Het Rijk en de VNG zijn in overleg over fundamentele keuzes met betrekking tot het gemeentefonds. Tot nu toe heeft dat nog niet tot structurele oplossingen geleid. Dat maakt dat we in een bijzondere situatie zitten en vervolgens ook een bijzondere begroting hebben opgesteld. We krijgen namelijk, net als de meeste Nederlandse gemeenten, de twee laatste jaren van deze begroting niet sluitend. Dit heeft alles te maken met de terugval van inkomsten uit het gemeentefonds.
Toch maken we de keuze om te blijven investeren. Dit betekent ook dat wij er op dit moment niet voor kiezen om taken niet meer uit te voeren, te bezuinigen of inkomsten te verhogen (buiten de reguliere indexaties). Dat doen we omdat de onzekerheid met name het gemeentefonds betreft en we er op vertrouwen dat het Rijk gemeenten op enig moment financieel compenseert of een andere keuze maakt. Deze andere keuze kan bijvoorbeeld het uitbreiden van het lokale belastinggebied zijn, maar ook het verminderen van de taken die bij de gemeente liggen.
Hoewel het uitzonderlijk is om een begroting met een tekort te presenteren, zijn we er van overtuigd dat deze begroting een reëel beeld geeft. We houden uiteraard de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Al maakt de val van het kabinet de situatie moeilijker. We verwachten dan ook op zijn vroegst in de loop van 2024 te horen wat de uitkomsten zijn van de overleggen tussen VNG en het Rijk. In de tussentijd denken wij na over wat voor ons een plan B zou kunnen zijn, als het ravijn niet of niet tijdig wordt gedicht. Ook blijven wij de lobby ondersteunen die vanuit de VFG en VGG wordt uitgevoerd richting het Rijk.