Verschil structurele en incidentele baten en lasten
Voor het bepalen van het structureel evenwicht van de begroting is het van belang om te weten wanneer uitgaven als structureel of als incidenteel worden beschouwd. Omdat de gemeente structurele taken uitvoert, zijn structurele baten en lasten de regel. Incidentele baten en lasten zijn de uitzondering.
Deze uitzonderingen van incidentele baten en lasten worden volledig opgenomen in het verplichte overzicht van incidentele baten en lasten. Zowel in de begroting en de meerjarenraming als in de jaarrekening.
Bij het bepalen of een post als incidenteel aangemerkt kan worden, dienen de uitgangspunten van het BBV gehanteerd en toegelicht te worden. In de toelichting moet daarom tenminste het volgende zijn opgenomen:
- Waarom deze begrotingspost naar de aard van de raming als incidenteel aangemerkt is;
- De duur waarvoor de begrotingspost geraamd is, waarbij er sprake moet zijn van een duidelijke en onvoorwaardelijke einddatum.
Toelichting op de tabel
Grondexploitaties (programma 3 en programma 8, baten en lasten)
Mutaties grondexploitaties zijn naar de aard van de raming incidenteel. Het totaal van de lasten en het totaal van de baten grondexploitatie dient in het overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen te worden. De mutatie met de balanspost voorraden, waarmee een saldo van € 0 gerealiseerd wordt, wordt afzonderlijk opgenomen in het overzicht van incidentele baten en lasten. De mutaties grondexploitatie hebben dus geen invloed op het structureel begrotingssaldo. Overigens niet te verwarren met de (tussentijdse) winstneming grondexploitatie, die heeft namelijk wel invloed op het begrotingssaldo en is ook altijd incidenteel.
Vergoeding constructiefout kozijnen Lindecollege
Het Lindecollege heeft extra kosten voor het onderhoud aan de kozijnen als gevolg van een constructiefout in het verleden. Hiervoor is in 2011 een bedrag van € 447.722 door de raad beschikbaar gesteld. Dit bedrag is gebaseerd op de technische levensduur van de kozijnen, de normale cyclus voor buitenschilderwerk, de gemiddelde prijs per m2 buitenschilderwerk en de noodzakelijke extra schilderbeurten om de normale levensduur van de kozijnen (30 jaar) te realiseren. De aanvullende vergoeding is toen in overleg met het Lindecollege berekend op gemiddeld € 71.374 (incl. btw en begeleiding) per extra schilderbeurt. Op grond hiervan is voor de eerste periode tot en met 2011 door ons in 2012 een bedrag betaald van € 233.600. En in 2020 een aanvullende uitkering van € 71.374. In 2026 volgt nog de laatste aanvullende uitkering van € 71.374.
Pilot volwassenenfonds sport en cultuur
We doen in 2022 en 2023 mee aan de pilot Volwassenenfonds Sport & Cultuur. Het Volwassenenfonds Sport & Cultuur zorgt ervoor dat er lesgeld (deelname in verenigingsverband) en/of materialen wordt betaald voor volwassenen (18 jaar en ouder) die leven rond het bestaansminimum. Door samen te werken met het Volwassenenfonds zorgen we voor steun en verlichting specifiek voor groepen die extra geraakt werden door de coronacrisis en de daaraan verbonden maatregelen. We dragen actief bij aan een gezond en gelukkig leven voor deze inwoners van onze gemeente. Het betreft een pilot met de duur van minstens één jaar. We breiden deze pilot uit tot 2 jaar. Na een pilotperiode met goede resultaten wordt al dan niet voor een definitieve vorm gekozen.
Bestemming Noordwolde fase 6
Fase 6 van het programma Bestemming Noordwolde startte in 2021 en loopt tot en met 2023. De provincie subsidieert over de gehele periode 50% van de kosten. Dit is de laatste fase van het gehele programma. In deze fase blijft de focus liggen op ontwikkelingen in het sociaal domein (deze passen ook binnen de transformatie sociaal domein) en het versterken van het ondernemersklimaat. De thema’s voor fase 6 zijn:
- maak werk van Noordwolde
- opgroeien en ouder worden
- je straat en je buurt
- samen met anderen
Binnen de thema’s zetten we projecten voort en zetten we nieuwe projecten op. Dit doen we samen met inwoners, verschillende organisaties en ketenpartners. Voor de zomerperiode hebben we inwoners gevraagd mee te denken over de projecten voor de laatste fase. Dit konden zij doen door het invullen van een vragenlijst. Hier is goed gehoor aan gegeven en mede op basis van deze input zijn de nieuwe projecten opgezet.
Regiodeal, proceskosten
In juli 2020 is de Regiodeal Zuidoost Friesland gesloten met het Rijk. Een samenwerking tussen 7 partners in Zuidoost Friesland (Opsterland, Weststellingwerf, Ooststellingwerf, Heerenveen, Smallingerland, Wetterskip en Provincie Friesland) en het Rijk. De proceskosten zijn noodzakelijke kosten die we gaan maken om de Regiodeal verder te begeleiden en uit te werken. Personele kosten zijn volgens de BBV in principe structureel en er is geen harde einddatum voor deze functie, dus dit bedrag telt niet mee voor het bepalen van het structurele begrotingssaldo.
Organisatieontwikkeling
In de paragraaf bedrijfsvoering wordt ingegaan op de noodzaak van de organisatieontwikkeling. Voor 2022 en 2023 is hiervoor extra budget nodig voor inhuur personeel. Er is onderscheid tussen benodigd personeel als gevolg van de organisatieontwikkeling en benodigd personeel om de organisatieontwikkeling voor te bereiden. De kosten voor het voorbereiden zijn incidentele lasten.
Audit DIV DPIA (1x per 3 jr)
De strengere en aangescherpte wettelijke eisen uit de AVG en BIO leiden tot onderzoeks- en auditkosten om aan te tonen dat processen voldoen aan deze wetgeving. Als uitvoeringsmaatregel moeten we zogenaamde DPIA’s uitvoeren. DPIA staat voor Data Protection Impact Assessment. Onder de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is het uitvoeren van een DPIA bij bepaalde verwerkingen van gegevens verplicht. Dit geeft inzicht in de privacyrisico’s die de verwerking oplevert voor de betrokkenen, en in de maatregelen die de verantwoordelijke moet nemen om de risico’s te beperken en/of te beheersen. In 2020 is de eerste DPIA bij DIV uitgevoerd in de zaakgericht werken informatie keten. Herhaling moet elke 3 jaar of tussentijds bij grote aanpassingen in de applicatie(s).
E-depot
Een e-depot is een voorziening waarmee digitale informatie duurzaam wordt beheerd. Belangrijk is dat documenten/zaken gemakkelijk teruggevonden kunnen worden en gepreserveerd. Bij preserveren gaat het erom dat informatie wat betreft vorm, inhoud, structuur, samenhang en gedrag in de toekomst duurzaam toegankelijk blijft. In 2023 en 2024 is er € 65.000 beschikbaar om de invoering van een E-depot te onderzoeken.
Uitvoering verbeterplan en achterstanden DIV
Op het gebied van Documentaire Informatievoorziening (DIV) ligt een opgave. Het laatste archiefjaarverslag beoordeeld onze DIV als ‘matig’. Er is sprake van achterstanden op het gebied van archivering, die door overdracht van papieren archieven uit de drie gemeenten verder zijn opgelopen. Verder speelt de invoering van het e-depot. We hebben een verbeterplan voorliggen. Om dit uit te voeren investeren we in een inhaalslag in 2023.
Intensivering en optimalisatie I&A
In OWO verband streven we naar het verminderen van kwetsbaarheid, het verhogen van de kwaliteit en het beperken van de kosten. We hebben daarbij op het gebied van ICT en informatievoorziening sterk gestuurd op de kostenbeheersing, waarbij we de grenzen hebben opgezocht en mogelijk overschreden. In de komende jaren is daarom een koerscorrectie nodig, waarin we de investeringen op het vlak van ICT meer in lijn brengen met de toegenomen eisen, maar ook aansluiten op de sterke stijging van de kosten die op dit vlak die nog te voorzien zijn. Naast structurele middelen zijn hiervoor in 2023 en 2024 incidentele middelen beschikbaar gesteld.
Stelpost incidentele middelen uit het coalitieakkoord
Voor de uitvoering van het coalitieakkoord zijn middelen nodig. In deze begroting zijn vooralsnog de bedragen verwerkt zoals deze in het coalitieakkoord zijn opgenomen. Dit is echter een stelpost. Daarmee worden de middelen nog niet beschikbaar gesteld en het zegt ook niets over de realisatie van het coalitieakkoord. De concrete financiële uitwerking van het coalitieakkoord en het beschikbaar stellen van de middelen volgt bij het vaststellen van het collegeprogramma inclusief bijbehorende begrotingswijziging door de gemeenteraad. De incidentele middelen uit het coalitieakkoord van € 6,47 miljoen zijn verdeeld over drie jaren. In 2023 betreft dit € 1,47 miljoen, in 2024 € 2,5 miljoen en in 2025 € 2,5 miljoen. De concrete definitieve financiële verdeling volgt zoals genoemd bij de vaststelling van het collegeprogramma.
Dekking exploitatietekort riolering uit egalisatiereserve
In 2023 is het dekkingspercentage van taakveld riolering 99%. In de exploitatie zijn de financiële gevolgen van het vastgestelde GRP 2021-2025 meegenomen. Voor het exploitatietekort wordt een beroep gedaan op deze egalisatiereserve. We verwachten vanaf 2024 100% kostendekkendheid.
OWO-bijdrage van Ooststellingwerf en Opsterland voor incidentele middelen OWO bedrijfsvoering
Voor het samenwerkingsverband Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland (OWO) zijn incidentele bedragen nodig van € 835.000 (€ 278.000 per gemeente) in 2023 en € 365.000 (€ 121.000 per gemeente) in 2024. Dit is nodig voor de Audit DIV DPIA, E-depot, uitvoering verbeterplan en achterstanden DIV en de intensivering en optimalisatie van I&A (zie toelichtingen hiervoor).