De belangrijkste risico’s voor de gemeente zijn in beeld gebracht, voor zover op dit moment bekend. Van belang is te beseffen dat risico’s zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Wij hebben bij deze inventarisatie vooral gekeken naar mogelijke negatieve risico’s en de gevolgen daarvan. Het inschatten van risico’s is een momentopname en is geen absolute wetenschap. De inventarisatie is gemaakt in een tweetal domeinen: (relatief) beïnvloedbare risico’s en onzekerheden op lokaal en regionaal niveau en landelijke ontwikkelingen en (lastig beïnvloedbare) risico’s en/of onzekerheden die daar uit voortvloeien. Vervolgens zijn de risico’s en genomen beheersmaatregelen beoordeeld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële impact van deze risico’s. Uiteraard met de kanttekening dat elke inschatting met de nodige onzekerheden is omgeven. De huidige werkwijze bestaat uit vier stappen:
- per risico wordt een financiële inschatting gemaakt van de initiële klasse waarin het risico valt;
- daarna wordt beoordeeld, wat de initiële kans is dat het risico zich voordoet en wordt deze vertaald in een wegingsfactor. Op basis hiervan wordt de initiële financiële inschatting verlaagd;
- vervolgens worden beheersmaatregelen benoemd en waar mogelijk geïmplementeerd;
- deze beheersmaatregelen zorgen voor een aangepaste inschaling van risicoklasse en risicokans, waartegen 'de onzekere gebeurtenis' (=het risico) wordt gescoord. Op basis hiervan kan de financiële inschatting nogmaals worden verlaagd.
Op basis van deze vier stappen is de verwachte financiële impact (geschatte initiële financiële inschatting x geschatte kans, rekening houdend met beheersingsmaatregelen) van de risico’s gemaakt. Het geschatte bedrag aan mogelijke risico’s wordt jaarlijks herijkt en is hierbij voor dit boekjaar bepaald op € 4,7 miljoen. De belangrijkste risico’s die onze gemeente loopt, worden hierna behandeld.
Onzekerheden gemeentefonds en rente € 475.000 (GF&R)
Samen de trap op en samen de trap af (accres)
De ontwikkelingen van het gemeentefonds worden voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven onder het motto ''samen de trap op en samen de trap af". Stijgen de rijksuitgaven dan neemt het gemeentefonds ook toe, maar omgekeerd is ook het geval. Eén van de coronamaatregelen van het Rijk was het bevriezen van het accres. Deze maatregel is inmiddels weer losgelaten. Daarnaast heeft het Rijk aangekondigd bepaalde uitgaven vanuit het regeerakkoord niet mee te nemen in de berekening van het accres. Het gemeentefonds stijgt daardoor niet in dezelfde mate mee met de uitgaven van de Rijk. Hierdoor stijgt het risico.
Rente
Rentestijging is een risico waar wij mee te maken kunnen krijgen bij het opnieuw afsluiten van een geldlening. Is de rente hoger dan de rente die wij betaalden, dan heeft dit een nadelig effect op onze begroting. We hebben begin 2016 onze leningenportefeuille geherstructureerd. Naast een te behalen rentevoordeel is ook zeer actief gekeken naar de toekomstige noodzakelijke financieringen om zo het renterisico te minimaliseren (vaste schuld en kasgeld). De rentes stijgen op dit moment licht. Daarmee stijgt ook het risico iets.
Pensioenopbouw (gewezen) wethouders
Jaarlijks wordt bij de jaarrekening de voorziening voor de pensioenen van onze (gewezen) wethouders herijkt. Dit doen wij op basis van de actuariële waardeberekeningen van onze externe adviseur. Zij berekenen op basis van diverse parameters welk bedrag er in de voorziening aanwezig moet zijn op de peildatum 31-12-2021. Een van de belangrijkste parameters is de rekenrente. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door De Nederlandse Bank. Dit percentage kan jaarlijks verschillen, waardoor op basis van de wet- en regelgeving een storting of een onttrekking aan de voorziening plaatsvindt. Door een hogere rekenrente is in 2021 een deel van de voorziening gewezen wethouders vrijgevallen.
Onzekerheden grondexploitaties € 2,3 miljoen (GREX)
Hoewel de ramingen van de grondexploitaties, zoals te doen gebruikelijk jaarlijks, zijn geactualiseerd, blijft het moeilijk te voorspellen of de geraamde verkopen ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Doordat de boekwaarde daalt door de gerealiseerde verkopen nemen de onzekerheden en risico`s geleidelijk af. In 2021 zijn twee grondexploitaties gesloten waardoor de risico`s verder af nemen (project de Tuinen en project Oldeholtpade Noord-Oost). Daarnaast is de verwachting dat de laatste verkopen van de Lindewijk fase 1 in 2023 plaats vinden. De eerste verkopen van fase 2 worden in 2022 verwacht. De winst- en verliesnemingen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie. De verliesvoorzieningen worden berekend op basis van de netto contact waarde (2%). De winstnemingen worden berekend met de Percentage of Completion Methode (POC).
Risico’s ten gevolge van open einde regelingen € 500.000 (OER)
Jeugdwet en Wmo
De nieuwe regering moet een besluit nemen over de structurele financiële compensatie vanuit het Rijk voor de jeugdhulp (commissie van Wijzen) In 2021 hebben zich geen grote fluctuaties laten zien op gebied van de jeugdwet. De wijziging van het Woonplaatsbeginsel laat voor ons een gunstig effect zien. Waar we rekening hielden met een tekort, verwachten we nu juist een daling in de kosten.
Toenemende vergrijzing, complexer wordende samenleving en de landelijke invoering van het abonnementstarief laten in Weststellingwerf een toename zien van het aantal Wmo-cliënten. Voor de komende jaren is nog een aantal decentraliserende rijksmaatregelen te verwachten die de gemeente raken. Zo wordt gesproken over de decentralisatie van Beschermd Wonen en ook Maatschappelijke Opvang. De invoeringsdatum is tot dusver steeds uitgesteld, maar de maatregelen zitten er aan te komen. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor deze taken. Het blijft daarbij de vraag of het rijk voldoende middelen beschikbaar gaat stellen.
We willen de risico's zoveel als mogelijk beperken en beheersen. De informatie rondom de zorgverlening vanwege de drie decentralisaties komt steeds beter in beeld en we zetten in op monitoring. Daarnaast willen we door middel van de projecten Grip op Wmo en Grip op Jeugd/Grip op sociaal domein meer grip krijgen op de ontwikkeling van de uitgaven en op de voorspelbaarheid van de uitgaven. Punt van aandacht daarbij is dat de exacte indexatie van tarieven voor Wmo en Jeugd ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend is, dit vraagt mogelijk om bijstelling van budgetten gedurende het begrotingsjaar.
Overige risico’s
De gemeente kent sommige regelingen (als voorbeeld noemen wij de bijzondere bijstand) die weliswaar een budgettair plafond kennen in de begroting, maar die in feite niet financieel begrensd zijn. Als er meer aanspraak op een dergelijke regeling wordt gedaan, zal een gemeente deze middelen (aanvullend) beschikbaar moeten stellen en kan de gemeente deze middelen veelal niet verhalen op derden. Op dit moment schatten wij de financiële onzekerheden en risico's van deze bestaande regelingen als zeer klein in. Wij hebben zoveel mogelijk beheersmaatregelen genomen om te voorkomen dat de beschikbare budgetten worden overschreden, door bijvoorbeeld een zo goed mogelijke inschatting te maken op basis van historische kosten en actuele (beleids)ontwikkelingen.
Onzekerheden en risico’s bij onderhoud kapitaalgoederen € 225.000 (OHP)
Voor uitvoering van onderhoudsplannen zijn in het verleden extra middelen beschikbaar gesteld zowel incidenteel als ook structureel. Strategisch beleid hoe om te gaan met vastgoed specifiek en gemeentelijke bezittingen in brede zin, is een maatregel die wordt getroffen om mogelijke risico’s op dit onderwerp te beheersen. Dan kan meer gericht geld worden gestoken in het strategisch onderhoud van gemeentelijke bezittingen (betere koppeling termijn bezit/in gebruik aan termijn onderhoud).
Risico’s en beheersingsmaatregelen met betrekking tot verbonden partijen en gerelateerde projecten € 475.000 (VP)
De paragraaf verbonden partijen vraagt vanuit het oogpunt van risicobeheersing de nodige aandacht omdat de invloed op deze partijen verloopt via besturen van gemeenschappelijke regelingen en stichtingen of de aandeelhouders en de raden van commissarissen en/of toezicht. Dat betekent ook dat de directe invloed op de uitzetting van hun begroting beperkt is, wat weer van invloed is op onze begroting.
Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt. De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten.
Overige onzekerheden en risico’s: € 662.500 (OVERIG)
Risico’s in de bedrijfsvoering zijn: frictiekosten personeel, aansprakelijkheidsrisico’s en urenramingen op exploitatie ontlastende onderdelen van de begroting, zoals de grondexploitaties, afval en riolering. Met name deze laatste categorie speelt als risico bij onze gemeente. Tijdig beheersmaatregelen treffen, door een juiste verhouding vast en flexibel personeel in dienst te hebben op deze producten, voorkomt structurele risico’s in de exploitatie.
Daarnaast staat onze gemeente (indirect) garant voor diverse geldleningen verstrekt aan met name Woningstichting Weststellingwerf en Stichting Meriant (onderdeel van Stichting Alliade). Bij de indirect gegarandeerde geldleningen staat het rijk voor 50% garant en de gemeente voor 50%. Periodiek zal de risico exposure van de garantstellingen worden beoordeeld.
De komende jaren hebben we een ombuigingstaakstelling opgenomen in de begroting. Hoe groter de ombuigingstaakstelling, hoe groter het risico dat niet alle bezuinigingen worden behaald. Door de invulling van de taakstelling nadrukkelijk te volgen minimaliseren we dit risico. Op dit moment lopen er twee project ('Grip op 2.0' en 'Stabiel, structureel saldo) om invulling te geven aan de ombuigingstaakstelling.
Risico's als gevolg van de oorlog in Oekraïne
Op het moment van schrijven is er een oorlog gaande in Oekraïne. De ontwikkelingen in Oekraïne en alle gevolgen daarvan brengen veel onzekerheden met zich mee. Het is momenteel nog onduidelijk in welke mate er een extra beroep op ondersteuning wordt gedaan bij gemeenten. Daarnaast is nog niet duidelijk in welke mate wij hier door het Rijk voor gecompenseerd worden. Door de vele onduidelijkheden kunnen wij de financiële impact van deze ontwikkelingen nog niet inschatten. Uiteraard worden de ontwikkelingen, de gevolgen en de risico's nauwlettend in de gaten gehouden.