Structurele gevolgen voorjaarsnota
De structurele gevolgen van de voorjaarsnota hebben veel impact. Grofweg verslechtert het beeld met € 2 miljoen wat voornamelijk wordt veroorzaakt door de jeugdzorg, hoogspecialistische jeugdzorg, Beschermd Wonen en ook de invoering van een abonnementstarief voor de WMO. De extra incidentele inkomsten van het rijk die we krijgen voor de jeugdzorg zijn afzonderlijk in de tabel opgenomen. De genoemde bedragen zijn gebaseerd op de laatste berichten van de VNG. Daarmee wordt het totale structurele tekort bij lange na niet gecompenseerd.
Noodzakelijk en onvermijdelijk
We hebben signalen gekregen van het rijk dat het BTW compensatiefonds niet toereikend zal zijn. Dit is de grootste noodzakelijke bijstelling wat betreft de algemene dekkingsmiddelen. Ook willen we de gelden voor het project Noordwolde vanaf 2021 in de begroting op nemen (fase 6). We weten dat de provincie haar bijdrage hieraan al in haar eigen begroting heeft staan.
Gevolgen gemeenschappelijke regelingen
De afrekening van Caparis (Groen Zelf Doen) is klaar. Het levert een positief resultaat op. We wachten af wat de verdere ontwikkelingen zijn voor de herstructurering van de gemeenschappelijke SW-regeling en de bijbehorende NV Caparis. Kaderstellend gaan we er vanuit dat dit minimaal budgetneutraal voor onze begroting zal verlopen, zeker in structurele zin.
Stofkam
Op basis van de "tussenstand/vertrekpunt overige ontwikkelingen" in het meerjarenperspectief hebben we dit jaar bij de opstelling van de nota zeer streng gekeken naar onze vastgestelde programmabegroting. We hebben geprobeerd de ruimte er uit te halen en komen met een beperkt aantal besparingsvoorstellen. De meeste van deze voorstellen, die onder het kopje Stofkam zijn opgenomen, betreffen voorstellen om budgetten te verlagen omdat daar geen beleidsmatige verplichtingen en of politieke verwachtingen tegenover staan. Zo besteden we de onderwijsbegeleiding niet meer uit, maar is deze taak overgenomen door onze vlechtwerkers in de scholen. Daarnaast verlagen we het krediet van het uitvoeringsplan bermen omdat er te veel budget is voor de uitvoering van deze taak. De diverse aanbestedingen laten deze ruimte zien.
Voorstellen/maatregelen
1. Grip op Jeugd
In programma 6 gaan we in op de maatregelen betreffende de jeugdzorg. Ze zijn verzameld in het project ‘Grip op jeugd’.
2. Het dynamisch investeringsprogramma
We stellen een dynamisch investeringsprogramma in. Dit geeft voor nu een ontlasting in de exploitatie. In de paragraaf Dynamische investeringsprogramma is een overzicht opgenomen van de budgetten die we daarin willen opnemen. Als zich nieuwe kansen voordoen, dan zullen we ze toevoegen aan deze dynamische investeringsagenda. We denken dat de projecten die nu zijn opgenomen betaald kunnen worden. Duidelijk is dat het geld wat we aan precario hebben en zullen ontvangen en de budgetten voor de collegeambities voldoende zijn. Belangrijk daarbij is te vermelden, dat de claim op terugbetaling van de precariogelden nog wel aanwezig is. Dit in afwachting van lopende bezwaar- en beroepszaken. De financiële vertaling van de projecten wordt pas in de begroting opgenomen als de projecten gereed zijn voor uitvoering. We komen voor de financiële voorstellen terug bij u.
3. De Lindewijk exploitatie voortzetten met fase 2
Wij vinden dat wij als college aan u een overwogen en onderbouwd besluit hebben voorgelegd over het voortzetten van de Lindewijk exploitatie. Het zal bijdragen aan de uitstraling van de wijk, voldoen aan de vraag naar woningen en daarnaast levert het voortzetten van de Lindewijk grondexploitatie een structureel voordeel op voor de algemene middelen. De rentekosten nemen we vanaf het jaar 2020 mee in de grondexploitatie van Lindewijk deelgebied 2. Deze zitten dan niet meer in de exploitatielasten vanaf het jaar 2020.
4. Stelpost Risicobeheersing
Voor 2020 zetten we de stelpost risicobeheersing in als dekking.
Extra bijdrage rijk voor de tekorten jeugdzorg
Het kabinet heeft besloten middelen toe te voegen aan het jeugdhulpbudget. In 2020 en 2021 gaat het om jaarlijks € 300 miljoen. Dit betekent voor onze gemeente een extra bijdrage van het rijk van € 450.000 per jaar.