Actuele ontwikkelingen en risico's

Ontwikkelingen en risico's

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen en risico's

Taken en middelen in balans
De VNG heeft met het kabinet afspraken gemaakt over extra financiële middelen voor gemeenten. In de Voorjaarsnota 2025 wordt tot en met 2027 ongeveer € 3 miljard extra beschikbaar gesteld via het gemeentefonds. Hiermee wordt een deel van de eerdere financiële knelpunten opgelost, vooral rondom jeugdzorg. Er blijft echter een gat voor gemeenten, en vanaf 2028 wordt gerekend op nieuwe hervormingen bij de jeugdzorg waarvan de haalbaarheid nog onzeker is. De VNG is voorzichtig optimistisch, maar plaatst kritische kanttekeningen bij de verwachtingen vanaf 2028. Daarnaast spelen er nog veel onderwerpen die van grote invloed zijn op gemeenten, denk aan 'klimaat en energie', 'woningbouw' en 'stikstof'. Het is daarom van belang, ook al is de financiële druk er voor de komende twee jaar af, in gesprek te blijven over de balans tussen taken en middelen.

Specifieke uitkeringen
In het hoofdlijnenakkoord van het kabinet is opgenomen dat specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar het gemeentefonds. Daarbij wordt een budgetkorting van 10% toegepast. Deze korting van 10% is bij de begroting van de departementen ingeboekt, niet bij de gemeenten. Hoe de departementen deze korting echter verrekenen met de gemeenten is op dit moment nog niet duidelijk. Op korte termijn komt het Rijk met meer informatie over welke specifieke uitkeringen wél en welke niet worden overgeheveld naar het gemeentefonds. Dan wordt waarschijnlijk ook het financieel effect voor onze uitkeringen duidelijk.
Naast de overheveling van de specifieke uitkeringen speelt ook nog het feit dat bepaalde uitkeringen (waaronder CDOKE - klimaat & duurzaamheid) als structurele baten gezien mochten worden. De onzekerheid of deze middelen daadwerkelijk structureel zijn, neemt echter toe. Omdat hier inmiddels (deels) structurele lasten tegenover staan, neemt het risico van deze specifieke uitkeringen toe.

IBOR
IBOR staat voor integraal beheer openbare ruimte. In het IBOR staat een integrale visie op de functie, de kwaliteit en de potentie van de openbare ruimte. Aan het IBOR wordt nu handen en voeten gegeven. Met name bij wegen zien wij aandachtspunten. Er loopt nu een onderzoek naar drie mogelijke aanpakken om de wegen in het buitengebied met veenbodem goed te onderhouden. Zodra de uitkomsten bekend zijn, delen we deze met u. De belangrijkste onderdelen van het beheer (zoals groen, bomen, grasbermen, meubilair, schoonmaak, bestrating en bruggen) zijn opnieuw doorgerekend. De verschillen met de begroting zijn klein. Voor herstel en vernieuwing is weinig geld vastgelegd. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat de kwaliteit van de openbare ruimte in oudere wijken uit de jaren ’60 en ’70 onvoldoende is. Op termijn is hiervoor meer budget nodig. 

Lelylijn
Eind 2024 concludeerden Rijk en regio dat alle MIRT-onderzoeken rond de Lelylijn nut en noodzaak van de aanleg van de spoorlijn hebben aangetoond. Een beslissing om de volgende stap naar een MIRT-Verkenning te zetten bleef echter uit. Er waren onvoldoende middelen beschikbaar. Pas in de MIRT-Verkenning wordt duidelijk of het voorkeurstracé van de Lelylijn door onze gemeente loopt en zo ja, hoe. 
In december 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan om een Masterplan Lelylijn te maken en de mogelijkheden voor andere vormen van financiering te onderzoeken. Het Masterplan heeft tot doel om een volgende stap te zetten in het Lelylijn onderzoek en de realisatie van de Lelylijn een stap dichterbij te brengen. In maart 2025 heeft de Stuurgroep Lelylijn het plan van aanpak voor dit Masterplan goedgekeurd. Het jaar 2025 staat in het teken van werk aan dit Masterplan. Onze gemeente is hierbij betrokken.
In de voorjaarsnota van het Rijk wordt een groot deel van het budget dat was gereserveerd voor de Lelylijn, toegewezen aan de Nedersaksenlijn. Het is nog onduidelijk of en hoe de voorjaarsnota van het Rijk in 2025 het project Lelylijn zal beïnvloeden.

MFC Munnekeburen
Vanuit de regiodeal is dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM) De Groote Veenpolder Samen Vooruit opgericht. Speerpunt van deze DOM is onderzoek naar de haalbaarheid van een nieuwe sport- en ontmoetingsplek die bijdraagt aan de vitaliteit van dit gebied. Uit eerste onderzoeken is gebleken dat volledige nieuwbouw een investering van meer dan € 5 miljoen vraagt. De gemeente wordt gezien als een belangrijke financieringspartij.
Medio 2024 hebben wij €30.000 beschikbaar gesteld voor een vervolgonderzoek naar drie scenario’s: verbouw, ver/nieuwbouw of nieuwbouw. De rapportage wordt in het tweede kwartaal van 2025 verwacht. Daarnaast speelt sinds kort het nabijgelegen en in slechte staat verkerend jeugdhonk een rol in het onderzoek: door de gemeente wordt aangestuurd op bundeling met het dorpshuis/sport. Wij zien het belang van een multifunctionele, duurzame en laagdrempelige voorziening en de regionale functie hiervan. Gemeente en eigenaren van het dorpshuis/sport onderzoeken nu het meest gewenste toekomstscenario, waarna wij zicht hebben op de benodigde investering. Op basis daarvan nemen wij een standpunt in over het vervolg.

Uitvoeringsprogramma GVVP
De gemeenteraad stelde in april 2025 het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan 2025 vast. Een uitwerking in concrete maatregelen met kostenraming en planning volgt in een uitvoeringsprogramma. In dit uitvoeringsprogramma worden ook koppelingsmogelijkheden met lopende of op stapel staande projecten en/of onderhoud-beheermaatregelen benoemd en eventuele subsidiemogelijkheden verkend. Het uitvoeringsprogramma bieden we, ter vaststelling, in het derde kwartaal van 2025 aan u aan.

Uitvoeringsprogramma dienstverlening
In mei 2025 is de vaststelling van onze nieuwe visie op dienstverlening aan de gemeenteraad aangeboden. Deze visie op dienstverlening moet vertaald worden naar een meerjarig uitvoeringsprogramma. Voor dit programma wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande middelen. Het is op dit moment echter nog niet duidelijk of deze middelen voldoende zijn. Het is ook mogelijk dat het uitvoeringsprogramma leidt tot nieuwe projecten of activiteiten, waar nu nog geen of te weinig budget voor beschikbaar is. De eerste uitwerking van het programma Dienstverlening moet daar meer inzicht in geven. Mogelijk leidt dit tot aanvragen voor extra budget. 

HR21
Het huidige functiewaarderingssysteem is verouderd, wordt niet langer onderhouden en sluit steeds minder goed aan op de werkelijke taken binnen onze organisaties. Het algemene karakter van het systeem belemmert de herkenbaarheid van functies en maakt het lastig om functies op een eenduidige manier te beschrijven en te waarderen. Met de overstap naar HR21 kiezen we voor een toekomstbestendig en actueel systeem dat specifiek is ontwikkeld voor gemeenten. HR21 biedt herkenbare en breed toepasbare functieomschrijvingen die beter aansluiten bij de praktijk. Door gezamenlijk (samen met Ooststellingwerf) te werken met één functieboek en een uniforme conversietabel, vergroten we de transparantie en onderlinge vergelijkbaarheid van functies. Deze stap draagt bij aan de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden en zorgt voor een gedeelde taal binnen en tussen onze organisaties. Er is nog geen concreet zicht op het aantal hoger gewaardeerde functies. In de loop van 2025 krijgen we zicht op de uitkomsten van de nieuwe waardering van de functies. Daarna berekenen wij de financiële effecten voor de griffie en de ambtelijke organisatie. Voor de griffie zijn deze effecten ingeschat op € 42.000. De totale financiële effecten nemen we daarna direct in het eerstvolgende planning & control-document op. Aangezien de omvang hiervan nu nog niet te bepalen is, is deze post opgenomen in de stelpost voor ‘Ontwikkelingen en risico’s’.

Voorziening pensioenen wethouders
Vanaf 1 januari 2028 gaan de pensioenen van politieke ambtsdragers over naar het nieuwe pensioenstelsel. Op dit moment vindt er landelijk een onderzoek plaats om de gevolgen van de overgang voor de decentrale overheden in te schatten. Het onderzoek richt zich op de omvang van de overdrachtswaarde van wethouderspensioenen. De resultaten van het onderzoek geven een indicatie van de mogelijke financiële gevolgen voor de decentrale overheden en het rijk in 2027, het jaar vóór de overgang. 

Lelieteelt
Onder omwonenden leven zorgen over de mogelijke gezondheidseffecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij onder meer lelieteelt. We zijn van mening dat het beleid rondom het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een zaak is van de landelijke overheid. Maar wij begrijpen de weerstand in de samenleving. Daarom zoeken we (in overleg met de agrarische sector) naar uitvoerbare regels om zo verantwoordelijk mogelijk te telen. Uiteindelijk zijn we samen verantwoordelijk voor een gezonde leefomgeving. Daarom leggen we een aantal maatregelen voor aan de raad voor regulering van lelieteelt/sierteelt. Dit brengt wel kosten en risico’s met zich mee. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe hoog deze kosten zullen zijn. Dit hangt ook af van de maatregelen die de raad kiest. Ook niet reguleren kan kosten en/of negatieve effecten veroorzaken. Bijvoorbeeld door mogelijke negatieve effecten op de gezondheid van telers en omwonenden, polarisatie tussen telers en omwonenden en negatieve effecten op waterkwaliteit, bodem, natuur, biodiversiteit en insecten. 

Transformatiemiddelen sociale infrastructuur
In de Tweede Kamerbrief ‘infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven’ van 21 december 2023 heeft het kabinet een impulsbudget sociaal ontwikkelbedrijven voor gemeenten aangekondigd. Hiermee is vanaf 2025 tien jaar lang budget beschikbaar om gemeenten en sociaal ontwikkelbedrijven financieel te ondersteunen bij de noodzakelijke transitie en transformatie van de sociale infrastructuur. In het bestuurlijk overleg tussen VNG en SZW van 11 september 2024 zijn afspraken gemaakt tussen de VNG, Cedris, Divosa en SZW over deze samenwerking gericht op een toekomstbestendige sociale infrastructuur. De komende maanden oriënteren wij ons op de planvorming in onze regio voor de inzet van deze middelen.

Transformatiemiddelen mentale gezondheid en veerkracht
De komende jaren gaan we aan de slag met Transformatieplan Mentale Gezondheid en Veerkracht. Deze plannen moeten bijdragen aan de doelen van het Integraal Zorgakkoord (IZA). De transformatieplannen worden door de gemeenten samen met zorgaanbieders, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars opgesteld. Er wordt een aanvraag gedaan voor tijdelijke middelen tot en met 2027, waarbij uitbetaling plaatsvindt na geleverde inspanningen (KPI's). Ook wordt gesproken over een 'positieve businesscase' met een structurele besparing vanaf 2030. In de komende maanden krijgt dit steeds meer vorm en worden de inhoud en uitvoering verder geconcretiseerd.