Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen

Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen toegelicht

Terug naar navigatie - Voorjaarsnota en meerjarenperspectief op hoofdlijnen toegelicht

 

De basis van deze voorjaarnota en kadernota ligt in de Programmabegroting 2024 zoals u die heeft vastgesteld in november 2023. In die programmabegroting presenteerden wij een meerjarenraming die niet sluitend was. Dat was zeer uitzonderlijk en voor ons niet gebruikelijk. Toch zien wij ons genoodzaakt om ook in deze kadernota 'het ravijn' te laten zien. De financiële ruimte in de laatste jaarschijven is niet voldoende om indexaties en autonome ontwikkelingen op te vangen, laat staan dat er ruimte is voor aanpassing van bestaand beleid of nieuw zaken. Vanuit het Rijk is er hier nog geen oplossing voor geboden. De voorjaarsnota van het Rijk laat weliswaar zien dat de opschalingskorting voor de gemeenten wordt geschrapt, dit maakt het ravijn alleen iets minder diep. Doordat het tekort blijft bestaan en een oplossing vanuit het Rijk nog niet in het verschiet ligt, moeten we richting onze begroting 2025 gaan anticiperen op onze financiële toekomst. In de toelichting onder de tabel gaan we hier verder op in.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste wijzigingen van deze voorjaarsnota en kadernota getoond.

+ = voordeel - = nadeel Voorjaarsnota Kadernota
Eindtotaal per programma 2024 2025 2026 2027 2028
Stand programmabegroting na begrotingswijzigingen 1 t/m 3 1.493.672 2.571.229 -1.081.391 -1.995.473 -3.062.157
Wijziging septembercirculaire 2023 56.000 52.000 -76.000 1.002.000 2.035.000
Wijziging decembercirculaire 2023 -329.000
Verwerken uitganspunten (cao, belasting, loon- en prijscompensatie) 1.297.000 1.612.100 1.611.100 1.660.100 1.673.100
Beginstand voorjaarsnota 2024 en kadernota 2025-2028 2.517.672 4.235.329 453.709 666.627 645.943
Mutaties voorjaarsnota / kadernota*:
Programma 0 Bestuur en ondersteuning -26.000 -64.500 -64.500 -76.500 -70.500
Programma 1 Veiligheid -174.000 -236.800 -237.800 -237.800 -237.800
Programma 2 Verkeer, Vervoer en Waterstaat -1.154.000 -163.200 -509.950 -551.200 -578.700
Programma 3 Economie
Programma 4 Onderwijs -125.000 -438.900 -552.300 -552.300 -697.700
Programma 5 Sport, Cultuur en Recreatie -163.700 -117.000 -117.000 -117.000 -117.000
Programma 6 Sociaal Domein -1.280.300 -1.280.300 -1.808.300 -1.747.500 -1.747.500
Programma 7 Volksgezondheid en Milieu -317.600 -546.400 -546.400 -546.400 -546.400
Programma 8 Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Stedelijke vernieuwing -1.266.750 -170.000 -70.000 -70.000 -70.000
Overzicht algemene dekkingsmiddelen 1.534.100 223.600 -89.500 -85.200 -86.200
Overzicht Overhead 62.600 -348.600 -355.050 -361.500 -367.950
Overzicht Onvoorzien 325.000 325.000 325.000 325.000 325.000
Eindtotaal programma's -2.585.650 -2.817.100 -4.025.800 -4.020.400 -4.194.750
Prognose uitwerking voorjaarsnota van het Rijk
Schrappen opschalingskorting -1.000.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000
Vrijval btw-compensatiefonds plafond 300.000
Totaal prognose uitwerking voorjaarsnota van het Rijk 300.000 -1.000.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000
Stand na voorjaarsnota 2024 en kadernota 2025-2028 232.022 418.229 -2.572.091 -2.353.773 -2.548.807
*De bedragen per programma kunnen afwijken van de bedragen in de daadwerkelijke begrotingswijziging. Dit wordt veroorzaakt doordat kosten als totaalbedrag opgevoerd zijn bij een programma vanwege het inzicht in de totale kosten. In de begroting zijn de daadwerkelijke kosten echter verspreid over verschillende programma's. Het effect op het begrotingssaldo is echter gelijk.

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

De beginstand van deze voorjaarsnota 2024 en kadernota 2025 is de stand van de programmabegroting 2024. Nadien zijn er nog begrotingswijzigingen geweest (1 t/m 4), deze hebben echter geen effect op het begrotingssaldo. Omdat deze wijzigingen wel en met name invloed hebben op de Algemene Reserve en de bestemmingsreserves hebben we een actueel overzicht van de reserves toegevoegd in de bijlage.

Het begrotingssaldo wijzigt wel door de septembercirculaire 2023 en de decembercirculaire 2023. Wij informeerden u via afzonderlijke memo's over de effecten van de circulaires. De circulaires worden nu verwerkt in de begroting. Daarnaast hebben we het financieel meerjarenperspectief geactualiseerd op basis van de reguliere uitgangspunten (middelen voor loon- en prijsontwikkeling, cao-ontwikkeling, enzovoort). Dit leidt tot een beginstand van deze voorjaarsnota 2024 en kadernota 2025-2028.

We hebben in deze voorjaarsnota en kadernota diverse mutaties en ontwikkelingen opgenomen. Deze lichten we hieronder op hoofdlijnen toe. In de programma's, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en overhead&onvoorzien worden deze mutaties gespecificeerd.

Indexatie
Al jaren is ons uitgangspunt bij de begroting dat we de nullijn hanteren bij het indexeren van de budgetten, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om daarvan af te wijken. Ook dit jaar hanteren wij datzelfde uitgangspunt, maar we zien dat er op bepaalde gebieden zeker argumenten zijn om van die lijn af te wijken. De indexatie begint over het algemeen, ten opzichte van de enorme piek in 2022 en 2023, weer iets normaler te worden. De tarieven in het sociaal domein stijgen daarentegen nog steeds behoorlijk. Wij hebben geen invloed op deze tariefstijgingen, daarom moeten we deze extra uitgaven opnemen in onze begroting.

Autonome ontwikkelingen
Voor de autonome ontwikkelingen geldt in principe hetzelfde als de indexaties. Wij hebben hier geen tot weinig invloed op en ontkomen er niet aan om deze op te nemen in onze begroting. Voorbeelden van autonome ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld onze bijdragen aan verbonden partijen zoals de Veiligheidsregio Fryslân en de FUMO. Er zijn ook positieve autonome ontwikkelingen te noemen zoals de renteopbrengst vanuit het Schatkistbankieren, deze zijn hoger dan geraamd in de huidige begroting.

Bijstelling van bestaand beleid en nieuw beleid
Om onze ambities en doelen te behalen is op een aantal punten bijstelling nodig. Als voorbeeld noemen we hier de plannen rondom het centrum Noordwolde waarover u separaat een raadsvoorstel heeft ontvangen. Daarnaast zijn we van mening dat we er goed aan doen om een aantal nieuwe zaken op te nemen in de begroting. Dit vanwege nieuwe inzichten of nieuwe ontwikkelingen.

Prognose uitwerking voorjaarsnota van het Rijk
Het demissionaire kabinet heeft in de voorjaarsnota van het Rijk een aantal punten opgenomen die de financiën van de Nederlandse gemeenten beïnvloeden. Deze punten zijn het resultaat van intensieve gesprekken tussen het demissionaire kabinet en de VNG. De volgende punten zijn opgenomen in de voorjaarsnota van het Rijk:
- De oploop van de opschalingskorting van € 675 miljoen wordt structureel geschrapt.
- Een rechtvaardige risicoverdeling van de zorgkosten (Wmo) door heldere afspraken over objectieve indexering en fondsvorming
- Een opschoonactie voor specifieke uitkeringen
In de voorjaarsnota wordt ook aangegeven dat de nieuwe normeringssystematiek (een toelichting hierop vindt u in het hoofdstuk actuele ontwikkelingen en risico's) al vanaf 2024 wordt ingevoerd en dat gemeenten voor het financiële effect worden gecompenseerd. Uitzondering hierop is het jaar 2025, dan vindt geen compensatie plaats. Dat betekent dat in 2025 het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager wordt vastgesteld.

Wij hebben op basis van de informatie in de voorjaarsnota van het Rijk een prognose gedaan van de middelen die wij denken te ontvangen via de meicirculaire. In 2025 betekent dit een nadeel en vanaf 2026 een structureel voordeel. De afspraken over de indexering van de Wmo hebben wij niet opgenomen omdat deze middelen nog niet worden vrijgegeven door het Rijk.

Toewerken naar een financieel gezond perspectief
Zoals de VNG aangeeft: "de gesprekken hebben resultaat opgeleverd, maar het financiële probleem van gemeenten is hiermee nog niet opgelost". Zoals ons meerjarenperspectief laat zien, is het probleem inderdaad niet opgelost. Vanaf 2026 laat het perspectief een financieel tekort zien. Dit vraagt mogelijk om ombuigingen. De begroting 2025 lijkt vooralsnog met een voordeel te sluiten.

De VNG heeft vooruitlopend op de begroting een begrotingsadvies uitgebracht. Dit advies bevat de volgende punten:
- Bereid ombuigingen voor als de korting op het gemeentefonds vanaf 2026 niet wordt teruggedraaid of verzacht. Breng deze ombuigingen zo goed mogelijk in kaart, maar zet ze nog niet in gang.
- Presenteer de gevolgen van de ombuigingen financieel en inhoudelijk zo scherp mogelijk.
- Betrek bij het inventariseren van de ombuigingen het advies van de Taskforce Taken en Middelen, die aangeven vooral te focussen op taken in medebewind.
- Beschrijf in ieder geval de 5 meest significante ombuigingsmaatregelen, hun consequenties en het taakveld dat daarmee wordt geraakt.

Wij nemen op dit moment het VNG begrotingsadvies nog niet over. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Zo zijn er nog volop gesprekken gaande waarbij de VNG bij de kabinetsformatie blijft inzetten op een gezond evenwicht tussen middelen en taken. Daarnaast komt de meicirculaire er binnenkort aan. In de komende periode houden wij deze ontwikkelingen uiteraard nauwlettend in de gaten. Op die manier hebben we een actueel beeld en kunnen we bij de programmabegroting 2025 de omvang en het proces van een eventuele ombuigingstaakstelling bepalen.