Begroting op hoofdlijnen

Begroting op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Begroting op hoofdlijnen

In dit hoofdstuk treft u het financiële meerjarenbeeld aan. Eerst wordt een actualisatie van het meerjarenbeeld gegeven, waarbij de cijfers uit de programmabegroting 2017-2020 het uitgangspunt zijn. Hierna volgen de mutaties uit de kadernota 2018-2021. Daarna worden de financiële effecten uit de mei-circulaire 2017 meegenomen, om te komen tot het vertrekpunt voor deze programmabegroting.

Financieel vertrekpunt

Terug naar navigatie - Financieel vertrekpunt
 bedragen x € 1.000

Omschrijving

Begroot 2018

MJB 2019

MJB 2020

MJB 2021

 

Eindstand programmabegroting 2017-2020

14

4

213

170

Mutaties gemeentefonds op basis van september- en decembercirculaire 2016

1.265

1.403

1.565

1.871

Gevolgen toerekenen 2% renteomslag

- 400

- 400

- 400

- 400

Loonontwikkelingen per 01-01-2018 1,5% - 240 - 240 - 240 - 240
Verhoging OZB op basis van prijsindex 1,5% 70 70 70 70

Structurele gevolgen voorjaarsnota 2017

- 124

92

- 347

- 189

Vertrekpunt kadernota 2018-2021

585

929

861

1.282

 

Mutaties kadernota 2018-2021

Vastgesteld beleid

Budget raadsverkiezingen

- 20

-

-

-

Verhoging bijdrage Veiligheidsregio Fryslân en FUMO

- 96

- 113

- 121

- 149

Onkruidbestrijding, veilige otterpassages , bomenbeleidsplan en plaatsen bladkorven

- 152

- 2

- 2

- 2

Aanvragen voorzieningen onderwijshuisvesting

- 5

-

-

-

Armoedebestrijding onder kinderen

- 117 

- 117

- 117

- 117

Aframen dividend aandelen Enexis

- 25

 - 25

- 25 

- 25 

 

Aanvragen Sociaal domein

Bijzondere bijstand voor bewindvoering en woninginrichting

- 200

- 200

- 200

- 200

Uitvoering Bbz en IOAZ

- 50

- 50

- 50

- 50

Flankerend innovatie en communicatie beleid

- 30

- 30

- 30

- 30

Inzet wijken en dorpen

- 232

- 166

- 50

-

Opvangen binnen het `Hek van het Sociaal domein`

512

446

330

280

 

Overige wensen

Sportbeleid en activering buurtsportwerk Weststellingwerf

- 45 

- 212

- 212

- 212

Verwachte compensatie gemeentefonds Brede sportimpuls

-

87

87

87

Sportaccommodaties

- 45 

- 29

- 31

- 33

Uniforme en geactualiseerde bebording recreatie

- 20 

-

-

-

Formatie beleidsveld Jeugd

- 73

- 73

 - 73

-73

Formatie beleidsveld Participatie

- 58

- 58

- 58

- 58

Indexering subsidies

- 30

- 30

- 30

- 30

Continueren projecten Gezond in de Stad (GIDS) en Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)

- 135

- 135

 - 135

 - 135

Verwachte compensatie gemeentefonds GIDS en JOGG

135

135

135

135

Milieubeheer

- 54

- 4

- 4

- 4

Overige bedrijfsvoeringskosten

- 36

- 41

- 41

- 41

Verlaging opbrengst onroerende-zaakbelastingen

- 201

- 201

- 201

- 201

Saldo kadernota 2018-2021

- 392

111

33

424

 

Gemeentefonds: mutaties op basis van mei-circulaire 2017 en overige (geringe) aanpassingen

436

625

528

553

 

Vertrekpunt programmabegroting 2018-2021

44

736

561

977

 

Uitgangspunten bij deze programmabegroting

Terug naar navigatie - Uitgangspunten bij deze programmabegroting

Rente
We volgen de notitie rente van juli 2016 van de commissie BBV. In deze notitie wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. Voor 2018 en latere jaren hanteren we een (voor)gecalculeerd percentage van 2%. Het financieel effect van een lagere renteomslag (in 2017 hanteerden we een renteomslag van 4%) is in deze begroting verwerkt.

Loon-en prijsontwikkelingen
Voor de ramingen van de salarissen van het ambtelijk personeel vormen de cao-afspraken het uitgangspunt. Op 4 juli 2017 is het principeakkoord over de cao voor gemeenten gesloten. De nieuwe cao loopt van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. Onderdeel van deze onderhandelingen is een structurele loonsverhoging voor de gemeenteambtenaren van 3,25%. Bij de vorige programmabegroting is er al vanuit gegaan dat de loonkosten van de collectieve sector toenemen per 1 mei 2017 met 1,5%. In de kadernota 2018-2021 - in uw raad vastgesteld op 10 juli 2017 - is een verhoging van 1,5% per 1 januari 2018 meegenomen. De financiële effecten uit de nieuwe cao zijn opgevangen binnen het totaal beschikbare personeelsbudget (met name ook als gevolg van lagere sociale premies) voor de komende jaren.

Voor de prijzen van alle inkoopbudgetten inclusief gesubsidieerde instellingen hanteren we een algemeen stijgingspercentage van 1,5% voor 2018. Conform de systematiek die we toepassen bij de raming van de gemeentefondsuitkering (de inkomsten) presenteren we voor het eerste begrotingsjaar de budgetten in lopende prijzen en de jaren daarna (2019 t/m 2021) in constante prijzen. 

Herijking exploitatie

Terug naar navigatie - Herijking exploitatie

Binnen de kaders stellen wij voor om een aantal zaken te wijzigen in de exploitatie. Een specificatie van de aanpassingen staan hieronder:

bedragen x € 1.000
Omschrijving Begroot 2018 MJB2019 MJB 2020 MJB 2021
 
Technische aanpassingen 118 288 491 599
Algemeen budget voor Investeringskalender en overige ambities    -30 -60 -89
Bijdragen aan 'Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering' (GGU) - 65 - 65 - 65 - 65
Overheidsparticipatie - 5 - 5 - 5 - 5
Belastingen 33 33 33 33
Prijsstijging inkoopbudgetten - 320  - 320 - 320 - 320
Vervallen deel stelpost algemene risicobeheersing 300 - - -
Overdracht beheer en onderhoud Lindewijk -  - 150 - 225 - 300
Implementatie Omgevingswet - - 100 - 100 - 100
Diversen - 88 7 - 90 - 45
 
Totaal mutaties - 27 - 342 - 341 -292

Technische aanpassingen
Betreft actualisatie van de geplande investeringen waardoor de geraamde kapitaallasten later ingaan alsmede correcties in de ramingen.

Algemeen budget voor Investeringskalender en overige ambities
Dit betreft de kapitaallasten van het algemene budget dat voor de jaren 2018-2021 (€ 500.000 per jaar) ten behoeve van de Investeringskalender en overige ambities is opgenomen (zie investeringsplan achterin dit boekwerk).  

Bijdrage aan 'Fonds GGU'
Vanaf 2018 is er geen sprake meer van rechtstreekse betalingen uit het gemeentefonds aan derden (waaronder de VNG). Om gezamenlijke activiteiten in de toekomst financieel te kunnen blijven faciliteren, is de VNG van plan een 'Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering' in het leven te roepen. De bijdrage betreft de voeding van het fonds en bedraagt voor iedere gemeente € 2,50 (afgerond) per inwoner. 

Overheidsparticipatie
Het incidentele budget in 2016 en 2017 voor overheidsparticipatie is vanaf 2018 omgezet naar een structureel budget van € 5.000 per jaar. 

Belastingen
Betreft voornamelijk verhoging van de opbrengst toeristenbelasting van bijna € 96.000 naar € 120.000 gebaseerd op de werkelijke opbrengst van de afgelopen jaren.

Prijsstijging inkoopbudgetten
In het licht van de looncompensatie en de bijstelling van de subsidies (zie kadernota 2018-2021) zijn ook voor 2018 de inkoopbudgetten aangepast. Deze aanpassing heeft de afgelopen jaren niet plaatsgevonden.

Vervallen deel stelpost algemene risicobeheersing
Beschikking over deze stelpost kan alleen via een raadsbesluit en is uitsluitend bedoeld ter dekking van structurele risico's die op enig moment werkelijkheid worden. We verwachten dat we in 2018 voor een deel geen beroep hoeven te doen op deze post en daarom laten we een deel van het gereserveerde bedrag van € 500.000 vrijvallen ten gunste van de exploitatie.

Overdracht beheer en onderhoud Lindewijk
Een groot gedeelte van het exploitatiegebied De Lindewijk is intussen al enkele jaren woonrijp. Het is gebruikelijk, dat bij oplevering van het project/ deelgebied het beheer en onderhoud van dit projectgebied overgaat naar de algemene dienst. Tot nu toe heeft de exploitatie van het project de kosten van beheer en onderhoud gedragen. De overgang naar de algemene dienst leidt tot een forse areaaluitbreiding van wegen, straten, riolering en groen. De verwachte financiële gevolgen van deze areaaluitbreiding zijn inzichtelijk gemaakt. Dit is een eerste inschatting, op het daadwerkelijke moment van overdracht zal een gedetailleerde berekening van de areaaluitbreiding plaatsvinden. Wij gaan er van uit dat die overdracht met ingang van het begrotingsjaar 2019 (gefaseerd) zal plaatsvinden.

Implementatie Omgevingswet
De planning voor het maken van de Omgevingsvisie is bij u bekend en is erop gericht dat de raad in deze bestuursperiode nog een besluit neemt tot vaststelling van de ontwerp-Omgevingsvisie. Daarvoor is ook budget beschikbaar. Behalve de wettelijke plicht om een Omgevingsvisie vast te stellen is het nodig, dat u zich met ons en de organisatie voorbereid op de organisatorische impact van de implementatie van de Omgevingswet. Op 14 juni 2017 is er met u een werkvergadering gehouden over het Ambitiedocument Omgevingswet. Hoewel de behandeling en invoering van deze wet (wederom) is uitgesteld, treffen wij wel de nodige voorbereidingen. Het Ambitiedocument zal leiden tot een Plan van Aanpak waarin de organisatorische impact en de werkzaamheden voor de implementatie concreet zullen worden uitgelijnd en opgepakt. Wij koersen voorshands nog steeds op besluitvorming op het Ambitiedocument en het Plan van Aanpak in de eerste helft van 2018. Wij hebben in deze begroting daarom voor de jaren 2019, 2020 en 2021 een bedrag van € 100.000 als eerste inschatting voor de dekking van de uitvoering van deze werkzaamheden opgenomen.

Diversen
Betreft met name aanpassing van het budget voor de raadsleden (aanschaf Ipads in 2018 € 15.000; opleidingsbudget jaarlijks € 10.000 en verlenging budget rekenkamer commissie € 7.200 per jaar). Daarnaast is de bijdrage aan sportverenigingen ter compensatie van de te betalen onroerende-zaakbelastingen verhoogd met jaarlijks € 5.000 en is er voor de komende drie jaren een bijdrage voor de Oudheidskamer gereserveerd. Verder staan hier correcties in een aantal uitgavenbudgetten.

Eindstand

Terug naar navigatie - Eindstand
 bedragen x € 1.000

Omschrijving

Begroot 2018

MJB 2019

MJB 2020

MJB 2021

 

Beginsaldo programmabegroting 2018-2021

44

736

561

977

Totaal mutaties

- 27

-342

-341

-292

 

Eindsaldo programmabegroting 2018-2021

 17

394

220

685

 

Structureel begrotingsevenwicht

Als in het betreffende begrotingsjaar structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Uit de begroting moet duidelijk zijn welke geraamde lasten en baten structureel van aard zijn en welke incidenteel.
Het structureel begrotingsevenwicht wordt berekend door de totale lasten en baten te corrigeren met de incidentele lasten en baten. Het saldo dat overblijft moet positief zijn (de structurele baten zijn dan groter dan de structurele lasten). 

 bedragen x € 1.000
Omschrijving Begroot 2018 MJB 2019 MJB 2020 MJB 2021
 
Resultaat programmabegroting  17 394 220 685
Bij: incidenteel saldo 847 348 269 30
 
Structureel saldo van de begroting   864 742 489 715
Structureel evenwicht ja ja ja ja

De provincie spreekt als financieel toezichthouder een oordeel uit over het al dan niet structureel en reëel sluitend zijn van de meerjarenbegroting (inclusief nieuwe beleid). Repressief toezicht is regel. Dit houdt in dat we de begroting direct kunnen uitvoeren zonder dat vooraf goedkeuring van de provincie vereist is. We voldoen met de uitkomsten van deze meerjarenbegroting aan de criteria voor repressief toezicht.

Balans in de driehoek

Terug naar navigatie - Balans in de driehoek

Dit zal de laatste programmabegroting zijn van deze bestuursperiode. Hierin worden de politieke en bestuurlijke keuzes op de drie hoofdthema’s van het coalitieakkoord/collegeprogramma behandeld, namelijk:

1. Verbeteren van de schuldpositie

2. Stabiele ontwikkeling van de woonlasten

3. Ruimte voor ambities

Verbeteren van de schuldpositie

Terug naar navigatie - Verbeteren van de schuldpositie

De vermogenspositie van onze gemeente.

De stand van onze reserves is ultimo 2016 € 23,7 miljoen (na toevoeging rekeningresultaat 2016). Dit bedrag is tevens de beginstand van het boekjaar 2017.

Als houvast voor de actuele financiële risico’ s hanteren wij de incidentele weerstandscapaciteit. In de nota financieel beleid - vastgesteld in de raadsvergadering van 12 december 2016 en ingaande 1 januari 2017 - zijn ten aanzien van de norm voor de omvang van de incidentele weerstandscapaciteit de volgende uitgangspunten vastgelegd:

  • De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (ter hoogte van minimaal de vrije algemene reserve en de post onvoorzien) moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit, oftewel de hoogte van de netto risico’s;
  • Voor de voorgeschreven financiële kengetallen sluiten we aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Het streven van de gemeente is minimaal te voldoen aan categorie B (normaal risico). Dit betekent dat we streven naar een solvabiliteitspercentage van 20%. De hoogte van de reserves (inclusief de vrije algemene reserve) moet dan minimaal 20% zijn van het totale vermogen (het balanstotaal).

Begin 2017 voldoen we aan beide uitgangspunten. We verwijzen voor de uitgebreide toelichting naar de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing en de geprognosticeerde balans 2018-2021 opgenomen onder "Uiteenzetting van de financiële positie". Daar is toegelicht dat de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit ruim € 20 miljoen bedraagt in 2018 en het boekjaar 2018 start met een solvabiliteitsratio van 25,1%.

Ontwikkeling schuldpositie

Naast de ambities en stabiele woonlasten voor onze inwoners, is het verbeteren van de schuldpositie ook een belangrijk speerpunt in deze bestuursperiode. Het streven naar een lagere schuldratio wordt als zodanig ook genoemd in het coalitieakkoord/collegeprogramma 2014 - 2018. In dat kader is begin 2016 onze leningenportefeuille volledig herzien. Daarmee hebben we een beheersmaatregel op onze risico’s kunnen toepassen en komt de schuldratio ruim onder de 80% (ongeveer 75%). De schuldratio geeft aan welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd door derden. De solvabiliteitsratio is een kengetal dat weergeeft welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd met eigen vermogen. Beide ratio’s zijn met elkaar verbonden, doordat ze samen altijd 100% zijn. Bij het onderdeel geprognosticeerde balans 2018-2021 opgenomen onder de "Uiteenzetting van de financiële positie" wordt dit verder toegelicht.

Stabiele ontwikkeling van de woonlasten

Terug naar navigatie - Stabiele ontwikkeling van de woonlasten

De gemiddelde woonlast - bestaande uit de onroerende-zaakbelastingen voor woningen, de riool- en afvalstoffenheffing - bedroeg in 2014 € 658 en in 2017 € 687. Een stijging van gemiddeld 1,1 % per jaar gedurende de afgelopen vier jaren. In deze begroting is het voorstel om de gemiddelde woonlast voor onze inwoners met ingang van 2018 te verlagen. De afgesproken en in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) opgenomen stijging van de rioolheffing voor 2018 wordt al gecompenseerd door een evenredige structurele verlaging van de opbrengst onroerende-zaakbelastingen. Bovendien stellen wij voor het tarief van de afvalstoffenheffing met ingang van 2018 te verlagen met € 10 per huishouden. Om te voldoen aan de landelijke doelstellingen koersen wij op een structurele verlaging van de hoeveelheid huishoudelijk afval. De doelstelling tot verlaging van de hoeveelheid afval is een taak van overheid, inwoners en bedrijfsleven. Samenwerken moet leiden tot een zo efficiënt, effectief, duurzaam en prijsgunstig mogelijke wijze van afvalinzameling en -verwerking. Wij doen daarbij een beroep op onze inwoners. Op basis van ons vertrouwen in de bereidheid van onze inwoners mee te helpen aan het terugdringen van de hoeveelheid afval verwachten wij positieve resultaten. Daarom willen wij voorstellen om ter stimulering van goede resultaten dit nu al aan onze inwoners ten goede te laten komen middels een tariefsverlaging van € 10. Daarvan profiteert nu ieder huishouden in onze gemeente. Willen we dat blijvend kunnen doen dan zijn en blijven onze gezamenlijke inspanningen op het gebied van afvalinzameling en -verwerking een must.

Ruimte voor ambities

Terug naar navigatie - Ruimte voor ambities

Met deze programmabegroting voor de jaren 2018-2021 wordt invulling gegeven aan de wens van de huidige coalitie om deze bestuursperiode af te sluiten met een positief begrotingssaldo.

U hebt acht ambities geformuleerd en neergelegd in de Investeringskalender 2017-2027; een periode, die meer dan twee bestuursperiodes omvat en dus aanzienlijk verder reikt dat de voorliggende begroting 2018-2021. In de prioritering van deze acht ambities hebt u ervoor gekozen om voorrang te geven aan de projecten Breedband (snel internet) en het fietspad langs de Linde.

 De financiële vertaling en dekking van deze acht ambities is in deze programmabegroting al geregeld voor:

  1. Breedband;
  2. Fietspad langs de Linde in drie fases;
  3. Bestemming Noordwolde fase 5;
  4. Bereikbaarheid en verbetering verkeersveiligheid stationsomgeving.

In deze begroting is voor 2018-2021 voorts de financiële ruimte opgenomen om verantwoord, gelet op de balans in de driehoek, in die vier jaren totaal € 2 miljoen te investeren.  Het is ons weloverwogen en nadrukkelijk advies om de prioritering van de investeringen, die voortvloeien uit de Investeringskalender en overige ambities en (wettelijke) ontwikkelingen, te betrekken bij de vorming van de nieuwe coalitie voor de bestuursperiode 2018-2021. Daarmee stelt u de nieuwe coalitie in de gelegenheid op dat moment opnieuw te kijken naar de alsdan politiek/ bestuurlijk gewenste balans in de driehoek “eigen vermogen/schuldpositie, stabiele woonlasten en ruimte voor ambities”.

U begrijpt dat wij samen met de ambtelijke organisatie uitvoering geven aan die zaken die expliciet in de begroting 2018 staan en waarvoor de financiële dekking is geregeld. Voor de andere ambities en ontwikkelingen verrichten noch wij noch de ambtelijke organisatie werkzaamheden, tenzij wij u daarover een (start-)notitie hebben beloofd.

Wij geven u in deze begroting hierna eerst inzicht in de actuele stand van zaken van de voorbereidingen van de acht ambities zoals die staan in de Investeringskalender 2017-2027. Behalve deze ambities, die zijn verankerd in de Investeringskalender 2017-2027, zijn er andere (wettelijke) ontwikkelingen en ambities, die aandacht en organisatorische inzet vragen en geld kosten. Deze worden na de acht ambities hierna toegelicht.

  1. Aanpak breedband 

    In 2016 is de aanpak voor de uitrol van breedband gewijzigd. In plaats van realisatie door de initiatiefgroepen, heeft de provincie Fryslân besloten de regie in handen te nemen. In juli 2016 koos Fryslân voor preferente samenwerking met het netwerkbedrijf KabelNoord. In oktober 2016 werd duidelijk dat deze exclusieve samenwerking, in juridisch opzicht (te) risicovol was. Nu wordt gekoerst op het model waarbij Fryslân een achtergestelde lening (tenderprocedure) verstrekt aan één marktpartij, die vervolgens de aanleg en aansluiting van breedband in de provincie verzorgt. Deze tender is in het voorjaar van 2017 uitgezet. Naar verwachting zal het provinciebestuur in het najaar 2017 een gunningsbesluit nemen, waarna begin 2018 de aanleg start. Onze inzet is er onophoudelijk op gericht te bewerkstelligen dat de aanleg start in het gebied van de OWO gemeenten. In deze begroting is een gemeentelijke bijdrage geraamd van € 0,5 miljoen voor participatie. Deze vorm van deelname heeft in zich dat de middelen uiteindelijk weer terugvloeien in de gemeentekas. 

    Ten behoeve van de vergunningverlening is besloten de legesverordening niet aan te passen. Dit betekent voor dit concrete geval dat er geen dekking is voor de kosten die wij moeten maken voor vergunningverlening en toezicht tijdens de uitvoering. Op basis van provinciale (gemiddelde) berekeningen zou het hier om een bedrag van circa € 250.000 gaan. In deze programmabegroting is daarmee geen rekening gehouden.

  2. Fietspad langs de Linde

    Voor de eerste fase, Gapenburg–Stroomkantpad, zijn de voorbereidingen bezig en is er initieel naar gestreefd om in de tweede helft van 2017 met de werkzaamheden te starten . Inmiddels is ons duidelijk geworden, na overleg met de provincie en het Wetterskip, dat de start van de uitvoering in 2017 waarschijnlijk niet meer lukt. Deze partijen hebben aangegeven (gelijktijdig) ook werkzaamheden te willen uitvoeren. Dit omvat het baggeren van de Linde (provincie Fryslân) en het ophogen van (delen van) de Lindedijk (Wetterskip). Met name deze laatste werkzaamheden raken de uitvoeringsplanning van het project. Wij blijven streven naar realisatie vóór het zomerseizoen 2018. De tweede fase, het Lindepad, maakt deel uit van de gebiedsinrichting Beekdal-Linde. Wij liften met deze fase van dat project mee. Voor zowel de eerste fase als de tweede fase geldt dat "werk met werk maken" loont.

    Voor de derde fase, de aanleg van de ontbrekende schakel in het recreatieve fietsnetwerk tussen de Kontermansbrug en het IJkenverlaatpad, is het plan nog niet uitvoeringsrijp. Ook voor deze fase zoeken wij de aansluiting bij de landinrichting Beekdal - Linde. De uitvoering van deze fase is vooralsnog voorzien in 2019/ 2020. 

  3. Winkelcentrum Wolvega compact en aantrekkelijk

    Het centrum van Wolvega heeft meegedaan aan de pilot ‘De Nieuwe Winkelstraat’ van de Rabobank. Vraagstukken op het gebied van ruimtelijke inrichting, kwaliteit van ondernemerschap (service, branchekennis, bereidheid tot samenwerking en dergelijke) financiële uitgangspositie en de vraag naar ideeën voor de ontwikkeling en het behoud van een sterk en levensvatbaar centrum zijn in deze pilot aan de orde geweest. Om te komen tot een krachtig en compact winkelcentrum voeren wij inmiddels gesprekken met het bestuur van de WOW. Onze primaire insteek daarbij is het faciliteren van de planologische mogelijkheden en wensen vanuit het perspectief van revitalisering van het kernwinkelgebied.

    In deze begroting 2018-2021 zijn voor de realisering van deze ambitie vooralsnog geen budgetten geraamd.

  4. Rottige Meente

    In 2016 is geconstateerd dat de aansluiting van de Rottige Meente bij het Nationaal Park Weerribben/Wieden, op korte termijn niet opportuun is. Daarom is besloten om (onderdelen van) de projecten uit het rapport “gebiedsopgave Rottige Meente” op te pakken. Met de uitvoering krijgt het gebied de uitstraling van een natuurpark, zonder de formele status van Nationaal Park. De kwaliteiten van het gebied op recreatief en cultureel gebied benutten wij maximaal. In 2017 zijn in dit kader de eerste deelprojecten uitgevoerd. Hieronder vallen een kwalitatieve verbetering en een uitbreiding van het parkeerterrein bij de Oldelamerbrug, de plaatsing van een informatiezuil alsmede de plaatsing van borden met de aanduiding “Natuurpark Rottige Meente” bij de entrees van het gebied. Daarvoor is budget beschikbaar gesteld. Vanuit de gebiedsopgave is in 2017 ook de restauratie van de Scheenesluis aan de orde. Hiervoor is een gemeentelijke bijdrage gevraagd. We gaan er van uit dat deze bijdrage binnen het gereserveerde bedrag in 2017 kan worden opgevangen.
     
    In 2018 zal, afhankelijk van uw prioritering en het beschikbaar stellen van financiële middelen binnen de investeringsruimte, verder uitvoering worden gegeven aan de in de gebiedsopgave genoemde volgende projecten. In deze begroting zijn voor de realisering van deze projecten vooralsnog geen budgetten geraamd.
    - Upgraden parkeerterrein Nijetrijnebrug;
    - Eenduidige bewegwijzering en vertellen kwaliteit;
    - Opknappen bestaande wandel- en fietsstructuur;
    - Realiseren nieuw startpunt nabij kerk Munnekeburen;
    - Realiseren transferium in combinatie met bezoekerscentrum;
    - Realiseren zichtbare verbinding Voetpad en Van Helomavaart.

  5. Bestemming Noordwolde

    In 2017 wordt “fase 4 van Bestemming Noordwolde” uitgevoerd en afgerond. De financiële afwikkeling en inhoudelijke verantwoording aan de provincie over fase 4 volgt in 2018. In fase 5 (2018-2020) ligt, evenals in fase 4, de nadruk op de sociale agenda. Additionele ondersteuning van fysieke of sociaal economische initiatieven verdwijnt echter niet uit het zicht. De subsidieaanvraag voor fase 5 is inmiddels ingediend bij het provinciebestuur; de totale financiële inspanning voor de projecten en activiteiten in fase 5 zijn geraamd op ruim € 740.000 (inclusief interne kosten) . Het gemeentelijk aandeel in de voorbereiding en uitvoering van fase 5 is in deze begroting opgenomen. Fase 5 richt zich op de uitvoering van project binnen een viertal thema's:

    1. Vitale Regio/gezondheid
    In partnership met GGD Fryslân en De Friesland Zorgverzekeraar wordt in de projectperiode aandacht besteed aan gezondheidspreventie. Speciale aandacht in het thema gaat uit naar opvoeden/opgroeien, de relatie arbeid-gezondheid en aanpak en voorlichting ten aanzien van middelengebruik.

    2. Ondernemen
    In overleg met en ter ondersteuning van de Ondernemersvereniging Noordwolde (OVN) wordt in fase 5 ruimte gecreëerd voor het aanjagen van de realisatie van een ambitieagenda. Deze ambitieagenda heeft tot doel het aanjagen van een bloeiend ondernemersklimaat en het verzilveren van kansen die er liggen voor Noordwolde, zoals het verstevigen van de betrokkenheid bij de activiteiten in het kader van de UNESCO nominatie van de Koloniën van Weldadigheid.

    3. Arbeidsparticipatie
    Een van de belangrijkste doelen is om inwoners uit de uitkering te krijgen en/of toe te leiden naar maatschappelijke participatie. Door middel van verbinding met (informele en professionele) zorgactiviteiten, het ontwikkelen van een Rotan werkplaats/verkooppunt en verbinding van vraag en talent wordt op verschillende manieren een impuls gegeven om de (arbeids) participatie in Noordwolde te stimuleren.

    4. Sociale Cohesie
    Door ondersteunen van wijk/bewonersinitiatieven wordt een impuls gegeven aan de sociale cohesie in Noordwolde. Het uitbrengen van een magazine (zoals eerder uitgegeven) is een tweede middel om de verbinding tussen inwoners te bevorderen en de trots over hun dorpsgemeenschap te stimuleren.


  6. Herinrichting Steenwijkerweg De Blesse

    Het doel is bekend. Maak van de oude rijksweg 32 een gewone plattelandsweg met een dorps karakter. Daarbij worden ook de aansluiting op de Spoorlaan en de Markeweg betrokken. Er wordt samen met bewoners, gesproken over een passende herinrichting. Tot nu toe is, gezien onze financiële positie, het voor dit project benodigde investeringsbudget van € 3,5 miljoen niet beschikbaar.
     
    Wij zien (ook) dit project als een werkvoorbeeld hoe de aanpak van de herinrichting van de fysieke buitenruimte kan worden opgepakt samen met de dorpsbewoners. Plaatselijk Belang de Blesse dringt intussen aan op concrete planvoorbereiding en uitvoering van het planidee dat zij indertijd hebben gemaakt. Wij wachten uiteraard met verdere planontwikkeling en voorbereiding totdat er concreet zicht is op beschikbaarheid van financiële middelen.

  7. Fietstunnel onder spoor Lycklamaweg

    In 2015 is in het kader van de verbetering van de verkeersdoorstroming, verkeersveiligheid en bereikbaarheid van Wolvega het project ondertunneling van het spoor in de Om den Noort gerealiseerd. Met dit project was een gemeentelijke bijdrage van € 1,5 miljoen gemoeid. Het project Onderdoorgang is onderdeel van een pakket aan maatregelen. De nog uit te voeren maatregelen zijn:

    a. Verlagen verkeersintensiteit (met name vrachtverkeer) via de oostelijke ingang Wolvega op de Lycklamaweg/Stellingenweg;
    b. Verbeteren verkeersveilige bereikbaarheid station en stationsomgeving voor langzaam verkeer;
    c. Verbeteren verkeersveiligheid spoorwegovergang Lycklamaweg.

    Ad. a. over de infrastructurele maatregelen wordt overleg gevoerd met het provinciebestuur en Rijkswaterstaat. Er is onlosmakelijke samenhang met de bestemming en ontsluiting van "het Maisland" en de ontsluiting van de A32 op de Stellingenweg. De plannen zijn nog niet concreet of uitvoeringsrijp. Vanuit de packagedeal is het uitgangspunt dat de kosten voor rekening van de provincie komen. 

    Ad. b. de planideeën voor dit onderdeel zijn uitgewerkt en in de inspraak met inwoners en bedrijven. Er is hiervoor € 750.000 beschikbaar gesteld (Brede Doel Uitkering van de provincie). De uitvoering is gepland eind 2017/begin 2018.

    Ad. c. als onderdeel van de maatregelen ad. b. worden opstelvakken voor fietsers gerealiseerd bij de spoorwegovergang Lycklamaweg.

    Het is uw ambitie om een verdergaande verkeerstechnische ingreep op deze spoorwegovergang te realiseren, namelijk een onderdoorgang op deze plek voor fietsers en voetgangers. Wij zullen u in de eerste helft van 2018 een startnotitie voorleggen over de mogelijkheden en (financiële) impact van deze ambitie, zodat nadere prioritering en financiële dekking hiervan kan worden betrokken bij de vorming van een nieuwe coalitie voor de bestuursperiode 2018-2022.

  8. Buurthuisfunctie Wolvega

    In aansluiting op de behandeling van de Investeringskalender 2017-2027 is een initiatief voor een ‘Dorpshuus Wolvega’ aangegeven. U ziet deze ambitie als een voorziening in en voor de gemeenschap Wolvega waarin onder andere cultuur, historie, film, muziek en creativiteit een plek krijgen en waar jongeren en ouderen, starters en ZZP’ers en andere maatschappelijke organisaties met elkaar in verbinding kunnen komen.

    In deze programmabegroting zijn voor de realisering van deze ambitie vooralsnog geen budgetten geraamd. Nog voor de jaarwisseling 2017-2018 zullen wij (laten) onderzoeken of, en zo ja wat de behoefte is voor een dergelijke voorziening. Wij werken vervolgens een en ander uit in een startnotitie voor uw raad. 

Behalve de ambities die zijn verankerd in de Investeringskalender 2017-2027, zijn er andere (wettelijke) ontwikkelingen en ambities, die aandacht en organisatorische inzet vragen en geld kosten. Volgens ons moet de nieuwe raad/coalitie zich ook over deze ambities en ontwikkelingen buigen, in de prioritering zetten. De financiële dekking moet ook voor deze ambities en ontwikkelingen komen uit de beschikbare € 2,0 miljoen voor de jaren 2018-2021. De actuele schets van de stand van zaken en de (financiële) impact van deze ambities en ontwikkelingen ziet er als volgt uit:

  1. Kwaliteitsniveau Openbare Ruimte

    De opbrengsten van de met de raad gemaakte rondrit door onze gemeente willen we meenemen in een kaderstellende discussie die plaats gaat vinden na de vorming van een nieuwe coalitie/nieuw college in het voorjaar van 2018. In deze begroting zijn vooralsnog geen budgetten geraamd. 

  2. Investeringen in voorzieningen onderwijshuisvesting

     
    Op het gebied van onderwijshuisvesting zijn kaders vastgelegd in de notitie Brede Schoolontwikkeling (2005), het Integraal Huisvestingsplan (IHP 2012) en de Verordening Voorziening Huisvesting (2015). Naar aanleiding van de behandeling van de voorjaarsnota 2017 en de kadernota 2018-2021 in de raadsvergadering van afgelopen juli komt het beeld naar voren dat uw raad meer ruimte wenst voor onderwijs(kundige) ontwikkelingen.

    Met de raadsbreed aangenomen motie over de noodzaak om twee noodlokalen (vooreerst voor 1 jaar) te plaatsen bij de openbare basisschool De Heidepolle, onderdeel van de brede school Futura, is die investering intussen een feit. Toegezegd is een gemeentelijke bijdrage van € 85.000 die via de najaarsnota 2017 is aangevraagd.

    De schoolbesturen werken, met steun van een onafhankelijke procesbegeleider, aan het spreidingsplan voor de toekomstige voorzieningen voor de onderwijshuisvesting basisonderwijs. Met de kennis van nu ligt de focus op de verdeling en spreiding van de aanwezige onderwijsvoorzieningen in Wolvega. Voor de situatie in De Blesse en Steggerda bereiden de betrokken schoolbesturen voorstellen voor. Wij hebben u in juli 2017 een eerste indruk gegeven van verschillende varianten en de daarmee samenhangende financiële gevolgen. Het gesprek met de schoolbesturen, ons college en uw raad over de stand van zaken met het voorbereiden van het spreidingsplan staan gepland voor het najaar 2017.

    In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing in deze begroting is als onzekerheid/risico ook geschetst dat door dalende leerlingenaantallen bij kleine scholen een schoolbestuur voor kan stellen de scholen op te heffen. Na buitengebruikstelling krijgt de gemeente de onderhoudsplicht voor het gebouw terug. De meeste schoolgebouwen in de gemeente hebben nog een aanzienlijke boekwaarde. Deze boekwaarde ligt veelal boven de feitelijke marktwaarde na buitengebruikstelling.

    De financiële impact van het spreidingsplan is niet exact bekend en dus niet verwerkt in deze begroting. Ook is de financiële impact en het tempo van dalende leerlingenaantallen versus buitengebruikstellingen nog lastig in te schatten. Globaal gezien is de inschatting dat de minimale financiële impact zich beweegt tussen de € 3,6 miljoen en € 5 miljoen. Nog niet alles is daarin meegenomen: eventuele verdere investeringen, buitengebruikstelling van gymlokalen en eventueel andere effecten op de jaarlijkse kosten, zijn nog buiten beschouwing gelaten. 

  3. Rol gemeente bij circulaire economie

    Allerlei Europese en landelijke besluiten maken duidelijk dat lokaal politiek/bestuurlijke stappen worden verwacht om de vastgestelde klimaatdoelstellingen vanuit het klimaatverdrag Parijs te realiseren. Initiatief ligt bij gemeentebesturen om samen met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven, strategieën en programma’s te ontwikkelen voor realisatie van de zogenaamde circulaire economie. Wij onderkennen de gemeentelijke rol en opdracht en zullen bezien hoe dit in een concrete aanpak kan worden vertaald. Het is te vroeg om daaraan nader inhoud te geven, laat staan inzicht te geven in de financiële impact. In het kader van de Streekagenda ZO-Fryslân is aan de gemeenten Oost- en Weststellingwerf een trekkersrol gegeven op dit onderwerp. Die positie dwingt tot het concretiseren van dit onderwerp. Wij verwachten hierover in de zomer van 2018 een eerste aanzet te kunnen presenteren. In deze begroting zijn voor de realisering van deze ambitie vooralsnog geen budgetten geraamd.

  4. Ontwikkeling Driewegsluis tot recreatieve poort tussen Fryslan en Overijssel

    De raadsbreed aangenomen motie “Ontwikkeling Driewegsluis tot recreatieve poort tussen Fryslan en Overijssel” op 10 juli 2017 is niet benoemd als deelproject in de gebiedsopgave Rottige Meente en beschouwen wij derhalve als een verbreding van de ambitie Rottige Meente. De eerste ontwikkelingen op de locatie Driewegsluis zijn gerealiseerd in 2017, namelijk de vijf (tijdelijke) camperplaatsen, de schoonmaakbeurt van en rondom de passantenhaven en het “eiland” en het in eigen beheer nemen van de exploitatie van de haven en het groenonderhoud van dat gebied. De motie roept op tot inzicht en onderzoek, om deze recreatieve “poort” uit te bouwen tot een recreatief centrum van bovenregionale/ landelijke betekenis. Dat onderzoek zal ook richting moeten geven aan de vraag of de overheid aan zet is tot planontwikkeling en realisatie dan wel dat vanuit de raadsvisie te zijner tijd marktpartijen de realisatie en exploitatie ter hand nemen. 

    Er is samenhang met het streekagenda ontwikkelproject "Regionaal uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme". In dat kader is het projectplan ErVaren opgesteld en voor subsidie ingediend. Onderdeel van dit projectplan is het opstellen van een visie voor de poorten van Zuidoost Fryslan. Hierin is aan onze gemeente de trekkers/coördinerende rol toegedacht. Deze visie zal betrekking hebben op de poorten van ZO-Fryslân Driewegsluis, Appelscha en de entrees Akkrum, Bakkeveen en Drachten. Vanuit die visievorming zal later een uitvoeringsprogramma worden gemaakt.
    Wij zullen de uitvoering van de motie afstemmen op de planning van het op te stellen visiedocument "Poorten van Zuidoost Fryslan" en zullen vanzelfsprekend de strekking van de motie hierin betrekken. Wij verwachten dat het visiedocument in de eerste helft van 2018 beschikbaar komt, waarna in de tweede helft van 2018 kan worden gewerkt aan het opstellen van een uitvoeringsprogramma waarbij de inhoud van de motie zal worden betrokken. In deze begroting zijn voor de realisering van deze ambitie vooralsnog geen budgetten geraamd.