Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen worden onderverdeeld in belastingen en rechten.

Belastingen
De opbrengsten van belastingen vallen onder de algemene middelen en kunnen vrij besteed worden. In onze gemeente geldt dit voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB), forensenbelasting, (water-)toeristenbelasting, precariobelasting en reclamebelasting.

Rechten
Dit zijn vergoedingen voor concrete prestaties, die door de gemeente worden geleverd. Deze opbrengsten zijn niet vrij besteedbaar. In onze gemeente geldt dit voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en de leges burgerzaken. Bij de afvalstoffen- en rioolheffing is het uitgangspunt dat er kostendekkende tarieven zijn.

De tarieven worden opgenomen in verordeningen, die de gemeenteraad vast stelt. Voor de tarieven in 2021 is dit gedaan in de raadsvergaderingen van 2 november 2020 en 7 december 2020. Voor de heffing van de OZB en de forensenbelasting is jaarlijks een waardering van de onroerende zaken (WOZ waarden) nodig. 

Tarievenbeleid 2021

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid 2021

Het uitgangspunt voor 2021 was om de woonlasten voor onze inwoners stabiel te houden. Voor 2021 zijn de belangrijkste heffingen met 1,5% inflatiecorrectie verhoogd, met uitzondering van de precariobelasting, riool- en afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is in 2021 verhoogd onder meer als gevolg van de landelijke verhoging van de verbrandingsbelasting. Dit is ook terug te zien in het provinciale overzicht van de lokale heffingen. De rioolheffing is in lijn gebracht met het nieuwe GRP (2021 - 2025).

Zowel voor eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens is de totale woonlastendruk ten opzichte van 2020 gestegen. Zo ging de totale woonlast voor meerpersoonshuishoudens in onze gemeente van € 701 in 2020 naar € 749 in 2021. Dit is een meer dan trendmatige stijging van de woonlasten, maar helaas onoverkomelijk gezien de landelijke ontwikkelingen en prijsinflaties. De kosten voor met name het verwerken van huishoudelijk afval zijn wederom toegenomen.
De gemeentelijke woonlasten in Weststellingwerf liggen echter nog wel ruim onder het landelijk gemiddelde van € 811 over 2021. Ook wanneer we de woonlasten in onze gemeente vergelijken met de andere 17 gemeenten in onze provincie dan zien we dat we met een zesde plek in de ranking goed scoren. 

Tabel opbrengst belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Tabel opbrengst belangrijkste heffingen
x € 1.000
Lokale heffingen Rekening 2020 Rekening 2021 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Onroerende-zaakbelastingen 4.906 4.992 4.858 4.858 134
Forensenbelasting 45 46 50 50 -4
Toeristenbelasting 114 178 150 150 28
Precariobelasting 2.299 2.373 2.299 2.353 74
Reclamebelasting 104 68 95 95 -27
Afvalstoffenheffing 2.647 2.988 2.951 2.951 37
Rioolheffing 1.959 2.067 2.048 2.048 19
Marktgelden 16 14 21 21 -7
Leges burgerzaken 260 294 274 274 20
Leges omgevingsvergunningen (WABO) 751 1.148 680 655 467
Begraafplaatsen 167 142 91 91 51
Eindtotaal 13.269 14.309 13.517 13.546 792

Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Onroerende-zaakbelastingen OZB
Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
Ieder jaar taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeente. De WOZ-waarden van woningen zijn in onze gemeente gemiddeld met 9,2% gestegen in 2021 (bron CBS). De WOZ-waarde is niet alleen de grondslag voor de OZB en de forensenbelasting, het wordt ook gebruikt voor belastingen van het rijk en het waterschap. De aanslagen in 2021 zijn gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2020. Bij het opstellen van de begroting, bepalen we met het op dat moment bekende bedrag van de WOZ-waarden, het OZB-tarief. Daarna zijn er nog tal van gebeurtenissen die van invloed zijn op de definitieve WOZ-waarden per peildatum, daardoor kan de opbrengst afwijken van de begroting. De WOZ-waarden per peildatum waren voor zowel de woningen als de niet-woningen hoger dan waar bij de begroting mee is gerekend. 

Bezwaar en beroep
Over het belastingjaar 2021 zijn in totaal 478 bezwaarschriften ontvangen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ). Dat is ongeveer 5,6%. van het aantal opgelegde aanslagen onroerende-zaakbelasting. De voornaamste redenen van bezwaar zijn de stijging van de waarde ten opzichte van de vorige peildatum en de no-cure-no-pay bureaus hanteren voor meerdere woningen dezelfde motivatie, namelijk gedateerde keuken en sanitair. Van het aantal ontvangen bezwaarschriften hebben we afgerond 47% gegrond verklaard. Over het belastingjaar 2021 zijn tot nu toe 18 beroepszaken ingediend.

De opbrengst
De verwachte opbrengst OZB over 2021 was afgerond € 4,9 miljoen. De werkelijke opbrengst blijkt afgerond € 5,0 miljoen. Deze hogere opbrengst wordt, ondanks de tariefverlaging, verklaard door de hoger dan verwachte WOZ-waarde van woningen.

Forensenbelasting
Voor deze belasting wordt - net als bij de OZB - als grondslag de WOZ-waarde gehanteerd. De werkelijke opbrengst van € 46.000 valt lager uit dan onze raming van € 50.000.

Toeristenbelasting
De heffingsmaatstaf van deze belasting is de vergoeding die is verschuldigd voor de overnachting. Voor 2021 is het tarief net als de afgelopen jaren 4% van de logiesomzet. In de begroting 2021 hadden we een opbrengst geraamd van €150.000. Over het belastingjaar 2020 hebben we een meeropbrengst van € 28.000. De definitieve logiesomzet over 2020 is dus hoger dan we in eerste instantie verwachtten. De definitieve afrekening volgt zoals gebruikelijk een jaar later (de afrekening van 2021 volgt in 2022). Voor het belastingjaar 2021 is de verwachting dat we uitkomen op de raming van € 150.000. 

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven over het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond. De precariobelasting kan worden gebruikt om belasting te heffen op kabels en leidingen. Als de gemeente gebruik van de grond voor het hebben van voorwerpen moet gedogen, kan zij geen precariobelasting heffen. Het kabinet laat de heffing op kabels en leidingen onder de vrijstelling vallen per 1 juli 2017. Onze gemeente valt onder de overgangsregeling die tot 1 januari 2022 geldt. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal heffen naar het tarief zoals dat gold op 10 februari 2016. Voor Weststellingwerf betekent dit dat we tot en met 2021 het tarief van € 2,33 (=tarief per 10 februari 2016) per strekkende meter hanteren.

Voor het belastingjaar 2021 bedraagt onze opbrengst € 2.373.000 en is daarmee hoger dan het begrote bedrag voor 2021, zo'n € 74.000. De opbrengst in 2021 ligt overigens ook hoger dan in 2020. De reden hiervoor is dat wij jaarlijks een overzicht sturen naar de kabelexploitanten met de percelen die van de gemeente zijn. Zij leggen daar hun kaartmateriaal overheen en zo komen we tot de metrages die bepalend zijn voor de belastingaanslag. 

Daarnaast heeft begin 2020 de netbeheerder al haar bezwaar- en beroepsprocedures rondom de aan haar opgelegde precariobelastingen ingetrokken. Hiermee vervalt het risico op terugbetaling van de precario-opbrengsten. De ontvangen precariobelasting is bij de jaarrekening 2019 en jaarrekening 2020 gestort in de Bestemmingsreserve investeringsambities, van waaruit de grote investeringsprojecten van onze gemeente kunnen worden betaald. Ook de ontvangst van 2021 is aan deze reserve toegevoegd. 

Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. We kennen deze belasting sinds 2016, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het ondernemersfonds. Uit dit fonds worden activiteiten voor en door ondernemers en haar bezoekers in Wolvega betaald. De reclamebelasting is met ingang van 2020 herzien en kent een meer gedifferentieerde vorm dan voorheen. Dit is in overleg gegaan met het ondernemersfonds. De daadwerkelijke opbrengsten liggen in 2021 lager dan begroot. Dit is een gevolg van een tariefsverlaging voor de ondernemers in het centrum. Deze incidentele verlaging is één van maatregelen geweest om lokale ondernemers te ondersteunen in coronatijd. Dit is een initiatief geweest van de Stichting Ondernemersnemersfonds Weststellingwerf, Winkeliers- en Ondernemersvereniging Wolvega en de gemeente. 

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is dat de kosten van afvalinzameling en -verwerking voor 100% worden opgevangen uit de opbrengst afvalstoffenheffing. Bij de begroting 2021 hebben we ervoor gekozen om volledige invulling aan deze doelstelling te geven. Aan het begin van 2021 gingen we er dan ook vanuit dat de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing 100% zou zijn.

De werkelijke kostendekkendheid (102%) is hoger dan de begrootte kostendekkendheid (100%). De opbrengsten liggen hoger dan vooraf verwacht. Het daadwerkelijke bedrag wat wordt toegevoegd aan de reserve is € 90.000. Dit is inclusief de extra middelen ( € 41.000) die vanuit de coronagelden bij de Voorjaarsnota 2021 zijn toegevoegd en inclusief de extra dividend- / winstuitkering (€ 79.000) van Omrin (Najaarsnota 2021).  
Op basis van het gehanteerde beginsel van een 100% kostendekkende heffing voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen vloeien de toevoegingen aan de reserve terug naar de burger in de vorm van een lagere dan wel minder snel stijgende afvalstoffenheffing.

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld afval Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld 2.619 2.543
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) 610 504
Netto kosten taakveld 2.009 2.039
Toe te rekenen kosten:
straatvegen 16 16
minimabeleid 109 120
Overhead 455 455
Compensabele btw 349 326
Toe te rekenen kosten 930 918
Totale kosten 2.939 2.957
Opbrengst heffingen 2.988 2.951
Dekkingspercentage 102% 100%

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing op de gebruiker verhaald. Hierbij heeft de gemeente naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Net als bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid, in de komende jaren zullen we geleidelijk ook de rioolheffing 100% kostendekkend maken. De tarieven voor 2021 zijn ten opzichte van 2020 in lijn gebracht met het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan 2021 - 2025. Voor huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater bedroeg het tarief € 123,94 en voor hemel- en grondwater € 50,28.

De werkelijke kostendekkendheid (103%) van het taakveld riolering is hoger dan vooraf begroot (97%). Dit komt vooral omdat de kosten ruim € 100.000 lager uitvallen dan vooraf verwacht. De opbrengsten zijn daarnaast ook iets hoger dan het begrote bedrag voor 2021. Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de financiële toelichting op programma 7 van de jaarrekening.

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld riolering Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld 1.582 1.640
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) 0 0
Netto kosten taakveld 1.582 1.640
Toe te rekenen kosten:
Overhead 272 272
Compensabele btw 149 194
Toe te rekenen kosten 422 466
Totale kosten 2.004 2.106
Opbrengst heffingen 2.067 2.048
Dekkingspercentage 103% 97%

Markt- en staangelden
Marktgeld wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op locaties die zijn aangewezen voor het houden van de (wekelijke) warenmarkt, de voorjaarsmarkt en de najaarsmarkt. Staangeld wordt geheven voor het innemen van een (vaste) standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. 

Leges
Leges zijn vergoedingen die worden betaald voor een door de gemeente geleverde (meestal administratieve) dienst, waar mensen zelf om vragen. Zo worden bijvoorbeeld leges betaald voor het voltrekken van een huwelijk, de afgifte van een uittreksel uit een bepaald register, reisdocumenten, rijbewijzen of voor vergunningen zoals een omgevingsvergunning. 

Leges omgevingsvergunningen 
De werkelijke opbrengst is uiteindelijk fors hoger dan we in 2021 hadden begroot. Voor de hogere ontvangen bouwleges zijn drie verklaringen te geven:
- Door de coronamaatregelen zijn mensen meer plannen gaan maken voor verbouwingen wat heeft geleid tot meer aanvragen omgevingsvergunning.
- Per 1 januari 2021 nieuwe bouwregels in werking getreden. Deze nieuwe regels stellen meer en strengere eisen aan de maximale energiebehoefte van onder meer nieuw te bouwen woningen.
- De komst van de Omgevingswet is een aanjager geweest voor meer aanvragen dan geraamd.
De verwachting is dat deze verklaringen incidenteel van karakter zijn. In Titel 2 komen wij boven de 100% kostendekkendheid uit. Echter heeft dit geen structureel karakter, we voldoen daarmee aan de voorwaarde dat we geen structurele winst mogen maken op de levering van deze diensten. 

Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn (Titel 3)
Als gevolg van corona zijn er in 2021 vrijwel geen activiteiten/evenementen geweest waarvoor een vergunning op basis van de APV nodig was. 

Kostendekkendheid Leges
Binnen de leges zijn er een drietal titels. Titel 1 gaat over diverse burgerzaken (zoals rijbewijzen, reisdocumenten, gezondheidsverklaringen en documenten rondom naturalisatie), Titel 2 richt zich op de leges rondom omgevingsvergunningen en Titel 3 benoemt diensten die vallen onder de Europese dienstenrichtlijn (zoals marktstandplaatsen en de winkeltijdenwet). In onze legesverordening 2021 staan de titels nader toegelicht.

x € 1.000
Algemene legesverordening totaal Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 1.386 1.272
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 1.386 1.272
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 219 214
BTW 7 4
Totale kosten 1.611 1.490
Opbrengst heffingen -1.442 -955
Dekkingspercentage 57% 64%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 1
Algemene dienstverlening Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 321 372
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 321 372
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 158 155
BTW - -
Totale kosten 478 527
Opbrengst heffingen -293 -283
Dekkingspercentage 61% 54%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 861 703
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 861 703
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 33 33
BTW 7 4
Totale kosten 901 740
Opbrengst heffingen -1.139 -620
Dekkingspercentage 126% 84%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 318 197
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen - -
Netto kosten taakveld 318 197
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 27 26
BTW - -
Totale kosten 346 223
Opbrengst heffingen -9 -52
Dekkingspercentage 3% 23%

Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - Begraafplaatsen

Graf- en begraafrechten
Er worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten door de gemeente in verband met de begraafplaats.
De gerealiseerde kostendekkendheid (45%) van het taakveld begraafplaatsen is lager dan begroot (53%). Zowel de kosten als de opbrengsten zijn hoger dan begroot. 

x € 1.000
Kostendekkendheid begraafplaatsen Rekening 2021 Begroting 2021
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 193 165
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen 0 0
Netto kosten taakveld 193 165
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 116 92
BTW 4 3
Totale kosten 314 260
Opbrengst heffingen -142 -138
Dekking 45% 53%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

We hanteren een kwijtscheldingsbeleid voor inwoners zonder vermogen, die een laag inkomen hebben. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing en OZB. De kwijtscheldingsregeling is gebaseerd op landelijke normen. Op basis van de betaalcapaciteit wordt berekend of inwoners in aanmerking komen voor kwijtschelding. Bij de aanvragen voor 2021 is net als vorig jaar gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau omdat wij als gemeente geen toegang hebben tot alle vermogensgegevens. Hierdoor vindt er een correcte toetsing plaats en worden de juiste toewijzingen voor kwijtschelding gedaan.

In het belastingjaar 2021 was er voor 342 inwoners (2020: 365) sprake van een automatische kwijtschelding na toetsing door het Inlichtingenbureau. Van de 221 beoordeelde aanvragen tot kwijtschelding zijn er 127 toegewezen. Het toewijzingspercentage van 57% in 2021 ligt hoger dan in 2020. Daarbij zien we dat het aantal aanvragen tot kwijtschelding licht zijn gedaald. 

Kwijtscheldingen 2021 2020 Verschil
Automatische kwijtschelding na toets Inlichtingenbureau 342 365 -23
Aantal aanvragen tot kwijtschelding 221 235 -14
Aantal toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 127 124 3
Totaal aantal kwijtscheldingen (automatisch en na aanvraag) 469 489 -20
Percentage toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 57% 53% 4%

Kwijtschelding in euro's
Het totale bedrag aan verleende kwijtschelding is ruim € 110.000. Dit is grotendeels voor de afvalstoffenheffing.

Rekening 2020 Rekening 2021 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Kwijtschelding gemeentelijke belasting Kwijtschelding Afval 101.557 109.285 120.000 120.000 10.715
Kwijtschelding OZB 1.011 782 5.000 5.000 4.218
Eindtotaal 102.568 110.067 125.000 125.000 14.933

Gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Gemeentelijke woonlasten

Onderstaande tabel geeft een overzicht over 2021 van de woonlasten van de 18 Friese gemeenten. In 2021 staan we op plek 6. Dit waar het gaat om de laagste woonlasten in onze provincie.

Woonlastendruk 2021 OZB (gem) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal woonlasten
Eph Mph Eph Mph Eph Mph
1 Ameland 239 170 223 139 183 547 645
2 Harlingen 221 193 268 180 180 594 668
3 Vlieland 219 243 324 50 150 512 693
4 Ooststellingwerf 212 180 238 145 251 537 702
5 Súdwest-Fryslân 287 228 272 187 187 702 746
6 Weststellingwerf 284 193 290 174 174 652 749
7 Leeuwarden 239 229 344 138 170 606 753
8 Opsterland 255 210 250 185 248 650 754
9 Terschelling 370 211 211 176 176 758 758
10 Schiermonnikoog 277 247 322 73 188 598 787
11 De Fryske Marren 287 228 294 120 207 635 788
12 Waadhoeke 255 228 285 224 280 707 820
13 Smallingerland 280 231 272 283 283 794 835
14 Noardeast-Fryslân 310 199 283 250 250 759 843
15 Heerenveen 305 249 325 170 226 724 857
16 Achtkarspelen 332 258 368 170 170 760 870
17 Tytsjerksteradiel 421 205 293 144 161 771 875
18 Dantumandiel 431 204 255 192 192 827 878
Toelichting bij de tabel:
Eph= eenpersoonshuishouden
Mph= meerpersoonshuishouden
Bron: Coelo (Atlas van de lokale lasten 2021)

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Dat wil zeggen: welke capaciteit is nodig om de risico's op te vangen, en wel zodanig dat een tegenvaller in de uitvoering niet direct tot een bezuiniging hoeft te leiden.

 De wet geeft aan welke onderwerpen in deze paragraaf aan bod moeten komen:

  • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s;
  • de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s uitgedrukt in weerstandsvermogen;
  • een vijftal voorgeschreven financiële kengetallen;
  • een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

De doelstellingen zijn:

  1. voldoen aan wet- en regelgeving;
  2. inzicht krijgen in de risico’s die onze gemeente loopt en daarmee het risicobewustzijn aanmoedigen;
  3. een onderbouwing van het berekende weerstandsvermogen;
  4. de omvang van het weerstandsvermogen is voldoende.

In de nota financieel beleid zijn over de norm voor de omvang van de incidentele weerstandscapaciteit de volgende uitgangspunten vastgelegd:

  • De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit, oftewel een minimale ratio weerstandsvermogen van 1,0;
  • Voor de voorgeschreven financiële kengetallen sluiten we aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Het streven van de gemeente is minimaal te voldoen aan categorie B (normaal risico). Dit betekent dat we streven naar een solvabiliteitspercentage van 20%. De hoogte van de reserves (inclusief de vrije algemene reserve) moet dan minimaal 20% zijn van het totale vermogen (het balanstotaal). 

In deze jaarrekening voldoen we aan beide uitgangspunten.

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om eventuele tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat de begroting en het beleid aangepast moet worden.

De begrotingsruimte
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaat de verplichting om jaarlijks in de begroting een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Daarbij is geen wettelijk minimum of maximum aangegeven. Hiermee kunnen elk jaar onverwachte incidentele tegenvallers worden opgevangen. Wij hebben gekozen voor een bedrag van € 30.000. Daarnaast is in de begroting een stelpost risicobeheersing opgenomen om specifieke risico's op voorhand af te dekken. Het gaat om een bedrag van € 250.000 per jaar.

De algemene reserve
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve kan worden ingezet ter dekking van onverwachte incidentele tegenvallers. De algemene reserve bedroeg op 31 december 2021 € 19,2 miljoen (voor resultaatbestemming).

De bestemmingsreserves
Voor de middelen van een bestemmingsreserve heeft de raad een specifiek doel vastgelegd. Eventueel kan de bestemming door de raad worden gewijzigd. Wanneer op een bestemmingsreserve geen verplichting rust voegen we deze reserve toe aan de algemene reserve. Op dat moment vormt het onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor het vaststellen van onze weerstandscapaciteit worden de bestemmingsreserves op dit moment niet meegenomen.

De stille reserves
Stille reserves betreffen activa die tegen nul zijn gewaardeerd. Ook kan de boekwaarde lager zijn dan de verkoopwaarde. De mogelijke overwaarde die bij verkoop ontstaat, kan dan worden ingezet voor de opvang van onverwachte tegenvallers. Op dit moment verwachten we dat de invloed van deze stille reserves op de weerstandscapaciteit nihil is.

De niet-benutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden die een gemeente heeft om haar inkomsten via extra belastingopbrengsten te verhogen. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
a. de OZB;
b. de rioolheffing;
c. de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Vanaf 2020 heeft het rijk een benchmark woonlasten ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijk er te maken. Hierin wordt naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing vergeleken. De benchmark vervangt de landelijke macronorm voor de OZB. De macronorm bepaalde de maximale jaarlijkse stijging van de ozb-opbrengsten van alle gemeenten. De niet-benutte belastingcapaciteit hebben wij tegen nul gewaardeerd. Bij de onderdelen riolering en reiniging geldt een norm van 100% kostendekkendheid. 

Samenvatting
De structurele weerstandscapaciteit in de exploitatie 2021 was € 250.000. De incidentele weerstandscapaciteit bedroeg ongeveer € 19,3 miljoen.

x € 1.000
Weerstandscapaciteit 31-12-2022
a. De structurele begrotingsruimte 250
De incidentele begrotingsruimte 30
b. Algemene reserve (stand 31/12 voor resultaatbestemming) 19.240
c. Bestemmingsreserves
d. De stille reserves
19.520

Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

De belangrijkste risico’s voor de gemeente zijn in beeld gebracht, voor zover op dit moment bekend. Van belang is te beseffen dat risico’s zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Wij hebben bij deze inventarisatie vooral gekeken naar mogelijke negatieve risico’s en de gevolgen daarvan. Het inschatten van risico’s is een momentopname en is geen absolute wetenschap. De inventarisatie is gemaakt in een tweetal domeinen: (relatief) beïnvloedbare risico’s en onzekerheden op lokaal en regionaal niveau en landelijke ontwikkelingen en (lastig beïnvloedbare) risico’s en/of onzekerheden die daar uit voortvloeien. Vervolgens zijn de risico’s en genomen beheersmaatregelen beoordeeld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële impact van deze risico’s. Uiteraard met de kanttekening dat elke inschatting met de nodige onzekerheden is omgeven. De huidige werkwijze bestaat uit vier stappen:

  1. per risico wordt een financiële inschatting gemaakt van de initiële klasse waarin het risico valt;
  2. daarna wordt beoordeeld, wat de initiële kans is dat het risico zich voordoet en wordt deze vertaald in een wegingsfactor. Op basis hiervan wordt de initiële financiële inschatting verlaagd;
  3. vervolgens worden beheersmaatregelen benoemd en waar mogelijk geïmplementeerd;
  4. deze beheersmaatregelen zorgen voor een aangepaste inschaling van risicoklasse en risicokans, waartegen 'de onzekere gebeurtenis' (=het risico) wordt gescoord. Op basis hiervan kan de financiële inschatting nogmaals worden verlaagd.

Op basis van deze vier stappen is de verwachte financiële impact (geschatte initiële financiële inschatting x geschatte kans, rekening houdend met beheersingsmaatregelen) van de risico’s gemaakt. Het geschatte bedrag aan mogelijke risico’s wordt jaarlijks herijkt en is hierbij voor dit boekjaar bepaald op € 4,7 miljoen. De belangrijkste risico’s die onze gemeente loopt, worden hierna behandeld.

Onzekerheden gemeentefonds en rente € 475.000 (GF&R)
Samen de trap op en samen de trap af (accres)
De ontwikkelingen van het gemeentefonds worden voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven onder het motto ''samen de trap op en samen de trap af". Stijgen de rijksuitgaven dan neemt het gemeentefonds ook toe, maar omgekeerd is ook het geval. Eén van de coronamaatregelen van het Rijk was het bevriezen van het accres. Deze maatregel is inmiddels weer losgelaten. Daarnaast heeft het Rijk aangekondigd bepaalde uitgaven vanuit het regeerakkoord niet mee te nemen in de berekening van het accres. Het gemeentefonds stijgt daardoor niet in dezelfde mate mee met de uitgaven van de Rijk. Hierdoor stijgt het risico.

Rente
Rentestijging is een risico waar wij mee te maken kunnen krijgen bij het opnieuw afsluiten van een geldlening. Is de rente hoger dan de rente die wij betaalden, dan heeft dit een nadelig effect op onze begroting. We hebben begin 2016 onze leningenportefeuille geherstructureerd. Naast een te behalen rentevoordeel is ook zeer actief gekeken naar de toekomstige noodzakelijke financieringen om zo het renterisico te minimaliseren (vaste schuld en kasgeld). De rentes stijgen op dit moment licht. Daarmee stijgt ook het risico iets. 

Pensioenopbouw (gewezen) wethouders
Jaarlijks wordt bij de jaarrekening de voorziening voor de pensioenen van onze (gewezen) wethouders herijkt. Dit doen wij op basis van de actuariële waardeberekeningen van onze externe adviseur. Zij berekenen op basis van diverse parameters welk bedrag er in de voorziening aanwezig moet zijn op de peildatum 31-12-2021. Een van de belangrijkste parameters is de rekenrente. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door De Nederlandse Bank. Dit percentage kan jaarlijks verschillen, waardoor op basis van de wet- en regelgeving een storting of een onttrekking aan de voorziening plaatsvindt. Door een hogere rekenrente is in 2021 een deel van de voorziening gewezen wethouders vrijgevallen. 

Onzekerheden grondexploitaties € 2,3 miljoen (GREX)
Hoewel de ramingen van de grondexploitaties, zoals te doen gebruikelijk jaarlijks, zijn geactualiseerd, blijft het moeilijk te voorspellen of de geraamde verkopen ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Doordat de boekwaarde daalt door de gerealiseerde verkopen nemen de onzekerheden en risico`s geleidelijk af. In 2021 zijn twee grondexploitaties gesloten waardoor de risico`s verder af nemen (project de Tuinen en project Oldeholtpade Noord-Oost). Daarnaast is de verwachting dat de laatste verkopen van de Lindewijk fase 1 in 2023 plaats vinden. De eerste verkopen van fase 2 worden in 2022 verwacht. De winst- en verliesnemingen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie. De verliesvoorzieningen worden berekend op basis van de netto contact waarde (2%). De winstnemingen worden berekend met de Percentage of Completion Methode (POC). 

Risico’s ten gevolge van open einde regelingen € 500.000 (OER)
Jeugdwet en Wmo
De nieuwe regering moet een besluit nemen over de structurele financiële compensatie vanuit het Rijk voor de jeugdhulp (commissie van Wijzen) In 2021 hebben zich geen grote fluctuaties laten zien op gebied van de jeugdwet. De wijziging van het Woonplaatsbeginsel laat voor ons een gunstig effect zien. Waar we rekening hielden met een tekort, verwachten we nu juist een daling in de kosten. 

Toenemende vergrijzing, complexer wordende samenleving en de landelijke invoering van het abonnementstarief laten in Weststellingwerf een toename zien van het aantal Wmo-cliënten. Voor de komende jaren is nog een aantal decentraliserende rijksmaatregelen te verwachten die de gemeente raken. Zo wordt gesproken over de decentralisatie van Beschermd Wonen en ook Maatschappelijke Opvang. De invoeringsdatum is tot dusver steeds uitgesteld, maar de maatregelen zitten er aan te komen. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor deze taken. Het blijft daarbij de vraag of het rijk voldoende middelen beschikbaar gaat stellen.

We willen de risico's zoveel als mogelijk beperken en beheersen. De informatie rondom de zorgverlening vanwege de drie decentralisaties komt steeds beter in beeld en we zetten in op monitoring. Daarnaast willen we door middel van de projecten Grip op Wmo en Grip op Jeugd/Grip op sociaal domein meer grip krijgen op de ontwikkeling van de uitgaven en op de voorspelbaarheid van de uitgaven. Punt van aandacht daarbij is dat de exacte indexatie van tarieven voor Wmo en Jeugd ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend is, dit vraagt mogelijk om bijstelling van budgetten gedurende het begrotingsjaar. 

Overige risico’s
De gemeente kent sommige regelingen (als voorbeeld noemen wij de bijzondere bijstand) die weliswaar een budgettair plafond kennen in de begroting, maar die in feite niet financieel begrensd zijn. Als er meer aanspraak op een dergelijke regeling wordt gedaan, zal een gemeente deze middelen (aanvullend) beschikbaar moeten stellen en kan de gemeente deze middelen veelal niet verhalen op derden. Op dit moment schatten wij de financiële onzekerheden en risico's van deze bestaande regelingen als zeer klein in. Wij hebben zoveel mogelijk beheersmaatregelen genomen om te voorkomen dat de beschikbare budgetten worden overschreden, door bijvoorbeeld een zo goed mogelijke inschatting te maken op basis van historische kosten en actuele (beleids)ontwikkelingen.

Onzekerheden en risico’s bij onderhoud kapitaalgoederen € 225.000 (OHP)
Voor uitvoering van onderhoudsplannen zijn in het verleden extra middelen beschikbaar gesteld zowel incidenteel als ook structureel. Strategisch beleid hoe om te gaan met vastgoed specifiek en gemeentelijke bezittingen in brede zin, is een maatregel die wordt getroffen om mogelijke risico’s op dit onderwerp te beheersen. Dan kan meer gericht geld worden gestoken in het strategisch onderhoud van gemeentelijke bezittingen (betere koppeling termijn bezit/in gebruik aan termijn onderhoud).

Risico’s en beheersingsmaatregelen met betrekking tot verbonden partijen en gerelateerde projecten € 475.000 (VP)
De paragraaf verbonden partijen vraagt vanuit het oogpunt van risicobeheersing de nodige aandacht omdat de invloed op deze partijen verloopt via besturen van gemeenschappelijke regelingen en stichtingen of de aandeelhouders en de raden van commissarissen en/of toezicht. Dat betekent ook dat de directe invloed op de uitzetting van hun begroting beperkt is, wat weer van invloed is op onze begroting.
Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt. De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. 

Overige onzekerheden en risico’s: € 662.500 (OVERIG)
Risico’s in de bedrijfsvoering zijn: frictiekosten personeel, aansprakelijkheidsrisico’s en urenramingen op exploitatie ontlastende onderdelen van de begroting, zoals de grondexploitaties, afval en riolering. Met name deze laatste categorie speelt als risico bij onze gemeente. Tijdig beheersmaatregelen treffen, door een juiste verhouding vast en flexibel personeel in dienst te hebben op deze producten, voorkomt structurele risico’s in de exploitatie.

Daarnaast staat onze gemeente (indirect) garant voor diverse geldleningen verstrekt aan met name Woningstichting Weststellingwerf en Stichting Meriant (onderdeel van Stichting Alliade). Bij de indirect gegarandeerde geldleningen staat het rijk voor 50% garant en de gemeente voor 50%. Periodiek zal de risico exposure van de garantstellingen worden beoordeeld.

De komende jaren hebben we een ombuigingstaakstelling opgenomen in de begroting. Hoe groter de ombuigingstaakstelling, hoe groter het risico dat niet alle bezuinigingen worden behaald. Door de invulling van de taakstelling nadrukkelijk te volgen minimaliseren we dit risico. Op dit moment lopen er twee project ('Grip op 2.0' en 'Stabiel, structureel saldo) om invulling te geven aan de ombuigingstaakstelling. 

Risico's als gevolg van de oorlog in Oekraïne
Op het moment van schrijven is er een oorlog gaande in Oekraïne. De ontwikkelingen in Oekraïne en alle gevolgen daarvan brengen veel onzekerheden met zich mee. Het is momenteel nog onduidelijk in welke mate er een extra beroep op ondersteuning wordt gedaan bij gemeenten. Daarnaast is nog niet duidelijk in welke mate wij hier door het Rijk voor gecompenseerd worden. Door de vele onduidelijkheden kunnen wij de financiële impact van deze ontwikkelingen nog niet inschatten. Uiteraard worden de ontwikkelingen, de gevolgen en de risico's nauwlettend in de gaten gehouden. 

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt uitgedrukt in weerstandsvermogen. De hoogte van het weerstandsvermogen is in onderstaande tabel weergegeven.

x € 1.000
Weerstandsvermogen 31-12-2021
Weerstandscapaciteit (A) 19.520
Risico's (B) 4.668
Weerstandsvermogen 14.852
Ratio Weerstandsvermogen (A/B) 4,18

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 worden een vijftal financiële kengetallen voorgeschreven. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid sluiten we voor de verplichte kengetallen aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

1. Netto schuldquote

a. zonder correctie doorgeleende gelden

< 90%

90 - 130%

> 130%

b. met correctie doorgeleende gelden

< 90% 

90 - 130%

> 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50%

20 - 50%

< 20%

3. Grondexploitatieruimte

< 20%

20 - 35%

> 35%

4. Structurele exploitatieruimte

Eerste jaar en meerjarig > 0%

Begroting en meerjarig 0%

Begroting en meerjarig < 0%

5. Belastingcapaciteit

< 95%

95 - 105%

> 105%

 

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt. In onderstaand overzicht wordt het verloop van onze kengetallen weergegeven:

Kengetallen Rekening Begroot Rekening Categorie
2021 2021* 2020 peiljaar 2021
1 Netto schuldquote 52,17% 61,68% 61,90% A
Netto schuldquote (gecorrigeerd) 51,11% 60,04% 60,23% A
2 Solvabiliteitsratio 39,18% 33,63% 33,38% B
3 Grondexploitatie 20,23% 21,21% 22,63% B
4 Structurele exploitatieruimte 7,11% 0,11% -0,13% A
5 Belastingcapaciteit 92,36% 96,52% 90,34% A
*betreft de geactualiseerde begroting 2021

Toelichting tabel kengetallen

1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt voldoen we in deze jaarrekening bij dit kengetal ruimschoots aan ons streven en vallen we in categorie A.

2.Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is een kengetal dat weergeeft welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd met eigen vermogen. Ook bij dit kengetal komen we uit boven ons streefpercentage van minimaal 20% en binnen de marges van categorie B.

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal geeft in een percentage aan hoe groot het geïnvesteerde bedrag is ten opzichte van de totale baten.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Uiteraard blijven wij dit ook nauwlettend volgen en houden vast aan ons streven om te voldoen aan categorie B. In 2021 vallen we net niet in categorie A, maar vallen we ruimschoots binnen de marges van categorie B.

4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt nu het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de jaarrekening is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. In 2021 hadden we een positief structureel exploitatiesaldo waardoor we in categorie A vallen.

5. Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Deze woonlasten zijn de optelsom van de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Zoals uit de tabel van de kengetallen blijkt, zijn de woonlasten in onze gemeente lager dan het landelijk gemiddelde voor een gezin. Als basis hebben we het landelijk gemiddelde van 2021 (= 100%) genomen. Dat staat op € 811. Met een bedrag van € 749 vallen we hiermee onder categorie A.

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's

Van toepassing zijn de volgende nota´s:

  • Beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte 2012-2016
  • Nota Openbare verlichting
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025
  • Notitie Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed 2017
  • Bomenbeleidsplan 2017- 2027
  • Plan van aanpak Verduurzamen gemeentelijk vastgoed 2020

 

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onze gemeente heeft een flink aantal vierkante kilometers aan openbare ruimte in beheer. Er wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Om dat mogelijk te maken wordt geïnvesteerd in kapitaalgoederen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten.

Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

De raad heeft in 2011 het beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte (2012-2016) vastgesteld. Hierin worden de kwaliteitsdoelstellingen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (waaronder wegen, groen en bruggen) vastgesteld. Hierin zijn de door de raad opgelegde ombuigingen van een aantal jaren geleden meegenomen.
Voor onze openbare ruimte zijn de volgende kwaliteitsafspraken afgesproken met de raad:

  • Kwaliteit basis (voldoende onderhouden, wel wat op aan te merken) voor centrum, hoofdstructuur en woongebieden
  • Kwaliteit laag (sober tot onvoldoende) voor industriegebieden en plattelandsgebieden.

Zoals in programma 2 is aangegeven is in 2019 de politieke discussie verlegd van het opstellen van een hernieuwde ambitie op het onderhoud naar een discussie over inrichtingskwaliteit. Dat betekent dat het proces, zoals weergegeven in het collegeprogramma en de begroting 2019, daarmee wijzigt. In de nieuwe collegeperiode bieden we de DIOR ter vaststelling aan de gemeenteraad aan. 

Het onderhoud van de openbare ruimte vindt tot een nieuw kader is vastgesteld plaats volgens de uitgangspunten van de kwaliteitsambitie openbare ruimte.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De jaarlijkse onderhoudsprogramma’s voor asfalt en elementenonderhoud (klinkerwegen) zijn uitgevoerd. Te noemen locaties van groot onderhoud zijn onder andere:

  • Onderhoud asfaltwegen: Ruskemadenweg te Ter Idzard, Hogeweg te Oldelamer, Nieuweweg te Spanga, Kooiweg te Nijelamer en het fietspad De Blesse Noordwolde.
  • Onderhoud klinkerwegen: Deken Vaasstraat en trottoirs Beatrixstraat te Wolvega, Langelilleweg te Langelille, Kerkeweg te Nijeholtpade en Twijgstraat en Rotanstraat te Noordwolde.
  • Ook zijn er diverse kleine werkzaamheden geweest aan asfalt- en klinkerwegen.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Openbaar groen:
In het kader van de uitvoering van het bomenbeleidsplan zijn dit jaar een aantal bomen gekapt na inspectie. De bomen zijn waar mogelijk herplant of worden in 2022 herplant. Er zijn diverse plantvakken gerenoveerd in de dorpen. Er zijn in 2021 veel snoeiwerkzaamheden in bomen (veiligheid) en beplantingen (verjonging) uitgevoerd.

Baggeren:
In 2021 is er in overleg met Wetterskip Fryslân een bestek opgesteld voor de eerste fase van de uitvoering van het baggerplan (kwaliteitsonderzoek waterbodems vijvers en sloten exclusief de Lindewijk). Om de waterkwaliteit te behouden is het noodzakelijk de komende jaren de baggerwerkzaamheden (start najaar 2022) uit te voeren.  

Vergroten biodiversiteit:
Er is een kansenkaart opgesteld voor het vergroten van de biodiversiteit binnen de bebouwde kommen. Deze kaart gaan we de komende jaren gebruiken voor onder andere het omvormen van gazons, beplantingen en oevers naar bloemenweiden en natuurlijke oevers. De prioritering zal nader worden uitgewerkt in een plan voor de komende jaren. Samen met AOC Terra Wolvega zijn in de buurt van de school plannen gemaakt en uitgevoerd om de biodiversiteit te vergroten. Leerlingen en buurtbewoners kunnen genieten van de bloemrijke groenstroken.

Bruggen, waterwegen en kades

Terug naar navigatie - Bruggen, waterwegen en kades
  • In het voorjaar van 2021 zijn alle fiets- en voetgangersbruggen, verkeersbruggen en de muziekkoepel aan het Manauplein in Noordwolde gereinigd.
  • De houten brug op de begraafplaats en de steiger aan de Wildbaan in Wolvega zijn in 2021 vervangen. 
  • De beschoeiing langs de Gracht in Munnekeburen ter hoogte van de beide bruggen in de Kerkeweg zijn vervangen.
  • De damwand langs de Schipsloot en het landhoofden van de brug in Nijelamer zijn gereinigd.
  • De betonnen verkeersbrug in de Steenwijkerweg tussen Wolvega en De Blesse is geïnspecteerd op betonrot. Hiervoor is een rapportage opgesteld en een offerte ontvangen voor het herstel.
  • De inrit naar Oosterstreek 68 in Oosterstreek is verbreed in verband met de aanleg van verkeersmaatregelen in de Oosterstreek. De dam met duiker en de greppel zijn vervangen door een bredere dam met duiker en wadi. 
  • Diverse beton bruggen zijn behandeld met hydrofobeermiddel (impregneer) om de uitgevoerde betonreparaties te beschermen. 
  • Buiten het onderhoudsbudget is, middels een beschikbaar gesteld krediet, de elektrische installatie en aandrijving vervangen van de beweegbare brug over de Schipsloot in Nijelamer (zie ook investeringen programma 2).

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Weststellingwerf heeft in totaal 4.585 armaturen in eigendom en beheer (peildatum 1-3-2022). Het onderhoud en beheer van de openbare verlichting is via de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân aanbesteed. Zie ook paragraaf verbonden partijen.
Het prestatiegerichte contract dat de coöperatie met de aannemer heeft afgesloten geldt vanaf 1 april 2019. Onder onderhoud verstaan wij het oplossen van storingen aan de openbare verlichting. Ook het reinigen en schilderen van masten/armaturen en vervangen van lampen, masten en armaturen valt onder deze aanbesteding.
Resultaten 2021:

  • In Weststellingwerf zijn 872 armaturen vervangen door ledarmaturen.
  • In de zomer 2021 zijn 755 lichtmasten gereinigd in Wolvega.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In november 2020 heeft de raad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025 vastgesteld. In dit plan worden de beleidsvoornemens en (bijbehorende) maatregelen voor inzameling, transport en (lokale) verwerking van stedelijk afval-, hemel- en grondwater beschreven.
Naast nieuwe aanleg en aanpassingen op het bestaande rioolstelsel wordt ook beheer en onderhoud gepleegd. Uitgangspunt hierbij is om dit op een doelmatige wijze uit te voeren. Naast het intern werk met werk maken wordt ook gekeken of met de gemeente Ooststellingwerf en Opsterland samengewerkt kan worden.

Resultaten 2021:
Reguliere werkzaamheden
•    Regulier onderhoud aan alle rioolgemalen;
•    Reiniging en inspectie van bijna 5 kilometer vrij verval riolering (in samenwerking met de OWO-gemeenten);
•    Reinigen van 11.455 kolken.

Projectmatige werkzaamheden
•    Renoveren van het rioolgemaal aan de Stadburen te Nijelamer;
•    Repareren inspectieput op Geraniumstraat;
•    Herstraten Rotanstraat te Noordwolde nadat riool is vervangen en nieuwe huizen zijn gebouwd;
•    Reparatie riooloverstort aan de Hoofdweg te Oldeholtpade (nabij viaduct met Rijksweg 32).

Tractiemiddelen

Terug naar navigatie - Tractiemiddelen

De in eigendom zijnde tractiemiddelen worden middels een beheerssysteem gemonitord. Uit het oogpunt van continuïteit moet regelmatig materieel worden vervangen. Hiervoor is een meerjarig overzicht opgesteld. 
Resultaten 2021:

  • Vervanging van een veegauto
  • Vervanging tractor Case IH Vestrum 100 CVX
  • Aanschaf John Deere Kooimaaier 
  • Aanschaf M12RS D-Truck Laadbak
  • Aanschaf Votex 570 PTO zuigunit
  • Aanschaf van diverse machines van Stihl

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Afgelopen jaar is het onderhoud van de vastgoedportefeuille volgens planning uitgevoerd. De panden zijn op het vastgestelde niveau onderhouden. 
Het herstraten van het schoolplein van de Vensterschool in Noordwolde is uitgesteld om in 2022 uit te voeren. Gekozen is om eerst een hekwerk te plaatsen. 
In 2021 is veel voorbereidend werk gedaan voor uitvoering in 2022 en 2023. Tevens zijn alle meerjaren onderhoudsplanningen van de gebouwen (MJOP's ) geactualiseerd.

Resultaten 2021:

•    De gas gestookte gevelkachels van zwembad de Dobbe zijn vervangen door een efficiënte HR CV-installatie en de sanitaire ruimte voor de het personeel is gerenoveerd. 
•    De airco’s van de bibliotheek in het Vlechtwerk zijn vervangen.
•    De luchtbehandeling van zwembad de Steense is gereviseerd.

Beschikbare middelen voor het onderhoud

Terug naar navigatie - Beschikbare middelen voor het onderhoud
x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening 2020 Rekening 2021 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot-werkelijk
tractiemiddelen 172 136 153 153 17
gebouwen 541 391 380 418 -11
wegen 1.721 1.915 1.825 1.743 -90
bruggen en duikers 67 156 157 117 1
openbare verlichting 60 69 34 24 -35
openbaar groen 298 204 358 257 154
riolering 208 231 181 181 -50
terreinen 56 76 83 83 8
overig 16 18 46 46 28
Eindtotaal 3.138 3.195 3.216 3.022 21

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het doel van deze paragraaf is om informatie te verstrekken over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico’s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Wettelijke kaders voor gemeentelijk treasurybeleid vinden we terug in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Gemeentewet met de daaruit afgeleide financiële verordening.
Vanwege de publieke taak van de gemeente gaan we bedachtzaam om met publieke middelen en zijn we transparant over de besteding hiervan. Risicobeheersing is daarbij van groot belang. Mogelijke renterisico’s beheersen we via de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Verder stellen we strikte eisen aan het uitzetten van liquide middelen: leningen en garanties mogen in principe alleen worden verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Voor het overige houden we eventuele overtollige middelen aan in ’s rijks schatkist (als gevolg van het verplicht schatkistbankieren) zodat deze beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak.

De uitgangspunten

Terug naar navigatie - De uitgangspunten

Sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door gemeenten niet mogelijk. Door een goede (korte en lange termijn) liquiditeitsprognose te hebben, kunnen gemeenten in het aantrekken van geld sturen op het (tijdig) beschikbaar hebben van lang of kort geld. Met de huidige rentestand zijn de renterisico’s die gemeenten daarbij lopen overzichtelijk.
We hebben momenteel nog drie geldleningen.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De overheid hanteert twee instrumenten, binnen de wet Fido, voor het toetsen van het renterisico: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het doel van deze normen is het krijgen van een stabiele rentelast over de jaren. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort structureel dreigt te worden, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Het doel van de limiet is de vlottende schuld (kortlopende leningen) te beperken. De ontwikkeling van de kasgeldlimiet over 2021 is hieronder weergegeven. Het schema laat zien dat er voldoende ruimte onder de kasgeldlimiet aanwezig was.

x € 1.000
Kasgeldlimiet (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen (3) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-)
1e kwartaal 2021 508 -508
2e kwartaal 2021 656 -656
3e kwartaal 2021 470 -470
4e kwartaal 2021 426 -426
(4) gemiddelde 0 515 -515
(5) Begrotingstotaal 79.654
(6) Percentage regeling 8,5%
(7) = (5 x 6) Kasgeldlimiet 6.771
(8a) = (7>4) ruimte onder de kasgeldlimiet 7.286
(8b) = (4>7) overschrijding van de kasgeldlimiet

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op basis van het werkelijke volume is onze gemeente in 2021 ruimschoots binnen de renterisiconorm gebleven.

x € 1.000
Renterisiconorm en renterisico Realisatie 2021 Begroot 2022 Begroot 2023 Begroot 2024 Begroot 2025
Renterisico op vaste schuld
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a -1b) 0 0 0 0 0
3. Aflossingen 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
4. Renterisico (2 + 3) 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
Renterisiconorm
5. Volume totale lasten in begroting en rekening (excl. bestemming reserves) 79.748 82.610 81.658 81.883 80.568
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% 20%
7. Renterisiconorm (5 x 6) 15.950 16.522 16.332 16.377 16.114
Toets renterisiconorm
8. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7 - 4) 12.605 13.177 12.987 13.032 12.769

Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

Terug naar navigatie - Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

De rentedragende leningen bestaan voornamelijk uit aan (voormalig) ambtenaren verstrekte hypothecaire geldleningen. De portefeuille krimpt omdat gemeenten geen hypothecaire geldleningen meer mogen verstrekken aan hun personeel. Jaarlijks wordt hier op afgelost. Hierdoor stijgen onze geldmiddelen. Het risico op de portefeuille is relatief klein, vanwege de hypothecaire zekerheden die tegenover de geleende gelden staan. Er is wel sprake van een (beperkt) renterisico omdat geldnemers hun rentevoorwaarden (kosteloos) kunnen aanpassen gedurende de looptijd. Echter, de meeste geldnemers hebben inmiddels hun rechten om de rentevoorwaarden aan te passen verbruikt.
Daarnaast hebben we verschillende (indirecte) garanties afgegeven. Op deze garantstellingen wordt in de regel regulier afgelost door de geldnemers. Met betrekking tot de gegarandeerde leningen betreft het veelal geldnemers in de zorg, sociale woningbouw of (sport)verenigingen. Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat, kan het kredietrisico voor de gemeente als minimaal worden beschouwd.

x € 1.000
Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Restant schuld ultimo 2021
Rentedragende leningen overig 895
Gegarandeerde geldleningen (100%) 2.833
Indirect gegarandeerde geldleningen (WSW-achtervang 50% van € 68.679 ) 34.340
Totaal 38.068

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

De gemeente hanteert een integrale financieringssystematiek. Dat wil zeggen dat we steeds kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente op enig moment. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling wordt goed gekeken naar de liquiditeitsbehoefte en wordt deze afgezet tegen de opgave om de schuldpositie te verbeteren in absolute zin. Uitgangspunt daarbij is een beheersbare schuld waarop op reguliere basis aflossingen plaatsvinden. 

x € 1.000
Vaste schuld Werkelijk Begroot
Stand 1-1-2021 51.887 51.887
Reguliere aflossing en herfinanciering
Te herfinancieren op begrotingsbasis
Reguliere aflossing 3.345 3.345
Stand 31-12-2021 48.542 48.542

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Het verloop van onze leningenportefeuille is hieronder weergegeven.

x € 1.000
Leningenportefeuille 1-1-2021 Aflossing 31-12-2021 Rentepercentage
Leningnummer 201601 (BNG 347) 43.387 2.845 40.542 3,440%
Leningnummer 201602 (BNG 348) 4.000 4.000 1,940%
Leningnummer 200901 (ASN 291) 4.500 500 4.000 4,165%
Totaal 51.887 3.345 48.542

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte (financieringstekort of -overschot) geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk is. Het onderstaande overzicht laat zien dat er in 2021 een financieringsoverschot is. Dat betekent dat er geen nieuwe geldlening afgesloten hoefde te worden.

x € 1.000
Financieringsbehoefte stand per 31-12-2021 incl. rekening resultaat 2021 31-12-2021 31-12-2020
Reserves 39.854 34.836 33.329
Voorzieningen 6.230 6.230 6.461
Vaste geldleningen 48.542 48.542 51.887
Totaal 94.626 89.608 91.677
Vaste activa 73.636 73.636 72.173
Voorraden 17.457 17.457 18.659
Totaal 91.093 91.093 90.832
Financieringstekort (-) cq. overschot (+) 3.533 -1.485 845

Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

In het volgende renteschema is uiteengezet hoe voor 2021 de rente is toegerekend. Het saldo tussen de rente die is doorberekend aan de taakvelden en de werkelijk te betalen rente is verantwoord op het taakveld treasury. Het taakveld treasury is opgenomen in het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

x € 1.000
Renteschema Werkelijk 2021 Begroot 2021
a. De externe rentelasten over de korte en lange termijn 1718 1.721
b. De externe rentebaten 28 39
Totaal door te berekenen rente 1.690 1.682
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 564 353
Saldo door te berekenen rente 1.126 1.329
d. Rente over eigen financieringsmiddelen
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 1.018 1.115
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 108 214

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo is in 1992 door de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) ingevoerd om vergelijkingen tussen de verschillende eurolanden te kunnen maken. In het verleden hanteerde elke staat zijn eigen berekening voor het financieringssaldo. Vergelijken was hierdoor moeilijk. Volgens de regels van de EMU zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht, mag het vorderingentekort niet hoger zijn dan 3% van het bruto binnenlands product. Hiermee wil men de economische sterkte van de eurolanden behouden.

Tussen het kabinet en de lokale overheden zijn afspraken gemaakt over het beheersen van het EMU-saldo. Afgesproken is dat een tekort voor de totale sector overheid hoger dan 3% van het bruto binnenlands product niet is toegestaan. Het EMU-saldo over 2021 voor onze gemeente bedraagt € 4.526.000 positief. 

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Schatkistbankieren
Decentrale overheden maken verplicht gebruik van schatkistbankieren boven het voor dat jaar geldende drempelbedrag aan overtollige middelen. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2021 €597.000.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering

 

Portefeuillehouder(s)

Van de Nadort, Jongebloed en Hoen

Organisatie

Dienstverlening, Bestuur en Organisatie

De onderdelen inkoop & aanbesteding en informatisering & automatisering worden toegelicht in de paragraaf OWO-samenwerking.

Informatieveiligheid en privacy

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid en privacy

Informatie is één van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. We maken steeds meer en vaker gebruik van informatiesystemen en (digitale) informatie-uitwisseling met overheidsorganisaties, (keten)partners, burgers, inwoners, medewerkers, bedrijven en instellingen. Verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van informatie kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en de dienstverlening. Het kan ook leiden tot boetes of imagoschade. Een betrouwbare informatievoorziening is nodig voor het goed functioneren van de gemeente. Informatieveiligheid en privacy zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: een goede informatiebeveiliging is een belangrijke randvoorwaarde voor het beschermen van persoonsgegevens. Speerpunten 2021:

  1. verder invoeren van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader voor de gehele overheid op het gebied van informatiebeveiliging. In 2021 heeft een extern bureau voor de algemene informatieclusters I&A, HRM en Interne dienst geïnventariseerd in hoeverre de gemeente voldoet aan de BIO. Ook zijn risicoanalyses uitgevoerd. 
  2. voldoen aan de privacywetgeving (waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming – AVG). In 2021 is onder meer gewerkt aan de doorontwikkeling van de toezichthoudende taken van de Functionaris Gegevensbescherming. Er zijn diverse controles uitgevoerd, waaronder een interne audit. Er zijn daarnaast regelmatig adviezen uitgebracht over de privacywetgeving. Ook zijn de voorbereidingen gestart voor de verplichte externe audit Wet politiegegevens in 2022.
  3. vergroten en borgen van het beveiligings- en privacybewustzijn. Een doorlopende actie is dat alle nieuwe medewerkers een training informatieveiligheid en privacy moeten volgen. Het overgrote deel van de bestaande medewerkers heeft deze trainingen inmiddels gevolgd. Verder zijn diverse andere activiteiten georganiseerd, zoals een week van de privacy, privacyquiz en phishingmailtest. Ook hebben we een onderzoek laten uitvoeren of op internet interessante informatie te vinden is van/over medewerkers, websites, enzovoort die misbruikt kan worden door kwaadwillenden (bijvoorbeeld phishing).
  4. afleggen van verantwoording via de zelfevaluatie Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA), de zelfevaluatie Basisregistratie personen  (BRP) en de zelfevaluatie Reisdocumenten. In 2021 is met behulp van de drie zelfevaluaties tijdig verantwoording afgelegd over de BIO, de BRP, de wet- en regelgeving reisdocumenten, de Digitale persoonsidentificatie (DigiD), de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG), de Basisregistratie grootschalige topografie (BGT), de Basisregistratie ondergrond (BRO), de Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en de Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwinet). 

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Rechtmatig handelen is voor een overheidsorganisatie een belangrijk uitgangspunt.
De inrichting van de administratieve organisatie en de interne controle is erop gericht om onder meer rechtmatigheid van ons handelen te waarborgen en de risico’s te beheersen. Zo dragen interne controles bij aan de kwaliteit van een organisatie. De accountant geeft jaarlijks bij de jaarstukken van de gemeente een verklaring over het getrouw beeld en over de rechtmatigheid. 

Interne controle
In 2021 zijn de interne controles uitgevoerd op basis van het interne controleplan 2021. Het college heeft ingestemd met het jaarplan Verbijzonderde Interne Controle 2021, de controles die in het plan zijn opgenomen zijn afgestemd met de accountant. Uit de controles komen aanbevelingen naar voren op het gebied van de bedrijfsvoering. In 2021 is een onrechtmatigheid geconstateerd bij het proces inkoop en aanbestedingen. Inmiddels is het proces voor een nieuwe aanbesteding opgestart.

Accountantscontrole
De accountant heeft in het najaar de interimcontrole 2021 uitgevoerd. Voorafgaand aan deze controle zijn de aandachtspunten met de raad afgestemd. Naar aanleiding van de bevindingen uit de controle heeft de accountant enkele aanbevelingen meegegeven. In februari 2022 is de raad geïnformeerd over de uitkomsten van de interimcontrole. 

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

In de controleverklaring van de accountant wordt vanaf verslagjaar 2022 geen afzonderlijk oordeel meer gegeven over rechtmatigheid, de accountant controleert nog wel de verantwoording van het college. De kaders voor de rechtmatigheidsverantwoording zullen in 2022 door de raad worden vastgesteld.

Vanaf de jaarrekening 2022 dient het college een rechtmatigheidsverantwoording af te geven (onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring). De rechtmatigheidsverantwoording is een onderdeel van de jaarrekening waarin het college zelf een oordeel gaat afgeven over rechtmatigheid waar een duidelijke relatie bestaat met het financiële beheer.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In 2021 stond de structuurwijziging centraal binnen onze organisatieontwikkeling. Wij informeerden u hierover in een apart memo (0098130199). De landelijke ontwikkelingen zoals krapte op de arbeidsmarkt en de veranderende rol van gemeenten en ontwikkelingen in onze eigen organisatie (groei en behoefte aan meer integrale sturing) maakten dat de organisatie toe was aan een volgende stap in de doorontwikkeling. Een stap die onze organisatie verder helpt te bewegen richting een organisatie die van buiten naar binnen werkt, midden in de maatschappij staat en waar kennis en vakmanschap worden gedeeld. In zo’n organisatie kan er beter en duurzamer worden ingespeeld op de steeds veranderende vraag van inwoners en partners. Bovendien dragen de ontwikkellijnen bij aan het beter kunnen boeien en binden van medewerkers aan onze organisatie. 

Om dit te bereiken werken we aan zes ontwikkellijnen. Het gaat om: 
1. Wendbaarheid en professionaliteit (cultuur)
2. Hybride werken 
3. Veranderende dienstverlening
4. Structuurwijziging
5. Beheersing/stevig budgethouderschap
6. OWO en samenwerking 

Structuurwijziging
De ontwikkellijn structuurwijziging is in 2021 succesvol doorgevoerd. De organisatie is in 2021 ingedeeld met een directiemodel en robuuste teams gericht op inwoners, bestuur en organisatie. De plaatsingen zijn conform de afspraken met de vakbonden en met positief advies van de ondernemingsraad zonder bezwaren uitgevoerd. De eerste vacatures zijn ook uit gegaan en ingevuld. In het kader van de ontwikkellijn beheersing hebben we een aantal nieuwe functies (vacatures) gecreëerd die bijdragen aan stevig budgethouderschap. De structuurwijziging was randvoorwaardelijk om goed te kunnen werken aan de cultuurverandering (ontwikkellijn wendbaarheid en professionaliteit). In 2022 gaan we verder met deze ontwikkellijn.  

Naast deze ontwikkellijnen hebben we ook aan de ontwikkellijn hybride werken en veranderende dienstverlening gewerkt. 

Hybride werken
We werkten het afgelopen jaar door corona veel thuis. We hebben deze periode gebruikt om het hybride werken verder voor te bereiden, zodat we na corona echt flexibel kunnen werken waar het werk is. Dit kan thuis, bij de inwoner, op kantoor of ergens anders zijn. We passen het kantoor hierop aan. De aanbestedingen zijn in 2021 gestart. De aanpassingen in het gebouw worden in 2022 zichtbaar in het gemeentehuis en passen binnen het beschikbare budget. 

Veranderende dienstverlening
Een integrale werkgroep heeft het afgelopen jaar gewerkt aan het opstellen van een nieuw dienstverleningsbeleidsplan met leidende principes. Hierover kunt u meer lezen in programma 0. 

Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Terug naar navigatie - Uitvoering Human Resources Management (HRM)

2021 stond ook voor HRM in het teken van de structuurwijziging. Deze reorganisatie en bijbehorende plaatsingsprocedure heeft gezorgd voor interne beweging en doorstroom. We hebben hiermee diverse medewerkers en hun talenten weten te behouden (binden en boeien). Naast de hierboven genoemde structuurwijziging heeft HRM extra aandacht besteed aan werving & selectie. De schaarste op de arbeidsmarkt en het landelijk grote verloop hebben ertoe geleid dat we met nieuwe wervingtools en creatievere oplossingen medewerkers hebben geworven. Naast deze positieve opbrengst blijven enkele vakgebieden onvervulbaar waardoor we genoodzaakt waren tijdelijke oplossingen te zoeken. 

Ook dit jaar hebben we nagenoeg doorlopend te maken gehad met thuiswerkadviezen in verband met corona. We hebben het afgelopen jaar geëxperimenteerd met i-arbo om aan onze zorgplicht voor goede arbeidsomstandigheden te voldoen. Zo hebben medewerkers gebruik kunnen maken van virtuele hulp en tips voor goede arbeidsomstandigheden in de thuissituatie. Ook hebben we conform de arbowet alle medewerkers een preventief medisch onderzoek aangeboden.

 

Ziekteverzuim 

Het verzuimpercentage over 2021 is uitgekomen op 6,95%. Over deze stijging informeerden wij u al. Deze stijging sluit aan bij de landelijke tendens.

Salarislasten

Van het beschikbare salarisbudget (eigen personeel en inhuur) in de primitieve begroting 2021 resteert, na bijstelling in de najaarsnota 2021, een bedrag van € 228.000.



Paragraaf OWO-samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed OWO jaar, ondanks de andere werkomstandigheden en soms ook werkzaamheden die corona afdwong. Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. OWO beleidsmedewerkers, managers en teamleiders in het Sociaal Domein werken goed samen. Er is focus op de verdeling van de uit te voeren taken binnen OWO-verband en vereenvoudiging van de overlegstructuur SDF. Voor wat betreft de omgevingswet zijn er in 2021 vier uniforme raadsbesluiten in de drie OWO-gemeenten genomen. Deze besluiten zijn ambtelijk OWO-breed voorbereid en uiteindelijk door de drie gemeenteraden als hamerstuk vastgesteld. Het gaat om de besluiten inzake de verordening nadeelcompensatie, bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie. In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld. De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden. Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO beleidstafel duurzaamheid. De Europese openbare aanbesteding kernapplicatie is afgerond. Na een lang en intensief voorbereidings- en aanbestedingsproces met drie vragenrondes waarbij in OWO-verband intensief is samengewerkt, is de gunning aan Pink Roccade Local Goverment gedaan, waarmee de eerste fase van dit proces is afgerond.

De WOZ waarden voor woningen worden tot belastingjaar 2022 bepaald op basis van de inhoud (kubieke meters). We zijn verplicht per belastingjaar 2022 te taxeren op de oppervlakten. Alle inspanningen in het project 'omzetting inhoud naar oppervlak' hebben ertoe geleid dat voor alle drie gemeenten toestemming is ontvangen van de Waarderingskamer om de WOZ beschikkingen/belastingaanslagen 2022 op basis van de oppervlakten te versturen, waarmee dit project in 2021 succesvol is uitgevoerd.

Onderstaande informatie over 2021 is afkomstig van de drie OWO afdelingen (Beheer en Registratie, VTH en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO afdelingen en/of OWO-gemeenten, deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Covid-19
Voor het tweede jaar op rij is er grotendeels thuis gewerkt door de Covid-19 crisis. Dit vroeg net als in 2020 meer aandacht en zorg voor het welzijn van de medewerkers én ook om de verbinding met elkaar en met de organisatie te behouden. Dat heeft er enerzijds toe geleid dat het lage ziekteverzuimpercentage van de afdelingen Beheer & Registratie en VTH laag is gebleven en anderzijds dat de reguliere werkzaamheden met onverminderde kwaliteit zijn uitgevoerd én dat er gewerkt kon worden aan specifieke werkzaamheden.

In 2021 is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Door de Covid-19 beheersingsmaatregelen in 2021, is de werkplek van de gemeente aan verandering onderhevig. Het in hybride werken heeft zijn entree gemaakt en heeft ook in de kantoorgebouwen zijn effect op de kantoorwerkplek inrichting. Dit heeft tot een fundamentele verandering in het digitaal werken en thuiswerken geleid. 

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder. Verschillende functies bleven in 2021 lange tijd open staan en moesten we middels kostbare inhuur borgen. Hieronder wordt een beeld gegeven van de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand van de drie afdelingen, ter toelichting op de noodzakelijk inhuur in 2021. Tevens geeft dit beeld onze uitdagingen op het personeelsbeleid voor de toekomst weer, waarop we in 2022 terug zullen komen in onze vooruitblik op het jaar 2023.

Beheer & Registratie
De afdeling heeft in totaal 57 medewerkers (45,78 fte). 30% van het aantal fte gaat in de periode 2021 tot en met 2026 met pensioen. In de periode 2027 tot en met 2031 komt daar 17% bij. Dit laatste percentage kan hoger worden als medewerkers uit latere pensioenjaren, eerder met pensioen gaan. 

Bedrijfsvoering
De afdeling heeft in totaal 68 medewerkers in vaste dienst (63,95 fte). In de uitvoerende functies van de verschillende teams zien we grotendeels een leeftijdsopbouw van 60 plus. Dit brengt in de huidige én toekomstige werkomgeving een groot risico met zich mee. De huidige werkzaamheden zijn aan het veranderen van uitvoerend, naar controlerend en regisserend. Dit vraagt scholing en ontwikkeling. Gezien de ontwikkelbaarheid van juist deze groep medewerkers zien we daar in de komende 10 jaar een steeds wordend groter probleem ontstaan.

Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving
De afdeling heeft momenteel 43 medewerkers in vaste dienst (41,18 fte). Daarvan zit momenteel 3,64 fte in een flexibele schil. De uitstroom, als gevolg van pensionering de komende 3 jaren, is 11%. Hoofdzakelijk in 2022. De afgelopen 3 jaren was de uitstroom 27%. Als gevolg van een ander personeelsbeleid, aangejaagd door de krappe arbeidsmarkt en de hoge tarieven, is de flexibele schil teruggedrongen. Van de 27% instroom in het afgelopen jaar, was 20% jonger dan 40 jaar. 

Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies. Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. Om de hogere kosten van inhuur te reduceren is ons voorstel voor de nabije toekomst om een pool van vaste medewerkers aan te trekken. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel.

Aanbestedingen
In 2021 zijn twee grote Europese aanbestedingen opgestart en door Inkoop begeleid: de aanbesteding voor ons financiële pakket in de drie gemeenten en de aanbesteding voor een groot deel van onze ICT-applicaties. De aanbesteding van ons financiële pakket is afgerond en wordt geïmplementeerd. De aanbesteding van ICT-applicaties zal begin 2022 afgerond zijn. Hierna zal gefaseerd het ICT applicatielandschap geïmplementeerd worden. Vooruitblikkend: op de roadmap staan ook voor de andere omgevingen nog Europese aanbestedingen, die van de drie organisaties capaciteit en inzet zullen blijven vragen. Daarnaast zal er voor deze grote ICT projecten ingezet moeten worden op een projectteam met ervaring. Dit zal geworven moeten worden.

Topprioriteiten

Terug naar navigatie - Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en doorontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. Daarmee ligt er een solide basis voor de OWO-samenwerking. 

1a. OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
1b. OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande.

2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
In 2021 is een nieuwe visie op OWO gepresenteerd. Op basis daarvan zullen we de ambities op dienstverlening verder vormgeven, mogelijk via een OWO-dienstverleningsconcept. Samenwerking en onderlinge afstemming op generieke onderdelen is essentieel!

3. Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In 2021 zijn de voorbereidingen gestart voor een verdere doorontwikkeling van de inkoopfunctie, waarover we in 2022 in het kader van de inrichting van een toekomstbestendige afdeling OWO-BV, de dialoog willen starten.

4. Datagedreven werken
Datagedreven werken is het sturen op basis van (onbewerkte) feiten en data om een beweging op gang te krijgen. De OWO afdelingen beschikken over veel en waardevolle data voor de samenwerkende gemeenten, waardoor dit thema in OWO-verband wordt opgepakt.
In het Informatiseringsjaarplan 2021 is opgenomen dat de OWO gemeenten verder willen met Datagedreven werken. Door middel van het opstarten van praktische en concrete pilots wordt de organisatie vanaf de start meegenomen om te zien wat er mogelijk is. Om grip te krijgen op de verschillende initiatieven, is de regievoering centraal neergelegd bij de afdeling OWO Beheer en Registratie binnen het team Belasting & Vastgoedinformatie (BVI). In 2021 is gestart met een pilot binnen het sociaal domein (OWO breed).

5. Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6. Harmonisatie APV
Er is gezocht naar harmonisatie en verduidelijking van de drie verschillende APV-en.In het najaar van 2021 hebben de drie raden van de OWO-gemeenten een aangepaste APV vastgesteld. Daarmee is deze topprioriteit gerealiseerd. Een mooi OWO-resultaat, omdat de vastgestelde APV-en grotendeels geharmoniseerd zijn. 
Onder het komende regime van de Omgevingswet (2023) zal nogmaals een herziening van de APV plaatsvinden. Daarbij zal opnieuw gekeken worden naar kansen voor verdergaande harmonisatie en verduidelijking.

 7. Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de afdeling OWO-VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. 

In 2021 is met de betrokken bestuurders invulling gegeven aan deze kaders. Er is begonnen met anders prioriteren. De coronacrisis is echter een dominante verstoorder geweest van dit proces, omdat uitgerekend de medewerkers die betrokken zijn bij aandacht voor natuur, landschap en groen, veel inzet moesten plegen rond de corona maatregelen. 

In 2021 is het thema ondermijning, onderdeel in het VTH-beleidsplan, opgepakt en is in OWO-verband gekeken naar de gezamenlijke “winstpakkers”. Dit thema zal in 2022 nadrukkelijk de aandacht vragen en krijgen.

8. Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Er zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Eerst naar 1 juli 2022 en recentelijk naar 1 januari 2023. Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen. Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
Deze ambitie is in de achterliggende periode waargemaakt. De introductie van beveiligingsvraagstukken als gevolg van nieuwe wetgeving als ook de werkingssfeer van nieuwe lokaal georganiseerde functies, zoals bijvoorbeeld Chief Information Security Officer (CISO) en Privacy Officer (PO) zijn vanaf 2018 ingebed. Deze zijn hiermee een regulier onderdeel van de werkzaamheden, onderlinge afstemming en coördinatie geworden. Beleidsmatig zijn de lokale CISO’s en PO’s hiervoor verantwoordelijk. 

De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit hebben echter een vlucht genomen. Hierdoor zijn ook een aantal geplande ICT-projecten in de tijd verschoven. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom onze ICT omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. Uiteraard speelt daarbij de automatisering en digitalisering van werkzaamheden en processen een majeure rol. De afhankelijkheden van ICT, het gebruik van data en de gevolgen ervan zijn in de afgelopen jaren in sneltreinvaart exponentieel gegroeid. Het belang en de positionering van ICT is daarmee aan het wijzigen van een ondersteunend, afhankelijk en volgend proces naar een beleid makende, integraal werkende en sturende procesvoering. 

10. Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en –behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers.
Er is in het tweede coronajaar wederom hard gewerkt aan het zorgen voor het werken vanuit huis of andere plekken buiten de kantooromgeving. Digitaal werken en digitale informatievoorziening zijn belangrijke en onmisbare pijlers van het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Video conferencen, hybride vergaderen en thuiswerken zijn aan de orde van de dag. Alle medewerkers en bestuurders zijn uitgerust met laptops om dit mogelijk te maken. De thuiswerkomgeving en mogelijkheden zijn opgeschaald, Zoom video conferencen en Teams zijn ingezet, de MiCollab-app wordt breed gebruikt. Tevens hebben we de raadsvergaderingen en besluitvormingen in ondersteuning en uitvoeringsvorm digitaal door kunnen laten gaan middels Starleaf.

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij hebben een aantal taken ondergebracht in samenwerkingsverbanden waarin meerdere gemeenten en/of andere instellingen participeren. Het gaat hier om deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen. De samenwerkingsvormen worden aangeduid met het begrip 'verbonden partijen''. Hieronder wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt.

Visie op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Visie op verbonden partijen

Onze visie op verbonden partijen is gebaseerd op het uitgangspunt dat onze gemeente alleen participeert in verbonden partijen als daarmee de publieke taak is gediend. Er zijn diverse redenen om deel te nemen aan een verbonden partij. In de gemeenschappelijke regeling of in de statuten (van een stichting of vennootschap) staat telkens de doelstelling van de betreffende rechtspersoon geformuleerd.
Hoewel dat niet bij elke samenwerkingsvorm expliciet wordt vermeld, gaat het veelal om:

  • Efficiency voordeel door grotere schaal;
  • Risicospreiding;
  • Grotere machtspositie ten opzichte van andere partijen in de markt;
  • Onvoldoende capaciteit (kwalitatief en kwantitatief) in eigen huis;
  • Beter kunnen voldoen aan wet- en regelgeving.
  • Wettelijke verplichting.

Zeggenschap in de praktijk

Terug naar navigatie - Zeggenschap in de praktijk

De invloed van de gemeenten verloopt via besturen van stichtingen, gemeenschappelijke regelingen, aandeelhouders en de raden van commissarissen en toezicht. In het bestuur van die stichtingen en ondernemingen zijn wij vertegenwoordigd. Via dat bestuur wordt onze invloed aangewend als het gaat om sturing op onder andere financiën, risico’s en toekomstvisie. Het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur en dat brengt met zich mee dat de directe invloed per definitie beperkt is. Als zich een meerderheid vormt voor of tegen een voorstel dan is de stem van de enkeling niet doorslaggevend en zal de minderheid zich ook moeten schikken. De democratische controle op de in dit overzicht genoemde ‘partijen’ waarmee de gemeente zich verbonden heeft, ligt bij de gemeenteraad. In de besturen zitten in de meeste gevallen leden van ons college en die verantwoorden zich tegenover de raad op de gebruikelijke wijze.

Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Veiligheidsregio Fryslân
Het Covid-virus heeft voor het tweede jaar op rij grote impact gehad op de taken van de Veiligheidsregio. De verwachtte inhaalslag op het gebied van opleidingen is niet gelukt. Om die reden wordt de bestemmingsreserve aangevuld. Op deze manier worden en blijven de manschappen vakbekwaam. Door scherpe aanbestedingen in het planbare onderhoud en het uitstellen van enkele investeringen vangt de VRF een deel van de prijsstijgingen op. Ook de lagere organisatorische kosten en uitgekeerde vrijwilligersvergoedingen leiden naar verwachting tot een positief saldo. Het onderdeel crisisbeheersing heeft, met behulp van extra tijdelijke krachten, het afgelopen jaar in de maanden maart, april en oktober afwisselend coronawerkzaamheden en reguliere werkzaamheden verricht. 
Er is in 2021 meer geïnvesteerd op het gebied van collectieve digitale preventie bij de jeugdgezondheidszorg. Het programma JGZ 3.0, dat als doel heeft de jeugdgezondheidszorg te kantelen van aanbod gestuurd naar behoeftegericht werken, wordt verlengd omdat dit het afgelopen jaar vertraging heeft opgelopen. In 2021 is een analyse gemaakt die de impact van corona op de publieke gezondheid inzichtelijk maakt. Vooral bij jongeren en adolescenten lijkt de impact op mentale gezondheid en leefstijl groot. Daarnaast werd het fundament voor de Friese Preventie Aanpak gelegd. Een herijking en verrijking van de leefstijlprogramma's en initiatieven die Fryslân nu al rijk is. Ook zijn de eerste stappen gezet op het gebied van Medische Milieukunde. Hiervan is de kennis en kunde in 2021 op orde gebracht. 

Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO)
Per 1 januari 2020 is de omvang van het takenpakket bij de FUMO uitgebreid. De FUMO is bezig met het aanpassen van werkprocessen ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Effecten van de Omgevingswet zijn nog niet zichtbaar in verband met uitstel van deze wet. In 2021 zijn de voorbereidingen voor een nieuw financieringsmodel afgerond dat meer recht doet aan de risico's en werkzaamheden voor de deelnemende gemeente. Het jaar 2021 is het laatste jaar waarin, naast een reguliere begroting, gewerkt is met een transitiebegroting ten behoeve van het optimaliseren van de organisatie. Er wordt een klein overschot verwacht. Het AB is inmiddels akkoord gegaan dit overschot in te zetten voor enkele ontwikkelingen. 

Omrin
Wij zijn samen met de Friese gemeenten (met uitzondering van Smallingerland) aandeelhouder van Afvalsturing Friesland (met handelsnaam Omrin). Omrin is tot stand gekomen nadat de Friese gemeenten de wens tot meer integrale samenwerking op het gebied van afval binnen de provincie hadden aangegeven. Doelstelling van de samenwerking is een betere kostenbeheersing en meer invloed op het ketenbeheer. De aangesloten gemeenten hebben een leveringsplicht aan Omrin. De visie van Omrin luidt als volgt: “toonaangevend in inzameling en be- en verwerking, terugwinnen van grondstoffen en productie van duurzame energie”. Omrin is continue bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de transitie Van afval naar grondstof (Vang). Vanuit de visie is Omrin ook aanjager van het principe circulaire economie. Voorbeeld hiervan is de in gebruik genomen installatie voor het sorteren van kunststof in vijf verschillende stromen. Deze zijn ieder voor zich goed geschikt om te worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten.

De Marrekrite
Voor aanleg en onderhoud van recreatieve voorzieningen in Friesland is in 1957 de gemeenschappelijke regeling De Marrekrite ingesteld. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van meer dan 3.800 gratis aanlegplaatsen en het fietsknooppuntennetwerk. In 2017 is het beheer en onderhoud van routenetwerken (borden) in de provincie Friesland aan de werkzaamheden van de Marrekrite toegevoegd. Ook het aanleggen, aanpassen en uitbreiden van het wandel- en fietsknooppuntensysteem is onderdeel van het werk van de Marrekrite. Het gebruikelijke onderhoud van de fiets- en wandelpaden blijft een taak van de provincie en de gemeenten.
In regio Zuidoost Friesland wordt samengewerkt aan het ontwikkelen en verbeteren van specifieke routenetwerken zoals ruiterroutes en ATB routes. De expertise van de Marrekrite op het gebied van landrecreatie is hierbij ingeschakeld. Verder is samen met de Marrekrite onderzocht waar in de gemeente nieuwe TOP's (Toeristische Overstap Punten) kunnen worden gerealiseerd.

Welstandszorg Hûs en Hiem
Wanneer de Omgevingswet in werking is getreden is het mogelijk om de welstandstoets een andere invulling te geven. Hierover vindt in 2022 besluitvorming plaats. Hoe de nieuwe situatie praktisch en juridisch vorm krijgt is nog niet bekend. Weststellingwerf is in 2021 aangesloten bij een werkgroep vanuit de Vereniging Friese Gemeenten (VFG) waar dit onderzocht wordt. Vanuit deze werkgroep is een procesvoorstel voorbereid dat vervolgens aan de gemeenteraden is voorgelegd. Het is uiteindelijk aan de gemeente zelf om te bepalen hoe de welstandsadvisering eruit komt te zien. 

Gemeenschappelijke Regeling (GR) Sociale werkvoorziening Fryslân en Caparis NV
Voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) neemt de gemeente Weststellingwerf deel aan de GR Sociale werkvoorziening Fryslân. De GR is een samenwerkingsverband van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. De GR is een zogenoemde “collegeregeling”. Het algemeen bestuur treedt in de bevoegdheden van de colleges ten aan zien van de Wsw.
Het formele werkgeverschap wordt in het kader van de Wsw uitgeoefend door de GR, en de feitelijke werkzaamheden worden door Caparis NV uitgevoerd. Caparis is daarvoor door de GR aangewezen als uitvoeringsorganisatie in de zin van artikel 2, tweede lid, van de Wsw. Na de herstructurering van Caparis die in 2019 is afgerond, is de gemeente Weststellingwerf vanaf 2020 niet langer aandeelhouder van Caparis. Met ingang van 2020 is door de gemeente een dienstverleningsovereenkomst met Caparis aangegaan voor de duur van vijf jaar (tot en met 2024). In het kader van deze overeenkomst organiseert Caparis - afgestemd op de beleidskeuzes van de gemeente - passende werkzaamheden voor inwoners met een Wsw-indicatie. Caparis rapporteert per kwartaal aan de gemeente over de uitvoering van de overeenkomst.

Stichting Comprix
Stichting Comprix is verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs in de gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Opsterland. In 2015-2016 is door het bestuur van de toenmalige stichting Comperio gewerkt aan de samenwerking en fusie met Stichting PRIMO Opsterland. Met ingang van 1 januari 2017 is er sprake van één stichting. Hierdoor is een goede balans ontstaan tussen bovenschoolse organisatie en het scholenbestand/leerlingenaantal. Comprix houdt zich vooral bezig met het behoud van de kwaliteit van het basisonderwijs in de drie OWO-gemeenten.

Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.
Onze gemeente is sinds begin 2018 deelnemer in de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. Voorheen was dit Stichting Openbare Verlichting Fryslân (SOVF). Deze coöperatie doet het onderhoud aan de openbare verlichting van de meeste Friese gemeenten en de provincie Fryslân. Daarnaast koopt de coöperatie energie in voor deze partijen.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Wij nemen deel in de volgende gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en vennootschappen:

1. Overzicht Gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt 

Veiligheidsregio Fryslân
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel door schaalvergroting
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang

Begroot exploitatiebijdrage 2021 Veiligheid € 1.496.259 Gezondheid € 1.104.233

Ontwikkelingen 2021 Beschermen en bevorderen gezondheid en veiligheid van inwoners in Friesland. Door verbeterde zorg, crisisbeheersing en digitale beveiliging.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 3.615.000 € 69.718.000
31-12-2020 € 6.076.000 € 72.001.000
Resultaat 2020 € 3.791.000
Portefeuillehouder Van de Nadort
FUMO (Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving)
Vestigingsplaats Grou
Doel deelname Regionale Uitvoerings Dienst (RUD), expertisebundeling door samenwerken
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang

Begroot exploitatiebijdrage 2021 € 333.000

Ontwikkelingen 2021 De FUMO functioneert als de backoffice voor gemeenten en provincie. Het loket voor aanvragers blijft bij de bevoegde gezagen van deze taken. Doel van de FUMO is het realiseren van een goede leefomgeving en natuurlijk het leveren van goede producten.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 1.365.000 € 4.282.000
31-12-2020 € 1.626.000 € 5.056.000
Resultaat 2020 € 325.000
Portefeuillehouder Jongebloed
GR Hus en Hiem
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Kennis, inwinnen van deskundige en onafhankelijke adviezen
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten, behalve Tytsjerksteradiel
Belang In principe budgettair neutraal. Kosten worden in rekening gebracht bij aanvrager vergunning.
Ontwikkelingen 2021 Door de aantrekkende economie zijn er meer adviesaanvragen binnen gekomen. Verder is Hus en Hiem bezig geweest om in beeld te brengen hoe men kan anticiperen op de nieuwe wetgeving.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 334.000 € 82.000
31-12-2020 € 350.000 € 81.000
Resultaat 2020 € 8.000
Portefeuillehouder Zonderland
Recreatieschap voor het Friese Waterland 'De Marrekrite'
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf Provincie Fryslân en diverse Friese gemeenten
Belang Begroot exploitatiebijdrage 2021 € 29.000 inclusief bijdrage baggerfonds. Het eigen vermogen is onderverdeeld in diverse fondsen: onderhouds-, bagger- en ontwikkelingsfonds. Deze fondsen zijn bestemmingsreserves en worden aangewend voor de uitvoer van taken, bijvoorbeeld groot vervangingsonderhoud.
Ontwikkelingen 2021 Duurzame (vervangings)investeringsopgave in de recreatieve voorzieningen in Fryslân.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 4.740.000 € 490.000
31-12-2020 € 4.137.000 € 886.000
Resultaat 2020 € 423.000
Portefeuillehouder Hoen
OLAF / OMRIN 
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf  Provincie Fryslân en de Friese gemeenten
Belang Zie onder OMRIN
Ontwikkelingen 2021 Zie onder OMRIN
Vermogen Zie onder OMRIN
Resultaat 2020 Zie onder OMRIN
Portefeuillehouder Rikkers
GR SW Fryslân
Vestigingsplaats Drachten
Doel deelname Uitvoering van de Wet sociale voorziening en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften
Deelnemers buiten Weststellingwerf Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Belang Begroot exploitatiebijdrage 2021 € 5.000
Ontwikkelingen 2021

Als gevolg van de gemaakte afspraken in de fairdeal tussen de 8 gemeenten en Caparis NV is de relatie tussen de GR en de 8 gemeenten veranderd. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de sociale werkvoorziening zich in de komende jaren gaat ontwikkelen.

Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020

€ 458.000

€ 5.161.000
31-12-2020 € 0 € 7.172.000
Resultaat 2020 € 0
Portefeuillehouder Rikkers

2. Lijst met stichtingen en coöperaties waarin de gemeente deelneemt 

Stichting Kredietbank Nederland (KBNL)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Op maatschappelijke en zakelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan onder andere geldkrediet, schuldhulpverlening, budgetbeheer, bewindvoering, wettelijke schuldsanering van natuurlijke personen
Belang Deelname € 120.892
Ontwikkelingen 2021 Voorkomen schuldproblematiek.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 2.704.000 € 39.563.000
31-12-2020 € 2.713.000 € 34.371.000
Resultaat 2020 Niet bekend
Portefeuillehouder Rikkers
Stichting Comprix (openbaar primair onderwijs)
Vestigingsplaats Wolvega
Doel deelname Voldoen aan wettelijke taak inzake instandhouding van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.
Belang Indirect in relatie tot onder doel genoemde wettelijke taak, alsmede financieel toezicht door goedkeuring van begroting en rekening van de stichting.
Ontwikkelingen 2021 Geen specifieke ontwikkelingen
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 9.188.000 € 6.001.068
31-12-2020 € 5.782.000 € 8.122.000
Resultaat 2020 € -1.047.000
Portefeuillehouder Hoen
Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. 
Vestigingsplaats Sneek
Doel deelname Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en gezamenlijke inkoop van duurzame energie.
Belang

Exploitatiebijdrage 2022 € 26.000

Ontwikkelingen 2021 Professionalisering van dit samenwerkingsverband op het gebied van beheer openbare verlichting en inkoop energie verder ontwikkelen.
Vermogen Niet van toepassing
Resultaat 2020 Niet van toepassing
Portefeuillehouder Rikkers

3. Lijst deelnemingen in vennootschappen 

NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats Den Haag
Doel deelname BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Belang Deelname 58.071 aandelen à € 2,50 = € 145.178
Ontwikkelingen 2021 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 4.887.000.000 € 144.802.000.000
31-12-2020

€ 5.097.000.000

€ 155.262.000.000
Resultaat 2020 € 221.000.000
Portefeuillehouder Jongebloed 
OMRIN (Afvalsturing Friesland NV)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Het afval van overheden en bedrijven op een professionele en milieuhygiënisch verantwoorde manier inzamelen, bewerken en verwerken.
Belang Deelname 120 aandelen à € 450 = € 54.000
Ontwikkelingen 2021 Omrin is bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de transitie Van afval naar grondstof (Vang). Vanuit die visie is Omrin ook aanjager van het principe circulaire economie.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2020 € 57.000.000 € 142.008.000
31-12-2020 € 61.055.000 € 132.770.000
Resultaat 2020 € 5.176.000
Portefeuillehouder Rikkers

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De druk op de woningmarkt is hoog. Hierdoor is de vraag naar bouwkavels toegenomen. Deze landelijke trend is ook van toepassing op Weststellingwerf. Daarbij was er ook een duidelijke toename in de vraag naar bedrijvenkavels. Er is veel informatie verstrekt aan belangstellenden voor woningbouwlocaties en de bedrijventerreinen. 

Een andere ontwikkeling is de druk op de toelevering van producten en grondstoffen. Dit heeft geleid tot een stijging van de prijzen. Dit is verwerkt bij de actualisatie van onze grondexploitaties. 

Parameters

Terug naar navigatie - Parameters

De grondexploitaties zijn beoordeeld en geactualiseerd. De parameters kostenstijging en opbrengstenstijging zijn beide met 0,5% gestegen naar kostenstijging 2% en opbrengstenstijging 1,5%. Het rentepercentage is gewijzigd van 2,61% in 2021 naar 2,15% voor 2022. De disconteringsvoet voor de omvangbepaling verliesvoorzieningen is 2%.

Marketing

Terug naar navigatie - Marketing

Bij de verkoop van woningbouwkavels en de bedrijventerreinen is het belangrijk om ons aanbod bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht te brengen.
Hiervoor zijn diverse communicatiemiddelen en promoties ingezet. Hieronder een samenvatting van de acties die hebben plaatsgevonden: 

  • Verkopen en nieuwbouw op bedrijventerreinen Uitbreiding Schipsloot en De Plantage te Wolvega bekend gemaakt in de Nieuwsbrief Ondernemers;
  • Actueel houden van de informatie op de websites www.weststellingwerf.nl en www.lindewijk.nl;
  • Geadverteerd met vrije kavels op onze woningbouwlocaties op www.funda.nl en www.bouwkavelsonline.nl;
  • Diverse advertenties van de woningbouwkavels in verschillende kranten en gidsen;
  • Diverse PR voor Lindewijk met bijvoorbeeld acties/advertenties facebook, nieuwsbrieven belangstellenden cq. nieuwsbrieven voor bewoners, PR-doeken en PR-borden op locatie, free publicity – onder andere persberichten en faciliteren Rondje Lindewijk

Marketingactie bedrijventerreinen
In september is de marketingcampagne 'Klaar voor de stap?' gelanceerd. Het concept is onder begeleiding van een marketingbureau ontwikkeld. De uitwerking van de campagne is in samenwerking met lokale bedrijven uitgevoerd. De campagne is na een teaser op social media gelanceerd met het plaatsen van borden met grote rode laarzen op bedrijventerreinen De Plantage en Uitbreiding Schipsloot. Ook is de website https://www.bedrijventerreinwolvega.nl gelanceerd. Belangstellende ondernemers kunnen hierop de actuele informatie vinden zoals grondprijs, beschikbaarheid, afmetingen van de kavels en bebouwingsmogelijkheden. In de campagne is een prominente rol weggelegd voor lokale ondernemers.  

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Jaarlijks toetsten wij of we Vennootschapsbelasting (VPB) moeten betalen over ondernemingsactiviteiten. Het verkopen van grond kan namelijk gezien worden als een ondernemingsactiviteit. Voor 2021 en de volgende jaren is de gemeente geen ondernemer volgens de VPB voor de grondverkopen.

Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Terug naar navigatie - Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Er zijn zeven grondexploitaties onderverdeeld in vier woningbouwlocaties en drie bedrijventerreinen.

Woningbouwlocaties

De Tuinen te Wolvega
De laatste woning is gerealiseerd en ook de laatste kosten voor het woonrijp maken van het gebied zijn opgenomen. Dit betekent dat de grondexploitatie wordt afgesloten. De grondexploitatie wordt afgerond met een verlaging van de verliesvoorziening met € 46.000. 

Oldeholtpade Noord Oost
De laatste woning in dit plan is gerealiseerd. De werkzaamheden voor het woonrijp maken van het gebied zijn ook afgerond. De grondexploitatie wordt afgesloten met een winstneming van € 28.000.  

Lindewijk te Wolvega
In deelgebied 1 zijn 19 particuliere kavels verkocht. Daarmee is de verwachte verkoop van 46 kavels (particulier en projectmatig) niet behaald. Dit komt doordat de verkoop van 28 projectmatige kavels (locatie Keizersmantel/ Kommavlinder/ Lycklamaweg) naar het voorjaar van 2022 is doorgeschoven. Verder is de eerste uitgifte voor deelgebied 2 opgeschoven naar 2022. De geprognotiseerde verkoop van 5 woningen in dit deelgebied is dus niet gerealiseerd.

Inmiddels is ca 88% van de kavels in deelgebied 1 verkocht. Per 31 december 2021 liggen er 57 opties op projectmatige bouwkavels/appartementen, 16 opties op particuliere bouwkavels en is er nog 1 bouwkavel vrij beschikbaar. De 57 opties betreffen naast de eerdergenoemde 28 projectmatige kavels, ook 29 appartementen aan het Tijgerblauwtje.  

In deelgebied 1 zijn 491 woningen bewoond per 31 december 2021 (81%). Het Heideblauwtje is definitief ingericht net als het laatste deel van de Kommavlinder, Dagpauwoog en Distelvlinder. Deelgebied 1 wordt naar verwachting in 2024 volledig ingericht. In 2019 is deelgebied 2 in exploitatie genomen. De exploitatie is op basis van een nieuwe raming doorgerekend. Dit heeft ertoe geleid dat de bestaande voorziening voor de gehele Lindewijk wordt verlaagd met € 16.000.

Dit jaar heeft de planvoorbereiding voor deelgebied 2 verder vorm gekregen, wat geresulteerd heeft in het vastgestelde bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan voor deelgebied 2 (zie ook onder programma 8). Voor begin 2022 staan de bouwrijp werkzaamheden voor de eerste kavels van Lindewijk 2 gepland. We maken aansluitend ook een start met de verkoop in deelgebied 2. Aan de IJsvogelvlinder gaan 19 particuliere kavels in het voorjaar van 2022 in de verkoop. Daarnaast bereiden we de verkoop van kavels ten behoeve van 35 starters- en seniorenwoningen voor aan het Oranjetipje (locatie gelegen tussen de begraafplaats en het spoor).

Locatie voormalige Renbaanschool te Noordwolde
Er zijn drie kavels verkocht, een kavel meer dan gepland. De vierde kavel is begin 2022 geleverd. Inmiddels zijn vijf van de zeven kavels verkocht en de laatste twee kavels zijn in optie uitgegeven. Deze laatste twee kavels worden naar verwachting in 2022 notarieel geleverd. De verkoopprognose en de looptijd van de exploitatie tot en met 2024 is daar mee realistisch. Door het positieve saldo in de exploitatie kan volgens de regelgeving van het BBV een winst van € 107.000 worden genomen in 2021.

Bedrijventerreinen
Er zijn met ruim 90 ondernemers gesprekken gevoerd over de vestigingsmogelijkheden op de bedrijventerreinen in Wolvega. Dit is een toename van de belangstelling met 125% ten opzichte van 2020. In de gesprekken met de bedrijven worden eerst de bedrijfsactiviteiten in beeld gebracht en getoetst aan onder andere het bestemmingsplan. Opvallend was de grote vraag naar wonen/werken kavels aan het einde van het jaar op bedrijventerrein Uitbreiding Schipsloot.  

Uitbreiding Schipsloot te Wolvega
In 2021 is het nieuwe beeldkwaliteitsplan voor de strook wonen/werken vastgesteld. Hierdoor zijn de bebouwingsmogelijkheden verruimd. Dit heeft geresulteerd in grote interesse. Inmiddels zijn alle wonen/werken kavels in optie.  
De geraamde verkopen zijn dit jaar bijna behaald. Daarnaast zijn er veel kavels in optie gegeven. Deze worden naar verwachting in 2022 verkocht.
De exploitatie heeft een financieel voordeel, zodat de bestaande voorziening wordt verlaagd met € 257.000. 

De Plantage te Wolvega
Er is één kavel verkocht van circa 4.000 m² groot. Door de beperkte interesse in de zichtlocaties, is er niet voldaan aan de geraamde opbrengsten. De interesse in de zichtlocaties is toegenomen na de lancering van de marketingcampagne. Doordat niet is voldaan aan de geraamde opbrengsten, is er een financieel nadeel ontstaan. Daarom wordt de bestaande voorziening verhoogd met € 249.000.

Noord West III te Wolvega
De laatste kavel (zichtlocatie) is in optie gegeven. Vanwege de einde looptijd in 2022 is de exploitatie met een jaar verlengd naar 2023. Deze extra periode geeft ruimte voor de realisatie van de verkoop, de bouw van het bedrijfspand en het woonrijp maken van het gebied. Door de verlenging wordt de huidige verliesvoorziening met € 8.000 verhoogd.

Boekwaarde bouwgronden

Terug naar navigatie - Boekwaarde bouwgronden
x € 1000
Grondexploitaties boekwaarden (BW) Boekwaarde 31-12-2020 Verliesvoorziening cumulatief Winstuitname cumulatief Balanswaarde 31-12-2020 Investeringen 2021 Opbrengsten 2021 Boekwaarde 31-12-2021 Verliesvoorziening 2021 Winstuitneming 2021 Balanswaarde 31-12-2021
Woningbouwterreinen
Wolvega De Tuinen - 1.868 139 1.950 - 57 11 - - 1.857 - 46 -
Oldeholtpade Noord Oost - 825 - 750 - 75 47 - - 778 28 -
Wolvega Lindewijk totaal 15.018 1.291 - 13.727 1.473 2.434 14.057 - 16 12.782
Noordwolde Locatie Renbaanschool 13 - 22 35 28 294 - 254 107 - 125
Totaal 12.338 1.432 2.686 13.630 1.558 2.728 11.168 - 62 135 12.657
Bedrijventerreinen
Wolvega Noord West III 548 446 - 102 31 - 579 8 124
Wolvega Uitbreiding Schipsloot 4.524 974 - 3.550 185 483 4.227 - 257 3.510
Wolvega De Plantage 4.086 2.710 - 1.376 138 100 4.125 249 1.166
Totaal 9.158 4.093 - 5.028 354 582 8.930 0 - 4.800
Totaal 21.496 5.525 2.686 18.658 1.912 3.310 20.098 - 62 135 17.457

Toelichting tabel

  • De boekwaarde is het totaalbedrag van alle investeringen en opbrengsten uit het verleden.
  • Balanswaarde is de gerealiseerde waarde inclusief de verliesvoorzieningen en winstuitnames.
  • Verliesvoorzieningen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie en berekend op basis van de netto contante waarde(NCW) van 2%.
  • Winstnemingen worden jaarlijks berekend over de winstgevende grondexploitaties met de Percentage of Completion Methode (POC).
  • De POC methode is de opbrengsten en kosten naar rato van de prestatie verwerken. Hierdoor ontstaat er inzicht in de financiële gevolgen tijdens een boekjaar en worden de opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verantwoord.

In de toelichting op de balans onder de vlottende activa worden de prognoses van kosten, opbrengsten, eindwaardes en resterende looptijd getoond.

Paragraaf Regiodeal Zuidoost Friesland

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In juli 2020 is de Regiodeal Zuidoost Friesland gesloten met het Rijk. Een samenwerking tussen 7 partners in Zuidoost Friesland (Opsterland, Weststellingwerf, Ooststellingwerf, Heerenveen, Smallingerland, Wetterskip en Provincie Friesland) en het Rijk. De Regiodeal is een vervolg op de streekagenda en een nieuw hoofdstuk in de samenwerking Zuidoost Friesland. Met het programma Vitaal en Veerkrachtig Zuidoost wordt de komende 4 jaar 30 miljoen geïnvesteerd vanuit Rijk en regio. De Regio Deal geeft een stevige impuls aan Zuidoost Friesland. Met de mienskip slaan we de handen ineen om hun dorpen en het landschap nog sterker te maken. Zo blijft dit unieke gebied een fijne plek om te leven, te werken, te ontmoeten én te bezoeken, nu en in de toekomst.
Het Fries Sociaal Planbureau gaat de uitvoering van de deal monitoren en combineert dit met een regionale vertaling van de monitor Brede Welvaart. Daarnaast heeft het Fries Sociaal Planbureau in 2021 in het kader van de Regiodeal een onderzoek gedaan naar de vitale kernen. 

Als regio werken we aan de volgende projecten:
- Regiofonds 
- Duurzaamheid 
- Recreatie en toerisme 
- Zorgeconomie
- Dorp ontwikkel maatschappijen
- Landschap en natuur 

Voor Weststellingwerf worden de volgende projecten uitgevoerd:
- Bestemming Wolvega 
Bestemming Wolvega is onderdeel van de pijler vitale kernen en richt zich op het versterken van de sociale structuren in Wolvega. In 2021 is voor Bestemming Wolvega een Plan van Aanpak opgesteld. Besluitvorming hierover vindt plaats in 2022. 

- Zuidelijke poort (Driewegsluis) 
In 2021 is vanwege de bijdrage vanuit de Regiodeal de renovatie van de monumentale Sassluis te Blesdijke nagenoeg gerealiseerd. Binnen het verbindende thema 'het gastvrije andere Friesland' is de monumentale Sassluis te Blesdijke aangewezen om de recreatieve beleving van de Sassluis aantrekkelijker te maken.

Daarnaast is vanwege de vereiste cofinanciering voor de toegekende bijdrage uit de Regiodeal een aantal ‘no regret’-maatregelen vooruitlopend op recreatieve gebiedsontwikkeling uitgevoerd. Zo zijn verbreding van de bestaande fietsbrug en het kwalitatief op orde brengen van de fiets- en wandelpaden in de Rottige Meente gerealiseerd. Daarnaast is een start gemaakt met de planvoorbereiding voor de herinrichting van de haven Driewegsluis, het realiseren van een nieuwe fietsbrug voor een fietsverbinding van de Overtoom met het oostelijk eiland en het aansluiten van deze nieuwe fietsbrug op het bestaande fietspad richting Oldemarkt.

Projecten die (deels) plaatsvinden in Weststellingwerf
- Gebiedsontwikkeling beekdal Linde (inclusief fietspad) - onder verantwoordelijkheid en in samenwerking met provincie Fryslân en het Wetterskip

- Project natuur en water in Oldelamer - onder verantwoordelijkheid van het Wetterskip

- Dorpsontwikkelingsmaatschappij - Met de dorpen Langelille, Nijetrijne, Spanga, Munnekeburen en Scherpenzeel zijn de mogelijkheden van een Dorpsontwikkelingmaatschappij (DOM) verkend. Deze DOM is onderdeel van de regiodeal en heeft als belangrijk kenmerk dat er een structurele samenwerking tussen gemeente en dorpen is voor de duur van uiterlijk drie jaar. 

- Zorgeconomie - de gemeente Westellingwerf is voor het project zorgeconomie actief als 'duwer'. In dit kader is ook gekeken naar de mogelijkheden voor bloeizones in Weststellingwerf.

- Recreatie en toerisme - in regionaal verband is in 2021 gewerkt aan een Toeristische regionale ontwikkelstrategie.

Organisatie
De Regiodeal is een samenwerking tussen de 5 gemeenten in Zuidoost Friesland, provincie Fryslân en het Wetterskip. Als basis onder de samenwerking ligt de samenwerkingsovereenkomst die in juli 2020 is vastgesteld. Hierin is onder andere onze financiële bijdrage beschreven. 

Ontwikkeling samenwerking Zuidoost
De samenwerking in Zuidoost focust zich op dit moment op de Regiodeal. Deze loopt tot en met 2024. In 2021 is verkend waar de samenwerking Zuidoost zich verder in kan ontwikkelen en waar kansen liggen, zowel op inhoud als financieel. Deze verkenning wordt in 2022 verder uitgewerkt. 

 

Financieel

Terug naar navigatie - Financieel

De Regiodeal omvat in totaal een bedrag van € 30 miljoen. Daarvan wordt € 15 miljoen door het Rijk geïnvesteerd en de regio staat garant voor € 15 miljoen cofinanciering. Wij hebben in 2021 nog geen gelden van de Rijksbijdrage ontvangen voor de projecten Bestemming Wolvega of de Zuidelijke Poort (Driewegsluis). Dit staat op de planning voor begin 2022. 

Wel deden we in 2021 uitgaven die vallen onder de cofinanciering. Zo maakten we een eerste voorschot van onze cofinanciering over aan de provincie Fryslân voor de gebiedsontwikkeling Beekdal-Linde. Ook de uitgaven die we deden in het kader van Centrum Wolvega zijn cofinancieringsmiddelen. Tot slot wordt onze eigen bijdrage aan de 'no-regret'- maatregelen van de Zuidelijke Poort als cofinanciering aangemerkt. 

De organisatiekosten voor de Regiodeal bedragen € 25.000 per jaar.

Paragraaf Dynamisch investeringsprogramma

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het dynamisch investeringsprogramma
Bij de kadernota 2020-2023 stelden we een dynamisch investeringsprogramma in. In het overzicht hierna zijn de budgetten van dit programma opgenomen. Als zich nieuwe kansen voordoen, dan voegen we deze toe aan de dynamische investeringsprogramma. Vanuit dit dynamisch investeringsprogramma is ook een relatie te leggen met de Regiodeal. Wij zien hierdoor synergievoordelen en cofinancieringsmogelijkheden ontstaan. De financiële vertaling van de projecten wordt pas in de begroting opgenomen als de projecten gereed zijn voor uitvoering. De financiële projectvoorstellen worden afzonderlijk voorgelegd aan de gemeenteraad.

Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Dynamische investeringskalender
Overzicht ontwikkeling dynamisch investeringsprogramma
Beschikbare middelen
Algemeen budget investeringsambities*
*De kapitaallasten zijn al in de begroting meegenomen
stand 1-1-2021 1.294.000
Fietspad fase 2 (€ 1.217.000 minus bijdr.regiodeal) -969.000
stand 31-1-2021 325.000
Wat is al toegezegd om te dekken uit deze gelden
-
Algemeen budget investeringsambities actuele stand 325.000
Reserve investeringsambities
stand 1-1-2021 11.044.409
Precariogelden 2021 2.372.825
Infra de Blesse -3.500.000
Rentecomponent de Blesse -683.000
Centrum Wolvega -2.300.000
Rentecomponent Centrum Wolvega -448.500
Organisatiekosten regiodeal 2021 -25.000
stand 31-1-2021 6.460.734
Reserve investeringsambities actuele stand 6.460.734
Wat is al toegezegd om te dekken uit deze gelden
Projectleiding/voorbereidingskosten -50.000
Organisatiekosten regiodeal 2022 -25.000
Organisatiekosten regiodeal 2023 -25.000
Organisatiekosten regiodeal 2024 -15.000
Totaal toegezegd -115.000
Waar moet nog een raadsbesluit over komen
Scholen -2.200.000
Infra Lycklamaweg -1.500.000
Rottige Meente/Driewegsluis -800.000
Fietspad fase 3 -580.000
Motie Energiefonds -500.000
Rentecomponent (voor dekking kap.lst uit reserve inv.ambities) -1.326.000
Totaal nog over te beslissen -6.906.000
Reserve investeringsambities Verwachte stand - 560.266
Verwacht saldo Algemeen budget investeringsambities + Reserve investeringsambities - 235.266

Toelichting op Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Toelichting op Dynamische investeringskalender

De opbrengst precariobelasting van 2021 is toegevoegd aan de reserve investeringsambities. Dit was het laatste jaar waarin we de precariobelasting op nutsbedrijven konden innen. Vanaf 2022 staat er geen toevoeging aan de reserve investeringsambities meer begroot.

In 2021 zijn de projectvoorstellen voor de projecten Centrum Wolvega en herinrichting De Blesse vastgesteld en de kredieten beschikbaar gesteld. Voor deze twee projecten zijn dekkingsreserves voor de kapitaallasten gevormd ten laste van de reserve investeringsambities. Tot slot zijn de organisatiekosten 2021 voor de regiodeal aan de reserve investeringsambities onttrokken. 

Paragraaf Gevolgen corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In 2020 werden we wereldwijd getroffen door het coronavirus. Ook in 2021 heeft dit hele grote gevolgen gehad voor onze samenleving. Om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden heeft het rijk in 2021 een aantal maatregelen verlengd. Voorbeelden zijn de maatregelen voor het bedrijfsleven en regelingen voor sportverenigingen. Gemeenten kregen weer diverse compensatiepakketten om de financiële gevolgen van de coronacrisis te compenseren. 

 

Wat heeft de gemeente gedaan?

Terug naar navigatie - Wat heeft de gemeente gedaan?

Onze inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties hebben het zwaar te verduren gehad door de coronacrisis. Daarom hebben we een aantal maatregelen genomen. Het doel daarvan was de gevolgen van de crisis te beperken. In de programma’s leest u hier meer over. Hieronder staan enkele van de belangrijkste maatregelen.

• We hebben de subsidieregeling Coronacompensatie uitgevoerd. Deze was bedoeld voor maatschappelijke organisaties en verenigingen. Ook hebben een aantal maatschappelijke organisaties een bijdrage gekregen vanuit de subsidieregeling Noodfonds.

• Culturele instellingen hebben maatwerksubsidie gekregen. Hiermee konden we de geleden schade deels compenseren.

• We hebben de Tweede Kamerverkiezingen corona-proof georganiseerd.

• De gemeente heeft meegewerkt aan het Crisis- en Herstel programma van Fryslân Werkt! Hierdoor krijgen mensen die door de crisis werkloos zijn geworden of dreigen te worden goede ondersteuning.

• De TONK-regeling (tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten) is opgezet.

• Bureau Zelfstandigen Fryslân heeft voor Weststellingwerf de TOZO uitgevoerd (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers).

• De lokale ondernemers zijn gesteund door de reclamebelasting met 50% te verminderen.

• Caparis heeft een bijdrage ontvangen voor geleden schade.

• De Steense is in de zomer open gebleven, zodat kinderen toch hun zwemdiploma konden halen.

Financiële impact

Terug naar navigatie - Financiële impact

De diverse geldstromen zijn ingedeeld in clusters. Per cluster volgt hieronder een uitleg. Een totaal overzicht van de baten en lasten als gevolg van corona in 2021 staat aan het einde van deze paragraaf.

1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk
2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel
3. Cluster inkomstenderving betreft overige inkomsten die wij niet hebben kunnen innen

1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk

Terug naar navigatie - 1. Cluster specifiek betreft die onderdelen die specifiek worden gecompenseerd door het Rijk

Programma 1 Veiligheid
De specifieke regeling naleving controle coronatoegangsbewijzen heeft tot doel het ondersteunen van de controle op coronatoegangsbewijzen en identiteitsdocumenten. De uitgaven hebben plaatsgevonden in 2021. De uitgaven worden 100% vergoed. De beschikking volgt achteraf. 

Programma 4 Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) heeft als doel om leerlingen te helpen die vertraging hebben opgelopen in hun leerontwikkeling. We hebben in 2021 al wel een beschikking van € 424.000 ontvangen voor het NPO, maar deze bijdrage ontvangen we (deels) in 2022. De uitgaven worden in 2022 en 2023 verantwoord. 

Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
De kwijtschelding aan de sportverenigingen voor de huur van de sportaccommodaties is 100% vergoed door het ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn. Daarnaast ontvingen wij een vergoeding (100%) voor de misgelopen inkomsten van de zwembaden en ijsbanen.

Programma 6 Sociaal domein
Tozo
De Tozo regeling is bedoeld voor zelfstandige ondernemers waarvan het inkomen door de coronacrisis is (weg)gevallen. Het betreft inkomensondersteuning voor levensonderhoud.
De regeling wordt voor onze gemeente uitgevoerd door bureau Zelfstandigen Fryslân. De bijdrage van het Rijk is op basis van bevoorschotting en wordt bepaald aan de hand van monitoring van het aantal aanvragen Tozo.

Uitvoeringskosten Tozo: 
We hebben nog geen zicht op eventuele extra kosten onder andere als gevolg van eventuele terugvorderingen. Voor de uitvoering ontvangen gemeenten een vast bedrag per besluit op een aanvraag. Het aantal besluiten op aanvragen wordt via SiSa verantwoord.

Overig
Vanuit het Rijk zijn landelijk ook diverse andere regelingen getroffen om benadeelden in deze coronacrisis te ondersteunen, zoals de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW).

2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel

Terug naar navigatie - 2. Cluster generiek betreft die onderdelen die gecompenseerd worden vanuit het Gemeentefonds, algemeen dekkingsmiddel

Via het gemeentefonds hebben wij voor 2021 een bedrag ontvangen van € 1,5 miljoen. Daarnaast was € 692.000 nog beschikbaar vanuit de coronamiddelen 2020. Deze € 692.000 is via budgetoverheveling beschikbaar gekomen in 2021. Ontvangsten via het gemeentefonds zijn algemeen dekkingsmiddel en daardoor in principe vrij besteedbaar. Om recht te doen aan de intentie van deze uitkering hebben wij deze middelen ingezet voor de gevolgen van corona. Onder 'Wat heeft de gemeente gedaan' wordt toegelicht hoe we de middelen hebben besteed. In onderstaande tabel staan de uitgaven specifiek benoemd. 

3. Cluster inkomstenderving betreft overige inkomsten die wij niet hebben kunnen innen

Terug naar navigatie - 3. Cluster inkomstenderving betreft overige inkomsten die wij niet hebben kunnen innen

Programma 1 Veiligheid
Als gevolg van coronabeperkingen zijn er vrijwel geen activiteiten/evenementen geweest waarvoor een vergunning op basis van de APV nodig was. Daardoor hebben we minder legesopbrengsten. 

Programma 5 Sport, cultuur en recreatie
Vanwege de coronamaatregelen ontvingen we geen pachtinkomsten voor de kermis.

Tabel geldstromen corona in Weststellingwerf

Terug naar navigatie - Tabel geldstromen corona in Weststellingwerf
Tabel baten en lasten Coronagelden per cluster en per programma-taakveld
programma taakveld Lasten Baten Toelichting
1.Cluster Specifiek
1 Veiligheid 1.2 Openbare orde en veiligheid 29.023 29.023 Extra kosten vanwege controle Coronatoegangsbewijs en dergelijke. Wordt 100% vergoed door het Rijk.
4 Onderwijs 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken - - Regeling ter ondersteuning van leerlingen die het moeilijk hebben door schoolsluitingen en corona. Regeling wordt uitgevoerd in 2022.
5 Sport, cultuur en recreatie 5.2 Sportaccommodaties 65.084 65.084 De kwijtschelding van de huren sportaccommodaties. Wordt 100% vergoed door het Rijk.
5 Sport, cultuur en recreatie 5.2 Sportaccommodaties 106.609 106.609 De misgelopen inkomsten van zwembaden en ijsbanen. Wordt 100% vergoed door het Rijk.
6 Sociaal Domein 6.3 Inkomensregelingen 907.936 907.936 TOZO
2.Cluster Generiek
Algemene Dekkingsmiddelen 0.7 algemene uitkering 692.045 Budget 2020, via overheveling (resultaatbestemming 2020) beschikbaar in 2021
Algemene Dekkingsmiddelen 0.7 algemene uitkering 1.550.089 Compensatiepakketten Corona 2021, bijdrage ontvangen via het gemeentefonds
Kosten overhead 146.706 Extra personeelskosten waaronder eenmalige uitkering conform cao, digitaal vergaderen en dergelijke
0 Bestuur en ondersteuning 0.2 Burgerzaken 47.785 Extra maatregelen Tweede Kamerverkiezingen
1 Veiligheid 1.2 Openbare orde en veiligheid 2.845 Jeugd aan zet
3 Economie 3.1 Economische ontwikkeling 2.000 Campagne Besteed Lokaal
5 Sport, cultuur en recreatie 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 97.247 Compensatieprogramma voor culturele sector
5 Sport, cultuur en recreatie 5.1 Sportbeleid en activering 20.878 Noodfonds en bijdrage vrijwilligersorganisaties
5 Sport, cultuur en recreatie 5.2 Sportaccommodaties 302 Ontsmettingsmiddelen en dergelijke voor sporthallen en zwembaden
6 Sociaal Domein 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 66.678 Compensatie dorpshuizen en ondersteuningsprogramma Jeugd/Wmo
6 Sociaal Domein 6.2 Wijkteams 65.500 Verlenging pilot Griffioenpark 3
6 Sociaal Domein 6.3 Inkomensregelingen 10.000 TONK-regeling
6 Sociaal Domein 6.4 Begeleide participatie 239.182 Bijdrage SW bedrijven
6 Sociaal Domein 6.5 Arbeidsparticipatie 81.500 Perspectief op Werk
6 Sociaal Domein 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 39.619 Bijdrage in vervoersvoorziening en dergelijke
6 Sociaal Domein 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 14.399 Bijdrage in maatwerk
7 Volksgezondheid en milieu 7.4 Milieubeheer 50.928 Storing in de reserve afval vanwege meerkosten afvalverwerking en meerkosten milieubeheer
3.Cluster inkomstenderving
1 Veiligheid 1.2 Openbare orde en veiligheid - 42.000 Minder legesinkomsten vanwege minder evenementen en dergelijke
5 Sport, cultuur en recreatie 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie - 6.500 Misgelopen pacht van de kermis
Totaal 1.994.221 3.302.286
Saldo Corona baten en lasten 1.308.065 Dit saldo blijft via overheveling van incidentele budgetten beschikbaar in 2022
Totaal 3.302.286 3.302.286

Vooruitblik naar 2022

Terug naar navigatie - Vooruitblik naar 2022

Er zijn ook ontwikkelingen in 2021 geweest die gevolgen hebben voor het jaar 2022. Daarnaast is er begin 2022 nog steeds sprake van coronamaatregelen. De financiële gevolgen hiervan worden in het jaar 2022 verwerkt. Dit betekent dat de gelden die in 2021 resteren vanuit de ontvangen rijksmiddelen nodig zijn om deze financiële gevolgen op te vangen. In de decembercirculaire is aangekondigd dat we ook voor het jaar 2022 nog een compensatie zullen ontvangen. 

Onderstaande opsomming geeft een beeld van wat er zoal verwacht kan worden, deze lijst is niet limitatief.

Programma 0 Bestuur en Ondersteuning
Voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 zijn aanpassingen doorgevoerd.

Programma 1 Veiligheid
In 2021 was een budget beschikbaar voor Jeugd aan zet. Dit budget is in het leven geroepen om jeugd te ondersteunen in alle beperkingen en gezondheidsproblematiek die corona met zich mee heeft gebracht. Dit budget is nog niet volledig uitgegeven in 2021. Het restant willen we in 2022 inzetten.

Programma 6 Sociaal domein
Griffioenpark
Voor het verlengen van de pilot Griffioenpark 3 is in de raadsvergadering van 1 maart 2021 besloten om een deel van die extra kosten te dekken uit de gelden die wij voor de coronamaatregelen hebben ontvangen. 

Bijdrage SW bedrijven
De door het Rijk beschikbaar gestelde compensatiemiddelen zijn onder andere bedoeld ter ondersteuning van SW bedrijven. De coronakosten, die Caparis nv aannemelijk heeft gemaakt, worden bekostigd vanuit de eerder genoemde compensatiegelden. Belangrijk uitgangspunt voor deze betaling is dat deze via een evenredige verdeelsleutel is berekend. Caparis nv ontvangt een deel van het compensatiepakket van de geleden schade, aangezien Weststellingwerf ook WSW mensen in dienst heeft. Hier is in de berekening van de compensatie aan Caparis rekening mee gehouden. 

Maatregelenpakket coronacompensatie culturele sector
De subsidieregeling coronacompensatie en het noodfonds coronacompensatie voor maatschappelijke organisaties lopen ook in 2022 nog. Via deze weg kan tegemoetkoming voor financiële schade als gevolg van corona worden geboden aan culturele instellingen, verenigingen amateurkunstbeoefening, dorpshuizen en vrijwilligersorganisaties jeugd.

Ondersteuningsprogramma WMO en jeugd
Voor het ondersteuningsprogramma WMO en jeugd is bij de voorjaarsnota van 2021 een budget beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn nog niet (geheel) besteed. In 2022 wordt hier een vervolg aan gegeven.