamheden van de Marrekrite toegevoegd. Ook het aanleggen, aanpassen en uitbreiden van het wandel- en fietsknooppuntensysteem is onderdeel van het werk van de Marrekrite. Het gebruikelijke onderhoud van de fiets- en wandelpaden blijft een taak van de provincie en de gemeenten.
In regio Zuidoost Friesland wordt samengewerkt aan het ontwikkelen en verbeteren van specifieke routenetwerken zoals ruiterroutes en ATB routes. De expertise van de Marrekrite op het gebied van landrecreatie is hierbij ingeschakeld. Verder is samen met de Marrekrite onderzocht waar in de gemeente nieuwe TOP's (Toeristische Overstap Punten) kunnen worden gerealiseerd en wordt ingezet op het aanjagen van campertoerisme.

Welstandszorg Hûs en Hiem

Wanneer de Omgevingswet in werking is getreden is het mogelijk om de welstandstoets een andere invulling te geven. In 2022 is er een procesvoorstel aan de gemeenteraad voorgelegd over het proces om te komen tot een nieuw adviesstelsel voor Omgevingskwaliteit. De gemeenteraad heeft met dit voorstel ingestemd. Voor de korte termijn is besloten om in te zetten op continuering van de huidige adviespraktijk via de Gemeenschappelijke regeling Hûs en Hiem. Voor de lange termijn is besloten om in te zetten op verder onderzoek naar een nieuw adviesstelsel voor omgevingskwaliteit. Dit onderzoek is gestart in 2022 en wordt in 2023 vervolgd. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een werkgroep vanuit de Vereniging Friese Gemeenten (VFG). Het is uiteindelijk aan de gemeente zelf om te bepalen hoe de welstandsadvisering eruit komt te zien.

Welstandsnota
Onze welstandsnota, vastgesteld in 2004, is op sommige punten niet meer actueel. Wij hebben steeds gemeend met het opstellen van een nieuwe welstandsnota te moeten aansluiten bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In eerste instantie was de inwerkingtreding voorzien op 1 juli 2023 maar is nu uitgesteld naar 1 januari 2024. 

De welstandsnota zelf blijft na inwerkingtreding van de omgevingswet nog van kracht, hiervoor geldt een overgangsperiode. Met name nieuwe ontwikkelingen zijn slecht toetsbaar aan de welstandsnota. Soms resulteert dat in een negatief advies. Wij vinden dat onwenselijk en daarom was het de bedoeling om in 2022 in OWO-verband te verkennen wat de opties zijn om de welstandsnota te herzien of aan te passen. In 2022 zijn er geen grote stappen gezet om de welstandnota te herzien of aan te passen. Wel is er bij de pilot omgevingsplan in OWO-verband is onderzocht welke verschillende modellen er zijn voor nieuw welstandbeleid. 

Gemeenschappelijke Regeling (GR) Sociale werkvoorziening Fryslân en Caparis NV
Voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) neemt de gemeente Weststellingwerf deel aan de GR Sociale werkvoorziening Fryslân. De GR is een samenwerkingsverband van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. Als uitkomst van de herstructurering SW bedrijf in 2019 is de GR SW Fryslân omgevormd tot een bedrijfsvoeringsorganisatie. De GR heeft jaarlijks minimale kosten voor bijvoorbeeld het opstellen van de jaarrekening en de facilitering van de bestuursvergaderingen.
Met ingang van 2020 is door de gemeente een dienstverleningsovereenkomst met Caparis aangegaan voor de duur van vijf jaar (tot en met 2024). In het kader van deze overeenkomst organiseert Caparis passende werkzaamheden voor inwoners met een Wsw-indicatie. Caparis rapporteert per kwartaal aan de gemeente over de uitvoering van de overeenkomst

Stichting Comprix
Stichting Comprix is verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs in de gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Opsterland. Stichting Comprix houdt zich vooral bezig met het behoud van de kwaliteit van het basisonderwijs in de drie OWO-gemeenten.

Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.
Weststellingwerf is sinds 2018 lid van de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. Voorheen was dit Stichting Openbare Verlichting Fryslân. OVEF verzorgt de inkoop van energie voor 17 Friese gemeenten en de provincie Fryslân. Tot haar diensten behoren verder de inkoop van vergroeningscertificaten,  het verzorgen van een energiemanagementsysteem en het beheer en contractmanagement van openbare verlichting en laadpalen. Wij werken aan een zelflevermodel waarbij we gebruik maken van lokaal opgewekte elektriciteit en gas per 31 december 2023, dat is ons einddoel. De OVEF is al druk bezig dat verder uit te werken. Voor elektriciteit gebeurt dat al in Nederland, voor gas is dit een unieke ontwikkeling.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Wij nemen deel in de volgende gemeenschappelijke regelingen, stichtingen , vennootschappen en centrumregeling:

1. Overzicht Gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt 

Veiligheidregio Fryslân (VRF)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel door schaalvergroting
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang Begroot exploitatiebijdrage 2022 Veiligheid € 1.544.139 Gezondheid € 1.179.967
Ontwikkelingen 2022 Beschermen en bevorderen gezondheid en veiligheid van inwoners in Friesland. Door verbeterde zorg, crisisbeheersing en digitale beveiliging.
Vermogen  Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 6.075.701     € 72.001.431
31-12-2021 € 9.753.104     € 87.723.841
Resultaat 2021 € 2.985.062
Portefeuillehouder Van de Nadort
FUMO (Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving)
Vestigingsplaats Grou
Doel deelname Regionale Uitvoerings Dienst (RUD), expertisebundeling door samenwerken
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang

Begroot exploitatiebijdrage 2022 € 396.379

Ontwikkelingen 2022 De FUMO functioneert als de backoffice voor gemeenten en provincie. Het loket voor aanvragers blijft bij de bevoegde gezagen van deze taken. Doel van de FUMO is het realiseren van een goede leefomgeving en natuurlijk het leveren van goede producten.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 1.626.448 € 5.572.137
31-12-2021 € 1.422.044 € 5.280.239
Resultaat 2021 € 120.916
Portefeuillehouder Den Hartigh
GR Hus en Hiem
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Kennis, inwinnen van deskundige en onafhankelijke adviezen
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten, behalve Tytsjerksteradiel
Belang In principe budgettair neutraal. Kosten worden in rekening gebracht bij aanvrager vergunning.
Ontwikkelingen 2022  Hus en Hiem is bezig geweest om in beeld te brengen hoe men kan anticiperen op de nieuwe wetgeving. De invoering van de Omgevingswet gaat invloed hebben op de gehele bouwsector.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 350.189 € 80.906
31-12-2021 € 454.558 € 136.383
Resultaat 2021 € 96.369
Portefeuillehouder Zonderland
Recreatieschap voor het Friese Waterland 'De Marrekrite'
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf Provincie Fryslân en diverse Friese gemeenten
Belang Begroot exploitatiebijdrage 2022 € 35.052 inclusief bijdrage baggerfonds. Het eigen vermogen is onderverdeeld in diverse fondsen: onderhouds-, bagger- en ontwikkelingsfonds. Deze fondsen zijn bestemmingsreserves en worden aangewend voor de uitvoer van taken, bijvoorbeeld groot vervangingsonderhoud.
Ontwikkelingen 2022 Duurzame (vervangings)investeringsopgave in de recreatieve voorzieningen in Fryslân.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 5.162.521 € 885.657
31-12-2021 € 4.795.000 € 1.996.000
Resultaat 2021 € 131.000
Portefeuillehouder Hoen
OLAF / OMRIN 
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf  Provincie Fryslân en de Friese gemeenten
Belang Zie onder OMRIN
Ontwikkelingen 2022 Zie onder OMRIN
Vermogen Zie onder OMRIN
Resultaat 2020 Zie onder OMRIN
Portefeuillehouder Den Hartigh
GR SW Fryslân
Vestigingsplaats Drachten
Doel deelname Uitvoering van de Wet sociale voorziening en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften
Deelnemers buiten Weststellingwerf Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Belang Begroot exploitatiebijdrage 2022 € 5.000
Ontwikkelingen 2022

Als gevolg van de gemaakte afspraken in de fairdeal tussen de 8 gemeenten en Caparis NV is de relatie tussen de GR en de 8 gemeenten veranderd. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de sociale werkvoorziening zich in de komende jaren gaat ontwikkelen.

Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021

€ 0

€ 7.172.000
31-12-2021 € 0 € 6.386.000
Resultaat 2021 € 0
Portefeuillehouder Den Hartigh


2. Lijst met stichtingen en coöperaties waarin de gemeente deelneemt 

Stichting Kredietbank Nederland (KBNL)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Op maatschappelijke en zakelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan onder andere geldkrediet, schuldhulpverlening, budgetbeheer, bewindvoering, wettelijke schuldsanering van natuurlijke personen
Belang Deelname € 120.892
Ontwikkelingen 2022 Voorkomen schuldproblematiek.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 2.713.000 € 34.371.000
31-12-2021 € 2.656.000 € 37.573.000
Resultaat 2021 Niet bekend
Portefeuillehouder Den Hartigh
Stichting Comprix (openbaar primair onderwijs)
Vestigingsplaats Wolvega
Doel deelname Voldoen aan wettelijke taak inzake instandhouding van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.
Belang Indirect in relatie tot onder doel genoemde wettelijke taak, alsmede financieel toezicht door goedkeuring van begroting en rekening van de stichting.
Ontwikkelingen 2022 Geen specifieke ontwikkelingen
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 5.782.000 € 8.122.000
31-12-2021 € 5.873.183 € 9.512.155
Resultaat 2021 € -356.638
Portefeuillehouder Rikkers
Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. 
Vestigingsplaats Sneek
Doel deelname Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en gezamenlijke inkoop van duurzame energie.
Belang

Exploitatiebijdrage 2022 € 39.714

Ontwikkelingen 2022 Professionalisering van dit samenwerkingsverband op het gebied van beheer openbare verlichting en inkoop energie verder ontwikkelen. OVEF werkt  aan een zelflevermodel waarbij gebruik gemaakt wordt van lokaal opgewekte elektriciteit en gas per 31 december 2023, dat is ons einddoel. De OVEF is al druk bezig dat verder uit te werken. Voor elektriciteit gebeurt dat al in Nederland, voor gas is dit een unieke ontwikkeling.
Vermogen Niet van toepassing
Resultaat 2021 Niet van toepassing
Portefeuillehouder Rikkers


3. Lijst deelnemingen in vennootschappen 

NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats Den Haag
Doel deelname BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Belang Deelname 58.071 aandelen à € 2,50 = € 145.178
Ontwikkelingen 2022 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 5.097.000.000 € 155.262.000.000
31-12-2021

€ 5.062.000.000

€ 143.995.000.000
Resultaat 2021 € 236.000.000
Portefeuillehouder Hoen

 

OMRIN (Afvalsturing Friesland NV)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Het afval van overheden en bedrijven op een professionele en milieuhygiënisch verantwoorde manier inzamelen, bewerken en verwerken.
Belang Deelname 120 aandelen à € 450 = € 54.000
Ontwikkelingen 2022 Omrin is bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de transitie Van afval naar grondstof (Vang). Vanuit die visie is Omrin ook aanjager van het principe circulaire economie.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2021 € 61.055.000 € 132.770.000
31-12-2021 € 64.757.000 € 128.437.000
Resultaat 2021 € 4.936.000
Portefeuillehouder Den Hartigh


4. Centrumregeling 

Sociaal Domein Fryslân 
Vestigingsplaats

Leeuwarden

De Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) is ingesteld conform artikel 8, lid 4 van de WGR. De gemeente Leeuwarden is aangewezen als centrumgemeente.

Doel deelname

De Friese gemeenten streven naar maximale efficiëntie en effectiviteit in de uitvoering van de aan hen opgelegde wettelijke taken in het sociaal domein. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.

Deelnemers buiten Weststellingwerf

Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling in portefeuillehoudersoverleggen.

Belang

De regeling is getroffen om de afspraken vast te leggen die de Friese gemeenten hebben gemaakt met het oog op de gezamenlijke uitvoering door centrumgemeente en gastgemeenten van de wettelijke taken waarvoor gemeenten wettelijk verplicht moeten samenwerken alsmede van de taken waarvoor gemeenten vrijwillig kunnen samenwerken op een doelmatige en doeltreffende wijze.

De taken zijn de wettelijke taken op het terrein van jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en participatie en de functies voor deze taken zien op regiocoördinatie, beleidsvoorbereiding met betrekking tot de gemandateerde bevoegdheden, de inkoop en subsidiëring, het accounthouderschap, waaronder het contractmanagement en -beheer en de uitvoering en het financieel-administratief verwerken alsmede het cliëntenbeheer wordt verstaan.

De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2022 is (aangepast) begroot op € 179.000. Op dit moment is de afrekening nog niet bekend.

Ontwikkelingen 2022 De centrumregeling is met ingang van 2022 op basis van een evaluatie herzien en vastgesteld (Centrumregeling samenwerking Sociaal Domein Fryslân 2022). 
De aanbesteding van specialistische jeugdzorg is opnieuw opgestart maar door lopende juridische procedures niet tot afronding gekomen. 
Vermogen Nvt, integraal onderdeel van de begroting van gemeente Leeuwarden Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Portefeuillehouders Rikkers, Zonderland

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De afgelopen jaren was er veel vraag naar bouwkavels voor woningen en bedrijven. Ondanks dat er nog veel vraag is naar bouwkavels, neemt de vraag af. De (economische) onzekerheid door de oorlog in Oekraine en de hoge energie prijzen brengen mee dat bouwprijzen enorm zijn gestegen. Hierdoor worden steeds vaker kavels die eerder in optie waren uitgegeven, terug gegeven. Toch zijn er in 2022 veel kavels verkocht aan particulieren en ondernemers.

Parameters

Terug naar navigatie - Parameters

De grondexploitaties zijn beoordeeld en geactualiseerd. De parameter kostenstijging is 2% en opbrengstenstijging is 1,5%. Het rentepercentage is gewijzigd van 2,15% in 2021 naar 2,06% voor 2022. De disconteringsvoet voor de omvangbepaling verliesvoorzieningen is 2%.

Marketing

Terug naar navigatie - Marketing

Bij de verkoop van woningbouwkavels en de bedrijventerreinen is het belangrijk om ons aanbod bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht te brengen.
Hiervoor zijn diverse communicatiemiddelen en promoties ingezet. Hieronder een samenvatting van de acties die we in 2022 hebben plaatsgevonden: 

  • Verkopen en nieuwbouw op bedrijventerreinen Uitbreiding Schipsloot en De Plantage te Wolvega bekend gemaakt in de Nieuwsbrief Ondernemers;
  • Actueel houden van de informatie op de websites www.bedrijventerreinwolvega.nlwww.weststellingwerf.nl en www.lindewijk.nl;
  • Promotiecampagne (lokaal en regionaal) vanaf 6 maart 2022 ter ondersteuning van de nieuwe gronduitgifte (19 stuks) particuliere bouwkavels in Lindewijk deelgebied 2.
  • Diverse advertenties van de woningbouwkavels in verschillende kranten en gidsen;
  • Diverse PR voor Lindewijk met bijvoorbeeld acties/advertenties facebook, nieuwsbrieven belangstellenden cq. nieuwsbrieven voor bewoners, PR-doeken en PR-borden op locatie, free publicity – onder andere persberichten en faciliteren Rondje Lindewijk

Marketingactie bedrijventerreinen
De marketingcampagne 'Klaar voor de stap?' heeft in 2022 een vervolg gekregen. In de uitingen hebben ondernemers centraal gestaan, die de volgende stap zetten. Het bouwproces van deze ondernemers is gevolgd en gedeeld via diverse kanalen. Daarnaast hebben kopers van bedrijfskavels de inmiddels bekende rode laarzen ontvangen.  Op de website https://www.bedrijventerreinwolvega.nl wordt informatie en nieuwsberichten rondom de bedrijventerreinen gedeeld. 

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Jaarlijks toetsten wij of we Vennootschapsbelasting (VPB) moeten betalen over ondernemingsactiviteiten. Het verkopen van grond kan namelijk gezien worden als een ondernemingsactiviteit. 

Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Terug naar navigatie - Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Woningbouwlocaties

Lindewijk te Wolvega
Deelgebied 1: in 2022 zijn 15 particuliere kavels in deelgebied 1 verkocht. Daarnaast zijn er in totaal 57 woningen projectmatig verkocht. Hiermee is 99% van de kavels in deelgebied 1 verkocht.  Met dit totaal van 72 kavels is de verkoopverwachting van 70 bouwkavels in 2022 voor deelgebied 1 gehaald.  De werkelijke uitgaven voor 2022 lopen in de pas met de begroting.  Het Heideblauwtje en het parkgebied Aurelia-Dagpauwoog zijn woonrijp ingericht en er zijn conform planning twee verkeersbruggen aangelegd aan de Eikepage en het Icarusblauwtje. 

Deelgebied 2: aan de IJsvogelvlinder zijn de eerste twee particuliere kavels verkocht. Op 31 december lagen er nog eens 6 particuliere kavels onder optie. Hiermee is de verwachting van de verkoop van 20 kavels in 2022 niet ingelost. Deze uitgifte en de start van projectmatige verkoop schuift door naar 2023.  In 2022 zijn de bouwrijp werkzaamheden voor de uitgifte van de eerste kavels van Lindewijk 2 uitgevoerd.

De grondexploitatie is programmatisch ongewijzigd ten opzichte van 2021. In 2022 zijn de bouwkosten fors gestegen. Op grond van de CPB statistiek hebben wij een eenmalige verhoging van de bouwkosten geraamd van 7,5% boven de jaarlijkse indexatie.  Dit heeft ertoe geleid dat de bestaande voorziening voor de gehele Lindewijk wordt verhoogd met € 217.000.

Locatie voormalige Renbaanschool te Noordwolde
Er is een kavel in 2022 verkocht. Inmiddels zijn vijf van de zeven kavels verkocht en de laatste twee kavels zijn in optie uitgegeven. Deze laatste twee kavels worden naar verwachting in 2023 notarieel geleverd. De verkoopprognose en de looptijd van de exploitatie tot en met 2024 is daar mee realistisch. Door het positieve saldo in de exploitatie kan volgens de regelgeving van het BBV een winst van € 28.000 worden genomen in 2022.

Bedrijventerreinen
Er zijn met circa 80 ondernemers gesprekken gevoerd over de vestigingsmogelijkheden op de bedrijventerreinen in Wolvega. Dit aantal gesprekken is nagenoeg gelijk aan het aantal in 2021. In de gesprekken met de bedrijven worden eerst de bedrijfsactiviteiten in beeld gebracht en getoetst aan onder andere het bestemmingsplan. 

Voor de uitgifte van de bedrijfskavels is in 2022 een uitgifteprocedure vastgesteld (zie programma 3). Aan de hand van de opgestelde selectiecriteria en de toekenning van punten worden beschikbare kavels uitgegeven. Hierbij wordt onder andere aandacht gegeven aan de milieunormen, uitbreidingskansen voor gevestigde ondernemers en duurzaamheid. Bij het opstellen van de procedure is rekening gehouden met de regels die zijn gesteld in het Didam-arrest van 26 november 2021. 

Uitbreiding Schipsloot te Wolvega
In 2022 zijn er vier wonen/werken kavels verkocht. Voor de nog overgebleven kavels is veel interesse getoond. 
De geraamde verkopen zijn dit jaar bijna behaald. De verwachting is dat de getoonde interesse in 2023 ook zal leiden tot een aantal verkopen. 
De exploitatie heeft een financieel voordeel, zodat de bestaande voorziening wordt verlaagd met € 219.000. 

De Plantage te Wolvega
Er is één kavel op een zichtlocatie verkocht van circa 2.545 m² groot. Door de beperkte interesse in de zichtlocaties, is er niet voldaan aan de geraamde opbrengsten. De verkoopprognose is daarom geactualiseerd op basis van een verlenging van de looptijd met vijf jaar tot 2029. Wel is in 2022 de interesse toegenomen en worden er met regelmaat gesprekken gevoerd met potentiele kopers. Door verschillende omstandigheden heeft het gedeeltelijk woonrijp maken van De Plantage niet in 2022 plaatsgevonden. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in 2023. Voornoemde factoren hebben geleid tot een verhoging van de bestaande voorziening met € 714.000.

Noord West III te Wolvega
Voor laatste kavel (zichtlocatie) is in 2022 een koopovereenkomst ondertekend. De levering zal begin 2023 plaatsvinden. Vanwege de toevoeging van een nieuwe locatie 'het voormalig slibdepot', gelegen aan de Schuttevaerstraat te Wolvega, aan de grondexploitatie Noord-West III, is de looptijd met twee jaar verlengd tot 2025. In deze periode kan de koper van 'het voormalig slibdepot' de locatie ontmantelen en gereed maken voor zijn bedrijfsvoering. Door de toevoeging van de locatie en de verlenging wordt de huidige verliesvoorziening met € 94.000 verhoogd.

Boekwaarde bouwgronden

Terug naar navigatie - Boekwaarde bouwgronden
x € 1000
Grondexploitaties boekwaarden (BW) Boekwaarde 31-12-2021 Verliesvoorziening cumulatief Winstuitname cumulatief Balanswaarde 31-12-2021 Investeringen 2022 Opbrengsten 2022 Boekwaarde 31-12-2022 Verliesvoorziening 2022 Winstuitneming 2022 Balanswaarde 31-12-2022
Woningbouwterreinen
Wolvega Lindewijk totaal 14.057 1.275 - 12.782 2.446 5.833 10.670 217 9.178
Noordwolde Locatie Renbaanschool - 254 - 129 - 125 67 93 - 280 28 - 123
Totaal 13.803 1.275 129 12.657 2.513 5.926 10.390 217 28 9.055
Bedrijventerreinen
Wolvega Noord West III 579 454 - 124 43 - 622 94 74
Wolvega Uitbreiding Schipsloot 4.227 717 - 3.510 151 723 3.655 - 219 3.157
Wolvega De Plantage 4.125 2.959 - 1.166 162 187 4.100 715 426
Totaal 8.930 4.130 - 4.800 356 910 8.376 589 - 3.656
Totaal 22.733 5.405 129 17.457 2.869 6.836 18.766 807 28 12.711

Toelichting tabel

  • De boekwaarde is het totaalbedrag van alle investeringen en opbrengsten uit het verleden.
  • Balanswaarde is de gerealiseerde waarde inclusief de verliesvoorzieningen en winstuitnames.
  • Verliesvoorzieningen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie en berekend op basis van de netto contante waarde(NCW) van 2%.
  • Winstnemingen worden jaarlijks berekend over de winstgevende grondexploitaties met de Percentage of Completion Methode (POC).
  • De POC methode is de opbrengsten en kosten naar rato van de prestatie verwerken. Hierdoor ontstaat er inzicht in de financiële gevolgen tijdens een boekjaar en worden de opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verantwoord.

In de toelichting op de balans onder de vlottende activa worden de prognoses van kosten, opbrengsten, eindwaardes en resterende looptijd getoond.

Paragraaf Regiodeal Zuidoost Friesland

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In juli 2020 is de Regiodeal Zuidoost Friesland gesloten met het Rijk. Een samenwerking tussen 7 partners in Zuidoost Friesland (Opsterland, Weststellingwerf, Ooststellingwerf, Heerenveen, Smallingerland, Wetterskip en Provincie Friesland) en het Rijk. De Regiodeal is een vervolg op de streekagenda en een nieuw hoofdstuk in de samenwerking Zuidoost Friesland. Met het programma Vitaal en Veerkrachtig Zuidoost wordt de komende 4 jaar 30 miljoen geïnvesteerd vanuit Rijk en regio. De Regio Deal geeft een stevige impuls aan Zuidoost Friesland. Met de mienskip slaan we de handen ineen om hun dorpen en het landschap nog sterker te maken. Zo blijft dit unieke gebied een fijne plek om te leven, te werken, te ontmoeten én te bezoeken, nu en in de toekomst.
Het Fries Sociaal Planbureau gaat de uitvoering van de deal monitoren en combineert dit met een regionale vertaling van de monitor Brede Welvaart. In 2021 deed het Fries Sociaal Planbureau in het kader van de Regiodeal al een onderzoek naar de vitale kernen. 

Als regio werken we aan de volgende projecten:
- Regiofonds 
- Duurzaamheid 
- Recreatie en toerisme 
- Zorgeconomie
- Dorp ontwikkel maatschappijen
- Landschap en natuur 

Voor Weststellingwerf worden de volgende projecten uitgevoerd:
Bestemming Wolvega 
Bestemming Wolvega is onderdeel van de pijler vitale kernen en richt zich op het versterken van de sociale structuren in Wolvega. In maart 2022 stemde de raad in met het plan van aanpak voor Bestemming Wolvega en stelde de middelen beschikbaar. In juni 2022 is de projectleider van start gegaan en heeft een projectteam samengesteld. In het plan van aanpak worden de inwoners van Wolvega centraal gesteld. Hiervoor wordt er gewerkt met de methodiek Human Centred Design. Het projectteam wordt ondersteund door de Beer en Zwarts, strategische creatie en communicatie bureau. Ondersteuning vindt plaats op de methodiek Human Centred Design en het faciliteren van communicatiemiddelen. Human Centred Design bestaat uit drie fases; luisteren, bedenken en opleveren. In september is de eerste fase gestart: het luisteren. Deze fase loopt tot maart 2023. Voor deze luisterfase zijn twee routes ingericht.  Route 1 is uitdagen: Inwoners worden uitgedaagd om hun verhaal, mening en ideeën te geven over Wolvega. Dit kan op verschillende, ludieke manieren die informatie en verhalen opleveren voor de eerste fase, maar het initiatief bij de inwoners laten.  Hiervoor is een subsidieregeling opgesteld. Route 2 is onderzoeken: Het uitzetten van enquête (survey) onder inwoners van Wolvega en bureau onderzoek over Wolvega. Voor beide routes is het projectteam op verschillende manieren met inwoners, organisaties, stichtingen of groepen mensen in Wolvega in gesprek. Dit kan zijn door het geven van een workshop of presentatie aan een groep, een kerstwens actie op straat of supermarkt, bezoeken van scholen of sportwedstrijden en dergelijke. 

Voor Bestemming Wolvega is een communicatieplan gemaakt. Onderdeel daarvan is een eigen beeldmerk. Dit beeldmerk is terug te vinden op posters, flyers, social media, koffiebekers, kerstwenskaarten en dergelijk. Er is bewust gekozen voor een eigen beeld dat afwijkt van de gebruikelijke beelden van de Gemeente Weststellingwerf. Hierdoor krijgt Bestemming Wolvega een eigen karakter en komt het enigszins los te staan van de Gemeente. Bestemming Wolvega heeft ook een eigen website waarbij de enquête terug te vinden is. Alle gesprekken met inwoners, verenigingen, organisaties en groepen mensen worden vastgelegd in een reisverslag. Dit reisverslag is ook te vinden op www.bestemmingwolvega.nl

In deze eerste fase van het project is veel aandacht besteed aan het creëren van draagvlak onder inwoners van Wolvega en sleutelfiguren van Wolvega. Maar ook intern, binnen de gemeentelijke organisatie zijn veel ambtenaren geïnformeerd en uitgenodigd om mee te denken en mee te werken binnen het project en kennis te nemen van de methodiek Human Centred Design. 

Zuidelijke poort (Driewegsluis) 
In 2022 is vanwege de bijdrage vanuit de Regiodeal de renovatie van de monumentale Sassluis te Blesdijke afgerond. Binnen het verbindende thema 'het gastvrije andere Friesland' is de monumentale Sassluis te Blesdijke aangewezen om de recreatieve beleving van de Sassluis aantrekkelijker te maken.

Daarnaast is vanwege de vereiste cofinanciering voor de toegekende bijdrage uit de Regiodeal een aantal ‘no regret’-maatregelen vooruitlopend op recreatieve gebiedsontwikkeling uitgevoerd. Zo zijn verbreding van de bestaande fietsbrug en het kwalitatief op orde brengen van de fiets- en wandelpaden in de Rottige Meente gerealiseerd. De herinrichting van de haven Driewegsluis, het realiseren van een nieuwe fietsbrug voor een fietsverbinding van de Overtoom met het oostelijk eiland en het aansluiten van deze nieuwe fietsbrug op het bestaande fietspad richting Oldemarkt zijn uitgevoerd in 2022.

Projecten die (deels) plaatsvinden in Weststellingwerf
Gebiedsontwikkeling beekdal Linde (inclusief fietspad)
Onder verantwoordelijkheid en in samenwerking met provincie Fryslân en het Wetterskip. De aanleg van het fietspad is uitgevoerd en geopend in 2022. 

Project Water voor natuur en landbouw (Oldelamer)
Onder verantwoordelijkheid van het Wetterskip. De inmeet werkzaamheden zijn gereed en de benodigde onderzoeken zijn opgestart.  Ook is het tekenwerk voor het nieuwe gemaal gestart. 

Dorpsontwikkelingsmaatschappij
Met de dorpen Langelille, Nijetrijne, Spanga, Munnekeburen en Scherpenzeel en Stichting De Groote Veenpolder zijn de mogelijkheden van een Dorpsontwikkelingmaatschappij (DOM) verkend. In 2022 is de aanvraag gehonoreerd.  De DOM is onderdeel van de regiodeal en heeft als belangrijk kenmerk dat er een samenwerking tussen gemeente en dorpen is voor de duur van drie jaar. Met de middelen uit de regiodeal kan dit samenwerkingsverband gebruik maken van een onafhankelijk procesbegeleider (max 50 uur per jaar) en aanspraak maken op procesgeld. Werkgroepen op het gebied van maatschappelijke voorzieningen, jeugd, sport en wonen/verkeersveiligheid zijn voortvarend aan de slag gegaan. In 2022 is de eerste aanzet gedaan voor een grootschalig onderzoek naar de toekomst van het dorpshuis en omliggende (sport)voorzieningen, een belangrijke aanleiding om de DOM op te starten.

Zorgeconomie
Als projectduwer werkt onze gemeente mee aan regionale deelprojecten in het project zorgeconomie. Een van deze projecten is Bloeizone ZO Friesland. Het project ondersteunt verschillende lokale bewonersinitiatieven die zich richten op een gezond lang leven voor alle inwoners in hun dorp of wijk. Deze ‘bloeizones’ bouwen ook samen aan een regionaal Bloeizone netwerk door kennis en ervaring te delen. Steggerda voert sinds 2022 zijn plannen uit als bloeizone van Weststellingwerf met steun van de RegioDeal Zuidoost. 

Recreatie en Toerisme
In 2022 is er in regioverband gewerkt aan de acties die voortkomen uit de regiodeal. Zo is de Toeristische Ontwikkelstrategie ‘Het Andere Friesland’ vastgesteld, is er gewerkt aan de doorontwikkeling van de regiomarketing en is gestart met opstellen van het plan Vitale Logies.

Duurzame Lokale Energie
Duurzame Lokale Energie is in de Regiodeal opgenomen als een verbindend thema tussen de pijlers Vitale Kernen en Veerkrachtig Landschap.
Het project 'Samen doen geeft energie' is gestart. In meerdere casussen wordt rond het thema duurzame energie samengewerkt. De gemeenten leren meer over de balans van vraag en aanbod op het elektriciteitsnet en bereiden zich voor op de te zetten stappen in de toekomst.
Mienskipsinitiatieven die betrekking hebben op energieopslag, energiebesparing en energieopwekking brengen we verder. De provincie start met het 'Aanvalsplan Isolatie' en is aangehaakt bij dit project. 
In september 2022 is de eerste fase gestart met onderzoek van EnTranCe (Hanzehogeschool Groningen) naar collectieve energieopslag in de casus De Peinder Mieden (gemeente Smallingerland). Dit doen zij aan de hand van vier werkpakketten: technisch, juridisch, economisch en sociaal. Het resultaat is een beslisboom voor de gemeenten die hen helpt bij het realiseren van collectieve opslag, en het leidt tot een toolbox.  In die toolbox zitten verschillende instrumenten die de gemeenten zelf herhaaldelijk kunnen inzetten. Denk hierbij aan materiaal voor een participatieproces, een Excel sheet voor het modelleren van energie in een wijk, een social fingerprint etc. De eerste instrumenten zijn ontwikkeld en getoetst. Alle vijf gemeenten van de regio Zuidoost Fryslân gaan, ondersteund door EnTrance, het ontwikkeld instrumentarium inzetten in eigen wijken/dorpen.

Organisatie
De Regiodeal is een samenwerking tussen de 5 gemeenten in Zuidoost Friesland, provincie Fryslân en het Wetterskip. Als basis onder de samenwerking ligt de samenwerkingsovereenkomst die in juli 2020 is vastgesteld. Hierin is onder andere onze financiële bijdrage beschreven. 

Ontwikkeling samenwerking Zuidoost
De samenwerking in Zuidoost Friesland is in 2022 verstevigd door de verdere gezamenlijke uitvoering van de 25 projecten in de RegioDeal. Hierdoor is ook het bestuurlijke en ambtelijke contact tussen de  partners in de regio geïntensiveerd. In de aanloop naar 2023 is besloten een kwartiermaker aan te trekken. Deze heeft de opdracht gekregen om te verkennen op welke thema’s de samenwerking in de regio zich verder zou kunnen ontwikkelen en op welke wijze.

Financieel

Terug naar navigatie - Financieel

De Regiodeal omvat in totaal een bedrag van € 30 miljoen. Daarvan wordt € 15 miljoen door het Rijk geïnvesteerd en de regio staat garant voor € 15 miljoen cofinanciering. Wij hebben, per abuis, in 2022 nog geen gelden van de Rijksbijdrage ontvangen voor de projecten Bestemming Wolvega of de Zuidelijke Poort (Driewegsluis). Het regioteam heeft in 2022 wel akkoord gegeven op deze projecten. Daadwerkelijke uitbetaling staat nu gepland voor begin 2023. Voor beide projecten hebben we uitgaven gedaan. De resterende middelen voor Bestemming Wolvega gaan mee naar 2023.

Net als in 2021 deden we in 2022 uitgaven die vallen onder de cofinanciering. Zo maakten we een tweede voorschot van onze cofinanciering over aan de provincie Fryslân voor de gebiedsontwikkeling Beekdal-Linde. Ook de uitgaven die we deden in het kader van Centrum Wolvega en Bestemming Noordwolde zijn cofinancieringsmiddelen. Tot slot wordt onze eigen bijdrage aan de 'no-regret'- maatregelen van de Zuidelijke Poort als cofinanciering aangemerkt. 

De organisatiekosten voor de Regiodeal bedragen € 25.000 per jaar.

Paragraaf Dynamisch investeringsprogramma

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het dynamisch investeringsprogramma
Bij de kadernota 2020-2023 stelden we een dynamisch investeringsprogramma in. Inmiddels zijn de nodige investeringen vanuit het dynamische investeringsprogramma gestart en hebben we bij het collegeprogramma 2022-2026 middelen voor nieuwe investeringen toegevoegd. In het overzicht hierna zijn de budgetten van dit programma opgenomen. Als zich nieuwe kansen voordoen, dan voegen we deze toe aan de dynamische investeringsprogramma. De financiële vertaling van de projecten wordt pas in de begroting opgenomen als de projecten gereed zijn voor uitvoering. De financiële projectvoorstellen worden afzonderlijk voorgelegd aan de gemeenteraad.

Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Dynamische investeringskalender
Overzicht ontwikkeling dynamisch investeringsprogramma
Beschikbare middelen
Algemeen budget investeringsambities*
*De kapitaallasten zijn al in de begroting meegenomen
stand 1-1-2022 325.000
-
stand 31-12-2022 325.000
Wat is al toegezegd om te dekken uit deze gelden
-
Algemeen budget investeringsambities actuele stand 325.000
Reserve investeringsambities
stand 1-1-2022 6.460.734
Rottige Meente/Driewegsluis -956.000
Organisatiekosten regiodeal 2022 -25.000
Storting in de reserve: collegeprogramma 6.747.500
stand 31-12-2022 12.227.234
Reserve investeringsambities actuele stand 12.227.234
Wat is al toegezegd om te dekken uit deze gelden
Projectleiding/voorbereidingskosten -50.000
Organisatiekosten regiodeal 2023 + 2024 -40.000
Totaal toegezegd -90.000
Waar moet nog een raadsbesluit over komen
Scholen -2.200.000
Infra Lycklamaweg -1.500.000
Fietspad fase 3 -580.000
Motie Energiefonds -500.000
Ander gebruik gemeentehuis -250.000
Onderhoud wegen en fietspaden -500.000
Verbeteren verkeerscirculatie Wolvega -1.000.000
Knelpunten GVVP -500.000
Gebiedsontwikkeling Spokedam -500.000
Gebiedsontwikkeling Noordwolde -500.000
Centrumontwikkeling Wolvega -1.500.000
Verbetering van zwemgelegenheden -600.000
Ontmoetingslocatie Wolvega -100.000
Rentecomponent (voor dekking kap.lst uit reserve inv.ambities) -2.232.500
Totaal nog over te beslissen -12.462.500
Reserve investeringsambities Verwachte stand - 325.266
Verwacht saldo Algemeen budget investeringsambities + Reserve investeringsambities - 266

Toelichting op Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Toelichting op Dynamische investeringskalender

Voorheen werd de opbrengst precariobelasting toegevoegd aan de reserve investeringsambities. Wij mochten vanaf afgelopen jaar geen precariobelasting meer heffen en daarom werd de opbrengst niet meer toegevoegd aan de reserve. In 2022 voegden we vanuit het collegeprogramma 2022-2026 wel een totaalbedrag van ruim € 6,7 miljoen toe aan de reserve investeringsambities voor nieuwe investeringen.

We onttrokken een krediet van € 956.000 (investering + rentelasten) voor de recreatieve ontwikkeling locatie Driewegsluis. De raad nam hierover in maart een besluit. Via de begrotingswijziging van het collegeprogramma is er nog € 300.000 extra rechtstreeks aan het krediet voor de locatie Driewegsluis toegevoegd.
De organisatiekosten 2022 van de Regiodeal zijn zoals gepland ook onttrokken aan de reserve.

Paragraaf Gevolgen corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In 2020 werden we wereldwijd getroffen door het coronavirus. Na 2020 en 2021 had corona ook in 2022 nog gevolgen voor onze samenleving. Om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden verlengde het rijk een aantal maatregelen tot begin 2022. Als gemeente kregen wij ook in 2022 nog middelen om de financiële gevolgen van de coronacrisis te compenseren. 

Wat heeft de gemeente gedaan?

Terug naar navigatie - Wat heeft de gemeente gedaan?

Onze inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties hebben het zwaar te verduren gehad door de coronacrisis. Daarom hebben we een aantal maatregelen genomen. Het doel daarvan was de gevolgen van de crisis te beperken. Hieronder staan enkele van de belangrijkste maatregelen.

  • In 2022 is een tijdelijke financiële regeling opengesteld voor maatschappelijke organisaties die in 2021 schade hebben geleden als gevolg van de coronacrisis. Met deze tegemoetkoming van de gemeente kunnen deze organisaties blijven voortbestaan. In totaal hebben acht organisaties een beroep gedaan op de subsidieregeling Noodfonds.
  • We hebben ons ingezet voor compensatie van de coronaschade bij culturele organisaties en diverse andere organisatie.
  • We hebben de gemeenteraadsverkiezingen corona-proof georganiseerd.
  • Samen met het onderwijsveld is een uitvoeringsplan opgesteld voor het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Ook zijn onderdelen van dat plan uitgevoerd.
    Caparis heeft een bijdrage ontvangen voor geleden schade.

Financiële impact

Terug naar navigatie - Financiële impact

De diverse geldstromen zijn ingedeeld in clusters. Per cluster volgt hieronder een uitleg. Een totaal overzicht van de baten en lasten als gevolg van corona in 2022 staat aan het einde van deze paragraaf.

1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk.
2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel.
3. Cluster inkomstenderving betreft overige inkomsten die wij niet hebben kunnen innen.

1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk

Terug naar navigatie - 1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk

Programma 4 Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) heeft als doel om leerlingen te helpen die vertraging hebben opgelopen in hun leerontwikkeling. Deze vertraging is het gevolg van schoolsluitingen door corona. Voor de uitvoering van het NPO ontvangen wij over de periode 2021 tot en met juli 2025 een specifieke uitkering. We hadden in 2021 al een beschikking van € 424.000 ontvangen voor het NPO, maar deze bijdrage ontvingen we (deels) in 2022.

Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
In 2022 ontvingen wij de laatste tranche voor de tegemoetkoming verhuurders sportaccommodaties. De kwijtschelding aan de sportverenigingen voor de huur van de sportaccommodaties is 100% vergoed door het ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn. 

2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel

Terug naar navigatie - 2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel

Via het gemeentefonds ontvingen wij een bedrag van € 280.000. Daarnaast was € 1,3 miljoen nog beschikbaar vanuit de coronamiddelen 2021. Deze € 1,3 miljoen is via budgetoverheveling beschikbaar gekomen in 2022. Onder 'Wat heeft de gemeente gedaan' wordt toegelicht hoe we de middelen hebben besteed. In onderstaande tabel staan de uitgaven specifiek benoemd. 

Tabel geldstromen corona in Weststellingwerf

Terug naar navigatie - Tabel geldstromen corona in Weststellingwerf
Tabel baten en lasten Coronagelden per cluster en per programma-taakveld
programma taakveld Lasten Baten Toelichting
1.Cluster Specifiek
4 Onderwijs 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 423.751 423.751 Regeling ter ondersteuning van leerlingen die het moeilijk hebben door schoolsluitingen en corona.
5 Sport, cultuur en recreatie 5.2 Sportaccommodaties 35.906 35.906 De kwijtschelding van de huren sportaccommodaties. Wordt 100% vergoed door het Rijk.
2.Cluster Generiek
Algemene Dekkingsmiddelen 0.7 algemene uitkering 1.308.065 Budget 2022, via overheveling (resultaatbestemming 2021) beschikbaar in 2022
Algemene Dekkingsmiddelen 0.7 algemene uitkering 280.248 Compensatiepakketten Corona 2022, bijdrage ontvangen via het gemeentefonds
0 Bestuur en ondersteuning 0.2 Burgerzaken 37.000 Meerkosten verkiezingen
1 Veiligheid 1.2 Openbare orde en veiligheid 3.760 Jeugd aan zet
5 Sport, cultuur en recreatie 5.1 Sportbeleid en activering 2.599 Noodfonds en bijdrage vrijwilligersorganisaties
5 Sport, cultuur en recreatie 5.1 Sportbeleid en activering 96.420 Compensatie diverse cultuurinstellingen
6 Sociaal Domein 6.2 Wijkteams 130.579 Verlenging pilot Griffioenpark 3
6 Sociaal Domein 6.4 Begeleide participatie 139.961 Bijdrage SW bedrijven
6 Sociaal Domein Diverse 40.774 Diverse kosten, waaronder vervoersvoorziening voor boosterprik
3.Cluster inkomstenderving
1 Veiligheid 1.2 Openbare orde en veiligheid - 30.000 Minder leges APV vergunningen
Totaal 910.750 2.017.970
Saldo Corona baten en lasten 1.107.220 Restant saldo. Dit valt vrij bij de jaarrekening 2022.
Totaal 2.017.970 2.017.970

Afwikkeling coronabudget

Terug naar navigatie - Afwikkeling coronabudget

Zoals bovenstaande tabel laat zien resteert er nog € 1,1 miljoen aan coronagelden.  Deze middelen zijn opgenomen in de programma's en in het overzicht Algemene Dekkingsmiddelen.  Er zijn echter afgelopen jaren ook kosten door onze organisatie gemaakt die niet allemaal verrekend zijn met deze middelen. Zoals bijvoorbeeld hier en daar extra personele inzet. Omdat alle coronamaatregelen inmiddels opgeheven zijn, er door het rijk geen aparte coronagelden meer beschikbaar worden gesteld en corona steeds meer onderdeel uit gaat maken van het 'dagelijks' leven, stellen wij voor om de resterende coronagelden vrij te laten vallen bij deze jaarrekening. De resterende middelen vloeien daarmee terug naar de algemene reserve. Er is dan in 2023 geen apart coronabudget meer in onze begroting.

Er zijn in 2022 budgetten vanuit het coronabudget beschikbaar gesteld die nog niet (volledig) zijn uitgegeven. Wij stellen voor om deze budgetten via de reguliere budgetoverheveling mee te nemen naar 2023. Dit gaat via een begrotingswijziging en de dekking hiervan loopt via de algemene reserve.

Paragraaf Wet open overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) inwerking getreden. De wet is bedoeld om overheidsorganisaties transparanter te maken. De wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en uitwisselbaar is. De Woo vervangt de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) en kent drie doelstellingen: 
1.    Actieve openbaarmaking. Hieronder valt het actief openbaar maken van informatie. Dit zal via een landelijke voorziening (PLOOI) verlopen, deze treedt medio 2023 in werking. Daarnaast bevat de Woo een inspanningsverplichting, waarbij overheidsorganisaties gevraagd worden om meer openbaar te maken dan de verplichte categorieën. 
2.    Passieve openbaarmaking. De Woo volgt de Wob op en daarmee is de reactietermijn van overheden op Woo-verzoeken verkort van 4 naar 2 weken. Feitelijk betekent dit dat Woo-verzoeken binnen 6 weken afgehandeld moeten worden in plaats van 8 weken. 
3.    Duurzame informatiehuishouding. Overheidsorganisaties dragen de zorgplicht om maatregelen te treffen voor het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten en het daarmee verbeteren van hun informatiehuishouding. De Woo heeft daardoor impact op de organisatieprocessen en de werkwijzen van de medewerkers. Medewerkers moeten zich bewust zijn van het feit dat in beginsel alle informatie die zij creëren openbaar is. Dit vraagt om een gedragsverandering binnen de OWO-gemeenten.

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

De voorbereiding op de wet open overheid heeft in 2022 geresulteerd in het aanstellen van een projectleider. De website is aangepast met informatie over deze wet. Een impactanalyse en nulmeting zijn gestart in 2022. Met de impactanalyse brengen we op het niveau van de organisatie in kaart wat de gevolgen zijn van de invoering van de Woo. Vervolgens bepalen we wat er nodig is om te voldoen aan de wettelijke minimale eisen van de Woo en achterhalen we in gesprekken met de professionals van de gemeenten wat dit betekent voor de organisatie, de processen, de mensen en de middelen. Met een nulmeting wordt inzicht gecreëerd in waar de organisatie staat als het gaat om de mate waarin medewerkers zich de doelstelling van de wet eigen hebben gemaakt, de bekwaamheid van de medewerkers in relatie tot de actieve openbaarmaking en de staat van de informatiehuishouding vanuit het perspectief van de medewerkers en de managers. De resultaten van de impactanalyse en de nulmeting komen in 2023 beschikbaar.

Ook is er anonimiseringssoftware aangeschaft. Met deze software worden documenten of hele dossiers automatisch geanonimiseerd. Deze software helpt ons op een snellere manier te werken in het proces van anonimiseren bij openbaarmaking. Wij zitten samen met andere gemeentes in een “koplopers groep” waarin wij samen met de leverancier de software verder te ontwikkelen.  

Op dit moment zijn er al diverse kanalen waar informatie openbaar gemaakt wordt.
- Vergunningen via officiële bekendmakingen
- Ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen via ruimtelijkeplannen.nl
- Raadsstukken en door het college aan de gemeenteraad gestuurde stukken. Deze zijn te vinden in het raadsinformatiesysteem
- Beleid en regelgeving via overheid.nl
- Informatie over perceelgrenzen, woningwaardes, akten en eigendomsgegevens van woningen en gebouwen via het Kadaster
- Informatie over bedrijven via de Kamer van Koophandel