Begroting op hoofdlijnen

Financieel beeld 2021-2024

Terug naar navigatie - Financieel beeld 2021-2024

In deze begroting op hoofdlijnen lichten wij het financieel meerjarige beeld van de gemeente Weststellingwerf toe. In deze financiële begroting zien we meerjarig een negatief beeld. Door vele extra inspanningen die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden kunnen wij u vanaf 2024 een sluitende begroting presenteren. Onder het kopje overige voorstellen stellen we u een aantal maatregelen voor die in positieve zin hebben bijgedragen aan een sluitende begroting in 2024.

Structureel begrotingssaldo 2021-2024

Terug naar navigatie - Structureel begrotingssaldo 2021-2024

Als in het betreffende begrotingsjaar structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Uit de begroting moet duidelijk zijn welke geraamde lasten en baten structureel van aard zijn en welke incidenteel.

Het structureel begrotingsevenwicht wordt berekend door de totale lasten en baten te corrigeren met de incidentele lasten en baten. Het saldo dat overblijft moet positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). Als de eerste jaarschijf van de begroting (het jaar 2021) niet structureel en reëel in evenwicht is, dan moet aannemelijk zijn dat het evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren (uiterlijk het jaar 2024) er wel is. Uit de tabel hierna blijkt dat we in 2024 voldoen aan het structurele evenwicht. Daarmee voldoen we aan de eis van onze toezichthouder om in aanmerking te komen voor repressief toezicht (controle achteraf).

x € 1.000
Omschrijving Begroot 2021 MJB 2022 MJB 2023 MJB 2024
Eindstand programmabegroting 2021-2024 -2.245 -1.205 -581 23
Bij : incidenteel saldo 557 215 109 30
Structureel saldo van de begroting -1.688 -990 -472 53

Uitgangspunten bij de begroting 2021-2024

Terug naar navigatie - Uitgangspunten bij de begroting 2021-2024

We zijn uitgegaan van de onderstaande technische uitgangspunten. Deze hebben betrekking op specifieke onderdelen van de begroting, zoals te hanteren percentages voor rente en loon- en prijsstijging en de ontwikkeling van de lokale lasten. We lichten ze hieronder toe.

Rente
Bij het bepalen van de rekenrente (renteomslag-percentage) volgen we de notitie rente van de commissie BBV. Voor 2021 komen we uit op afgerond 1,5%. Dit is 0,5% lager dan in 2020.

Mutaties gemeentefonds
In mutaties gemeentefonds zijn de verwachte compensatie voor lonen en prijzen en de mutaties op basis van de mei-circulaire 2020 meegenomen.

Loonontwikkelingen
Voor de ramingen van de salarissen van het ambtelijk personeel vormen de cao-afspraken het uitgangspunt. Zoals elk jaar, baseren we ons op het indexatiecijfer van de “loonvoet sector overheid” uit de meest recente raming van het Centraal Economisch Plan door het CPB. De raming uit maart 2020 geeft een verwachte indexatie weer van 3,1% voor 2021. Bovenop deze loonindexatie is het reëel rekening te houden met een pensioenpremiestijging door het ABP, maar de omvang daarvan is nog niet bekend. Binnen de OWO-gemeenten is een stijging van 3,5% afgestemd.

Ontwikkeling van de lokale heffingen
Voor de lokale heffingen hanteren we het algemeen stijgingspercentage uit het Centraal Economisch Plan. We komen dan afgerond op 1,5%.  Ons streven is om zowel het niveau van de gemeentelijke heffingen als de woonlasten in deze bestuursperiode binnen onze financiële mogelijkheden zo laag mogelijk te houden.

Prijsstijgingen (inflatie)
We hanteren de nullijn, ook voor prijsgevoelige ramingen. Het uitgangspunt is dat noodzakelijke verhogingen binnen het budget (door bijvoorbeeld efficiëntiemaatregelen) moeten worden opgevangen binnen het budget.
Bij uitzondering kan van deze nullijn worden afgeweken als blijkt/vaststaat dat dit uitgangspunt of de marktwerking niet is uit te voeren. Dan is er een mogelijkheid tot budgetbijstelling. Ook is die mogelijkheid er als we als gemeente op basis van een overeenkomst/contract verplicht zijn subsidie- instellingen te compenseren voor loon/prijsstijgingen.

Toelichting programmabegroting 2021-2024

Terug naar navigatie - Toelichting programmabegroting 2021-2024

Het financiële vertrekpunt van deze programmabegroting is de eindstand van de programmabegroting 2020-2023. Omdat er in 2020 geen kadernota is verschenen presenteren wij u hieronder de structurele gevolgen uit de Voorjaarsnota 2020. Dit overzicht is aangevuld met de mutaties uit de mei-circulaire 2020, overige mutaties in het kader van herijking van de exploitatie en overige voorstellen/maatregelen. Het verwerken van alle genoemde mutaties heeft geleid tot het eindsaldo van de programmabegroting 2021-2024.

x € 1.000
Omschrijving Begroot 2021 MJB 2022 MJB 2023 MJB 2024
Eindstand programmabegroting 2020-2023 -695 61 753 1.271
1. Mutaties Voorjaarsnota 2020 (structurele gevolgen) -1.500 -1.901 -2.041 -2.004
2. Mutaties meicirculaire 2020 841 1.132 1.004 834
3. Mutaties op basis van herijking exploitatie -1.870 -1.992 -2.007 -1.973
4. Overige voorstellen / maatregelen 979 1.495 1.710 1.895
Eindstand programmabegroting 2021-2024 -2.245 -1.205 -581 23

1. Mutaties voorjaarsnota 2020 (structurele gevolgen)

Terug naar navigatie - 1. Mutaties voorjaarsnota 2020 (structurele gevolgen)
+ = voordeel - = nadeel x € 1.000
Structurele gevolgen voorjaarsnota Begroot 2021 MJB 2022 MJB 2023 MJB 2024
Structurele bijdrage tekort jeugd -450 -450 -450
Sociaal Domein -2.101 -2.101 -2.101 -2.101
September-circulaire 2019 721 790 659 695
Overig -120 -140 -149 -148
Totaal mutaties -1.500 -1.901 -2.041 -2.004

Toelichting mutaties voorjaarsnota 2020 (structurele gevolgen)

Terug naar navigatie - Toelichting mutaties voorjaarsnota 2020 (structurele gevolgen)

Structurele bijdrage tekort jeugd
In de vorige begroting hebben we voor de jaren 2022 en volgende een stelpost opgenomen voor extra middelen van het rijk voor de tekorten in het jeugdhulpbudget. Het rijk doet momenteel onderzoek of deze middelen ook structureel kunnen worden. De provincie Fryslân adviseert ons de stelpost jeugd vanaf 2022 niet meer op te nemen vanwege het onzekere karakter hiervan.

Sociaal Domein
In de voorjaarsnota 2020 hebben we geconstateerd dat voor het Sociaal domein diverse budgetten structureel aangepast moeten worden. Dit is bij deze begroting gedaan. Het betreft de volgende budgetten:

  • Leerlingenvervoer, nadeel van € 123.500
  • Logopedie, voordeel van € 20.060
  • Hulp bij het huishouden, nadeel € 407.000
  • Individuele begeleiding, nadeel € 1.311.000
  • Vervoer, nadeel van € 160.000
  • Hulpmiddelen, nadeel van € 120.000

September-circulaire 2019
De positieve ontwikkeling (ten opzichte van de uitkomsten uit de mei-circulaire 2019) komt door investeringen van het rijk voor infrastructuur en defensie en het sluiten van het Pensioenakkoord. Ook het woningmarktpakket waartoe in de Miljoenennota is besloten, leidt tot een groei van het gemeentefonds.

Overig
Voor de uitvoering van het totale plan 'Plan eikenprocessierups 2020' is een structureel budget van € 90.000 opgenomen. Het restant saldo onder het kopje “Overig’ bestaat uit diverse kleine posten.

 

Toelichting Mei-circulaire 2020 gemeentefonds

Terug naar navigatie - Toelichting Mei-circulaire 2020 gemeentefonds

Mei-circulaire 2020
De uitkomsten uit de mei-circulaire 2020 zijn positiever dan die van de september-circulaire 2019. Dit komt met name door de verwachte hogere rijksuitgaven ten opzichte van de miljoenennota die vorig jaar in september is verschenen. De belangrijkste verklaring daarvoor ligt in de hogere ontwikkeling van de lonen en prijzen, gebaseerd op gegevens van het Centraal Plan Bureau.

3. Mutaties op basis van herijking exploitatie

Terug naar navigatie - 3. Mutaties op basis van herijking exploitatie

Binnen de kaders stellen wij voor om een aantal zaken te wijzigen in de exploitatie. Een specificatie van de aanpassingen is opgenomen in onderstaande tabel.

+ = voordeel - = nadeel x € 1.000
Herijking exploitatie Begroot 2021 MJB 2022 MJB 2023 MJB 2024
Gemeentelijke heffingen 78 78 78 78
Areaal -110 -125 -129 -133
Personeel -1.254 -1.254 -1.254 -1.254
Panden -203 -108 -108 -108
Overig -381 -583 -594 -556
Totaal mutaties -1.870 -1.992 -2.007 -1.973

Toelichting op herijking exploitatie

Terug naar navigatie - Toelichting op herijking exploitatie

Gemeentelijke heffingen
De hogere opbrengst onder gemeentelijke heffingen betreft de indexatie van de lokale heffingen (1,5%).

Areaal
De areaaluitbreiding bestaat uit meerdere posten waaronder wegen, bruggen en diverse kosten binnen de afdelingen Groen Ruimte en Gemeentewerf.

Personeel
De CAO-verhoging is meegenomen in de cijfers en er zijn 2,64 fte's extra in dienst.

Panden
In 2020 is incidenteel budget begroot voor herstelwerkzaamheden aan de gemeentewerf en brandscheiding. De overige kosten betreffen de jaarlijkse aanpassingen voor de energiekosten, huren en meerjarig onderhoudsplan.

Overig
Hier staan verschillende bijstellingen, zowel uitgaven als inkomsten. Onderdeel hiervan zijn onder andere de bijdrage aan de verbonden partijen (Veiligheidsregio en Fumo), de actualisatie van de Buig budgetten, de verhoging van de baten van de Steense, en de actualisatie van de kapitaallasten van de investeringen (inclusief de nieuwe investeringen). 

4. Overige voorstellen / maatregelen

Terug naar navigatie - 4. Overige voorstellen / maatregelen
+ = voordeel - = nadeel x € 1.000
Ombuigingsvoorstellen Begroot 2021 MJB 2022 MJB 2023 MJB 2024
1. Grip op Wmo 635 1.025 1.275 1.395
2. Grip op leerlingenvervoer 45 45 45 45
3. Grip op participatiewet -6 70 70 70
4. Monumentensubsidie verlagen 20 20 20 20
5. Levensbrede aanpak autisme 20 20 20 20
6. Stelpost areaaluitbreiding 15 20 30 50
7. Samenwerking OWO p.m. p.m. p.m. p.m.
8. Culturele hoofdstad naar tweejaarlijks in plaats van ieder jaar 0 45 0 45
Totaal ombuigingsvoorstellen 729 1.245 1.460 1.645
Overige voorstellen/Maatregelen
Inzet 50% van stelpost risicobeheersing 250 250 250 250
Totaal Ombuigingsvoorstellen en overige maatregelen 979 1.495 1.710 1.895

Toelichting overige voorstellen / maatregelen

Terug naar navigatie - Toelichting overige voorstellen / maatregelen

Ombuigingsvoorstellen

De voorlopige cijfers 2020 en het jaarrekening resultaat 2019 laten een somber beeld zien. In de komende jaren is er jaarlijks een tekort op de begroting van ongeveer € 2,5 miljoen (stand van zaken juli 2020). Om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2021-2024 heeft het college aan de hele organisatie gevraagd om concernbreed te inventariseren welke ombuigingen zouden kunnen plaatsvinden.

In de zomervakantie is iedereen binnen de organisatie gevraagd om mee te denken over ombuigingsvoorstellen. Hoe kunnen we binnen de koers van de gemeente opgaves slimmer en efficiënter organiseren? Er is door betrokken medewerkers hard gewerkt en er zijn veel effectieve voorstellen uitgekomen. Het integraal concern breed werken werd gewaardeerd en als een meerwaarde gezien.

De diverse aangedragen ideeën en voorstellen zijn gewogen aan de hand van twee criteria:
1. Past het binnen de Koers van Weststellingwerf? De Koers van Weststellingwerf is een samenvatting van verschillende bestaande documenten, als de begroting en de Omgevingsvisie, aangevuld met actuele ontwikkelingen als Brede Welvaart en Corona.
2. Is de te realiseren besparing substantieel en realistisch?.

Op basis van deze weging zijn vanuit de organisatie, als opbrengst van het gelopen proces, de volgende voorstellen aan ons voorgelegd:
1. Grip op Wmo
2. Grip op leerlingenvervoer
3. Grip op Participatiewet
4. Monumentensubsidie verlagen
5. Levensbrede aanpak autisme
6. Stelpost areaaluitbreiding
7. Samenwerking OWO
8. Legacy Culturele hoofdstad

Deze voorstellen hebben wij verwerkt in de begroting. Inhoudelijk worden deze voorstellen toegelicht bij de afzonderlijke programma's.

Gekeken naar de concrete voorstellen kan geconstateerd worden dat de nadruk ligt op voorstellen vanuit het Sociaal Domein (de 3D’s), het Sociaal Domein is dan ook al langer op weg met “Grip op”.

Duidelijk is dat deze zomer exercitie van de organisatie niet de bedoelde € 2,5 miljoen heeft opgeleverd. Verdere voorstellen die een vermindering van uitgaven in zich houden worden op dit moment als niet verstandig en onwenselijk gezien.

Het financiële resultaat van deze inventarisatie is opgenomen in bovenstaande tabel.

Overige voorstellen

Stelpost Algemene Risicobeheersing
We zetten de helft van de stelpost algemene risicobeheersing in als structurele dekking. Dit heeft een positief effect van € 250.000 op het structurele begrotingssaldo. 

Herijking gemeentefonds
De herijking van het gemeentefonds zal naar alle waarschijnlijkheid nadelige effecten tot gevolg hebben. Vanwege de onduidelijkheid over de gevolgen hiervan voor de gemeente Weststellingwerf zijn er geen bedragen in deze begroting opgenomen. Wel vragen we uw aandacht hiervoor in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. De invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds vindt plaats in 2022, de financiële gevolgen van deze herijking van het gemeentefonds zullen worden gepresenteerd in de decembercirculaire 2020.

Corona-crisis
De begroting 2021-2024 is opgesteld op basis van de tot nu toe bekende gegevens. Naar verwachting zal de corona-crisis negatieve gevolgen hebben voor de begroting van 2020. In de Najaarsnota 2020 wordt u nader geïnformeerd over de effecten van de corona-crisis.
Op dit moment is niet duidelijk welke meerjarige gevolgen hieruit voort zullen vloeien. Vanwege de grote onzekerheden hieromtrent zijn in deze begroting geen financiële gevolgen doorgerekend. Voor meer informatie verwijzen we u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

Ontwikkelingen aanvullend compensatiepakket corona
Als gevolg van de extra toegenomen financiële druk door de corona-crisis bij gemeenten heeft het kabinet besloten de opschalingskorting voor 2020 en 2021 te schrappen. Deze maatregel heeft een positief effect op de algemene uitkering van het gemeentefonds. De uitkering zal worden opgenomen in de september-circulaire 2020 en zal voor de begroting 2021 een positief resultaat tot gevolg hebben.
Het incidentele voordeel van naar verwachting € 230.000 voor 2021 zal worden meegenomen in de Voorjaarsnota 2021.

 

Woonlasten

Terug naar navigatie - Woonlasten

De gemiddelde woonlast - bestaande uit de onroerende-zaakbelastingen voor woningen, de riool- en afvalstoffenheffing - bedroeg in 2020 € 701. Voor het komende begrotingsjaar is het voorstel de inflatiecorrectie van 1,5% toe te passen op de OZB en de tarieven van de afvalstoffen- en rioolheffing zodanig te verhogen dat deze kostendekkend zijn in respectievelijk 2021 en 2025.

OZB
De aanslag OZB voor het belastingjaar 2021 is gebaseerd op (nog door de raad vast te stellen) tarieven voor 2021 en de waardepeildatum per 1 januari 2020. De definitieve vaststelling van de OZB-tarieven vindt in de raad van december plaats. De totale opbrengst voor 2021 is ten opzichte van 2020 gecorrigeerd met een inflatiepercentage. Bij de raming voor 2021 is rekening gehouden met de autonome stijging als gevolg van verbouw/nieuwbouw.

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing betaald. Hierbij heeft de gemeente naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Evenals bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt een 100% kostendekking. De tarieven zijn voor 2021 ten opzichte van 2020 in lijn gebracht met het nieuwe Gemeentelijk RioleringsPlan 2021 - 2025. In dit plan zijn diverse klimaatmaatregelen opgenomen om met name wateroverlast in de wijken te voorkomen. Dit leidt tot een lastenverzwaring voor 2021 en de komende jaren.
Uw raad moet dit nieuwe GRP 2021 - 2025 en de maatregelen die daarin zijn opgenomen, nog wel goedkeuren. Vooruitlopend op de besluitvorming is de begroting alvast in lijn gebracht met het nieuwe GRP.

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is een 100% kostendekking. Door een forse verhoging van de verbrandingsbelasting en de verwerkingskosten voor gft-afval is de mate van kostendekkendheid van het product afval onder druk komen te staan. Het tarief 2021 is zodanig verhoogd, dat deze de te maken kosten 100% dekken.

De geschatte gemiddelde woonlast voor onze inwoners voor 2021 stijgt door bovenstaande aanpassingen van € 701 in 2020 naar € 742 in het begrotingsjaar 2021.