Overhead, Vennootschapsbelasting en Overige baten & lasten

Overzicht kosten overhead

Overhead kosten

Terug naar navigatie - Overhead kosten

De definitie van overhead uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) luidt: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.
Alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten die gericht zijn op de externe klant vallen hier dus niet onder maar zijn in de betreffende taakvelden opgenomen.
De bedrijfskosten die gerekend worden tot de overhead zijn:
• Personele kosten (alleen leidinggevenden en interne afdelingen)
• Huisvesting
• ICT
• Communicatie
• Overige bedrijfsvoeringskosten

Toerekening aan kostendekkende activiteiten
Alle directe kosten zijn rechtstreeks toegerekend aan de taakvelden. Voor taakvelden waar kostendekkende tarieven het uitgangspunt zijn, zoals bij de exploitatie afvalinzameling en riolering, wordt een opslag voor de overheadkosten toegepast. De opslag is een percentage van de directe salariskosten. De overhead waarmee wij voor de begroting 2023 rekenen, is hetzelfde gebleven als voor de begroting 2022, namelijk 80%.

Ter informatie:
Er zijn ook andere manieren om de opslag voor overhead uit te rekenen. Bij de door het rijk verplichte beleidsindicatoren wordt het saldo van de overhead uitdrukt in een percentage van de totale geraamde lasten. Zie hiervoor de beleidsindicators in programma 0.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten 14.724 17.525 19.038 18.323 17.888 17.906
Baten 6.484 6.910 7.872 7.688 7.476 7.538
Saldo van lasten en baten 8.240 10.615 11.166 10.635 10.411 10.367
Onttrekkingen 29 0 0 0 0 0

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Budget informatisering 450.000 450.000 450.000 450.000
Vervangingsbudget:
Automatisering 458.000 1.201.000 549.000 599.000
Tractie 295.000 485.000 617.500 67.500
Investeringsbudget gemeentelijke gebouwen op basis van het MJOP 209.000 162.000 0 517.000
Totaal bruto investeringsbedrag 1.412.000 2.298.000 1.616.500 1.633.500

Vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is er de Wet belastingplicht overheidsondernemingen. Dit houdt in dat gemeenten vennootschapsbelasting (Vpb) moeten betalen op het moment dat ze activiteiten uitvoeren waarvoor ze aangemerkt worden als ondernemer.

De afvalinzameling doen wij als gemeente zelf. De afvalverwerking wordt gedaan door Omrin. Omrin heeft geen vaststellingsovereenkomst (VSO) met de Belastingdienst gesloten met betrekking tot de opbrengsten uit huishoudelijke afvalstromen. Deze opbrengsten verlagen de aan de gemeente doorbelaste kosten en Omrin geeft deze opbrengsten niet zelf aan. Daarom moet de gemeente deze opbrengsten aangeven als belaste bate. 
De andere activiteit waarbij we de afgelopen jaren als ondernemer kunnen worden aangemerkt is de grondexploitatie. Daarvoor hebben we berekend dat we voor de begroting 2023 niet door de zogenaamde ondernemerspoort komen (geen fiscale winst) en daarom geen Vpb hoeven te betalen.

Op dit moment liggen er landelijk een aantal zaken met betrekking tot de afdracht van Vpb voor aan de rechtbank. De Belastingdienst stelt dat de gemeenten in die zaken een venootschapsbelastingplicht hebben. Ook voor ons kan dit betekenen dat onze venootschapsbelastingplicht breder is dan wij tot nu toe dachten. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten hebben en noemen deze ook in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Overige baten & lasten

Indexatie

Terug naar navigatie - Indexatie
Bedragen x €1.000
Exploitatie Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten 0 1.000 400 600 800 500

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Stelpost algemene risicobeheersing en niet voorziene uitgaven
Wij ramen in de begroting een structurele stelpost om risico's af te dekken. Vanwege de vele ontwikkelingen en onzekerheden die op ons afkomen is deze stelpost in 2022 verhoogd van € 250.000 naar € 500.000. Beschikking over deze stelpost kan alleen via een raadsbesluit en is uitsluitend bedoeld ter dekking van structurele risico’s die op enig moment werkelijkheid worden.

De post voor onvoorziene incidentele uitgaven bedraagt ieder jaar € 30.000.

Stelpost indexatie
Vanwege de enorme stijging van de indexatiecijfers is bij de voorjaarsnota 2022 een stelpost van € 1,0 miljoen in 2022 opgenomen om eventuele incidentele tegenvallers op te vangen. Daarnaast is bij de meicirculaire van het gemeentefonds vanaf 2023 een buffer gevormd om schommelingen in de algemene uitkering op te kunnen vangen. 

Stelpost coalitieakkoord
Voor de uitvoering van het coalitieakkoord zijn middelen nodig. In deze begroting zijn vooralsnog de bedragen verwerkt zoals deze in het coalitieakkoord zijn opgenomen. Dit is echter een stelpost. Daarmee worden de middelen nog niet beschikbaar gesteld en het zegt ook niets over de realisatie van het coalitieakkoord. De concrete financiële uitwerking van het coalitieakkoord en het beschikbaar stellen van de middelen volgt bij het vaststellen van het collegeprogramma inclusief bijbehorende begrotingswijziging door de gemeenteraad.

Op deze stelpost staan zowel de structurele middelen als de incidentele middelen. De structurele middelen lopen op van € 1,1 miljoen in 2023 naar € 1,26 miljoen vanaf 2024. De incidentele middelen van € 6,47 miljoen zijn verdeeld over drie jaren. In 2023 betreft dit € 1,47 miljoen, in 2024 € 2,5 miljoen en in 2025 € 2,5 miljoen. De concrete definitieve financiële verdeling volgt zoals genoemd bij de vaststelling van het collegeprogramma.