Actuele ontwikkelingen op hoofdlijnen

Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen toegelicht

Terug naar navigatie - Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen toegelicht

 

Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen toegelicht.

Tijdens de begrotingsvergadering 2023 is naast de Programmabegroting 2023 ook ingestemd met het nieuwe collegeprogramma 2022-2026. Het collegeprogramma is via de 1e begrotingswijziging 2023 verwerkt in ons financieel meerjarenperspectief. Het collegeprogramma 2022-2026 is nu onze leidraad. In principe ziet u in deze voorjaarsnota en kadernota geen nieuwe ontwikkelingen want bijstelling van het collegeprogramma vindt plaats via de midterm review. In deze voorjaarsnota en kadernota hebben wij met name indexaties en autonome ontwikkelingen meegenomen. Alleen bij zwaarwegende argumenten hebben wij nieuwe ontwikkelingen opgenomen. 

In onderstaande tabel worden de belangrijkste wijzigingen getoond.

+ = voordeel - = nadeel Voorjaarsnota Kadernota
Eindtotaal per programma 2023 2024 2025 2026 2027
Stand programmabegroting na begrotingswijzigingen 1 t/m 8 817.000 3.346.000 5.103.000 517.000 460.000
Wijziging septembercirculaire 2022 126.000 -437.000 -928.000 327.000 -1.671.000
Wijziging decembercirculaire 2022 97.000 64.000 64.000 59.000 65.000
Beginstand voorjaarsnota 2023 en kadernota 2024-2027 1.040.000 2.973.000 4.239.000 903.000 -1.146.000
Mutaties voorjaarsnota / kadernota:
Programma 0 Bestuur en ondersteuning -75.700 -123.200 -123.200 -123.200 -110.700
Programma 1 Veiligheid -16.000 -136.000 -138.000 -137.000 -137.000
Programma 2 Verkeer, Vervoer en Waterstaat -493.500 -463.700 -476.200 -488.700 -501.200
Programma 3 Economie -3.000 -3.000 -3.000 -3.000
Programma 4 Onderwijs -74.000 -75.000 -75.000 -75.000 -75.000
Programma 5 Sport, Cultuur en Recreatie -35.000 -155.000 -55.000 -55.000 -55.000
Programma 6 Sociaal Domein -1.247.500 -1.649.500 -1.649.500 -1.644.500 -1.644.500
Programma 7 Volksgezondheid en Milieu -102.000 -204.000 -205.000 -205.000 -205.000
Programma 8 Volksgezondheid, Ruimtelijke ordening en Stedelijke vernieuwing -104.500 -34.500 -29.500 -29.500 -29.500
Overzicht algemene dekkingsmiddelen 665.000 3.325.500 3.325.500 3.325.500 4.725.500
Overzicht Overhead -2.549.000 -3.442.000 -3.425.000 -3.303.000 -3.302.000
Overzicht Onvoorzien 400.000
Eindtotaal programma's -3.632.200 -2.960.400 -2.853.900 -2.738.400 -1.337.400
Stand na voorjaarsnota 2023 en kadernota 2024-2027 -2.592.200 12.600 1.385.100 -1.835.400 -2.483.400

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

De beginstand van deze voorjaarsnota 2023 en kadernota 2024 is de stand van de programmabegroting 2023. Zoals boven de tabel al geschetst is ook het nieuwe collegeprogramma verwerkt in het financieel perspectief. Ook de begrotingswijzigingen voor het Noodfonds energie, de diverse wijzigingen voor de projecten Centrum Wolvega, het trapveld Lindewijk en overheveling van budgetten 2022 zijn verwerkt. Omdat deze wijzigingen met name invloed hebben op de Algemene Reserve en de bestemmingsreserves hebben we een actueel overzicht van de reserves toegevoegd in de bijlage.

Het gewijzigde begrotingssaldo vullen we aan met de wijzigingen vanuit de septembercirculaire 2022 en de decembercirculaire 2022. Wij informeerden u via afzonderlijke memo's over de effecten van de circulaires. De circulaires worden nu verwerkt in de begroting. Dit leidt tot een beginstand van deze voorjaarsnota 2023 en kadernota 2024-2027. 

Zoals hierboven al genoemd hebben we in deze voorjaarsnota en kadernota met name indexatie, autonome ontwikkelingen en bij uitzondering nieuwe ontwikkelingen opgenomen. De verschillende mutaties in deze voorjaarsnota en kadernota hebben we opgenomen in de programma's, de algemene dekkingsmiddelen, de overhead en onvoorzien. Zoals vorig jaar al duidelijk werd hebben alle Nederlandse gemeenten in 2026 te maken met een daling in de inkomsten vanuit het gemeentefonds. Dat blijkt ook uit ons financieel perspectief. Helaas zien wij het tekort in 2027 nog groter worden, zelfs nu we de extra middelen van het Rijk (€ 1 miljard) ook structureel in 2027 begroten. De begroting 2024 lijkt vooralsnog met een minimaal voordeel te sluiten.

Met dit structurele tekort vanaf 2026 willen we een signaal afgeven aan het Rijk. Een signaal dat we ons zorgen maken, dat er een structurele oplossing moet komen en een adequate bekostigingssystematiek. In het kader van het signalen afgeven aan het Rijk is het ook van belang dat we aansluiten bij de lobby die gestart is vanuit alle Friese gemeenten via de VFG. Samenwerking is ook nu essentieel en maakt ons sterker.
Met alleen een signaal afgeven zijn we er niet. We moeten ook zelf maatregelen nemen. We moeten kaders verduidelijken en keuzes maken. Uiteraard is het daarnaast ook van belang om in ieder geval de begroting van 2024 met een positief saldo te sluiten.

Indexatie
Al jaren is ons uitgangspunt bij de begroting dat we de nullijn hanteren bij het indexeren van de budgetten, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om daarvan af te wijken. Ook dit jaar hanteren wij datzelfde uitgangspunt, maar we zien dat er meer dan ooit argumenten zijn om van die lijn af te wijken. De indexatie van het afgelopen jaar was enorm, waardoor we met een deel van de budgetten niet meer uitkomen. Voorbeelden van indexatie zijn bijvoorbeeld de tarieven voor leerlingenvervoer, wmo-tarieven, subsidies en energie, schoonmaak en verzekeringen. De indexatie van de energielasten is hierin bijzonder omdat de tarieven in 2023 extreem hoog zijn. De energietarieven voor 2023 zijn namelijk in 2022 vastgesteld. Op basis van de inkoopprijs die toen gold. Op dat moment was de inkoopprijs op (bijna) het hoogste punt van dat jaar. Deze tarieven gelden voor heel 2023 ook al daalt de inkoopprijs nu wel. Voor 2024 worden opnieuw tarieven vastgesteld. Naar verwachting zijn die een stuk lager dan in 2023.
De indexatie is per programma weergegeven in deze voorjaarsnota en kadernota en in de bijlage (bijlage 3) is een specificatie van de indexaties opgenomen.