Risicoparagraaf

Risicoparagraaf

Terug naar navigatie - Risicoparagraaf

In deze Voorjaarsnota / Kadernota nemen we pas aanpassingen  op als ze noodzakelijk zijn én we de bijbehorende bedragen (nagenoeg) zeker weten. Als we het bedrag niet zeker weten dan nemen we de ontwikkeling in deze paragraaf op. Dat doen we ook voor ontwikkelingen die op ons afkomen na 2021. Daarvan weten we nu vaak nog niet wat het exacte effect zal zijn, maar vinden we het wel belangrijk u nu al mee te nemen in de ontwikkelingen die op ons af lijken te komen.

Financiële impact coronamaatregelen
Wij hebben de uitkomsten van het 3e en 4e compensatiepakket verwerkt bij de paragraaf Overzicht Algemene dekkingsmiddelen. De totale ontvangen coronagelden tot het met vierde compensatiepakket bedragen € 1.626.036  voor 2021, deze gelden hebben allemaal een eenmalig karakter. Bij de jaarrekening hebben wij aangegeven dat we deze gelden wel willen inzetten voor de gevolgen van de corona om recht te doen aan de intentie van deze uitkering. Ook zullen de inkomstenstromen van onze gemeente worden beïnvloed. We houden bij wat de financiële effecten zijn, maar kunnen, zoals u zult begrijpen,  nu nog geen bedragen afgeven.  Zie ook de paragraaf Overzicht Algemene dekkingsmiddelen voor een verder toelichting op de coronagelden. 

Herijking Gemeentefonds
Het huidige verdeelsysteem dat ten grondslag ligt aan de Gemeentefondsuitkering is complex. Er zijn tientallen maatstaven die bepalen wat de uiteindelijke bijdrage uit de algemene uitkering wordt. Er is de afgelopen tijd gewerkt aan een eenvoudiger model. Per saldo leidde het nieuwe model ertoe dat grote(re) steden c.q. gemeenten meer geld kregen en kleinere gemeenten geld moesten inleveren. Nadat de uitkomsten van het effect waren gepubliceerd, kwamen er veel kritische kanttekeningen bij de uitlegbaarheid van de uitkomsten, met name in het Sociaal domein. Ook heeft het Rijk veel reacties en vragen gekregen van gemeenten. Dit samen was voldoende aanleiding  voor het Rijk om het verdeelvoorstel nog eens kritisch tegen het licht te houden.  Begin juni verwacht het Rijk een nieuw voorstel te hebben. Dat wordt dan eerst ter advisering voorgelegd aan de Raad voor het Openbaar Bestuur. Over de uitkomst is nog veel onzekerheid. 

Sociaal Domein
De Voorjaarsnota laat op het Sociaal domein, programma 6, een tekort zien van bijna € 2 miljoen voor 2021. Een deel hiervan is gerelateerd aan compenserende maatregelen in het kader van Corona, maar het tekort draagt ook een aantal structurele elementen in zich. Op dit moment zijn deze nog niet vertaald naar de Kadernota, omdat de uiteindelijke omvang van het tekort voor 2022 en verder nog niet goed valt te berekenen. Er is nog te veel onzeker, zowel in positieve als in negatieve zin om in de Kadernota al een bedrag op te nemen. In een worstcase scenario stevenen we echter af op een tekort voor 2022 en verder van rond de € 1,5 miljoen. In 2021 gaan we onze inzet op "Grip op-programma’s" verder intensiveren waarmee we dit dreigende tekort in de komende jaren terug willen dringen.

Intensivering van de Grip op programma’s
De maatregelen vanuit Grip op Jeugd sorteren effect, maar de volledige taakstelling is nog niet behaald. De tot nu toe ingezette maatregelen vanuit Grip op Wmo laten een tegenvallend resultaat zien, dit geldt met name voor de toepassing van het normenkader Huishoudelijke Hulp. Willen we de structurele uitgaven in het Sociaal domein onder controle krijgen, dan zullen er aanvullend op de maatregelen die nu al in de beide projecten zijn gedaan zeer scherpe keuzes moeten worden gemaakt, die gevolgen hebben voor de ondersteuning van inwoners. Wij zullen daarom de Grip op programma’s in een nieuwe eenduidige projectstructuur brengen en nieuwe, ingrijpende voorstellen doen om de kosten in de Wmo en Jeugd om te buigen. Daarbij wordt ook gekeken naar de verbinding met bijvoorbeeld de Participatiewet.

Autonome ontwikkelingen in relatie tot de Rijksbijdrage
In de Voorjaarsnota is rekening gehouden met indexatie voor loon- en prijsontwikkelingen. Deze zullen ook in de komende jaren doorzetten. Verder verwachten we in de Wmo een toename van inwoners die ondersteuning nodig hebben, onder meer door de vergrijzing en de complexer wordende samenleving. Deze autonome ontwikkelingen spelen bij een groot aantal gemeenten en leiden bij veel gemeenten tot dezelfde problemen als in Weststellingwerf. Uit onafhankelijk onderzoek is gebleken dat gemeenten € 1,7 miljard meer uitgeven aan Jeugdzorg dan ze aan middelen ontvangen. Weliswaar zijn aanvullende incidentele middelen voor het oplossen van acute problematiek in de jeugdzorg toegezegd door het rijk, een structurele oplossing zowel op het gebied van jeugd als Wmo is noodzakelijk. Wij blijven dan ook een dringend beroep doen op het Rijk om hier op korte termijn toe over te gaan.