Actuele ontwikkelingen op hoofdlijnen

Voorjaarsnota en kadernota op hoofdlijnen toegelicht

Terug naar navigatie - Voorjaarsnota en kadernota op hoofdlijnen toegelicht

1. Sociaal domein
Net als veel andere gemeenten kampen wij met grote tekorten in het Sociaal domein. Vooral het tekort op de jeugdzorg valt op. Begin 2019 heeft een Taskforce Jeugd onderzocht waar de tekorten op de jeugdzorg in Friesland door zijn ontstaan en welke mogelijkheden er zijn om meer grip te krijgen op de uitgaven. De aanbevelingen van de Taskforce zijn verwerkt in deze kadernota. Naast de tekorten op jeugdzorg, laat ook de Wmo een tekort zien. Verderop in dit boekwerk (programma 6) noemen we hiervoor een aantal oorzaken met daarbij een pakket aan beheersmaatregelen. De betaalbaarheid van het Sociaal domein staat onder druk. Daarom is het nog belangrijker om door te gaan met de transformatie. Voor de komende periode zijn de speerpunten in de transformatie preventie, versterken van de sociale basis en het ontwikkelen van collectieve voorzieningen.

2. Omgevingsvisie en -wet
In programma 8 gaan we uitgebreid in op de Omgevingsvisie. Zoals bekend is het dorp Nijeholtpade als pilot benoemd. Op tal van onderwerpen zijn gesprekken gevoerd en vinden ook nog gesprekken plaats tussen dorp en medewerkers van verschillende afdelingen. Ontwikkeling zien wij in ieder geval nog op het afsluiten van maatschappelijke contracten met de dorpen en de ontwikkeling van zogenaamde omgevingspanels. Het is nog onzeker of de vraag uit de dorpen beantwoord kan worden met de beschikbare ambtelijke capaciteit. 

Zoals het er nu naar uit ziet wordt de Omgevingswet vastgesteld in 2021. Doel van deze wet is vereenvoudiging van de ruimtelijke regelgeving. Dit wordt ook wel geduid door “ja, tenzij in plaats van nee, mits”. We zien al dat de organisatie (zowel ambtelijk als bestuurlijk) ervaring opdoet met de houding “ja, tenzij”. Maar ook qua kennis en competenties zal de organisatie voorbereid moeten zijn op het handelen vanuit het gedachtegoed van deze wet. En niet onbelangrijk, de technische infrastructuur moet op orde zijn en onze eigen regelgeving wordt beoordeeld of ze Omgevingswet proof” is. In OWO verband werken wij aan deze opgave. Dit heeft gevolgen voor onze organisatie, in ieder geval op de hier beschreven thema’s. Wat precies en met welke omvang is nog niet bekend.

3. Klimaat en Duurzaamheid
Met de ondertekening van de internationale klimaatafspraken in Parijs heeft Nederland de ambitie gemarkeerd in de strijd tegen de opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan. De gevolgen van deze internationale afspraken, maar ook de ambitie en ontwikkelingen binnen onze eigen gemeentegrenzen maken dat er de komende periode een opgave voor het thema Klimaat en Duurzaamheid ligt. Dit vraagt om keuzes om de ambities voor 2030 en 2050 te kunnen halen. Van het Nationaal Klimaatakkoord verwachten wij meer duidelijkheid over wat dit voor ons als lokale overheid betekent. Vooruitlopende daarop en in lijn met uw ambities is dit jaar een kwartiermaker Klimaat en Duurzaamheid aangesteld. We beschrijven dit verder in programma 7.

4. Ontwikkelingen droogte
Een deel van onze gemeente ligt in het zogenaamde veenweidegebied. Door lagere grondwaterstanden en steeds drogere zomers droogt de veengrond uit en zakt daardoor de bodem. Dit probleem speelt op veel plaatsen in Nederland en ook in andere gemeenten in Friesland. In deze gebieden is vaak sprake van verschillende functies, bijvoorbeeld landbouw, natuur en wonen. De bodemdaling heeft gevolgen voor alle functies. Voor ons als gemeente heeft dit ook gevolgen voor de onder- en bovengrondse infrastructuur zoals de wegen en het riool. Het eerste concrete geval heeft zich op een gedeelte van de Lemsterweg al voorgedaan. Meer hierover in programma 2. Voor de toekomst moeten wij rekening houden met een blijvende bodemdaling in veenweidegebieden en daarmee ook met schades. Dit zal zeker gevolgen hebben voor de inzet (onderhoud en reconstructie) op onze kapitaalgoederen.

5. Lindewijk
Dit jaar moet het besluit worden genomen over het in exploitatie nemen van Lindewijk deelgebied II. Dit is nodig als vervolg op de ontwikkeling in deelgebied I en maakt dat wij in voldoende mate kunnen voorzien in woningbouwkavels. Na besluitvorming werken we aan de actualisatie van de globale stedenbouwkundige opzet en bijhorende grondexploitatie. Ook onderzoeken we of een fasering in de ontwikkeling binnen deelgebied II nodig is. De ontwikkeling van de Lindewijk, in bijzonder deelgebied II, is verder beschreven in "Financiën op hoofdlijnen".

6. Bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling
Digitalisering
In hoog tempo digitaliseert de bedrijfsvoering. Dat is geen keuze, maar een eis. Het sluit aan bij de ontwikkelingen in onze samenleving. We kennen een grote afhankelijkheid van digitale informatievoorziening. We kunnen ons werk niet meer doen zonder digitale technieken en ondersteuning. We werken in de OWO samenwerking voor ruim 80.000 inwoners en bedrijven, ruim 900 gebruikers (bestuurders en medewerkers) en met andere overheden en ketenpartners. Ons functioneren hierin is mede afhankelijk van onze ICT-kwaliteit en informatievoorziening. Dit vraagt investeringen in de technische infrastructuur op ICT-gebied en in werkplekvoorzieningen. Deze nota maakt die noodzaak duidelijk en de onvermijdelijke kosten die daarmee gemoeid zijn.

Met ons organisatie-ontwikkeltraject PIM op expeditie zorgen we als organisatie dat we aansluiten bij de ontwikkelingen in onze samenleving. Medewerkers ontwikkelen zich in flexibel en digitaal werken. We werken plaats- en tijdsonafhankelijk, op kantoor of thuis, in het dorp of aan de keukentafel. Alleen met effectieve systemen en voorzieningen kunnen we anders werken goed faciliteren.

Participatie
De interactie met de samenleving, het nabij besturen en ruimte geven aan de samenleving om zelf met initiatieven te komen, brengen we ook onder de aandacht. Ook deze ontwikkeling maakt een belangrijk onderdeel uit van PIM op expeditie. De vastgestelde Omgevingsvisie biedt een handreiking en uitdagingen om hier door bestuur, organisatie en samenleving invulling aan te geven. Het afgelopen jaar experimenteerden we hiermee. Deze zoektocht om elkaar te vinden, te versterken en elkaars rol en positie te gunnen en ervan te leren, kwam het afgelopen jaar bijvoorbeeld naar voren in de pilot ruil-verwonen. Ook de aanwijzing van de dorpen- en wijken-wethouders hoort daar bij. Dit proces van ontwikkelen, ontdekken en ervaren blijft belangrijk. 

Financieel beeld
Op basis van de technische uitgangspunten hebben we de eindstand van de programmabegroting 2019-2022 geactualiseerd. Dit is tevens het financiële vertrekpunt voor de jaren 2020-2023.

+ = voordeel - = nadeel x € 1.000
Omschrijving 2019 2020 2021 2022 2023
Eindstand programmabegroting 2019-2022 -531 -455 163 581 1.131
Tussentijdse wijziging -50
Mutaties gemeentefonds 851 839 851 860
Loonontwikkeling 3% -535 -535 -535 -535
Verhoging lokale heffingen op basis van prijsindex 1,5% 85 85 85 85
Compensatie loon- en prijsontwikkelingen
aan subsidie-instellingen -20 -20 -20 -20
Vertrekpunt kadernota 2020 -2023 -581 -74 532 962 1.521

Naast beleidsmatige uitgangspunten en kaders voor de komende begroting stellen we in de kadernota ook een aantal technische uitgangspunten voor. Deze hebben betrekking op specifieke onderdelen van de begroting, zoals te hanteren percentages voor rente en loon- en prijsstijging en de ontwikkeling van de lokale lasten. We lichten ze hieronder toe.

a. Rente
We volgen de notitie rente van juli 2016 van de commissie BBV. In deze notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. Op basis van de notitie waarin de berekening van de renteomslag is opgenomen, komen we uit op een (voor)gecalculeerd percentage voor 2020 van 2%. Voor het begrotingsjaar 2019 hanteerden we ook een renteomslag van 2%.

b. Mutaties gemeentefonds
In mutaties gemeentefonds zijn meegenomen de verwachte compensatie voor lonen en prijzen en de mutaties op basis van de september-circulaire 2018. De uitkomsten van de mei-circulaire 2019 zijn hierin niet verwerkt.

c. Loonontwikkelingen
Voor de ramingen van de salarissen van het ambtelijk personeel zijn de cao-afspraken het uitgangspunt. Het laatste cao-akkoord loopt tot 1 januari 2019. Er vindt nog overleg plaats tussen de VNG en vakbonden over de nieuwe cao. Als we het gemiddelde percentage nemen van de looneisen van de vakbonden en het eerste bod van de VNG komen we op 3% loonstijging per jaar. Deze verwachting is ook gebaseerd op gegevens van het Centraal planbureau (Centraal Economisch Plan) en afgestemd binnen de OWO-gemeenten.

d. Ontwikkeling van de lokale heffingen
Voor de lokale heffingen hanteren we het algemeen stijgingspercentage uit het Centraal Economisch Plan. We komen dan afgerond op 1,5%. Uitgangspunt bij de start van de nota is om de woonlasten voor onze inwoners de komende jaren zo veel mogelijk te stabiliseren.

e. Prijsstijgingen (inflatie)
We hanteren de nullijn, ook voor prijsgevoelige ramingen. Het uitgangspunt is dat noodzakelijke verhogingen binnen het budget (door bijvoorbeeld efficiëntiemaatregelen) moeten worden opgevangen binnen het budget.
Bij uitzondering kan van deze nullijn worden afgeweken als blijkt/vaststaat dat dit uitgangspunt of de marktwerking niet is uit te voeren. Dan is er een mogelijkheid tot budgetbijstelling. Ook is die mogelijkheid er als we als gemeente op basis van een overeenkomst/contract verplicht zijn subsidie- instellingen te compenseren voor loon/prijsstijgingen.  

In deze nota zijn alleen de wijzigingen opgenomen ten opzichte van de vastgestelde meerjarenbegroting 2019-2022. Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle mutaties per programma.

+ = voordeel - = nadeel x € 1.000
2019 2020 2021 2022 2023
Vertrekpunt voorjaarsnota/kadernota -581 -74 532 962 1.521
Mutaties voorjaarsnota/kadernota:
Programma 0 Bestuur en ondersteuning -8 17 17 17 17
Programma 1 Veiligheid 0 -36 -10 -4 -4
Programma 2 Verkeer, Vervoer en Waterstaat -58 -254 -243 -151 -151
Programma 3 Economie 0 0 0 0 0
Programma 4 Onderwijs 74 93 165 165 165
Programma 5 Sport, Cultuur en Recreatie -138 99 131 81 -20
Programma 6 Sociaal domein -1.502 -1.393 -1.543 -1.293 -1.228
Programma 7 Volksgezondheid en Milieu 45 -74 -79 -28 -18
Programma 8 Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Stedelijke vernieuwing 104 166 185 190 190
Overzicht algemene dekkingsmiddelen 165 218 217 -240 -240
Overzicht Overhead -59 -89 -57 -138 -138
Overzicht Onvoorzien 500 500
Eindtotaal programma's -876 -754 -1.218 -1.402 -1.427
Stand na voorjaarsnota/kadernota -1.457 -828 -686 -441 93