Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen worden onderverdeeld in belastingen en rechten.

Belastingen
De opbrengsten van belastingen vallen onder de algemene middelen en kunnen vrij besteed worden. In onze gemeente geldt dit voor de onroerendezaakbelastingen (OZB), forensenbelasting, (water-)toeristenbelasting en reclamebelasting.

Rechten
Dit zijn vergoedingen voor concrete prestaties, die door de gemeente worden geleverd. Deze opbrengsten zijn niet vrij besteedbaar. In onze gemeente geldt dit voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing en de leges burgerzaken. Bij de afvalstoffen- en rioolheffing is het uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend zijn.

De tarieven zijn opgenomen in verordeningen, die de gemeenteraad vaststelt. De tarieven in 2024 zijn vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2023. Voor de heffing van de OZB en de forensenbelasting is jaarlijks een waardering van de onroerende zaken (WOZ waarden) nodig. 

Tarievenbeleid 2024

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid 2024

Voor 2024 zijn de belangrijkste heffingen met 3,1% inflatiecorrectie verhoogd, met uitzondering van de riool- en afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is in 2024 verhoogd door met name hogere verwerkingskosten van Omrin. De rioolheffing is niet gestegen in 2024 conform het Gemeente RioleringsPlan 2021-2025. Daarnaast is er vanaf 2023 opgenomen dat de eigenaar van een unit of garagebox, waarvan de waarde in het economische verkeer lager is dan € 50.000, vrijstelling wordt verleend voor het eigenarendeel rioolheffing afvalwater. Voor huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater bedroeg het tarief € 134,59 en voor hemel- en grondwater € 54,60.

Zowel voor eenpersoons- als meerpersoonshuishoudens is de totale woonlastendruk ten opzichte van 2023 gestegen. Zo ging de totale woonlast voor meerpersoonshuishoudens in onze gemeente van € 807 in 2023 naar € 819 in 2024. De gemeentelijke woonlasten in Weststellingwerf liggen echter nog wel ruim onder het landelijk gemiddelde van € 994 over 2024. Ook wanneer we de woonlasten in onze gemeente vergelijken met de andere 17 gemeenten in onze provincie dan zien we dat we met een derde plek in de ranking laag scoren qua woonlasten.

Tabel opbrengst belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Tabel opbrengst belangrijkste heffingen
x € 1.000
Lokale heffingen Rekening 2023 Rekening 2024 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Onroerendezaakbelastingen 4.906 5.153 5.134 5.084 19
Forensenbelasting 44 46 53 53 -7
Toeristenbelasting 188 184 165 165 19
Reclamebelasting 103 102 102 102 0
Afvalstoffenheffing 3.009 3.105 3.148 3.148 -43
Rioolheffing 2.301 2.313 2.277 2.277 35
Marktgelden 16 17 21 21 -4
Leges burgerzaken 288 538 400 400 139
Leges omgevingsvergunningen (WABO) 1.074 898 779 529 119
Begraafplaatsen 119 122 145 145 -23
Eindtotaal 12.048 12.477 12.224 11.924 253

Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Onroerendezaakbelastingen OZB
Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
Ieder jaar taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeente. De WOZ-waarden van woningen zijn in onze gemeente gemiddeld met 3,34% gestegen in 2024 (bron Allecijfers.nl). De WOZ-waarde is niet alleen de grondslag voor de OZB en de forensenbelasting, het wordt ook gebruikt voor belastingen van het rijk en het waterschap. De aanslagen in 2024 zijn gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2023. Bij het opstellen van de begroting, bepalen we met het op dat moment bekende bedrag van de WOZ-waarden, het OZB-tarief. Daarna zijn er nog tal van gebeurtenissen die van invloed zijn op de definitieve WOZ-waarden per peildatum, daardoor kan de opbrengst afwijken van de begroting. 

Bezwaar en beroep
Over het belastingjaar 2024 zijn in totaal 266 bezwaarschriften ontvangen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ). Dat is ongeveer 2,2% van het aantal opgelegde aanslagen onroerendezaakbelasting. De voornaamste redenen van bezwaar zijn de stijging van de waarde ten opzichte van de vorige peildatum en de no-cure-no-pay bureaus hanteren voor meerdere woningen dezelfde motivatie, namelijk gedateerde keuken en sanitair. Van het aantal ontvangen bezwaarschriften hebben we afgerond 23,6% gegrond verklaard. Over het belastingjaar 2024 zijn tot nu toe 5 beroepszaken ingediend (peildatum: 1 maart 2025). 

De opbrengst
De verwachte opbrengst OZB over 2024 was afgerond € 5,1 miljoen. De werkelijke opbrengst is afgerond ook € 5,1 miljoen. 

Forensenbelasting
Voor deze belasting wordt, net als bij de OZB, als grondslag de WOZ-waarde gehanteerd. De werkelijke opbrengst van € 46.000 valt lager uit dan onze raming van € 53.000.

Toeristenbelasting
De heffingsmaatstaf van deze belasting is de vergoeding die is verschuldigd voor de overnachting. Voor 2024 is het tarief net als de afgelopen jaren 4% van de logiesomzet. In de begroting 2024 hadden we een opbrengst geraamd van € 165.000. Over het belastingjaar 2024 hebben we een meeropbrengst van € 19.000. De definitieve logiesomzet over 2024 is dus hoger dan we in eerste instantie verwachtten. De definitieve afrekening volgt zoals gebruikelijk een jaar later (de afrekening van 2024 volgt in 2025). 

Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. We kennen deze belasting sinds 2016, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het ondernemersfonds. Uit dit fonds worden activiteiten voor en door ondernemers en haar bezoekers in Wolvega betaald. De daadwerkelijke opbrengsten liggen in 2024 gelijk aan de uitgaven. 

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is dat de kosten van afvalinzameling en -verwerking voor 100% worden opgevangen uit de opbrengst afvalstoffenheffing. Aan het begin van 2024 gingen we er vanuit dat de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing 100% zou zijn.

De werkelijke kostendekkendheid (99%) is lager dan de begrootte kostendekkendheid (100%). Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de financiële toelichting op programma 7 van de jaarrekening. Het bedrag dat wordt onttrokken aan de reserve is € 45.000. Deze reserve is beschikbaar voor het opvangen van onverwachte tegenvallers. De reserve maakt het mogelijk om noodzakelijke financiële aanpassingen niet schoksgewijs te laten verlopen. 

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld afval Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld 2.573 2.620
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) 460 524
Netto kosten taakveld 2.113 2.096
Toe te rekenen kosten:
straatvegen 11 23
minimabeleid 86 113
Overhead 609 609
Compensabele btw 330 307
Toe te rekenen kosten 1.036 1.052
Totale kosten 3.149 3.148
Opbrengst heffingen 3.105 3.148
Dekkingspercentage 99% 100%
c

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing op de gebruiker verhaald. Hierbij heeft de gemeente naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Net als bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid. De tarieven voor 2024 zijn ten opzichte van 2023 gelijk gebleven.

De werkelijke kostendekkendheid (94%) van het taakveld riolering is lager dan vooraf begroot (100%). Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de financiële toelichting op programma 7 van de jaarrekening.

x € 1.000
Kostendekkendheid taakveld riolering Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld 1.895 1.722
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen)
Netto kosten taakveld 1.895 1.722
Toe te rekenen kosten:
Overhead 323 323
Straatreiniging 11 21
Compensabele btw 223 211
Toe te rekenen kosten 557 555
Totale kosten 2.452 2.277
Opbrengst heffingen 2.313 2.277
Dekkingspercentage 94% 100%

Markt- en staangelden
Marktgeld wordt geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op locaties die zijn aangewezen voor het houden van de (wekelijke) warenmarkt, de voorjaarsmarkt en de najaarsmarkt. Staangeld wordt geheven voor het innemen van een (vaste) standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. 

Leges
Leges zijn vergoedingen die worden betaald voor een door de gemeente geleverde (meestal administratieve) dienst, waar mensen zelf om vragen. Zo worden bijvoorbeeld leges betaald voor het voltrekken van een huwelijk, de afgifte van een uittreksel uit een bepaald register, reisdocumenten, rijbewijzen of voor vergunningen zoals een omgevingsvergunning. 

Kostendekkendheid Leges
Binnen de leges zijn er een drietal titels. Titel 1 gaat over diverse burgerzaken (zoals rijbewijzen, reisdocumenten, gezondheidsverklaringen en documenten rondom naturalisatie), Titel 2 richt zich op de leges rondom omgevingsvergunningen en Titel 3 benoemt diensten die vallen onder de Europese dienstenrichtlijn (zoals de APV, drank & horeca wet en de winkeltijdenwet). In onze legesverordening 2024 staan de titels nader toegelicht.

x € 1.000
Algemene legesverordening totaal Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 1.251 988
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen
Netto kosten taakveld 1.251 988
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 1.051 591
BTW
Totale kosten 2.302 1.579
Opbrengst heffingen -1.435 -996
Dekkingspercentage 62% 63%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 1
Algemene dienstverlening Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 831 550
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen
Netto kosten taakveld 831 550
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 801 346
BTW
Totale kosten 1.632 896
Opbrengst heffingen -539 -406
Dekkingspercentage 33% 45%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 399 389
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen
Netto kosten taakveld 399 389
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 234 229
BTW
Totale kosten 633 618
Opbrengst heffingen -869 -529
Dekkingspercentage 137% 86%
x € 1.000
Algemene legesverordening titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 21 49
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen
Netto kosten taakveld 21 49
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 16 16
BTW
Totale kosten 37 65
Opbrengst heffingen -27 -61
Dekkingspercentage 73% 94%

Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - Begraafplaatsen

Graf- en begraafrechten
Er worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het verlenen van diensten door de gemeente in verband met de begraafplaats.
De gerealiseerde kostendekkendheid (22%) van het taakveld begraafplaatsen is lager dan begroot (27%).

x € 1.000
Kostendekkendheid begraafplaatsen Rekening 2024 Begroting 2024
Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 324 310
Inkomsten taakvelden(en), excl. heffingen 0 0
Netto kosten taakveld 324 310
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente 228 228
BTW 8 9
Totale kosten 560 547
Opbrengst heffingen -122 -145
Dekking 22% 27%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

We hanteren een kwijtscheldingsbeleid voor inwoners zonder vermogen, die een laag inkomen hebben. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing en OZB. De kwijtscheldingsregeling is gebaseerd op landelijke normen, welke met ingang van 2023 zijn verruimd en vastgestelde in de nieuwe “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Weststellingwerf 2023”. Op basis van de betaalcapaciteit wordt berekend of inwoners in aanmerking komen voor kwijtschelding. Bij de aanvragen voor 2024 is net als vorig jaar gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau omdat wij als gemeente geen toegang hebben tot alle gegevens zoals inkomen, banktegoed, voertuigenbezit. Hierdoor vindt er een correcte toetsing plaats en worden de juiste toewijzingen voor kwijtschelding gedaan.

In het belastingjaar 2024 was er voor 251 inwoners (2023: 272) sprake van een automatische kwijtschelding na toetsing door het Inlichtingenbureau. Van de 256 beoordeelde aanvragen tot kwijtschelding zijn er 137 toegewezen. Het toewijzingspercentage van 54% in 2024 is hoger dan het percentage in 2023 (51%). 

Kwijtscheldingen 2024 2023 Verschil
Automatische kwijtschelding na toets Inlichtingenbureau 251 272 -21
Aantal aanvragen tot kwijtschelding 256 313 -57
Aantal toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 137 160 -23
Totaal aantal kwijtscheldingen (automatisch en na aanvraag) 388 432 -44
Percentage toegewezen kwijtscheldingen na aanvraag 54% 51% 2%

Kwijtschelding in euro's
Het totale bedrag aan verleende kwijtschelding is afgerond € 86.000. Dit is grotendeels voor de afvalstoffenheffing.

Rekening 2023 Rekening 2024 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Kwijtschelding Afval 98.222 86.263 113.000 113.000 26.737
Kwijtschelding OZB 0 171 2.000 2.000 1.829
98.222 86.434 115.000 125.000 28.566

Gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Gemeentelijke woonlasten

Onderstaande tabel geeft een overzicht over 2024 van de woonlasten van de 18 Friese gemeenten. In 2024 staan we op plek 3. Dit waar het gaat om de laagste woonlasten in onze provincie.

Woonlastendruk 2024 OZB (gem) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal woonlasten
Eph Mph Eph Mph Eph Mph
1 Ameland 275 178 234 150 177 603 686
2 Harlingen 286 217 323 191 191 694 800
3 Weststellingwerf 329 199 299 191 191 719 819
4 Opsterland 309 199 241 211 277 719 826
5 Ooststellingwerf 268 219 279 171 296 657 844
6 Leeuwarden 359 210 324 137 169 705 851
7 De Fryske Marren 343 236 300 125 214 704 857
8 Noardeast-Fryslân 385 167 237 240 240 793 863
9 Terschelling 440 242 242 191 191 873 873
10 Súdwest Fryslân 383 240 287 203 203 826 873
11 Vlieland 353 266 355 116 174 735 882
12 Tytsjerksteradiel 504 197 282 145 161 847 948
13 Smallingerland 368 251 295 296 296 915 959
14 Heerenveen 430 220 285 190 253 840 968
15 Dantumadiel 530 205 256 188 188 923 974
16 Schiermonnikoog 454 258 337 130 188 842 979
17 Waadhoeke 343 250 313 263 329 857 985
18 Achtkarspelen 421 245 350 220 220 886 991
Toelichting bij de tabellen:
Eph= eenpersoonshuishouden
Mph= meerpersoonshuishouden
Bron: Coelo (Atlas van de lokale lasten 2024)

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Dat wil zeggen: welke capaciteit is nodig om de risico's op te vangen, en wel zodanig dat een tegenvaller in de uitvoering niet direct tot een bezuiniging hoeft te leiden.

 De wet geeft aan welke onderwerpen in deze paragraaf aan bod moeten komen:

  • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s;
  • de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s uitgedrukt in weerstandsvermogen;
  • een vijftal voorgeschreven financiële kengetallen;
  • een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

De doelstellingen zijn:

  1. voldoen aan wet- en regelgeving;
  2. inzicht krijgen in de risico’s die onze gemeente loopt en daarmee het risicobewustzijn aanmoedigen;
  3. een onderbouwing van het berekende weerstandsvermogen;
  4. de omvang van het weerstandsvermogen is voldoende.

In de nota financieel beleid zijn over de norm voor de omvang van de incidentele weerstandscapaciteit de volgende uitgangspunten vastgelegd:

  • De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit, oftewel een minimale ratio weerstandsvermogen van 1,0;
  • Voor de voorgeschreven financiële kengetallen sluiten we aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Het streven van de gemeente is minimaal te voldoen aan categorie B (normaal risico). Dit betekent dat we streven naar een solvabiliteitspercentage van 20%. De hoogte van de reserves (inclusief de vrije algemene reserve) moet dan minimaal 20% zijn van het totale vermogen (het balanstotaal). 

Het college heeft in het collegeprogramma opgenomen dat zij een ratio weerstandsvermogen willen hanteren van 2.0 en een minimale solvabiliteitsratio van 20%.

In deze jaarrekening voldoen we aan de uitgangspunten van het financieel beleid. Het uitgangspunt van een weerstandsratio van 2.0 zoals aangegeven in het collegeprogramma wordt nog niet gehaald. Deze is namelijk 1,70.

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om eventuele tegenvallers op te vangen. Dit zonder dat de begroting en het beleid aangepast moet worden.

De begrotingsruimte
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaat de verplichting om jaarlijks in de begroting een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Daarbij is geen wettelijk minimum of maximum aangegeven. Hiermee kunnen elk jaar onverwachte incidentele tegenvallers worden opgevangen. Wij hebben gekozen voor een bedrag van € 30.000. Daarnaast is in de begroting een stelpost risicobeheersing opgenomen om specifieke risico's op voorhand af te dekken. Het gaat om een bedrag van € 500.000 per jaar.

De algemene reserve
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve kan worden ingezet ter dekking van onverwachte incidentele tegenvallers. De algemene reserve bedroeg op 31 december 2024 € 14,3 miljoen (voor resultaatbestemming).

De bestemmingsreserves
Voor de middelen van een bestemmingsreserve heeft de raad een specifiek doel vastgelegd. Eventueel kan de bestemming door de raad worden gewijzigd. Wanneer op een bestemmingsreserve geen verplichting rust voegen we deze reserve toe aan de algemene reserve. Op dat moment vormt het onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor het vaststellen van onze weerstandscapaciteit worden de bestemmingsreserves op dit moment niet meegenomen.

De stille reserves
Stille reserves betreffen activa die tegen nul zijn gewaardeerd. Ook kan de boekwaarde lager zijn dan de verkoopwaarde. De mogelijke overwaarde die bij verkoop ontstaat, kan dan worden ingezet voor de opvang van onverwachte tegenvallers. Op dit moment verwachten we dat de invloed van deze stille reserves op de weerstandscapaciteit nihil is.

De niet-benutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit geeft een indicatie van de mogelijkheden die een gemeente heeft om haar inkomsten via extra belastingopbrengsten te verhogen. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
a. de OZB;
b. de rioolheffing;
c. de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Vanaf 2020 heeft het Rijk een benchmark woonlasten ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijk te maken. Hierin wordt naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing vergeleken. De niet-benutte belastingcapaciteit hebben wij tegen nul gewaardeerd. Bij de onderdelen riolering en reiniging geldt een norm van 100% kostendekkendheid. 

Samenvatting
De structurele weerstandscapaciteit in de exploitatie 2024 was € 500.000. De incidentele weerstandscapaciteit bedroeg ongeveer € 14,3 miljoen.

x € 1.000
Weerstandscapaciteit 31-12-2024
a. De structurele begrotingsruimte 500
De incidentele begrotingsruimte 30
b. Algemene reserve (stand 31/12 voor resultaatbestemming) 14.277
c. Bestemmingsreserves
d. De stille reserves
14.807

Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

De belangrijkste risico’s voor de gemeente zijn in beeld gebracht, voor zover op dit moment bekend. Van belang is te beseffen dat risico’s zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Wij hebben bij deze inventarisatie vooral gekeken naar mogelijke negatieve risico’s en de gevolgen daarvan. Het inschatten van risico’s is een momentopname en is geen absolute wetenschap. De inventarisatie is gemaakt in een tweetal domeinen: (relatief) beïnvloedbare risico’s en onzekerheden op lokaal en regionaal niveau en landelijke ontwikkelingen en (lastig beïnvloedbare) risico’s en/of onzekerheden die daar uit voortvloeien. Vervolgens zijn de risico’s en genomen beheersmaatregelen beoordeeld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële impact van deze risico’s. Uiteraard met de kanttekening dat elke inschatting met de nodige onzekerheden is omgeven. De huidige werkwijze bestaat uit vier stappen:

  1. per risico wordt een financiële inschatting gemaakt van de initiële klasse waarin het risico valt;
  2. daarna wordt beoordeeld, wat de initiële kans is dat het risico zich voordoet en wordt deze vertaald in een wegingsfactor. Op basis hiervan wordt de initiële financiële inschatting verlaagd;
  3. vervolgens worden beheersmaatregelen benoemd en waar mogelijk geïmplementeerd;
  4. deze beheersmaatregelen zorgen voor een aangepaste inschaling van risicoklasse en risicokans, waartegen 'de onzekere gebeurtenis' (= het risico) wordt gescoord. Op basis hiervan kan de financiële inschatting nogmaals worden verlaagd.

Op basis van deze vier stappen is de verwachte financiële impact (geschatte initiële financiële inschatting x geschatte kans, rekening houdend met beheersingsmaatregelen) van de risico’s gemaakt. Het geschatte bedrag aan mogelijke risico’s wordt jaarlijks herijkt en is hierbij bepaald op € 8,7 miljoen. De belangrijkste risico’s die onze gemeente loopt, worden hierna behandeld.

Onzekerheden gemeentefonds en rente € 387.500 (GF&R)
Gemeentefonds
De inkomsten vanuit het gemeentefonds staan onder druk. Hier is landelijk veel aandacht voor. Zoals bekend komt er vanaf 2026 een ravijn op de Nederlandse gemeenten af. Vanuit de Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) vindt er al een lange tijd een lobby plaats richting het Rijk. Inmiddels is er ook een mediacampagne gestart om aandacht te vragen voor de problemen bij de gemeenten. Af en toe komen er een paar positieve geluiden (voor gemeenten) naar buiten, zoals het rapport van de commissie van Ark over de hervormingsagenda Jeugd. Daaruit blijkt nog maar weer eens dat gemeenten te weinig middelen voor jeugd hebben gekregen. Ook lijkt de minister het ingroeipad dat naar aanleiding van de herijking van het gemeentefonds is ingesteld opnieuw op te pakken vanaf 2027. Heel concreet is het kabinet echter nog niet over extra middelen. De tijd begint te dringen. In het voorjaar van 2025 starten wij als gemeente de voorbereidingen voor de begroting 2026. Als het kabinet in de voorjaarsnota van het Rijk niet over de brug komt, dan zijn bezuinigingen onvermijdelijk. Het risico stijgt doordat de termijn van het ravijn dichterbij komt. Omdat wij vaak als 'voordeel' gemeente uit de onderzoeksresultaten komen van alle onderzoeken die op dit moment openbaar worden, is het risico nu gelijk gebleven.

Rente
Rentestijging is een risico waar wij mee te maken kunnen krijgen bij het opnieuw afsluiten van een geldlening. Is de rente hoger dan de rente die wij betaalden, dan heeft dit een nadelig effect op onze begroting. We houden de toekomstige noodzakelijke financieringen nauwlettend in de gaten om zo het renterisico te minimaliseren (vaste schuld en kasgeld). De rentes stijgen op dit moment wel, maar op korte termijn is het afsluiten van een nieuwe geldlening niet nodig en is het renterisico beperkt.

Pensioenopbouw (gewezen) wethouders
Jaarlijks wordt bij de jaarrekening de voorziening voor de pensioenen van onze (gewezen) wethouders herijkt. Dit doen wij op basis van de actuariële waardeberekeningen van onze externe adviseur. Zij berekenden op basis van diverse parameters welk bedrag er in de voorziening aanwezig moest zijn op de peildatum 31-12-2024. Een van de belangrijkste parameters is de rekenrente. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door De Nederlandse Bank. Dit percentage kan jaarlijks verschillen, waardoor op basis van de wet- en regelgeving een storting of een onttrekking aan de voorziening plaatsvindt. De rekenrente is in 2024 iets gedaald waardoor we een storting hebben moeten doen in de voorziening. Omdat de voorziening nu weer op peil is en we niet direct een grotere daling van de rekenrente verwachten, blijft het risico beperkt.

Onzekerheden grondexploitaties € 765.000 (GREX)
Hoewel de ramingen van de grondexploitaties, zoals te doen gebruikelijk jaarlijks, zijn geactualiseerd, blijft het moeilijk te voorspellen of de geraamde verkopen ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Doordat de boekwaarde daalt, door de gerealiseerde verkopen, nemen de onzekerheden en risico`s geleidelijk af. De risico inschatting neemt hierdoor ook af. De winst- en verliesnemingen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie. De verliesvoorzieningen worden berekend op basis van de netto contante waarde (2%). De winstnemingen worden berekend met de Percentage of Completion Methode (POC). Ten opzichte van 2023 is de boekwaarde lager en de looptijd 1 jaar korter.

Risico’s binnen het Sociaal Domein € 780.000 (SD)
De risico’s binnen het Sociaal Domein liggen met name in de open einderegelingen. Dit zijn regelingen die weliswaar een budgettair plafond kennen in de begroting, maar in feite financieel niet zijn begrensd. Als er meer aanspraak op dergelijke regelingen wordt gedaan, zal de gemeente vanuit haar wettelijke taak aanvullend (financiële) middelen beschikbaar moeten stellen. De gemeente kan deze middelen veelal niet verhalen op derden. Wij hebben zoveel mogelijk beheersmaatregelen genomen om te voorkomen dat de beschikbare budgetten worden overschreden, door bijvoorbeeld een zo goed mogelijke inschatting te maken op basis van historische kosten en actuele (beleids)ontwikkelingen.

Wmo
Toenemende vergrijzing, complexer wordende samenleving en de landelijke invoering van het abonnementstarief laten in Weststellingwerf een toename zien van het aantal Wmo-cliënten. Voor de komende jaren is nog een aantal decentraliserende rijksmaatregelen te verwachten die de gemeente raken. Zo wordt gesproken over de decentralisatie van Beschermd Wonen per 2026 en ook Maatschappelijke Opvang. De invoeringsdatum is tot dusver steeds uitgesteld. De nieuwe streefdatum is 1 januari 2026. De gemeente wordt dan verantwoordelijk voor deze taken. Het blijft daarbij de vraag of het Rijk voldoende middelen beschikbaar gaat stellen. Per 1 januari 2026 worden nieuwe contracten voor Wmo-voorzieningen afgesloten (HH, begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf). Er bestaat een reëel risico dat de tarieven harder zullen stijgen dan de indexatie die we ontvangen in het gemeentefonds. Door monitoring hebben we goed zicht op de ontwikkeling en de voorspelbaarheid van de lasten.

Jeugdwet
De financiering van de Jeugdwet is een zeer complex stelsel. Het onderdeel 'resultaat gestuurde inkoop' is opnieuw aanbesteed. De nieuwe aanbesteding is ingegaan per 1 januari 2024. De financiële effecten van de aanbesteding zijn nog onvoldoende bekend. Wel zien we een aantal kostenverhogende effecten van de inkoop op casusniveau. Hoe zich dat in de volle breedte ontwikkelt is nu nog niet in beeld. 
Het onderdeel hoog specialistische Jeugdhulp kenmerkt zich door een laag aantal cliënten en hoge kosten per cliënt. Lasten kunnen snel fluctueren bij relatief kleine wijzigingen in omvang van het aantal cliënten. Vertraging in afgegeven toewijzingen (berichtenverkeer) in combinatie met grillig declaratiegedrag van zorgaanbieders maakt monitoring complex en lastig. We hebben daarom beperkt zicht op de ontwikkeling en de voorspelbaarheid van de lasten.  In 2024 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een dashboard Jeugd. We verwachten hier in de loop van 2025 gebruik van te kunnen maken.

Hervormingsagenda
De Hervormingsagenda Jeugd bevat een groot pakket afspraken om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. Een deel van de maatregelen uit de hervormingsagenda zijn al geïmplementeerd. Ondanks de reeds genomen maatregelen blijven de kosten Jeugd jaarlijks toenemen en is de besparing vanuit de hervormingsagenda hoogstwaarschijnlijk niet te realiseren.  Begin 2025 is het rapport Advies Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd gepubliceerd. Dit rapport concludeert dat het niet wenselijk en niet haalbaar is om de beoogde besparingen vanaf 2026, zoals opgenomen in het meerjarig financieel kader in de Hervormingsagenda Jeugd, te handhaven. Het is onduidelijk of er vanuit het Rijk enige vorm van compensatie komt.

Statushouders
De gemeente is bezig met de taakstelling voor de huisvesting van statushouders. Dit begint steeds meer vorm te krijgen waardoor de aantallen toenemen. De huisvesting van statushouders kan op korte termijn leiden tot een toename van het aantal uitkeringen.

Onzekerheden en risico’s bij onderhoud kapitaalgoederen € 125.000 (OHP)
Voor uitvoering van onderhoudsplannen zijn extra middelen beschikbaar gesteld, zowel incidenteel als ook structureel. Strategisch beleid hoe om te gaan met vastgoed specifiek en gemeentelijke bezittingen in brede zin, is een maatregel die wordt getroffen om mogelijke risico’s op dit onderwerp te beheersen. Het areaal is uitgebreid met de aankoop van de PKN panden in het centrum van Wolvega. Ingaande 2025 worden de meerjaren-onderhoudsplannen aangevuld met de duurzaamheidscomponent.

Projecten € 5,8 miljoen (P)
De gemeente voert op dit moment diverse projecten uit en bereidt nieuwe projecten voor, waardoor de projectenportefeuille groeit. Ook in de komende jaren starten of worden grote projecten aanbesteed. Voor een aantal projecten hebben we middelen gereserveerd in de Reserve Investeringsambities, maar deze ramingen zijn niet altijd toereikend. Daarom beoordelen we per project de haalbaarheid, betaalbaarheid en schaalbaarheid. Daarnaast kunnen kosten op het moment van aanbesteding mee- of tegenvallen. In tijden van stijgende kosten is uitstel echter vaak geen verstandige optie.

Projecten brengen verschillende risico’s met zich mee die de voortgang of realisatie kunnen beïnvloeden. Denk hierbij aan onverwachte kosten, lagere inkomsten, technische of juridische knelpunten en de complexiteit van samenwerking met meerdere stakeholders.

Op dit moment signaleren we met name aanbestedingsrisico’s. Dit betreft risico’s in de voorbereiding, de kwaliteit en de volledigheid van de aanbesteding, evenals tegenvallende investeringskosten om diverse redenen. De belangrijkste maatregel om deze risico’s te beheersen, is het gefaseerd beschikbaar stellen van het investeringskrediet.

Risico’s en beheersingsmaatregelen met betrekking tot verbonden partijen en gerelateerde projecten € 387.500 (VP)
De paragraaf verbonden partijen vraagt bijzondere aandacht vanuit risicobeheersing, omdat onze invloed op deze partijen indirect verloopt via besturen van gemeenschappelijke regelingen, stichtingen, aandeelhouders en toezichthoudende organen. Dit betekent dat we beperkte directe invloed hebben op hun begrotingen, terwijl deze wel doorwerken in onze eigen begroting.

Vooral de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio VRF verdienen extra aandacht. Deze samenwerkingsverbanden zijn door het Rijk verplicht gesteld en gelden voor alle 18 Friese gemeenten. De invloed per individuele gemeente is zeer beperkt. De OWO-samenwerking heeft echter een positief effect, omdat gemeenten hier gezamenlijk optrekken. Ook binnen andere samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten steeds beter samenwerken.

Overige onzekerheden en risico’s: € 495.000 (OVERIG)
Overige risico’s in de bedrijfsvoering zijn: frictiekosten personeel, veiligheids- en aansprakelijkheidsrisico’s en urenramingen op exploitatie ontlastende onderdelen van de begroting, zoals de grondexploitaties, afval en riolering. Tijdig beheersmaatregelen treffen, door bijvoorbeeld een juiste verhouding vast en flexibel personeel in dienst te hebben, voorkomt structurele risico’s in de exploitatie. Ook het treffen van technische beheermaatregelen en het optimaliseren van bedrijfsprocessen zorgen voor een lager risico.

Loon- en prijsontwikkelingen
Het risico dat we bij de loon- en prijsontwikkelingen lopen is dat we via de inkomsten (gemeentefonds) niet volledig gecompenseerd worden voor stijgingen. Dit risico wordt groter nu de normeringssystematiek aangepast is en gebaseerd is op het bbp. Op het gebied van loon- en prijsontwikkelingen zijn er weinig beheersmaatregelen mogelijk. Alleen op het gebied van onze eigen gemeentelijke heffingen kunnen we sturen op indexatie.

Toekomstige ontwikkelingen
We zien dat de omvang van onze begroting toeneemt. Dit is inherent aan de activiteiten waar wij als gemeente voor aan de lat staan. We zien meer taken en daarmee ook meer risico's op ons afkomen. We noemen hier als voorbeeld het klimaatakkoord, duurzaamheid, funderingsaanpak, maar ook de taakstelling statushouders. Ook kunnen ontwikkelingen zoals vertraging bij netwerkbeheerders van energie (NuLelie) gevolgen voor ons hebben. Tot slot leven we in onzekere tijden. Er is veel 'rumoer' in de wereld. Uiteraard houden wij de ontwikkelingen, de gevolgen en de risico's nauwlettend in de gaten. Via onze reguliere planning en controlcyclus sturen wij waar nodig bij.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt uitgedrukt in weerstandsvermogen. De hoogte van het weerstandsvermogen is in onderstaande tabel weergegeven.

x € 1.000
Weerstandsvermogen 31-12-2024
Weerstandscapaciteit (A) 14.807
Risico's (B) 8.720
Weerstandsvermogen 6.087
Ratio Weerstandsvermogen (A/B) 1,70

Toelichting weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Toelichting weerstandsvermogen

Uit bovenstaande tabel blijkt dat ons weerstandsvermogen voldoet aan het uitgangspunt dat de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (A) minimaal gelijk moet zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit (B). De ratio weerstandsvermogen is 1,70 en dus groter dan 1,0. De weerstandsratio is echter nog wel lager dan de door het college gewenste minimale weerstandsratio van 2,0.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 worden een vijftal financiële kengetallen voorgeschreven. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid sluiten we voor de verplichte kengetallen aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

1. Netto schuldquote

a. zonder correctie doorgeleende gelden

< 90%

90 - 130%

> 130%

b. met correctie doorgeleende gelden

< 90% 

90 - 130%

> 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50%

20 - 50%

< 20%

3. Grondexploitatieruimte

< 20%

20 - 35%

> 35%

4. Structurele exploitatieruimte

 > 0%

 0%

 < 0%

5. Belastingcapaciteit

< 95%

95 - 105%

> 105%

 

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt. In onderstaand overzicht wordt het verloop van onze kengetallen weergegeven:

Kengetallen Rekening Begroot Rekening Categorie
2024 2024 2023 peiljaar 2024
1 Netto schuldquote 19,50% 22,37% 32,10% A
Netto schuldquote (gecorrigeerd) 19,48% 22,35% 32,08% A
2 Solvabiliteitsratio 48,54% 46,24% 45,86% B
3 Grondexploitatie 10,51% 12,04% 14,32% A
4 Structurele exploitatieruimte 5,02% 6,66% 1,88% A
5 Belastingcapaciteit 82,39% 85,49% 87,41% A

Toelichting tabel kengetallen

1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt voldoen we in deze jaarrekening bij dit kengetal ruimschoots aan ons streven en vallen we in categorie A.

2.Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is een kengetal dat weergeeft welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd met eigen vermogen. Ook bij dit kengetal komen we uit boven ons streefpercentage van minimaal 20% en binnen de marges van categorie B.

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal geeft in een percentage aan hoe groot het geïnvesteerde bedrag is ten opzichte van de totale baten.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Door onder andere de verkopen is de balanswaarde van de grondexploitaties gedaald. Dat maakt dat het risico minder groot wordt en we in categorie A uit komen.

4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele lasten zijn de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen, bij structurele baten gaat het onder andere om de Algemene uitkering van het gemeentefonds en eigen belastinginkomsten. Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de jaarrekening is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. In 2024 hadden we een positief structureel exploitatiesaldo waardoor we in categorie A vallen.

5. Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Deze woonlasten zijn de optelsom van de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Zoals uit de tabel van de kengetallen blijkt, zijn de woonlasten in onze gemeente lager dan het landelijk gemiddelde voor een gezin. Als basis hebben we het landelijk gemiddelde van 2024 (= 100%) genomen. Dat staat op € 994. Met een bedrag van € 819 vallen we hiermee onder categorie A.

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's
  • 2010 Nota Openbare Verlichting
  • 2012 Beleidsplan Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte
  • 2017 Bomenbeleidsplan 2017 - 2027
  • 2017 Notitie Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed
  • 2018 Landschapsvisie Zuidoost Friesland 2018 - 2028
  • 2021 Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025
  • 2020 Plan van aanpak verduurzamen gemeentelijke vastgoedportefeuille
  • Scenario’s uitbreiding ecologisch bermbeheer gemeente Weststellingwerf

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onze gemeente heeft een flink aantal vierkante kilometers aan openbare ruimte in beheer. Er wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Om dat mogelijk te maken wordt geïnvesteerd in kapitaalgoederen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten.

Wij merken dat we steeds meer last krijgen van extremen in het weer. In de zomer zagen we droge periodes die het veen onder de wegen aantast. In de herfst hadden we zoveel neerslag dat de bermen met veel meer dan de gebruikelijke schades te maken kregen. Naast de wegen en bermen hebben de extremen ook een negatieve invloed op de kwaliteit van beplantingen, speelgazons en bomen.

Om meer grip te krijgen op toekomstige investeringen zijn we gestart met een traject van projectmatig werken.  Om meer grip te krijgen op de lopende onderhoudsprogramma's zijn  we begonnen met het vastleggen van onze kwaliteit van de openbare ruimte in het informatie model openbare ruimte (IMBOR).

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De jaarlijkse onderhoudsprogramma’s voor asfalt en elementenonderhoud (klinkerwegen) zijn uitgevoerd. Te noemen locaties van (groot) onderhoud zijn onder andere: 

  • Onderhoud asfaltwegen: Elsweg Noordwolde, Hellingstraat Noordwolde, Jokweg de Hoeve/Noordwolde, Hoofdstraat-West Wolvega, Vinkegavaartweg De Hoeve, Boekelterweg Zandhuizen, Heiweg Steggerda,  Steenwijkerweg De Blesse.
  • Onderhoud klinkerwegen: Oppers/Keiweg (trottoir) Wolvega, Ingenieur Lelylaan Wolvega, IJkenweg Zandhuizen, Fuchsiastraat Wolvega, Sonnegaweg Sonnega, Langelilleweg Langelille, Hoofdstraat-Oost Noordwolde, Dokter Mulderstraat Noordwolde, Hoofdweg (kantstrook) Oldelamer.
  • Ook zijn er diverse kleine herstelwerkzaamheden geweest aan asfalt- en klinkerwegen.
  • De bermverharding (grasbetonkeien) op de Veen wegen ten westen van de A32 gaven meer onderhoud dan oorspronkelijk voorzien.  
  • Er hebben ten behoeve van de aanleg van kabels en leidingen voor glasvezel en de energietransitie extra werkzaamheden plaatsgevonden aan trottoirs en bermen.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Openbaar groen:
We hebben 248 bomen aangeplant. Na reguliere inspectie (jaarlijks een derde van het bomenbestand) was gebleken dat 151 bomen gekapt moest worden om aan de zorgplicht (veiligheid) te voldoen.  Weststellingwerf heeft circa 30.000 bomen in beheer.

Tijdens de storm van eind augustus is er schade ontstaan aan bomen en er is een aantal bomen omgewaaid. Deze bomen worden waar mogelijk vervangen. 

Wij hebben langs een aantal paden en erfgrenzen wortelschermen geplaatst om overlast en wortelopdruk te voorkomen. Om droogteschade te beperken hebben we bij het planten van de bomen standaard een watergeefrand geplaatst en hierin is een mulchlaag aangebracht om water langer vast te houden.

Op diverse plekken zijn beplantingsvakken, die aan het eind van hun levensfase waren, gerooid. 

Vergroten biodiversiteit 
Wij hebben op meerdere locaties bloembollen aangebracht die bijdragen aan het vergroten van biodiversiteit.  Waar mogelijk brengen wij gevallen blad terug in de beplantingsvakken.  Dit draagt bij aan een betere vochthuishouding en een beter bodemleven.

We hebben ecologisch berm- en slootonderhoud buiten de bebouwde kommen uitgevoerd. Binnen de bebouwde kommen worden meer gazonstroken ecologisch beheerd.

Zie ook programma 2.

 

 

Bruggen, waterwegen en kades

Terug naar navigatie - Bruggen, waterwegen en kades

In 2024 is er een vervolgonderzoek uitgevoerd aan de betonnen verkeersbrug in de Steenwijkerweg over de Linde. Uit dat onderzoek is gebleken dat deze brug groot onderhoud nodig heeft.
Het jaarlijks onderhoudsprogramma voor de bruggen en duikers is uitgevoerd. 

Kades (oevers)
Op 1 januari 2024 heeft de provincie Friesland het beheer van de oevers langs de Friese vaarwegen toebedeeld. In 2024 hebben wij de oevers die wij toebedeeld hebben gekregen geïnspecteerd.

Zie ook programma 2.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Weststellingwerf heeft per eind 2024 in totaal 4.502 lichtmasten in eigendom en beheer. Het onderhoud en beheer van de openbare verlichting is via de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân aanbesteed. Zie ook paragraaf verbonden partijen.
Het prestatiegerichte contract dat de coöperatie met de aannemer heeft afgesloten geldt vanaf 1 april 2019 en is in 2023 verlengd tot 1 april 2025. Onder onderhoud verstaan wij het oplossen van storingen aan de openbare verlichting. Ook het reinigen en schilderen van masten/armaturen en vervangen van lampen, masten en armaturen valt onder deze aanbesteding.
Resultaten 2024: 

  • In de zomer 2024 zijn 769 lichtmasten gereinigd in Noordwolde.
  • In 2024 zijn 76 armaturen vervangen door led-armaturen. Hiermee is het aantal lichtmasten met ledverlichting toegenomen tot 94%. 

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In 2024 hebben we de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

Reguliere werkzaamheden
Regulier onderhoud aan:

  • 415 vuilwatergemalen;
  • 9 randvoorzieningen (dit zijn tijdelijke opvangbakken of leidingen voor vuilwater);
  • 10 regenwatergemalen;
  • Er is 10 kilometer vrij verval riool gereinigd en geïnspecteerd;
  • Reinigen van 11.842 kolken;
  • Onderhoudswerkzaamheden als gevolg van uitgestelde renovaties.

Projectmatige werkzaamheden
Rioolvervanging en renovatie
Er is gewerkt aan de voorbereiding voor het vervangen van de riolering in de prinsessenbuurt (Marijkestraat, Margrietstraat, Irenestraat, Bernhardlaan en Beatrixstraat) in Wolvega.

Klimaatmaatregelen
Er is gewerkt aan de voorbereiding van de klimaatmaatregel Julianaweg en Oranje Nassaulaan in Wolvega. Daarnaast is gestart met de uitvoering van de klimaatmaatregel Houtstraat in Wolvega. Beide vallen onder de negen klimaatmaatregelen die staan aangegeven in het Gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025.

Herstellen kolken
Tijdens de jaarlijkse reinigingsronde van de kolken in de gemeente zijn gebreken geconstateerd. In 2023 is er een pilot uitgevoerd om te kijken hoe wij zo efficiënt mogelijk deze gebreken op kunnen lossen en herstellen. Naar aanleiding van die pilot zijn in 2024 van een groot aantal kolken gebreken opgelost en hersteld.

Tractiemiddelen

Terug naar navigatie - Tractiemiddelen

De gemeente Weststellingwerf beschikt over een uiteenlopend wagenpark dat ingezet wordt bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Uit het oogpunt van continuïteit moet regelmatig materieel worden vervangen. Hiervoor is een meerjarig overzicht opgesteld. 

In 2024 zijn er 4 grote zoutstrooiers en 3 kleine zoutstrooiers aangeschaft en geleverd. De nieuwe strooiers mengen tijdens het strooiproces droogzout met pekelwater. Het natte zout hecht zicht gelijk aan het wegdek. Het natte zout kan niet wegwaaien of verstuiven in tegenstelling tot droogzout. De natzoutstrooiers zijn voorzien van een strooicomputer. Afhankelijk van de wegdeksituatie kan de chauffeur vanuit de cabine het aantal grammen per vierkante meter instellen. Zo houden we met preventief strooien de regie én dus grip op de weg.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Afgelopen jaar is het onderhoud van de vastgoedportefeuille volgens planning uitgevoerd. 
De gebouwen zijn op het vastgestelde niveau ‘sober en doelmatig’ onderhouden zoals beschreven in de notitie ‘Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed’.

Meerjaren Onderhoudsplannen (MJOP’s)
Voor alle gebouwen in de maatschappelijke vastgoedportefeuille zijn nieuwe Meerjaren Onderhoudsplannen (MJOP’s) opgesteld. Deze dienen als basis voor het opstellen van Duurzame Meerjaren Onderhoudsplannen (DMJOP’s) voor alle gebouwen. 

Zie ook programma 8.

Sportcomplex de Steense

  • Renovatie van de kleedruimten voor scheidsrechters.
  • Vernieuwing van vloer en plafond in het sportcafé.
  • Voorbereidende werkzaamheden voor de renovatie van de zwemhal, waaronder plafonds, duurzame luchtbehandeling en ledverlichting.
  • Plaatsing bicarbonaatdosering voor het verbeteren van de pH-regeling en waterkwaliteit van het zwembad. 

Zwembad de Dobbe

  • Het vernieuwen van de zonnecollectoren die bijdragen aan de duurzame verwarming van het zwembad.
  • Schilderwerk binnenzijde.
  • Renovatie kleedruimten.
  • Oude verlichting vervangen door ledverlichting.
  • Plaatsing bicarbonaatdosering voor het verbeteren van de pH-regeling en waterkwaliteit van het zwembad. 

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het doel van deze paragraaf is om informatie te verstrekken over het treasurybeleid en de beheersing van de financiële risico’s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Wettelijke kaders voor gemeentelijk treasurybeleid vinden we terug in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Gemeentewet met de daaruit afgeleide financiële verordening.
Vanwege de publieke taak van de gemeente gaan we bedachtzaam om met publieke middelen en zijn we transparant over de besteding hiervan. Risicobeheersing is daarbij van groot belang. Mogelijke renterisico’s beheersen we via de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Verder stellen we strikte eisen aan het uitzetten van liquide middelen: leningen en garanties mogen in principe alleen worden verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Voor het overige houden we eventuele overtollige middelen aan in ’s rijks schatkist (als gevolg van het verplicht schatkistbankieren, zie jaarrekening onderdeel schatkistbankieren) zodat deze beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak.

De uitgangspunten

Terug naar navigatie - De uitgangspunten

Sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door gemeenten alleen nog toegestaan aan medeoverheden. Door een goede (korte en lange termijn) liquiditeitsprognose te hebben, kunnen gemeenten in het aantrekken van geld sturen op het (tijdig) beschikbaar hebben van lang of kort geld. Met de huidige rentestand zijn de renterisico’s die gemeenten daarbij lopen overzichtelijk. We hebben momenteel nog drie geldleningen.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De overheid hanteert twee instrumenten, binnen de wet Fido, voor het toetsen van het renterisico: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het doel van deze normen is het krijgen van een stabiele rentelast over de jaren.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort structureel dreigt te worden, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Het doel van de limiet is de vlottende schuld (kortlopende leningen) te beperken. De ontwikkeling van de kasgeldlimiet over 2024 is hieronder weergegeven. Het schema laat zien dat er voldoende ruimte onder de kasgeldlimiet aanwezig was.

x € 1.000
Kasgeldlimiet (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen (3) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-)
1e kwartaal 2024 111 15.867 -15.756
2e kwartaal 2024 0 20.216 -20.216
3e kwartaal 2024 0 26.808 -26.808
4e kwartaal 2024 0 23.045 -23.045
(4) gemiddelde 28 21.484 -21.456
(5) Begrotingstotaal (primaire begroting) 104.736
(6) Percentage regeling 8,5%
(7) = (5 x 6) Kasgeldlimiet 8.903
(8a) = (7>4) ruimte onder de kasgeldlimiet 30.359
(8b) = (4>7) overschrijding van de kasgeldlimiet

Toelichting kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Toelichting kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
Op dit moment hebben wij voldoende liquide middelen beschikbaar. Deze staan bij de Staat (schatkist). We verwachten dat we de geplande uitgaven voor investeringen voor het komende jaar op kunnen vangen met de huidige middelen. We blijven binnen de ruimte van de kasgeldlimiet. We houden het komende jaar de uitgaven van onze investeringen in de gaten om zo te bepalen of en wanneer wij een nieuwe langlopende lening nodig hebben. 

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op basis van het werkelijke volume is onze gemeente in 2024 binnen de renterisiconorm gebleven.

x € 1.000
Renterisiconorm en renterisico Werkelijk 2024 Begroot 2025 Begroot 2026 Begroot 2027 Begroot 2028
Renterisico op vaste schuld
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a -1b) 0 0 0 0 0
3. Aflossingen 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
4. Renterisico (2 + 3) 3.345 3.345 3.345 3.345 3.345
Renterisiconorm
5. Volume totale lasten in begroting en rekening (excl. bestemming reserves) 105.157 104.859 98.010 97.891 98.605
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% 20%
7. Renterisiconorm (5 x 6) 21.031 20.972 19.602 19.578 19.721
Toets renterisiconorm
8. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7 - 4) 17.686 17.627 16.257 16.233 16.376

Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

Terug naar navigatie - Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

De rentedragende leningen bestaan voornamelijk uit aan (voormalig) ambtenaren verstrekte hypothecaire geldleningen. De portefeuille krimpt omdat gemeenten geen hypothecaire geldleningen meer mogen verstrekken aan hun personeel. Jaarlijks wordt hier op afgelost. Hierdoor stijgen onze geldmiddelen. Het risico op de portefeuille is relatief klein, vanwege de hypothecaire zekerheden die tegenover de geleende gelden staan. Er is wel sprake van een (beperkt) renterisico omdat geldnemers hun rentevoorwaarden (kosteloos) kunnen aanpassen gedurende de looptijd. Echter, de meeste geldnemers hebben inmiddels hun rechten om de rentevoorwaarden aan te passen verbruikt.
Daarnaast hebben we verschillende (indirecte) garanties afgegeven. Op deze garantstellingen wordt in de regel regulier afgelost door de geldnemers. Met betrekking tot de gegarandeerde leningen betreft het veelal geldnemers in de zorg, sociale woningbouw of (sport)verenigingen. Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat, kan het kredietrisico voor de gemeente als minimaal worden beschouwd.

x € 1.000
Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Restant schuld ultimo 2024
Rentedragende leningen overig 579
Gegarandeerde geldleningen (100%) 2.034
Indirect gegarandeerde geldleningen (WSW-achtervang 50% van € 45.835) 22.918
Totaal 25.531

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

De gemeente hanteert een integrale financieringssystematiek. Dat wil zeggen dat we steeds kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente op enig moment. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling wordt goed gekeken naar de liquiditeitsbehoefte en wordt deze afgezet tegen de opgave om de schuldpositie te verbeteren in absolute zin. Uitgangspunt daarbij is een beheersbare schuld waarop op reguliere basis aflossingen plaatsvinden. 

x € 1.000
Vaste schuld Werkelijk Begroot
Stand 1-1-2024 41.852 41.852
Reguliere aflossing en herfinanciering
Te herfinancieren op begrotingsbasis
Reguliere aflossing 3.345 3.345
Stand 31-12-2024 38.507 38.507

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Het verloop van onze leningenportefeuille is hieronder weergegeven.

x € 1.000
Leningenportefeuille 1-1-2024 Aflossing 31-12-2024 Rentepercentage
Leningnummer 201601 (BNG 347) 34.852 2.845 32.007 3,440%
Leningnummer 201602 (BNG 348) 4.000 4.000 1,940%
Leningnummer 200901 (ASN 291) 3.000 500 2.500 4,165%
Totaal 41.852 3.345 38.507

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte (financieringstekort of -overschot) geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk is. In het onderstaande overzicht is onder de vaste activa een bedrag opgenomen van € 21 miljoen aan Schatkistbankieren. Dit bedrag is beschikbaar voor financiering en daarmee hebben wij geen financieringsbehoefte. 

x € 1.000
Financieringsbehoefte Stand per 31-12-2024 incl. rekening resultaat 2024 31-12-2024 31-12-2023
Reserves 57.750 53.027 46.028
Voorzieningen 6.568 6.568 6.204
Vaste geldleningen 38.507 38.507 41.852
Totaal 102.825 98.102 94.084
Vaste activa 95.633 95.633 91.052
Voorraden 11.600 11.600 12.207
Totaal 107.233 107.233 103.259
Financieringstekort (-) cq. overschot (+) -4.408 -9.131 -9.175

Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

In het volgende renteschema is uiteengezet hoe voor 2024 de rente is toegerekend. Het saldo tussen de rente die is doorberekend aan de taakvelden en de werkelijk te betalen rente is verantwoord op het taakveld treasury. Het taakveld treasury is opgenomen in het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

x € 1.000
Renteschema Werkelijk 2024 Begroot 2024
a. De externe rentelasten over de korte en lange termijn 1341 1.369
b. De externe rentebaten 798 654
Totaal door te berekenen rente 543 715
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 336 292
Saldo door te berekenen rente 207 423
d. Rente over eigen financieringsmiddelen
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 922 922
f. Renteresultaat op het taakveld treasury -715 -499

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Omschrijving (toelichting)

Het EMU-saldo is het saldo van inkomsten en uitgaven met derden van de gemeente op transactiebasis in een bepaalde periode. Eenvoudig gezegd geeft het EMU-saldo aan of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven is dan er in dat jaar is binnengekomen, of dat er netto geld overgehouden is. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van de gemeente.

Het EMU-saldo van één jaar zegt relatief weinig, Een structureel negatief EMU-saldo is echter wel reden tot zorg; dit geeft aan dat de gemeente jaar-op-jaar meer geld uitgeeft dan de gemeente ontvangt. Andersom kan het ook onwenselijk zijn dat het EMU-saldo enkele jaren op rij een flink positief saldo vertoont. Dit geeft immers aan dat de gemeente mogelijk overhoudt, terwijl het geld besteed kan worden aan voorzieningen in de gemeente.

Het EMU-saldo vervult een rol bij de afspraken die in Europees verband zijn gemaakt over het toegestane maximale tekort ervan op nationaal niveau om de overheidsfinanciën in de Eurozone robuust te houden. In Nederland geldt een macro EMU-tekort voor de decentrale overheden van 0,27 procent van het bruto binnenlands product per jaar. 

Vier scenario's uitgelegd
Bij de gemeente kunnen zich vier scenario’s voordoen. Hierbij wordt benadrukt dat het bij het beoordelen van de scenario’s vooral gaat om de meerjarige ontwikkeling van het EMU-saldo.

Het EMU-saldo is positief:
De gemeente krijgt via reële transacties meer geld binnen dan dat ze uitgeeft. Dit schept ruimte om schulden af te lossen, te sparen en de reservepositie te verhogen. Daarmee draagt de gemeente positief bij aan het EMU-saldo van Nederland. 

Het EMU-saldo grenst aan 0:
De gemeente krijgt via reële transacties ongeveer evenveel geld binnen als dat er wordt uitgegeven.

Het EMU-saldo is negatief:
De gemeente geeft via reële transacties meer geld uit dan dat erbinnen komt. De gemeente zal schulden moeten maken, leningen moeten aantrekken, of het gespaarde geld moeten aanspreken. Ook kan het zijn dat het eigen vermogen (reserves) afneemt. Hierdoor draagt de gemeente negatief bij aan het EMU-saldo van Nederland.
Maar blijft onder de referentiewaarde: aangezien het EMU-saldo onder de referentiewaarde valt, is de bijdrage van de gemeente aan het EMU-saldo geen aandachtspunt mits de andere overheden zich ook aan hun referentiewaarden houden.

Het EMU saldo overschrijdt de referentiewaarde:
Als het EMU-saldo boven de referentiewaarde uitstijgt, is de bijdrage van de gemeente aan het landelijke EMU-saldo een aandachtspunt. 

Gemeente Weststellingwerf heeft een positief EMU-saldo
Het EMU-saldo voor onze gemeente is positief: € 1.364.000

Excel-tabel

x € 1.000
EMU-saldo Rekening 2024
1. (+) Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c). 4.723
2. (-) Mutatie (im)materiële vaste activa 4.331
3. (+) Mutatie voorzieningen 365
4. (-) Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -607
5. (-) Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa 0
Berekend EMU-saldo 1.364

Paragraaf Bedrijfsvoering

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering

 

Portefeuillehouder(s)

Van de Nadort en Hoen

Organisatie

Advies & Ondersteuning

De onderdelen inkoop & aanbesteding en informatisering & automatisering worden toegelicht in de paragraaf OWO-samenwerking.

Privacy en informatieveiligheid

Terug naar navigatie - Privacy en informatieveiligheid

Een betrouwbare informatievoorziening is noodzakelijk voor het goed functioneren van de gemeente en de basis voor het beschermen van rechten van personen en bedrijven. Zonder actuele, betrouwbare en beschikbare informatie kunnen wij onze taken niet naar behoren vervullen. Een goede bescherming van (persoons)gegevens en privacy kan alleen als de informatiebeveiliging op orde is. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat de gemeente hun privacy waarborgt en de persoonlijke levenssfeer respecteert. De gemeente zoekt daarbij naar een goede balans tussen de te treffen maatregelen en het behouden van een goede en efficiënte dienstverlening, een transparant proces en acceptabele kosten. Dit vereist een integrale aanpak, goed opdrachtgeverschap en eigenaarschap, en risicobewustzijn van iedereen binnen de organisatie. Ieder organisatieonderdeel is betrokken bij het zorgvuldig en veilig omgaan met (persoons)gegevens en informatie. Verantwoord en bewust gedrag van medewerkers is essentieel.

In het jaar 2024 zijn we gestart met de verdiepende beleidsstukken op het gebied van informatiebeveiliging en privacy door te vertalen naar de praktijk. Er is op managementniveau overleg gevoerd over de kijk op het inbedden van informatiebeveiliging en privacy binnen de gemeente. Ook is er gestart met het geven van een basistraining voor nieuwe medewerkers. Hierdoor krijgt elke nieuwe medewerker een basis mee op het gebied van informatiebeveiliging en privacy en maken zij persoonlijk kennis met de medewerkers van het cluster privacy en informatiebeveiliging.

Terugkomend is het onderdeel vergroten van de bewustwording onder de medewerkers. Hiervoor is onder andere nano-learning ingezet, zijn phishing testen uitgevoerd en er is een ethisch hacker uitgenodigd voor een lezing. Daarnaast zijn we gestart met de harmonisatie van informatiebeveiligingsbeleid in OWO-verband.

Tenslotte hebben we de jaarlijkse verantwoording via de zelfevaluatie ENSIA, de zelfevaluatie BRP en de zelfevaluatie Reisdocumenten afgelegd.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Rechtmatig handelen is voor een overheidsorganisatie een belangrijk uitgangspunt. De gemeentelijke processen zijn ingericht om onder meer de rechtmatigheid te waarborgen en de risico's te beheersen. De verbijzonderde interne controle is er onder meer op gericht om de rechtmatigheid te onderzoeken en daarmee bij te dragen aan de kwaliteit van onze organisatie. 

Interne controle 
In 2024 zijn de (verbijzonderde) interne controles uitgevoerd op basis van het door de raad vastgestelde controleprotocol inclusief normenkader en het jaarplan verbijzonderde interne controle 2024. De controles zijn in het jaarplan opgenomen op basis van de financiële omvang, risicoanalyses en relevante wet- en regelgeving en zijn afgestemd met de accountant. De controles in het jaarplan vormen naast overige controlewerkzaamheden de onderbouwing voor de rechtmatigheidsverantwoording over 2024. De aanbevelingen voorkomend uit de verbijzonderde interne controles over 2024 worden gemonitord en worden twee keer per jaar via het actieregister aangeboden aan de controlecommissie. 

Uit de (verbijzonderde) interne controles komt naar voren dat we hebben gehandeld conform de wet Fido. Voor een toelichting volstaan wij met een verwijzing naar de paragraaf financiering. Uit de (verbijzonderde) interne controles komen geen concrete aanwijzingen naar voren van het veelvuldig niet naleven of onjuist documenteren en/of motiveren van de normen gids proportionaliteit. 

Accountantscontrole 
De accountant heeft in het najaar de interim-controle 2024 uitgevoerd. Naar aanleiding van de bevindingen uit de interim-controle heeft de accountant enkele aanbevelingen meegegeven. De aanbevelingen worden gemonitord en twee keer per jaar via het actieregister aangeboden aan de controlecommissie.  In januari 2025 is de controlecommissie geïnformeerd over de uitkomsten van de interim-controle en de hieruit voortgekomen aanbevelingen. De accountant geeft bij de jaarstukken van de gemeente een verklaring over de getrouwheid van de jaarrekening. 

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Met ingang van 2023 is de invulling van de accountantsverklaring gewijzigd en legt het college verantwoording af over de rechtmatigheid in de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening. De rechtmatigheidsverantwoording valt, als onderdeel van de jaarrekening, onder het getrouwheidsoordeel van de accountant.   

In de rechtmatigheidsverantwoording is opgenomen dat de omvang van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en de balansmutaties niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor vastgestelde verantwoordingsgrens van € 3.336.686. Conform de Kadernota rechtmatigheid en op basis van de afspraken met de raad worden de afwijkingen boven de rapportagegrens van € 167.000 hieronder toegelicht:

  • In de beoordeling van het begrotingscriterium is een aantal begrotingsonrechtmatigheden geconstateerd voor in totaal € 3.877.000.  

    Er zijn in vier programma's lastenoverschrijdingen vastgesteld voor in totaal € 3.485.000. Het totaal aan lastenoverschrijdingen dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee als acceptabel is geduid bedraagt 2.036.000. Er is daarnaast in het programma overzicht kosten overhead een lastenoverschrijding van € 971.000 vastgesteld welke niet past binnen het vooraf vastgestelde beleid van de raad en is daarmee niet-acceptabel. Voor een toelichting verwijzen we naar de financiële analyse in het programma overzicht kosten overhead in de jaarrekening. Het resterende saldo aan lastenoverschrijdingen bestaat voor € 476.000 uit individuele lastenoverschrijdingen onder de rapportagegrens.  

    In de beoordeling van het begrotingscriterium zijn er acht overschrijdingen van de investeringskredieten vastgesteld voor in totaal € 239.000. De individuele overschrijdingen van de investeringskredieten zijn kleiner dan de rapportagegrens.  

    In de beoordeling van de reservemutaties zijn er vier ongeautoriseerde reservemutaties vastgesteld voor in totaal € 153.000. Hiervan past € 109.000 aan  reservemutaties binnen het vooraf vastgestelde beleid en is daarmee als acceptabel aangeduid. De overige individuele ongeautoriseerde reservemutaties zijn kleiner dan de rapportagegrens.

  • In de uitgevoerde verbijzonderde interne controles is een aantal afwijkingen (onrechtmatigheden) geconstateerd in het proces van inkoop- en aanbestedingen. De onrechtmatigheden bedragen in totaal € 957.000 en zijn veroorzaakt doordat inkopen ten onrechte niet Europees zijn aanbesteed. Het gaat hierbij om € 408.000 aan onrechtmatigheden die in 2023 zijn geconstateerd en (deels) doorwerken naar 2024. Hiervoor is in 2024 (de voorbereiding voor) een Europese aanbesteding gestart. De overige onrechtmatigheden zijn in 2024 ontstaan en hiervoor zijn in 2024 ook acties in gang gezet om conform de wet- en regelgeving te handelen. Daarnaast is een onrechtmatigheid geconstateerd bij een gemeenschappelijke regeling waarvan ca € 60.000 doorwerkt naar onze gemeente.   

Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur

Terug naar navigatie - Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid bestuur

Op basis van de verordening  artikel 213A van de Gemeentewet voeren wij intern onderzoek uit naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid. In 2024 hebben wij intern één onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid uitgevoerd. De uitkomsten van het interne onderzoek hebben wij gedeeld met de controlecommissie. De opvolging van de aanbevelingen die daarin zijn gedaan monitoren we intern. Hierover rapporteren wij de controlecommissie tweemaal per jaar.

Continuïteit

Terug naar navigatie - Continuïteit

Personeel
Op de Nederlandse arbeidsmarkt is veel vraag naar gekwalificeerd personeel. Ook in onze regio merken we dat. Mensen die actief zoeken naar een nieuwe baan, hebben vaak keuze uit meerdere nieuwe werkgevers. Hierdoor blijft het een uitdaging om de juiste mensen te vinden en aan ons te binden. Daarbij hebben we bij bepaalde vakgebieden te maken met:

  • Blijvend hoog verloop: 
    Medewerkers veranderen vaker en sneller van baan, wat leidt tot een hoog verloop in organisaties.
  • Gemeenten zijn elkaars concurrenten: 
    Gemeenten hebben te maken met dezelfde uitdagende arbeidsmarkt, waardoor ze voor veel functies elkaars concurrent zijn.
  • Voorkomen 'schijnzelfstandigheid' zzp'ers: 
    Sinds 1 januari 2025 moeten we schijnzelfstandigheid van zzp'ers actief voorkomen. Sommige tijdelijke functies, zoals ter vervanging bij ziekte, zijn niet meer geschikt voor een zzp'er. Hierdoor is het soms nog lastiger passende tijdelijke krachten te vinden.

De organisatie blijft zich richten op het vinden, binden en boeien van gekwalificeerd personeel. Hiervoor zetten we steeds vaker sociale media in, zoals LinkedIn en onze eigen website voor vacatures. 

Financiële positie
In de risicoparagraaf hebben wij de gemeentelijke risico's beschreven en gekwantificeerd. Daarbij hanteren we als norm voor het weerstandsvermogen dat wij minimaal tweemaal de omvang van de risico's in de Algemene Reserve hebben. Verder is de solvabiliteit goed en verwachten we voor 2025 een positief financieel perspectief. In 2026 krijgen we te maken met het ravijnjaar. Vanaf 2026 krijgen gemeenten onvoldoende geld van het rijk om hun taken uit te voeren. Dit heeft onze aandacht en we werken nu via een ombuigingsproces weer toe naar een sluitend meerjarenperspectief.

Continuïteit ICT
In 2024 hebben we verdere stappen gezet om de complexiteit en kwetsbaarheid van het ICT-landschap te verminderen. Door de migratie van meer applicaties naar de cloud en het uitfaseren van een groot deel van de legacy-systemen, is de beheersbaarheid verbeterd en de afhankelijkheid van verouderde technologieën verkleind.

De ingezette lijn om de ICT-omgeving te moderniseren en te standaardiseren draagt bij aan een stabielere, veiligere en minder complexe infrastructuur. In 2024 zijn opnieuw geen grote veiligheidsrisico's of ernstige verstoringen in de infrastructuur geconstateerd. De continue aandacht voor security en bewustwording binnen de organisatie blijft een belangrijk aandachtspunt.

 

Fraude

Terug naar navigatie - Fraude

Fraude is bij voorbaat niet uit te sluiten. Frauderisico's krijgen binnen onze organisatie op verschillende manieren aandacht. Er zijn in onze organisatie diverse maatregelen aanwezig in de processen om fraude zoveel mogelijk te beperken. De maatregelen worden door middel van (verbijzonderde) interne controles getoetst waarmee de kwaliteit van de interne beheersing op het gebied van fraude wordt gewaarborgd.

Over 2024 is de frauderisicoanalyse opgesteld (hard-controls) en hebben er frauderisicoanalyse besprekingen plaatsgevonden (soft-controls). Hieruit kan worden geconcludeerd dat er in 2024 op verschillende aspecten binnen de gemeente aandacht is geweest voor frauderisico's. Wij hebben geen concrete aanwijzingen of vermoedens dat zich fraudes hebben voorgedaan in boekjaar 2024.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

4 van de 6 ontwikkellijnen van het organisatieplan zijn in 2023 afgerond. In 2024 is er verder invulling gegeven aan de 2 resterende ontwikkellijnen: Veranderende dienstverlening en Professionaliteit & Wendbaarheid. 

Veranderende dienstverlening
Deze ontwikkellijn vraagt meerdere jaren van ontwikkeling. Er is een start gemaakt met het actualiseren van de visie op dienstverlening. De leidende principes vertalen we naar gewenste houding, gedrag en competenties. Deze stap vraagt van elk team iets in gedrag en acties, maar kan in het dagelijks werk verschillen per team en functie. We zijn dit organisatie-breed samen aan het ontdekken en ontwikkelen. 

Wendbaarheid & Professionaliteit
Deze ontwikkeling sluit aan bij veranderende dienstverlening. We investeren in het vermogen in onze organisatie om te anticiperen op steeds veranderende vragen, kansen en ontwikkelingen uit de samenleving. Dit noemen we wendbaar werken. We investeren hierin om toegevoegde waarde te kunnen blijven leveren in onze dienstverlening.
We ‘laden’ deze ontwikkellijn met een leiderschapsprogramma en opleidingen gericht op de beschreven verwachtingen die horen bij de zelfstandige professional, teamleider en directie. Een belangrijk thema bij het leiderschapsprogramma is de teamontwikkeling van deze groep: aandacht voor horizontaal sparren, elkaar vinden en kennisdelen.

Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Terug naar navigatie - Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Op het gebied van HR-dienstverlening is er in 2024 een aantal ontwikkelingen geweest.

We hebben een aantal HRM-processen gedigitaliseerd en verbeterd. Leidinggevenden en medewerkers kunnen steeds meer zelf aanvragen via self service. Een aantal aanvragen kan zelfs heel eenvoudig via een app op de mobiel. 

In OWO-verband hebben we meerdere regelingen en processen geharmoniseerd. Werkprocessen zijn hierdoor verder gestandaardiseerd. 

In aanloop naar 2025 zijn er nieuwe afspraken gemaakt om het Individueel Keuzebudget in te zetten om de persoonlijke gezondheid te verbeteren. Vanaf 2025 zijn deze keuzes beschikbaar voor de medewerkers.  

Verder hebben  we stappen gezet in het opzetten van een wervings- en selectiebeleid. Hierin staat onder andere beschreven op welke manier de organisatie nieuw personeel kan aantrekken (vinden) en behouden (binden en boeien).  

In de gesprekcyclus stonden de bedrijfsbrede thema's 'eigenaarschap' en 'integraal werken/samenwerken' centraal.

 

Ziekteverzuim 
Het verzuimpercentage over 2024 is uitgekomen op 7,35 %. 

Personeelsbudget
Op het beschikbare salarisbudget (eigen personeel en inhuur) en begrote personele budgetten (zoals opleidingsbudget) hebben we een overschrijding. Daarnaast heeft er een storting plaatsgevonden voorziening RVU en voorziening Verlofsparen.  Ook hebben enkele werknemers de organisatie verlaten welke voor een extra last hebben gezorgd. Dit samen zorgt voor een resultaat van - € 1.267.000.

Paragraaf OWO-samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Samen sterker, dat is de OWO-samenwerking. De samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op beleidsmatige terreinen waar dit vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

In 2024 is de OWO-bestuursovereenkomst geactualiseerd zodat deze beter aansluit op de huidige OWO-samenwerking, minder gaat over het oprichten van de OWO-afdelingen en meer gericht is het continueren en optimaliseren van de samenwerking. De OWO-klankbordgroep is tweemaal bijeengekomen en er zijn twee themabijeenkomsten georganiseerd, over het Omgevingsplan en over ICT. De 3e bijeenkomst is niet doorgegaan wegens te weinig aanmeldingen.

Actuele thema's binnen de OWO-samenwerking

Terug naar navigatie - Actuele thema's binnen de OWO-samenwerking

Bodemplaatonderzoek OWO-VTH en OWO-B&R
Eerder hebben we onderzoek gedaan wat er nodig is om de OWO-afdeling Bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. In 2024 zijn we een soortgelijk onderzoek gestart voor OWO-afdelingen Beheer & Registratie (B&R) en Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH). De uitkomsten verwachten we in het 1e kwartaal van 2025.

Digitale dienstverlening
Binnen de OWO werken we continue aan de verbetering van de dienstverlening. In 2024 hebben we daarom de volgende zaken opgepakt:  

  • Alle medewerkers zijn overgegaan naar Microsoft 365.
  • De overstap naar een nieuwe kernapplicatie voor het Sociaal domein en Belastingen is nog niet geheel afgerond. Onder andere personele wisselingen intern én bij de aanbieder, zorgen voor vertraging. Naast de overstap naar nieuwe kernapplicaties betekent dit ook wat voor de medewerkers die ermee moeten werken. We onderzoeken hoe we het beheer van de nieuwe applicaties goed kunnen oppakken en leiden de medewerkers op te werken vanuit de nieuwe systemen. Afronding van beide applicaties volgt in 2025.
  • We werkten hard aan verbetering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Samen met de gemeente Leeuwarden hebben we een regelanalist aangetrokken die aan de slag is het DSO beter en begrijpelijker in te richten. Deze omvangrijke klus loopt nog door in 2025.
  • We hebben grote stappen gemaakt in het wegwerken van de achterstanden bij het archief. We verwachten dit project in 2025 af te ronden.
  • Wij zijn aangesloten op de MijnOverheid berichtenbox. We versturen de WOZ aanslagen via de berichtenbox. De komende periode gaan we het aantal producten die we via MijnOverheid versturen uitbreiden. 

Datagedreven werken, Kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid
Datagedreven werken, Kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid worden steeds actuelere onderwerpen binnen de OWO-samenwerking. We werken aan een datastrategie voor de OWO-gemeenten en zetten in op  bewustwording bij medewerkers. Daarnaast hebben we:

  • De eerste data dashboards (monitors) opgesteld om zo teams efficiënter met behulp van inzichtelijke data te laten werken. Denk hierbij aan een monitor bij VTH en bij gebiedsteams.
  • De werkgroep A.I. opgericht om de ontwikkeling van Kunstmatige intelligentie te volgen, vraagstukken op te pakken rondom A.I. en advies te geven op welke wijze we veilig gebruik kunnen maken van A.I.
  • De invoering van de Woo (wet open overheid) en de Wmbev (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) opgepakt om zo te voldoen aan beide wetten.
  • Besloten in OWO-verband te werken aan nieuw informatieveiligheidsbeleid. Daarnaast willen we voldoen aan de BIO II, het nieuwe kader voor de overheid voor informatiebeveiliging. In 2025 hopen we dit nieuwe beleid aan u voor te leggen voor vaststelling.

Inkoop, aanbesteden en verzekeren 
We werken in OWO-verband samen aan zowel inkoop, aanbesteden en verzekeren. In het Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MOVI) actieplan hebben we afspraken gemaakt hoe we binnen de OWO verdere stappen kunnen zetten op het gebied van maatschappelijke inkoop. Daarnaast hebben we in 2024 binnen OWO gewerkt aan de volgende zaken.

  • Bij zowel de gebiedsteams, de aanbieders én de backoffice Sociaal domein is veel werk verzet om de nieuwe Inkoop Jeugd vanaf 1 januari 2025 goed van start te laten gaan.
  • Het contractbeheer is verder geprofessionaliseerd en het verzekeringsbeleid is in OWO opnieuw vastgesteld.

De omgevingswet, APV en omgevingsplannen
In 2024 is de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. Om deze nieuwe wet goed binnen OWO te organiseren is er een aantal zaken opgepakt:

  • Er zijn collega’s vrijgemaakt die vragen van inwoners over de nieuwe wet konden beantwoorden.
  • We hebben afgesproken in OWO-verband de omgevingsplannen op te stellen.
  • We hebben in OWO-verband sneltoetscriteria afgesproken om zo sneller een vergunning te kunnen verlenen voor kleinere werkzaamheden.
  • We stemmen regelmatig af met de Fumo over de nieuwe taakverdeling en hoe we hier gezamenlijk goed uitvoering aangeven. 
  • We werken aan de aanpassing van de APV zodat deze goed aansluit op de nieuwe omgevingswet. We hadden de hoop dit in 2024 af te ronden, maar dit is niet gelukt. Besluitvorming wordt verwacht in de eerste helft van 2025.

Het VTH beleidsplan, ondermijning en veiligheid
We zien bij VTH een verschuiving van onderwerpen die veel tijd vragen. Zo hebben we in 2024 veel tijd gestoken in leefbaarheid, burenruzies, statushouders en ondermijning. Ook zien we steeds meer soevereinen in onze regio. Dit kost VTH ook steeds meer tijd en inzet. De extra beschikbaar gestelde middelen voor toezicht en handhaving zijn zeer welkom gebleken.

We hebben het afgelopen jaar veel inzet gepleegd op:

  • Het trainen van medewerkers zodat zij hun werk veilig kunnen doen. Denk hierbij aan de RTGB (Regeling toetsing geweldbeheersing buitgewoon opsporingsambtenaren) trainingen.
  • De maandelijkse ondermijningsdag in één van de drie OWO-gemeenten. Dit zijn integrale acties met diverse professionals om ondermijning tegen te gaan.  
  • Het uitvoeren van controles op o.a. illegale bewoning, prostitutie en uitbuiting en huisvesting.
  • De voorbereiding, vergunningverlening en toezicht rondom evenementen. We hebben afgesproken in OWO-verband te werken aan nieuw Evenementenbeleid.    

Het VTH beleidsplan liep tot eind 2024. In het eerste kwartaal van 2025 ontvangt u daarom een voorstel het beleidsplan te verlengen tot 2026 om zo het vierjarige plan gelijk op te laten lopen met de collegeperiode.

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij hebben een aantal taken ondergebracht in samenwerkingsverbanden waarin meerdere gemeenten en/of andere instellingen participeren. Het gaat hier om deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen. De samenwerkingsvormen worden aangeduid met het begrip "verbonden partijen''. Hieronder wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt.

Visie op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Visie op verbonden partijen

Onze visie op verbonden partijen is gebaseerd op het uitgangspunt dat onze gemeente alleen participeert in verbonden partijen als daarmee de publieke taak is gediend. Er zijn diverse redenen om deel te nemen aan een verbonden partij. In de gemeenschappelijke regeling of in de statuten (van een stichting of vennootschap) staat telkens de doelstelling van de betreffende rechtspersoon geformuleerd.
Hoewel dat niet bij elke samenwerkingsvorm expliciet wordt vermeld, gaat het veelal om:

  • Efficiency voordeel door grotere schaal;
  • Risicospreiding;
  • Grotere machtspositie ten opzichte van andere partijen in de markt;
  • Onvoldoende capaciteit (kwalitatief en kwantitatief) in eigen huis;
  • Beter kunnen voldoen aan wet- en regelgeving.
  • Wettelijke verplichting.

Zeggenschap in de praktijk

Terug naar navigatie - Zeggenschap in de praktijk

De invloed van de gemeenten verloopt via besturen van stichtingen, gemeenschappelijke regelingen, aandeelhouders en de raden van commissarissen en toezicht. In het bestuur van die stichtingen en ondernemingen zijn wij vertegenwoordigd. Via dat bestuur wordt onze invloed aangewend als het gaat om sturing op onder andere financiën, risico’s en toekomstvisie. Het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur en dat brengt met zich mee dat de directe invloed per definitie beperkt is. Als zich een meerderheid vormt voor of tegen een voorstel dan is de stem van de enkeling niet doorslaggevend en zal de minderheid zich ook moeten schikken. De democratische controle op de in dit overzicht genoemde ‘partijen’ waarmee de gemeente zich verbonden heeft, ligt bij de gemeenteraad. In de besturen zitten in de meeste gevallen leden van ons college en die verantwoorden zich tegenover de raad op de gebruikelijke wijze.

 

Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Beleidsontwikkelingen enkele samenwerkingsverbanden

Veiligheidsregio Fryslân

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken.

Gezondheid 

Ontwikkelingen in 2024

Integraal Zorgakkoord: De GGD Fryslân is actief betrokken bij de uitvoering van de IZA-doelen en het regioplan. Dit heeft veel invloed op de capaciteit van de GGD. Ze nemen deel aan vergaderingen over onderwerpen zoals mentale gezondheid en samenwerking tussen zorg en sociaal domein. De GGD zorgt voor coördinatie, geeft advies en helpt bij het opstellen van het regioplan.

Samenwerking 3Noord: De samenwerking tussen de noordelijke GGD’en is het afgelopen jaar sterk verbeterd, vooral in de teams Forensische Geneeskunde, Infectieziektenbestrijding, Milieu en Gezondheid, Seksuele Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding. Deze samenwerking zorgt voor betere kwaliteit van dienstverlening, doordat teams kennis en expertise kunnen delen. Daarnaast wordt efficiënter gewerkt, wat leidt tot een betere inzet van middelen en budgetten. De samenwerking helpt ook om uitdagingen op de arbeidsmarkt aan te pakken, zoals het aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel.

Bestuurlijke opdracht: GGD Fryslân en de Friese gemeenten werken in een dynamische omgeving en moeten efficiënt omgaan met hun middelen door financiële druk. De Bestuurscommissie Gezondheid gaf GGD Fryslân de opdracht om integrale keuzes te maken voor de toekomst. In november 2024 werd een vervolgopdracht vastgesteld, met focus op huisvesting en het al dan niet uitvoeren van bepaalde taken. De uitwerking hiervan komt in 2025.

Wat is er bereikt in 2024:

De GGD heeft opnieuw de wettelijke taken uitgevoerd die vallen onder de Wet publieke gezondheid. Zo heeft de GGD op het gebied van de jeugdgezondheidszorg het rijksvaccinatieprogramma uitgevoerd en voorlichting en advies gegeven rond de ontwikkeling en het welzijn van kinderen (van -9 tot 18 jaar). Daarbij is ingezet op het versterken van de veerkracht van ouders. Ook was er meer aandacht voor mentale gezondheid en verzuimpreventie in het voortgezet onderwijs.  In 2024 was er een toename van soa's, zoals gonorroe en het gebruik en anticonceptie nam af, vooral onder jongeren. Daarom heeft de GGD een studentenspreekuur opgezet op NHL Stenden, samen met het team Reizigersvaccinaties.

Het programma "Nu Niet Zwanger" heeft vooruitgang geboekt. Het anticonceptiebudget werd met 11% overschreden door de grotere vraag. 

Voor volwassenen heeft de GGD ingezet op stoppen met roken met het programma "Rookvrije Generatie Fryslân" en de wijkaanpak "In Gesprek Over Roken". Veel Friezen zijn begeleid naar stopprogramma's.  

Op het gebied van ouderengezondheidszorg is er verder gewerkt aan de visie die in 2023 is vastgesteld. Er is een toolkit ontwikkeld en er wordt gewerkt met het programma Fitaal Wiis. Ook heeft de GGD bijgedragen aan de Woon-Zorg- en Welzijnsvisie in de Friese woondealregio's. 

Verder zijn in 2024 de vierjaarlijkse gezondheidsmonitors uitgevoerd onder jongvolwassenen (16-25), volwassenen (18-64) en ouderen (65+). Ook is de Gezondheidsatlas gelanceerd, die inzicht geeft met behulp van dashboards, kaarten en grafieken. Om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren en efficiënter te werken zijn de drie noordelijke GGD'en meer gaan samenwerken, met als werknaam 3Noord. 

Samen met GGZ Friesland heeft de GGD een meerjarenplan opgesteld voor suïcidepreventie. Via social media werd er meer bekendheid gegeven aan initiatieven voor suïcidepreventie. Verder heeft de GGD gewerkt aan de versterking van infectieziektebestrijding en pandemische paraatheid. 

 Het beschermen en bevorderen van gezondheid heeft met de ingang van de Omgevingswet een integrale plek gekregen in besluiten over inrichting van de leefomgeving. De GGD heeft in 2024 haar beleidsadviesrol hierin versterkt. 

Crisisbeheersing

In 2024 heeft de Veiligheidsregio Fryslân te maken gehad met verschillende typen crises, waarvan sommige grootschalig of langdurig. Een voorbeeld hiervan is de coördinatie van de vogelgriep uitbraak in de provincie.

Voor het borgen en professionaliseren van de crisisbeheersing hebben alle 25 Veiligheidsregio’s structureel extra BDUR-middelen (Brede Doel Uitkering Rampenbestrijding) ontvangen. Deze gelden zorgen voor het versterken van de afdeling crisisbeheersing en de crisisorganisatie in Fryslân.

De formatie van de afdeling crisisbeheersing is uitgebreid. De extra toegekende BDUR-middelen zijn ook bedoeld voor het versterken van de informatiepositie van Veiligheidsregio’s. In 2024 is verder gewerkt aan de inrichting van een 24/7 Veiligheidsinformatieknooppunt Fryslân (VIK Fryslân) en is het gelukt om een volledig vakbekwaamheidsprogramma uit te voeren. Op het gebied van planvorming zijn de nieuwe deelplannen Bevolkingszorg en Crisiscommunicatie vastgesteld, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van de crisisorganisatie te verhogen.

Brandweer

De Brandweer Fryslân had in 2024 een vergelijkbaar druk jaar ten opzichte van 2023 wat betreft het aantal incidenten. Brandweer Fryslân wordt steeds vaker geconfronteerd met nieuwe vraagstukken vanwege de energietransitie. Het brengt andere, nieuwe veiligheidsrisico’s met zich mee waar de brandweer zich zo goed mogelijk op voorbereidt.

De urgentie van het thema natuurbrandbeheersing is in 2023 erkend, zowel landelijk als regionaal. In Friesland is in 2023 een convenant ‘Natuurbrandbeheersing Fryslân’ opgemaakt en ondertekend. In 2024 heeft de brandweer, samen met betrokken partijen, de afgesproken inspanningen uitgewerkt en uitgevoerd.

Werving en selectie van vrijwilligers en repressieve beroepsmedewerkers op regionaal niveau verliep voorspoedig in 2024 en in het licht van de arbeidsmarkt is dat erg positief te noemen. Tot slot was Brandweer Fryslân ook in 2024 wederom goed in staat om te voldoen aan de vraag naar advisering in het kader van brandveiligheid, evenementen en omgevingsveiligheid.

Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving (FUMO)

De FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouiwing) is de Friese organisatie voor de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving en specialistische advies op het gebied van milieu en omgeving. Het aantal taken dat aan de FUMO wordt toebedeeld, wordt deels door de rijksoverheid bepaald (de basistaken) en is deels een bevoegdheid van de gemeente (de plustaken). Het jaar 2024 was het eerste jaar dat er onder de Omgevingwet werd gewerkt. We hebben gezien dat er nog veel zaken onder de oude systematiek (Wabo) afgehandeld moesten worden. Aan de hand van de ervaringen van afgelopen jaar wordt er continu geëvalueerd en zullen de processen waar nodig aangescherpt worden.

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken. 

Omrin

NV Afvalsturing Friesland, met handelsnaam Omrin, is de afvalverwerker van de gemeente Weststellingwerf. De aangesloten gemeenten hebben een leveringsplicht van huishoudelijk afval. Op Ecopark de Wierde staat een scheidings- en bewerkingsinstallatie waar ons huishoudelijk afval wordt verwerkt. Machines halen zoveel mogelijk herbruikbare afvaldeeltjes uit het huishoudelijk afval. Het doel is om in 2050 volledig circulair te zijn. Voor de komende jaren ligt de focus op het nog beter scheiden van restafval.

NV Fryslân Miljeu is de entiteit binnen Omrin die zich bezighoudt met de inzameling van afval afkomstig uit huishoudens en gaat ingaande 2025 de inzameling verzorgen in de gemeente Weststellingwerf. De raad heeft in januari 2024 ingestemd met de verwerving van aandelen in de NV Fryslân Miljeu. Deze aandelen hebben we in december 2024 daadwerkelijk verworven. Ingaande 2025 is NV Fryslân Miljeu daarmee ook een verbonden partij voor ons.

De Marrekrite

Voor de aanleg en het onderhoud van recreatieve voorzieningen in de provincie Fryslân is de Gemeenschappelijke Regeling ‘Recreatieschap Marrekrite’ ingesteld. De belangrijkste taak van ‘Recreatieschap Marrekrite’ is het onderhoud en beheer van meer dan 3.800 gratis aanlegplaatsen voor boten, en het wandel- en fietsknooppuntennetwerk.

Ook het aanleggen, aanpassen en uitbreiden van het fiets- en wandelknooppuntennetwerk is onderdeel van de werkzaamheden van ‘Recreatieschap Marrekrite’. Het gebruikelijke onderhoud van fiets- en wandelpaden blijft een taak van de provincie en de gemeenten.

In de regio Zuidoost Friesland wordt samengewerkt aan het ontwikkelen en verbeteren van specifieke routenetwerken, zoals ruiterroutes en ATB-routes. De expertise van 'Recreatieschap Marrekrite' op het gebied van landrecreatie wordt hierbij ingeschakeld.

‘Recreatieschap Marrekrite’ heeft er eind 2024 met het Routebureau Fryslân een extra taak bijgekregen. Het routebureau komt voort uit de opgave ‘Dagrecreatieve Netwerken’ als onderdeel van het beleidsprogramma Gastvrij Fryslân van de Provincie Fryslân. Deze opgave was erop gericht om het dagrecreatief aanbod in Fryslân goed vindbaar en beleefbaar te maken voor inwoners, toeristen, ondernemers en organisaties.

Verder wordt door onze gemeente samen met ‘Recreatieschap Marrekrite’ gewerkt aan de realisatie van drie TOP’s (Toeristische Overstappunten) in de gemeente. De realisatie één van deze TOP’s bevindt zich in de afrondende fase. De ontwikkeling van de andere twee TOP’s is inmiddels opgestart.

Welstandszorg Hûs en Hiem

De Gemeenten en Hûs en Hiem werken gezamenlijk aan een meer flexibele en klantgerichte werkwijze, zoals beoogd onder de Omgevingswet. Hiervoor is in 2024 een opdracht opgesteld voor de uitvoering van een onderzoek over de toekomstige borging omgevingskwaliteit Fryslân. Dit is een vervolg op het eerdere VFG traject. Dit onderzoek krijgt in 2025 een vervolg.

In 2024 zijn de nieuwe sneltoetscriteria vastgesteld door de drie gemeenteraden van de OWO-gemeenten. De nieuwe sneltoetscriteria zijn hierdoor een onderdeel van de huidige welstandsnota’s geworden. De oude sneltoetscriteria werden al lang niet meer gebruikt, omdat ze verouderd waren. In 2025 gaan we ook beginnen met het aanpassen van de rest van de welstandsnota van de gemeente Weststellingwerf. Om dit te kunnen financieren, is in 2024 budget toegekend. Eind 2024 vond het startoverleg plaats voor het aanpassen van de welstandsnota. In het eerste kwartaal van 2025 wordt hiervoor een plan van aanpak opgesteld.

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken. 

Gemeenschappelijke Regeling (GR) Sociale werkvoorziening Fryslân en Caparis NV
Voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) neemt de gemeente Weststellingwerf deel aan de GR Sociale werkvoorziening Fryslân. De GR is een samenwerkingsverband van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. Als uitkomst van de herstructurering SW bedrijf in 2019 is de GR SW Fryslân omgevormd tot een bedrijfsvoeringsorganisatie. De GR heeft jaarlijks minimale kosten voor bijvoorbeeld het opstellen van de jaarrekening en de facilitering van de bestuursvergaderingen.

Met ingang van 2020 is door de gemeente een dienstverleningsovereenkomst met Caparis aangegaan voor de duur van vijf jaar (tot en met 2024). In het kader van deze overeenkomst organiseert Caparis passende werkzaamheden voor inwoners met een Wsw-indicatie. Caparis rapporteert per kwartaal aan de gemeente over de uitvoering van de overeenkomst. In 2024 hebben we besloten de dienstverleningsovereenkomst te verlengen tot en met 2029. Eind 2024 is het addendum op deze dienstverleningsovereenkomst door alle partijen ondertekend.

Stichting Comprix

Stichting Comprix is verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs in de gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Opsterland. Zij bieden onderwijs aan ca. 4000 leerlingen verspreid over 35 scholen. Hieronder vallen ook twee scholen voor speciaal basisonderwijs en zes samenwerkings- of identiteitsrijke basisscholen. Stichting Comprix streeft naar toekomstbestendig onderwijs van hoge kwaliteit voor zoveel mogelijk kinderen in de landelijke regio Zuidoost Fryslân. Dit doen zij door algemeen toegankelijk, passend en thuisnabij onderwijs te bieden. Hiervoor werken zij jaarlijks aan de speerpunten die geformuleerd staan in het strategisch beleidsplan 2023-2026.

Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.

Weststellingwerf is lid van de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. (OVEF). OVEF verzorgt het onderhoud en beheer van de openbare verlichting. Daarnaast ligt voor Weststellingwerf het contractmanagement en het onderhoud van het beheersysteem van de publieke laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen bij OVEF. Tenslotte heeft OVEF in 2024 het zelflevermodel voor energie opgericht. Hiermee is OVEF de energieleverancier geworden voor de gemeente Weststellingwerf en de overige Friese overheden, waarbij zoveel mogelijk lokaal opgewekte energie aan de leden en afnemers geleverd wordt.

Bank Nederlandse Gemeenten

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) is een Nederlandse financiële instelling die zich richt op het verstrekken van krediet aan de publieke sector. De bank is eigendom van Nederlandse overheden, waaronder gemeenten, provincies en de staat. BNG Bank heeft als missie om bij te dragen aan een duurzamer Nederland door het financieren van projecten en activiteiten met een maatschappelijke impact.

In 2024 heeft BNG Bank verschillende belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt:

  • Financiële resultaten: De bank heeft in het halfjaarbericht een stijging in de nettowinst en groei van de lening portefeuille gerapporteerd.
  • Duurzaamheidsvooruitgang: BNG Bank heeft haar impactscore verder verbeterd en blijft werken aan het Klimaatplan Going Green om de CO2-uitstoot van haar kredietportefeuille en eigen organisatie te verminderen.
  • BNG is door het Global Finance Magazine uitgeroepen tot de nummer 3 veiligste bank ter wereld.

Deze ontwikkelingen onderstrepen de voortdurende inzet van BNG Bank voor financiële stabiliteit en aandacht voor duurzaamheid.

Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (Uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland) (SDF)

De Friese gemeenten streven naar maximale efficiëntie en effectiviteit in de uitvoering van de aan hen opgelegde wettelijke taken in het sociaal domein. Het algemene doel van SDF is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten. Alle 18 Friese gemeenten nemen deel aan deze GR. De inzet van SDF is opgebouwd uit een aantal onderdelen, waaraan de gemeenten naar verhouding bijdragen:

•    dienstverlening voor derden (bedrijfsvoering: instandhouding SDF, Zorg voor Jeugd Friesland, Foar Fryske Bern)
•    sociale integratie en achterstandsgroepen (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang)
•    maatschappelijke ondersteuning (beschermd wonen)
•    zorg voor jeugd (regionale jeugdzorg)

De inhoudelijke ontwikkelingen zijn verwerkt in programma 6, sociaal domein. In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de centrumregeling te verwerken. 

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Wij nemen deel in de volgende gemeenschappelijke regelingen, stichtingen , vennootschappen en centrumregeling:

1. Overzicht Gemeenschappelijke regelingen waarin de gemeente deelneemt 

Veiligheidregio Fryslân (VRF)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel door schaalvergroting
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang Exploitatiebijdrage 2024 Veiligheid € 1.766.767 Gezondheid € 1.773.640
Ontwikkelingen 2024

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken. 

De betrokkenheid van de GGD bij het Integraal Zorgakkoord, dat zich richt op het toekomstbestendig maken van de zorg.

De Samenwerking 3Noord is aanzienlijk geïntensiveerd en verbeterd.

De uitwerking van de bestuurlijke opdracht om balans te vinden tussen taken en middelen.

De formatie van de afdeling crisisbeheersing is uitgebreid. De extra toegekende BDUR-middelen zijn ook bedoeld voor het versterken van de informatiepositie van Veiligheidsregio’s. In 2024 is verder gewerkt aan de inrichting van een 24/7 Veiligheidsinformatieknooppunt Fryslân (VIK Fryslân) en is het gelukt om een volledig vakbekwaamheidsprogramma uit te voeren. Op het gebied van planvorming zijn de nieuwe deelplannen Bevolkingszorg en Crisiscommunicatie vastgesteld, waarmee wordt beoogd de kwaliteit van de crisisorganisatie te verhogen.

Vermogen  Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 9.527.000 € 81.044.000
31-12-2023 € 8.868.000     € 82.448.000
Resultaat 2023 € 562.000
Portefeuillehouder Portefeuillehouder veiligheid: Van de Nadort
Portefeuillehouder gezondheid: Zonderland
FUMO (Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving)
Vestigingsplaats Grou
Doel deelname Regionale Uitvoerings Dienst (RUD), expertisebundeling door samenwerken
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten
Belang

Exploitatiebijdrage 2024 € 516.114

Ontwikkelingen 2024

Het jaar 2024 was het eerste jaar dat er onder de Omgevingwet werd gewerkt. We hebben gezien dat er nog veel zaken onder de oude systematiek (Wabo) afgehandeld moesten worden. Aan de hand van de ervaringen van afgelopen jaar wordt er continu geëvalueerd en zullen de processen waar nodig aangescherpt worden.

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken. 

Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 1.206.775 € 3.823.687
31-12-2023 € 1.278.771 € 5.326.624
Resultaat 2023 € 71.996
Portefeuillehouder Den Hartigh
GR Hus en Hiem
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Kennis, inwinnen van deskundige en onafhankelijke adviezen
Deelnemers buiten Weststellingwerf De Friese gemeenten, behalve Tytsjerksteradiel
Belang In principe budgettair neutraal. Kosten worden in rekening gebracht bij aanvrager vergunning.
Ontwikkelingen 2024

In 2024 zijn de nieuwe sneltoetscriteria ’s vastgesteld door de drie gemeenteraden van de OWO-gemeenten. De nieuwe sneltoetscriteria zijn hierdoor een onderdeel van de huidige welstandsnota’s geworden. 

In 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden om de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in de gemeenschappelijke regeling te verwerken. 

Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 338.222 € 483.299
31-12-2023 € 256.743 € 452.937
Resultaat 2023 € -81.479
Portefeuillehouder Zonderland
Recreatieschap voor het Friese Waterland 'De Marrekrite'
Vestigingsplaats Uitwellingerga
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf Provincie Fryslân en diverse Friese gemeenten
Belang Exploitatiebijdrage 2024 € 16.722 inclusief bijdrage baggerfonds. Het eigen vermogen is onderverdeeld in diverse fondsen: onderhouds-, bagger- en ontwikkelingsfonds. Deze fondsen zijn bestemmingsreserves en worden aangewend voor de uitvoer van taken, bijvoorbeeld groot vervangingsonderhoud.
Ontwikkelingen 2024 ‘Recreatieschap Marrekrite’ heeft er eind 2024 met het Routebureau Fryslân een extra taak bijgekregen. Het routebureau komt voort uit de opgave ‘Dagrecreatieve Netwerken’ als onderdeel van het beleidsprogramma Gastvrij Fryslân van de Provincie Fryslân. Deze opgave was erop gericht om het dagrecreatief aanbod in Fryslân goed vindbaar en beleefbaar te maken voor inwoners, toeristen, ondernemers en organisaties.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 4.704.090 € 4.813.102
31-12-2023 € 4.328.380 € 3.866.667
Resultaat 2023 € 90.522
Portefeuillehouder Hoen
OLAF / OMRIN 
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie
Deelnemers buiten Weststellingwerf  Provincie Fryslân en de Friese gemeenten
Belang Zie onder OMRIN
Ontwikkelingen 2024 Zie onder OMRIN
Vermogen Zie onder OMRIN
Resultaat 2023 Zie onder OMRIN
Portefeuillehouder Den Hartigh
GR SW Fryslân
Vestigingsplaats Drachten
Doel deelname Uitvoering van de Wet sociale voorziening en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften
Deelnemers buiten Weststellingwerf Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel
Belang Exploitatiebijdrage 2024 € 0
Ontwikkelingen 2024

In 2024 hebben we besloten de dienstverleningsovereenkomst te verlengen tot en met 2029. Eind 2024 is het addendum op deze dienstverleningsovereenkomst door alle partijen ondertekend.

Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023

€ 0

€ 3.719.000
31-12-2023 € 0 € 4.210.000
Resultaat 2023 € 0
Portefeuillehouder Den Hartigh


2. Lijst met stichtingen en coöperaties waarin de gemeente deelneemt 

Stichting Kredietbank Nederland (KBNL)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Op maatschappelijke en zakelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan onder andere geldkrediet, schuldhulpverlening, budgetbeheer, bewindvoering, wettelijke schuldsanering van natuurlijke personen
Belang Deelname € 90.000
Ontwikkelingen 2024 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 2.728.000 € 44.360.000
31-12-2023 € 3.209.000 € 47.553.000
Resultaat 2023 Niet bekend
Portefeuillehouder Den Hartigh
Stichting Comprix (openbaar primair onderwijs)
Vestigingsplaats Wolvega
Doel deelname Voldoen aan wettelijke taak inzake instandhouding van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.
Belang Indirect in relatie tot onder doel genoemde wettelijke taak, alsmede financieel toezicht door goedkeuring van begroting en rekening van de stichting.
Ontwikkelingen 2024 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 5.455.317 € 10.801.246
31-12-2023 € 6.470.458 € 11.358.717
Resultaat 2023 € 1.015.140
Portefeuillehouder Hartog
Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. 
Vestigingsplaats Sneek
Doel deelname Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en gezamenlijke inkoop van duurzame energie.
Belang

Exploitatiebijdrage 2024 € 36.545

 

Ontwikkelingen 2024 In 2024 heeft OVEF het zelflevermodel voor energie opgericht. Hiermee is OVEF de energieleverancier geworden voor de gemeente Weststellingwerf en de overige Friese overheden, waarbij zoveel mogelijk lokaal opgewekte energie aan de leden en afnemers geleverd wordt.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 426.347 € 102.980

31-12-2023

€ 128.948 € 2.575.442
Resultaat 2023 € -297.399
Portefeuillehouder Hartog

3. Lijst deelnemingen in vennootschappen 

NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats Den Haag
Doel deelname BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Belang Deelname 58.071 aandelen à € 2,50 = € 145.178
Ontwikkelingen 2024 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 4.615.000.000 € 107.459.000.000
31-12-2023

€ 4.721.000.000

€ 110.819.000.000
Resultaat 2023 € 254.000.000
Portefeuillehouder Hoen

 

OMRIN (Afvalsturing Friesland NV)
Vestigingsplaats Leeuwarden
Doel deelname Het afval van overheden en bedrijven op een professionele en milieuhygiënisch verantwoorde manier inzamelen, bewerken en verwerken.
Belang

Deelname 120 aandelen à € 450 = € 54.000

Ontwikkelingen 2024 Geen specifieke ontwikkelingen.
Vermogen Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2023 € 70.303.000 € 119.141.000
31-12-2023 € 78.528.000 € 106.366.000
Resultaat 2023 € 10.322.000
Portefeuillehouder Den Hartigh

 

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Algemeen 
In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de resultaten die zijn behaald in de ontwikkeling van de gemeentelijke gronden.  Ook wordt de prognose weergegeven van de te verwachten resultaten op basis van kansen en risico's in de nog te maken kosten en te realiseren opbrengsten van deze ontwikkelingen. 

Beleid
Het te voeren grondbeleid is opgenomen in de Nota grondbeleid 2017.  Grondbeleid is een middel om ruimtelijke doelstellingen en ambities, zoals bijvoorbeeld het realiseren van nieuwe woningen, mogelijk te maken. Met het grondbeleid geeft de gemeente richting aan de rol die de gemeente hierin wil nemen en welke instrumenten zij hiervoor kan gebruiken. Vanwege diverse ontwikkelingen, waaronder de grote woningbouwopgave en de invoering van de Omgevingswet, is het noodzakelijk het huidige grondbeleid te heroverwegen en te actualiseren. In 2024 is hiermee gestart met als doel het nieuwe grondbeleid in 2025 te laten vaststellen door de gemeenteraad. Het kritisch afwegen van de rol van de gemeente in ruimtelijke ontwikkelingen en het slim inzetten van het grondbeleidsinstrumentarium kan met name een bijdrage leveren aan de ambities op het gebied van (betaalbaar) wonen, duurzaamheid en economie.  

Uitvoering
Een belangrijk deel van de ambities in het Coalitieakkoord 2022-2026 op het gebied van wonen vult de gemeente actief in door de ontwikkeling van de Lindewijk.  Op het gebied van economie pakt de gemeente ook een actieve rol in het project Centrumontwikkeling Wolvega en de uitgifte van bedrijfskavels op de bedrijventerreinen De Plantage en Uitbreiding Schipsloot.

Parameters

Terug naar navigatie - Parameters

De grondexploitaties zijn beoordeeld en geactualiseerd. De parameter kostenstijging is 2% en opbrengstenstijging is 1,5%. De rente in 2024 is 1,8%. Vanaf 2025 is het rentepercentage verlaagd van 1,8 naar 1,5. De disconteringsvoet voor de berekening van de toekomstige waarde van de grondexploitatie en daarmee de omvangbepaling van de te nemen winst of verlies, bedraagt 2%.

Marketing

Terug naar navigatie - Marketing

Bij de verkoop van woningbouwkavels en de bedrijventerreinen is het belangrijk om ons aanbod bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht te brengen.
Hiervoor zijn diverse communicatiemiddelen en promotie ingezet. Hieronder een samenvatting van de acties die we in 2024 hebben uitgevoerd: 

  • De marketingcampagne 'Klaar voor de stap?' heeft in 2024 een vervolg gekregen. In de uitingen hebben ondernemers centraal gestaan, die de volgende stap zetten. Het bouwproces van een ondernemer is gevolgd en gedeeld via diverse kanalen. Daarnaast hebben kopers van bedrijfskavels de inmiddels bekende rode laarzen ontvangen.
  • Actueel houden van de informatie op de websites www.bedrijventerreinwolvega.nlwww.weststellingwerf.nl en www.lindewijk.nl;
  • Diverse advertenties van de woningbouwkavels in verschillende kranten en gidsen;
  • De website voor de Lindewijk is vernieuwd met een 3d-visualisatie, met ruime aandacht voor de groene en waterrijke elementen in de wijk;
  • Diverse PR voor Lindewijk met bijvoorbeeld acties/advertenties facebook, nieuwsbrieven belangstellenden en inwoners, PR-doeken en PR-borden op locatie, free publicity – onder andere persberichten, faciliteren Rondje Lindewijk.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Jaarlijks wordt getoetst of er Vennootschapsbelasting (VPB) betaald moet worden over ondernemingsactiviteiten. Het verkopen van grond kan namelijk gezien worden als een ondernemingsactiviteit.

Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Terug naar navigatie - Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Woningbouwlocaties

Lindewijk Deelgebied 1
De laatste particuliere kavel is verkocht. In 2024 is het grootste deel definitief ingericht. Voor de laatste reeds verkochte projectmatige kavel voor het appartementengebouw aan het Tijgerblauwtje is rekening gehouden met kosten voor woonrijp maken voor 2025 en 2026.

Lindewijk Deelgebied 2
Voor 2024 is, in lijn met de landelijke opgaven, stevig ingezet op de uitgifte van kavels voor betaalbaar wonen. Er zijn bouwkavels verkocht voor in totaal 50 betaalbare woningen, waarvan 44 in de sociale huursector door Woningstichting Weststellingwerf en Woningstichting WoonFriesland en 6 starterswoningen in de koopsector. Inmiddels zijn alle 50 woningen in aanbouw. Er zijn daarnaast 2 particuliere kavels verkocht.
De verwachting voor de verkoop van 51 kavels in 2024 is gehaald. De opbrengsten zijn echter enigszins achtergebleven doordat met name grond in het sociale huursegment is verkocht.

Het bouwrijp maken van fase 2 voor de ontwikkelkavels 33 t/m 37 is eind 2024 afgerond. Om hier meer betaalbare woningen mogelijk te maken  is het programma aan woningen verhoogd van 228 woningen naar 247 woningen. Verder is realisatie van het geluidscherm aanbesteed en inmiddels vergund.

De bestaande verliesvoorziening wordt met circa € 93.000 verlaagd, als gevolg van een voordeel bij het bouwrijp maken en als gevolg van een verlaging van de rekenrente.

Locatie voormalige Renbaanschool te Noordwolde
In deze exploitatie was eind 2024 nog één vrijstaande kavel beschikbaar. De verwachting is dat de exploitatie in 2025 wordt afgesloten. Op basis van de stand van het gerealiseerde werk kan een winstneming plaatsvinden van circa € 41.000. 

Bedrijventerreinen

Uitbreiding Schipsloot te Wolvega
Er zijn 2 wonen/werken kavels en 3 zichtlocaties verkocht. De geraamde verkopen zijn dit jaar bijna behaald en de gemaakte kosten waren minder dan verwacht. Met de verwachte resterende verkoopopbrengsten heeft deze exploitatie een financieel voordeel. De bestaande voorziening kan met circa € 211.000 worden verlaagd. 

Om het aanbod op dit bedrijventerrein weer te kunnen vergroten, is het bestemmingsplan voor fase 2 begin 2025 vastgesteld. De geplande verkoop van fase 2 heeft hierdoor vertraging op gelopen. De start van de kaveluitgifte is daarnaast nu mede afhankelijk van de beschikbaarheid van stroomaansluitingen. Zie ook programma 3 Netcongestie.

De Plantage te Wolvega
Er zijn 4 zichtlocaties verkocht aan de Zandweegbree. Voor een aantal bedrijfsvestigingen is maatwerk toegepast. Bijvoorbeeld de vestiging van een lokaal bedrijf waar twee bedrijfskavels zijn samengevoegd en de openbare weg aan de openbaarheid is onttrokken voor een kaveluitbreiding.
Er zijn meer zichtlocaties verkocht dan geraamd. Deze exploitatie heeft hierdoor een financieel voordeel, zodat de bestaande voorziening met circa € 138.000 wordt verlaagd. 

Noord West III te Wolvega
Er dient nog één kavel te worden bebouwd. Voor het bedrijfsgebouw en de bedrijfsactiviteiten waren de aanvragen in 2024 in behandeling. De looptijd t/m 2025 van de exploitatie is ongewijzigd, omdat er nog niet duidelijk is wanneer de bouwactiviteiten zullen plaatsvinden. Deze exploitatie heeft hierdoor een klein financieel voordeel, zodat de bestaande voorziening met circa € 7.000 wordt verlaagd. 

Boekwaarde bouwgronden

Terug naar navigatie - Boekwaarde bouwgronden
x € 1.000
Grondexploitaties per 31-12-2024 Resterende looptijd in jaren Boekwaarde 31-12-2024 Nog te maken kosten Nog te ontvangen opbrengsten Eindwaarde nominaal (einde looptijd) Eindwaarde NCW 2,00% Verlies- voorziening totaal Winst- uitname totaal
Woningbouwterreinen
Wolvega Lindewijk 6 11.493 13.074 22.836 1.731 1.533 1.533
Noordwolde Renbaanschool 1 -353 171 86 - 267 - 262 0 192
totaal 11.139 13.245 22.922 1.463 1.271 1.533 192
Bedrijventerreinen
Wolvega Noord West III 1 397 193 - 590 578 578
Wolvega Uitbreiding Schipsloot 6 2.154 869 2.706 317 282 282
Wolvega De Plantage 5 3.526 1.382 1.134 3.774 3.418 3.418
totaal 6.077 2.444 3.840 4.680 4.278 4.278 -
Totaal 17.216 15.689 26.762 6.144 5.549 5.810 192

Toelichting tabel

  • De boekwaarde is het totaalbedrag van alle investeringen en opbrengsten uit het verleden.
  • Balanswaarde is de gerealiseerde waarde inclusief de verliesvoorzieningen en winstnemingen.
  • Verliesvoorzieningen worden jaarlijks geactualiseerd per grondexploitatie en berekend op basis van de netto contante waarde (NCW) van 2%.
  • Winstnemingen worden jaarlijks berekend over de winstgevende grondexploitaties met de Percentage of Completion Methode (POC).
  • De POC-methode is de opbrengsten en kosten naar rato van de prestatie verwerken. Hierdoor ontstaat er inzicht in de financiële gevolgen tijdens een boekjaar en worden de opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verantwoord.

In de toelichting op de balans onder de vlottende activa worden de prognoses van kosten, opbrengsten, eindwaardes en resterende looptijd getoond.

Paragraaf Regiodeal Zuidoost Friesland

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In juli 2020 is de Regiodeal Zuidoost Friesland gesloten met het Rijk. Een samenwerking tussen 7 partners in Zuidoost Friesland (Opsterland, Weststellingwerf, Ooststellingwerf, Heerenveen, Smallingerland, Wetterskip en Provincie Friesland) en het Rijk.
Met het programma Vitaal en Veerkrachtig Zuidoost wordt gedurende 4 jaar € 30 miljoen geïnvesteerd vanuit Rijk en regio. De Regio Deal geeft een stevige impuls aan Zuidoost Friesland. Met de mienskip slaan we de handen ineen om hun dorpen en het landschap nog sterker te maken. Zo blijft dit unieke gebied een fijne plek om te leven, te werken, te ontmoeten én te bezoeken, nu en in de toekomst.
Het Planbureau Fryslân monitort de uitvoering van de deal en combineert dit met een regionale vertaling van de monitor Brede Welvaart.

Einddatum 1 oktober 2024
In de zomer van 2023 heeft het Regiobestuur besloten om de einddatum van de lopende deal te verlengen van 31 december 2023 tot 1 oktober 2024. Het merendeel van de projecten in de Regio Deal Zuidoost Friesland is inderdaad voor 1 oktober afgerond. De meeste beoogde resultaten van de pijlers ‘Vitale Kernen’ en ‘Veerkrachtig Landschap’ zijn vóór de einddatum van 1 oktober 2024 behaald.

Verlenging tot 1 oktober 2025
Zes van de 25 projecten hebben, wegens legitieme redenen, vertraging opgelopen, waardoor 1 oktober 2024 niet volledig haalbaar was. Het gaat onder andere om de projecten Water voor natuur en landbouw, Samen doen geeft energie en Uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme Zuidoost Friesland. Het Rijk-Regio overleg heeft omwille van deze projecten in oktober 2023 verlenging toegekend van de looptijd van de huidige Regio Deal tot 1 oktober 2025. Onze gemeente blijft zich ook gedurende verlenging nog inzetten in de coördinatie en afronding van de Regiodeal. 

Op 29 februari 2024 heeft het Regiobestuur Bestemming Wolvega toegevoegd aan de projecten met einddatum 1 oktober 2025. Het project was afhankelijk van de ideeën van de inwoners. Daarom was een exacte planning vooraf niet vast te stellen. Bepaalde onderdelen van het plan vroegen om een grotere tijdsinvestering (bijv. het bouwen van een ontmoetingscentrum).

Voor Weststellingwerf worden de volgende projecten uitgevoerd:

Bestemming Wolvega
Begin 2024 is fase 3 van Bestemming Wolvega gestart. De verschillende deelprojecten die we in fase 2 hebben verkend, uitgeprobeerd, geëvalueerd en bijgesteld, leidden tot het werkplan voor fase 3. In deze fase is de structuur ongewijzigd overgenomen van fase 2.

In fase 3 is er gewerkt aan de verschillende deelprojecten:

  • Mobiele ontmoetingsplek voor jongeren (MOP): Begin 2024 is het plan geschreven en zijn de 2 kleine units aangeschaft. In het najaar zijn er afspraken gemaakt met jongeren, omwonenden, handhaving en jongerenwerk en is er een pilot geweest bij de Steense. Jongerenwerk heeft de begeleiding gedaan. Deze pilot is inmiddels geëvalueerd en succesvol bevonden. Vanaf 1 januari is ons jongerenwerk verantwoordelijk voor de MOP.
  • Dialoogtafel vitaal ouder worden in Wolvega: Formele en informele partijen startten een dialoog met het thema “vitaal ouder worden in Wolvega”. De dialoog verloopt moeizaam en heeft bijsturing nodig. Vanaf 1 januari 2025 organiseert team Beleid deze dialoogtafel en wordt er een onderzoek gestart naar de behoefte op dit thema.
  • Decentrale ontmoetingsplekken: Bestemming Wolvega heeft zich gericht op de volgende locaties:
    - Sportcomplex de Steense: er zijn fysieke aanpassingen gedaan aan de inrichting en we hebben ingezet op meer verbinding met de buurt.
    - FC Wolvega: er is ingezet op een upgrade van de kantine en verbindingen tussen FC Wolvega en buurtsportwerk, talentenplek MDT en OSW.
    - Terra College: we hebben ingezet op een samenwerking tussen de buurtvereniging de Senne en het Terra College. Op school is het vak Buurtzorg ontwikkeld.
    - Lindecollege: de contacten tussen OSW en het Lindecollege zijn versterkt.
    - Victoriapark: de contacten tussen het Victoriapark en de OSW en Muziekzolder zijn versterkt.
  • Buurtverbinders: In 2024 heeft Bestemming Wolvega een subsidieregeling gemaakt waarmee buurtactiviteiten gesubsidieerd worden. Op deze manier is er ook zicht gekomen op de buurtverbinders. Van de subsidieregeling hebben 5 verenigingen en 16 straten gebruik gemaakt. Dit levert een netwerk op van personen die actief zijn in Wolvega. De subsidieregeling loopt nog door tot oktober 2025.
  • Centrale ontmoetingsplek: In 2024 is er een enthousiaste groep inwoners (de initiatiefgroep) ontstaan die zich inzet voor het realiseren van een centrale ontmoetingsplek in Wolvega. In juni 2024 heeft de raad besloten om De Kerk op de Hoogte en de Ark voor deze doeleinden aan te schaffen. Voor de Kerk op de Hoogte is een herbestemmingsonderzoek gedaan waaruit de nodige aanpassingen, renovatie en onderhoud naar voren zijn gekomen. Met de initiatiefgroep is gewerkt aan het maken van een exploitatie- en organisatieplan van de Kerk op de Hoogte en de Ark. De rol van de initiatiefgroep verschuift van initiatief naar opbouw. 

Communicatie
In 2024 zijn er 3 nieuwsbrieven verstuurd naar alle betrokkenen en in januari 2024 is een inwonersbijeenkomst geweest. Doel was om iedereen op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen en om de betrokkenheid en draagvlak te houden. Op de website www.bestemmingwolvega.nl zijn de nieuwsbrieven en alle informatie over Bestemming Wolvega na te lezen. Ook is er een fotogalerij van de verschillende buurtactiviteiten van de buurtverbinders.
Bestemming Wolvega leverde in 2024 een voortgangsrapportage voor de Regiodeal Zuidoost Friesland en had een actieve rol in de Regiodag in oktober 2024. Daarnaast droeg Bestemming Wolvega bij aan het magazine Regiodeal Zuidoost Friesland en aan het verdiepende onderzoek “Van mensen naar mienskip”, dat het Planbureau Fryslân voor de Regiodeal Zuidoost Friesland uitvoerde. 

Zuidelijke Poort (gerealiseerd)
In 2022 zijn de activiteiten die gerelateerd zijn aan de Regiodeal afgrond.

Bestemming Noordwolde (cofinanciering)
Bestemming Noordwolde is op 31 december 2023 ten einde gekomen.

Projecten die (deels) plaatsvinden in Weststellingwerf:

  • Gebiedsontwikkeling beekdal Linde, onder verantwoordelijkheid en in samenwerking met provincie Fryslân en het Wetterskip: In september 2024 is het project herinrichting van de polder IJkenverlaat afgerond. Doel van het project was om de polder onder boezempeil te brengen en de natuurwaarden uit te bereiden. Perioden van hoogwater kunnen nu beter opgevangen worden en door de wisselende waterstanden is er meer ruimte ontstaan voor verschillende dieren en planten en de biodiversiteit. Om de voormalige sluis heen zijn een nieuwe stuw en een vispassage gerealiseerd, hiermee is de Lende toegankelijk gemaakt voor vissen. Zo levert het project een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de waterkwaliteit in De Lende.
  • Project Water voor natuur en landbouw in Oldelamer/Nijelamer, onder verantwoordelijkheid van het Wetterskip: In 2024 zijn in overleg met betrokken partijen de maatregelen vastgesteld die getroffen moeten worden om de waterhuishouding in het gebied te verbeteren. De maatregelen zijn ook verwerkt in uitvoeringsplannen en concept-bestekken. De aangepaste waterhuishouding betekent een betere scheiding tussen landbouw- en natuurfuncties en de mogelijkheid om hogere peilen te hanteren in het N2000-gebied Brandemeer om verdroging te voorkomen.

Communicatie Regio Deal Zuidoost Friesland
Regio Deal ‘Roadshow’
Begin 2024 heeft het Regio Bestuur een bezoek gebracht aan de raden, staten en algemeen bestuur van de partners in deze Regio Deal. Het doel van deze bezoeken was om de Regio Deal explicieter onder de aandacht te brengen bij de volksvertegenwoordigers. In duo’s gaven de bestuurders een presentatie en beantwoordden ze vragen. In Weststellingwerf verzorgde het Planbureau Fryslân ook een presentatie over brede welvaart. De bezoeken zijn positief ontvangen.

Regiodag
Op 18 oktober 2024 vond de laatste Regiodag plaats, deze keer in het Biosintrum in Oosterwolde. De aanwezigen konden deelnemen aan twee excursies langs diverse projecten. Niet alleen de inhoud van de projecten maar ook de aard en aanpak ervan werden toegelicht.

Afrondende communicatie campagne: film en magazine
Ter gelegenheid van het einde van de Regio Deal Zuidoost Friesland is eind 2024 een communicatiecampagne gestart. Tijdens de Regiodag 2024 is de nieuwste én tevens laatste film van de Regio Deal getoond. De film is ook via de website en ons intranet te bekijken. De directe link naar de film: https://www.regiodealzuidoostfriesland.nl/actueel/film-4-jaar-regio-deal/

Tegelijk is op de Regiodag een magazine verschenen. Met alle projecten die nog eens voorbij komen, doelen die wel of niet zijn bereikt en de lessons learned. Het magazine is gemaakt aan de hand van de films. Projectleiders en anderen die in de films voorkwamen, zijn opnieuw geïnterviewd. Ook het magazine is te vinden op de website: https://www.regiodealzuidoostfriesland.nl/actueel/magazine-4-jaar-regio-deal-zuidoost-friesland/

Ontwikkeling samenwerking Zuidoost Friesland (ZOF)
In het voorjaar van 2024 besloot het regiobestuur om geen regiodeal aan te vragen voor de 6e tranche. In dezelfde periode werd bekend dat onze regio mee ging doen aan het Rijks-initiatief ‘Elke regio telt!’.

‘Elke regio telt!’
Dit initiatief kwam voort uit het adviesrapport ‘Elke regio telt!’ van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). In 2023 stelden de drie raden gezamenlijk dat er forse onwenselijke verschillen bestaan tussen regio’s. Deze regionale achterstanden beperken de kansen van mensen op een gezond leven en op deelname aan de samenleving. De raden adviseerden om de wijze waarop het Rijk in de regio’s investeert tegen het licht te houden, te investeren in langjarige en substantiële programma’s voor regionale ontwikkeling en tot slot te investeren in de relatie met de regio.

Regiodialogen
Het Rijk heeft dit advies in 2024 vormgegeven door 11 regio’s te kiezen die aandacht verdienen, waaronder Zuidoost Friesland. In de zomer vonden regiodialogen plaats om te achterhalen hoe de samenwerking tussen Rijk en regio tot dan toe verliep. Dit gebeurde eerst op ambtelijk, daarna op bestuurlijk niveau. In de dialoog met ZOF is onder andere besproken dat middelen als Regiodeals onvoldoende bijdragen aan de brede welvaart voor een gebied voor de lange termijn en dat financiering vanuit het Rijk te vaak niet terecht komt op de plek waar deze financiering het hardst nodig is. Deze activiteiten werden ondersteund vanuit de structuur van de regiodeal.

Nationaal Programma Vitale Regio’s
Eind 2024 is besloten dat Zuidoost Friesland en 10 andere regio’s aan de slag gaan in het nationaal programma vitale regio’s (NPVR). Het programma heeft als doel het verbeteren van kwaliteit van leven, wonen en werken, met veilige en leefbare regio’s, een duurzaam en bereikbaar voorzieningenniveau en een gezonde en kansrijke toekomst voor inwoners. Rijk en regio stellen samen een regioplan op om deze doelen over 20 jaar te bereiken. Uitvoeringsagenda’s laten vervolgens zien welke activiteiten er per vier jaar opgepakt worden. Deze activiteiten werden vooralsnog ondersteund vanuit OWO.

Financieel

Terug naar navigatie - Financieel

De Regiodeal omvat in totaal een bedrag van € 30 miljoen. Daarvan werd € 15 miljoen door het Rijk geïnvesteerd en de regio stond garant voor € 15 miljoen cofinanciering. In 2024 hebben wij uitgaven gedaan voor het project Bestemming Wolvega. Deze zijn ten laste van de Rijksbijdrage gebracht. De resterende middelen voor Bestemming Wolvega gaan mee naar 2025.

In de voorgaande jaren (2021, 2022 en 2023) hebben we voldoende middelen ingebracht als cofinanciering voor de Regiodeal. Om die reden hebben we in 2024 geen middelen ingebracht voor de cofinanciering. 

De organisatiekosten voor de Regiodeal bedroegen in 2024 € 22.000.

Paragraaf Dynamisch investeringsprogramma

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het dynamisch investeringsprogramma
Vijf jaar geleden, bij de kadernota 2020, stelden we een dynamisch investeringsprogramma in. Inmiddels zijn de nodige investeringen vanuit het dynamische investeringsprogramma gestart en hebben we onder andere bij het collegeprogramma 2022-2026 middelen voor nieuwe investeringen toegevoegd. In het overzicht hierna is het volledige programma opgenomen. Als zich nieuwe kansen voordoen, dan voegen we deze toe aan de dynamische investeringsprogramma. De financiële vertaling van de projecten wordt pas in de begroting opgenomen als de projecten gereed zijn voor uitvoering. De financiële projectvoorstellen worden afzonderlijk voorgelegd aan de gemeenteraad.

Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Dynamische investeringskalender
Overzicht ontwikkeling dynamisch investeringsprogramma
Beschikbare middelen
Algemeen budget investeringsambities*
*De kapitaallasten zijn al in de begroting meegenomen
stand 1-1-2024 325.000
Onttrekking voor centrumontw. Noordwolde -325.000
stand 31-12-2024 -
Algemeen budget investeringsambities Eind stand -
Reserve investeringsambities
stand 1-1-2024 15.161.734
Organisatiekosten regiodeal 2024 -15.000
Onttrekking voor centrumontw. Noordwolde -208.700
Onttrekking ontmoetingslocatie (aankoop vastgoed) -119.500
Onttrekking voorbereidingskrediet Lycklamaweg -60.000
Onttrekking overschrijding voorbereidingskrediet Lycklamaweg -40.000
Vrijval reservering onderwijshuisvesting -2.200.000
Storting reservering betaalbaar wonen 1.000.000
Storting extra middelen Lycklamaweg 750.000
stand 31-12-2024 14.268.534
Wat is al toegezegd om te dekken uit deze gelden
Projectleiding/voorbereidingskosten -50.000
Totaal toegezegd -50.000
Waar moet nog een raadsbesluit over komen
Infra Lycklamaweg -2.150.000
Fietspad fase 3 -580.000
Motie Energiefonds -500.000
Ander gebruik gemeentehuis -250.000
Onderhoud wegen en fietspaden -500.000
Verbeteren verkeerscirculatie Wolvega -1.000.000
Gebiedsontwikkeling Spokedam -500.000
Verbetering van zwemgelegenheden -600.000
Centrum Wolvega project 2: ontwikkeling Groene Hart -2.275.000
Centrum Wolvega project 3: Acht-Pilarenplein -2.000.000
Betaalbaar wonen -1.000.000
Rentecomponent (voor dekking kap.lst uit reserve inv.ambities) -2.863.534
Totaal nog over te beslissen -14.218.534
Reserve investeringsambities Verwachte stand -
Verwacht saldo Reserve investeringsambities -

Toelichting op Dynamische investeringskalender

Terug naar navigatie - Toelichting op Dynamische investeringskalender

Via de Voorjaarsnota 2024/Kadernota 2025 hebben we diverse mutaties doorgevoerd in de dynamische investeringsagenda. Zo onttrokken we de middelen voor de ontmoetingslocatie Wolvega als dekking voor de aankoop van het vastgoed in het Centrum voor Wolvega. Ook onttrokken we de middelen voor de voorbereidingen van het project 'Lycklamaweg'. We hebben € 1 miljoen in de dynamische investeringsagenda gestort als reservering voor 'betaalbaar wonen' en we hebben extra middelen voor het project Lycklamaweg gestort. De reservering voor onderwijshuisvesting is via de voorjaarsnota/kadernota vrijgevallen. 
Via een apart raadsvoorstel hebben we de middelen voor het project 'Centrumontwikkeling Noordwolde' onttrokken. Tot slot zijn de organisatiekosten 2024 van de Regiodeal zoals gepland ook onttrokken aan de reserve. In totaal zit er nu nog ruim € 14 miljoen in de dynamische investeringsagenda. Hieronder wordt elk project dat nog in de dynamische investeringsagenda is opgenomen, apart toegelicht.

Infra Lycklamaweg

Terug naar navigatie - Infra Lycklamaweg

De voorbereidingen voor de herinrichting van de Lycklamaweg zijn in 2024 opgestart, inclusief een participatietraject voor de omgeving. Bedoeling is om de Lycklamaweg als ontsluitingsweg verkeersveiliger te maken. Een informatieve raadsbijeenkomst hierover was op 26 november 2024.

Fietspad fase 3

Terug naar navigatie - Fietspad fase 3

Fase drie van het Fietspad langs de Linde omvat de ontbrekende schakel tussen de Kontermansbrug en Lolkema's Laene. De provincie probeert de desbetreffende percelen aan te kopen voor het fietspadtracé.

Motie energiefonds

Terug naar navigatie - Motie energiefonds

Doel was om dit geld in te gaan zetten voor maatwerkadviezen voor particuliere woningeigenaren. Op dit moment is het voor veel woningeigenaren het ontbrekende puzzelstukje in de 'klant-reis' naar een aardgasvrije woning. Naast het budget van het energiefonds heeft het Rijk ook budgetten met hetzelfde doel beschikbaar gesteld. In 2024 moesten deze Rijksgelden (spuks) eerst uitgegeven worden, omdat deze spuks anders terugvloeien naar het Rijk. 

Onderhoud wegen en fietspaden

Terug naar navigatie - Onderhoud wegen en fietspaden

In 2024 zijn de voorbereidingen gestart om te onderzoeken of de slechte wegen binnen de gemeente Weststellingwerf volgens het al jaren bestaande regime moeten worden onderhouden, of dat deze wegen beter volledig moeten worden vervangen met de nieuwste technieken.

Verbetering van zwemgelegenheden

Terug naar navigatie - Verbetering van zwemgelegenheden

In 2024 is door een extern bureau onderzoek gedaan naar het aanbod en behoefte van zwemwater in de gemeente Weststellingwerf. Ook is er een behoefteonderzoek gedaan naar de wensen van inwoners en gebruikers van de zwembaden. Conform LTA komen we in 2025 met een raadsvoorstel.

Centrum Wolvega project 2: ontwikkeling Groene Hart

Terug naar navigatie - Centrum Wolvega project 2: ontwikkeling Groene Hart

De tweede project van het Centrumplan is de realisatie van het Groene Hart Wolvega. De voorbereiding van deze fase is in 2024 gestart en verloopt voorspoedig.

Deze fase omvat in grote lijnen:

  • de voorbereiding voor aankoop en sloop van de 3 panden in het Middenblok;
  • het nader uitwerken van scenario A met realisatie parkeerkelder Pastorieplein;
  • de voorbereiding en realisatie van de herinrichting van een deel van de openbare ruimte (voorzijde) van Huize Lindenoord;
  • de voorbereiding voor aanleg van een Roodbaardachtig park Pastorieplein, rondom Kerk op de Hoogte en rondom Huize Lindenoord;
  • de voorbereiding door de projectontwikkelaar van realisatie van 60 betaalbare appartementen en een commerciële ruimte op de begane grond.

Zie verder ook programma 2 en 3.

Betaalbaar wonen

Terug naar navigatie - Betaalbaar wonen

In 2024 zijn wij begonnen om meer betaalbare woningen toe te voegen. Betaalbaar wonen op kleinere ontwikkellocaties is, in verhouding, kostbaar.  Daarom is in 2024 één miljoen toegevoegd aan deze reserve. Hiermee willen we het bouwen van meer betaalbare woningen mogelijk maken. 

 

Paragraaf Wet open overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. Het is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en wordt vanaf 2022 stapsgewijs ingevoerd.

De Woo kent drie doelstellingen:
1.    Het actief openbaar maken van informatie. 
2.    Het tijdig openbaar maken van informatie dat opgevraagd wordt. 
3.    Het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten. 

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

Het actief openbaar maken van informatie
Door de Wet open overheid (Woo) moet de overheid steeds meer informatie actief openbaar maken via de Woo-index.

In 2024 hebben de OWO-gemeenten voldaan aan de eerste stap, namelijk het actief openbaar maken van 4 informatiecategorieën:

  • wetten en andere algemeen verbindende voorschriften; 
  • overige besluiten van algemene strekking;
  • informatie over organisatie en werkwijze;
  • bereikbaarheidsgegevens.

De voorbereidingen hiervoor pakten we in OWO-verband op.

Het tijdig openbaar maken van informatie die opgevraagd wordt
Naast het actief openbaar maken van informatie, kan er vanuit de Woo specifieke overheidsinformatie opgevraagd worden. Uitgangspunt hierbij is: alles is openbaar, tenzij.

De gemeente heeft contactpersonen die inwoners en ondernemers behulpzaam kunnen zijn bij de beantwoording van verzoeken om openbaarmaking van publieke informatie.

In de gemeente Weststellingwerf zijn in 2024 in totaal 12 Woo- verzoeken binnengekomen.
Hiervan waren vier (4) verzoeken geen Woo-verzoeken, maar verzoeken om informatie.
Eén verzoek was gericht aan de verkeerde gemeente.
Twee verzoeken zijn ingetrokken na afstemming met betrokkenen.
In één geval werd gevraagd om documenten die de gemeente niet heeft.
In vier gevallen zijn de gevraagde documenten geheel of ten dele verstrekt. Daarvan zijn drie verzoeken afgehandeld buiten de beslistermijn en één binnen de beslistermijn.

Het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten
Een gemeente die haar informatiehuishouding op orde heeft, weet welke documenten ze heeft en kan die documenten vinden wanneer hier om gevraagd wordt. Er is daarnaast een gecontroleerd proces waarmee documenten na de voorgeschreven bewaartermijn vernietigd worden of gereed zijn om te worden overgedragen aan een archiefbewaarplaats. 
In 2024 hebben de OWO-gemeenten zich voorbereid op aansluiting bij het e-depot. Met de aansluiting op het e-depot regelt de OWO de duurzame toegankelijkheid van digitale informatie zodat de te bewaren digitale informatie in de toekomst toegankelijk, vindbaar en raadpleegbaar blijft.