Beleidsveld Participatie
Er is een nadelig saldo van € 2.380.000 Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Arbeidsparticipatie
Het voordeel van € 203.000 ontstaat grotendeels door lagere lasten op participatie werkdeel (€ 154.000).
De lasten voor Participatie inburgering vallen lager uit dan verwacht. Een deel van de ontvangen rijksbijdrage van € 51.000 ten behoeve van de implementatie van de nieuwe wet Inburgering is nog niet ingezet.
De implementatie van de wet is uitgesteld, maar deze eenmalige rijksbijdrage ter bestrijding van implementatiekosten is al wel ontvangen. In het voorstel voor overheveling van budget naar 2021 is dit onderdeel verwerkt.
Begeleide participatie
Het voordeel van € 215.000 op Begeleide Participatie (Sociale werkvoorziening) ontstaat vrijwel volledig door lagere doorbelaste kosten. Dit betekent een verschuiving ten opzichte van andere onderdelen in de jaarrekening.
Inkomensregelingen
De lasten op inkomensregelingen zijn € 2.798.000 hoger dan begroot. Zonder echter de nieuwe tozo regeling, waren we op een voordeel uitgekomen van € 405.000. Deze specifieke coronamaatregel is budgettair neutraal in de jaarcijfers 2020 opgenomen. De uitvoering van de maatregel is door BZF gedaan. We hebben voor de tozo regeling € 3.203.000 uitgegeven in 2020. Dit is 100% vergoed door het Rijk, zie ook de baten.
De uitkeringslasten voor de Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten (BUIG) zijn lager dan begroot. Dit betreft de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Het aantal inwoners dat gebruik maakt van een bijstandsuitkering is licht gedaald. De inwoners die nog een bijstandsuitkering ontvangen hebben vaak een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Inwoners die makkelijker kunnen uitstromen hebben een baan gevonden en hoeven geen gebruik meer te maken van de bijstand. Hierdoor blijft het aantal inwoners met een uitkering redelijk stabiel.
De uitkeringen in het kader van de participatiewet vallen € 59.000 lager uit. Verder valt op dat de uitgaven voor de bijstandsverlening zelfstandigen BBZ (€ 75.000 voordeel), Bijzondere bijstand (€ 102.000 voordeel) en armoede- minimabeleid (€ 43.000) lager zijn dan begroot en vaak ook fors zijn gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Het is aannemelijk dat dit effecten zijn van de “corona-crisis”.
De doorbelaste kosten aan inkomensregelingen vallen € 86.000 lager uit. Dit betekent in principe een verschuiving ten opzichte van andere onderdelen in de jaarrekening.
Beleidsveld Wmo
Er is een voordelig saldo van € 1.080.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Geëscaleerde zorg 18+
Het voordeel op geëscaleerde zorg 18+ van € 285.000 ontstaat grotendeels op Beschermd Wonen (BW). Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag opgenomen als aandeel in het tekort op BW. Momenteel is BW financieel nog een centrumregeling, die vanuit de gemeente Leeuwarden/SDF wordt uitgevoerd. Dit jaar is voor het eerst geen bijdrage in het tekort BW van de centrumregeling verschuldigd. Er is mogelijk zelfs sprake van een overschot. De definitieve afrekening volgt nog in de loop van 2021. Het voordeel valt echter nog wat hoger uit als gevolg van afrekeningen en verrekeningen van voorgaande jaren.
Maatwerkdienstverlening 18+
Het voordelige saldo op maatwerkdienstverlening 18+ van € 606.000 ontstaat op verschillende onderdelen:
Schuldhulpverlening
De uitgaven voor schuldhulpverlening zijn €61.915 lager dan begroot. De gerealiseerde uitgaven zitten ver onder het niveau van 2018 (€175.376). Het verschil is vooral te verklaren doordat er als gevolg van de coronamaatregelen minder aanvragen zijn gedaan. Waarschijnlijk omdat men vanwege de situatie het afgelopen jaar financieel voorzichtiger is geworden en in bepaalde gevallen minder geld heeft uitgegeven (bijvoorbeeld vakanties).
Wmo Hulp bij het huishouden (HBH)
De uitgaven voor WMO HBH zijn € 107.000 hoger dan begroot. Het budget voor HBH staat onder druk vanwege het toenemende aantal cliënten. Aan kosten voor coronacompensatie over de periode maart tot juli 2020 is bijna € 18.000 verwerkt. Voor dit bedrag is geen zorg geleverd.
Wmo Begeleiding
De uitgaven voor Wmo Begeleiding zijn € 663.000 lager dan begroot. Het budget voor 2020 was gebaseerd op zelfs een toename van het uitgavenniveau van 2019 (jaarrekening bijna € 2,2 miljoen), waar de realisatie in de jaarrekening 2020 uit komt op ongeveer € 1,6 miljoen. Onze inschatting is dat dit voordeel eenmalig ontstaat vanwege de corona problematiek afgelopen jaar. Aan kosten voor coronacompensatie over de periode maart tot juli 2020 is bijna € 51.000 verwerkt. Voor dit bedrag is geen zorg geleverd.
Wmo Dagbesteding
De uitgaven voor Wmo Dagbesteding zijn bijna € 28.000 lager dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met een iets grotere toename van het aantal cliënten. Aan kosten voor Corona-compensatie over de periode maart tot juli 2020 is bijna € 38.000 verwerkt.Voor dit bedrag is geen zorg geleverd.
Binnen de kosten voor Wmo vervoersvoorziening vanuit PGB is een bedrag van ruim € 58.000 opgenomen vanwege Corona omzetgarantie voor taxivervoer. Uiteindelijk is de realisatie voor 2020 binnen budget gebleven. De doorbelaste kosten vallen € 87.000 hoger uit dan begroot. Dit is een verschuiving ten opzichte van andere onderdelen in de jaarrekening.
Maatwerkvoorzieningen Wmo
Op Maatwerkvoorzieningen Wmo is een voordelig saldo ontstaan van € 190.000. Dit ontstaat door:
De uitgaven voor hulpmiddelen vallen € 222.000 lager uit dan begroot. Bij de voorjaarsnota 2020 hebben we een extra budget opgenomen voor de Wmo-hulpmiddelen. Dit hebben we gedaan vanwege problemen met de toenmalige leverancier, waardoor een leveringsachterstand ontstaan is. Met een andere leverancier is een nieuwe overeenkomst aangegaan met hogere tarieven. De extra kosten die hiermee gepaard gingen, vielen toch lager uit dan vooraf was ingeschat. Daarnaast heeft een opschoningsactie geleid tot lagere kosten. Hulpmiddelen binnen Wlz-instellingen worden per 1 januari 2020 gefinancierd vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Hierdoor geldt een uitsterfconstructie voor deze hulpmiddelen binnen de Wmo. De doorbelaste kosten vallen € 37.000 hoger uit. Dit is een verschuiving ten opzichte van andere onderdelen in de jaarrekening.
Beleidsveld jeugdzorg
Er is een nadelig saldo van € 770.000. Toelichting per taakveld:
Geëscaleerde zorg 18-
De uitgaven voor geëscaleerde zorg vallen € 217.000 hoger uit dan begroot. Hier spelen drie zaken:
• De subsidies (voorschot betalingen) die we voor deze taken verstrekken zijn hoger dan de begrote bedragen. Zonder verrekening (terugbetaling van deze subsidies bijvoorbeeld in geval van minder cliënten), is op dit taakveld dus altijd sprake van een tekort.
• De definitieve afrekening van deze subsidies vindt vaak in april van het daaropvolgende jaar plaats. Eventuele verrekening wordt dus niet in de jaarrekening van het betreffende jaar verwerkt.
• De maatregelen die moeten zorgen voor een betere beheersing van de uitgaven (Grip op Jeugd) passen minder goed bij geëscaleerde zorg 18-. Een crisis is vaak niet te voorkomen en op de verwijzingen van kinderrechters, die de toegang vormen tot de Gecertificeerde Instellingen die jeugdbescherming en –reclassering uitvoeren, valt niet of nauwelijks te sturen. Dit betekent dat uitgaven op dit taakveld moeilijk beheersbaar zijn. Desalniettemin is er in de voorjaarsnota 2020 wel een richting geschetst hoe ook ten aanzien van deze casuïstiek mogelijk meer preventief opgetreden kan worden.
Maatwerkdienstverlening 18-
De uitgaven voor maatwerkdienstverlening 18- vallen € 553.000 hoger uit dan begroot. Dit tekort valt uiteen in drie brokken:
1. Onvolledige dekking van de Corona-compensatieregeling ten behoeve van zorgaanbieders. Door een beperkt aantal aanbieders is een beroep gedaan op deze regeling. Over de periode maart tot juli 2020 is een bedrag van bijna € 198.000 uitgekeerd. Deze vergoeding is niet volledig gedekt door het Rijk. Hiervoor is in de voorjaarsnota 2020 reeds gewaarschuwd. Voor dit bedrag is geen zorg geleverd.
2. Verrekening voorgaande jaren. Verrekeningen van zorgkosten over eerdere jaren leveren per saldo een nadeel op van € 78.000.
De doorbelaste kosten vallen € 87.000 lager uit dan begroot. Dit is een verschuiving ten opzichte van andere onderdelen in de jaarrekening.
3. Er is € 600.000 minder begroot op het budget Specialistische Jeugdhulp dan de werkelijke kosten over 2019. Het is gelukt om op dit budget in 2020 bijna € 300.000 minder uit te geven. Helaas leidt dat nog wel tot een overschrijding van € 320.000, maar daarmee is de toename van de kosten op dit punt ruimschoots gekeerd. Het verschil tussen begroting en rekening 2020 zit op hoofdlijnen in de volgende onderdelen:
Hogere kosten in duurzame trajecten (€ 112.000 nadeel).
Hogere kosten in hersteltrajecten (€ 41.000 nadeel).
Lagere kosten voor Kinderdagcentrum (KDC) trajecten (€ 33.000 voordeel)
Hogere kosten voor overig maatwerk (€ 50.000 nadeel)
Hogere kosten voor verblijf (€ 149.000 nadeel)
Overig
Er is een nadelig saldo van € 84.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Een voordeel van € 72.000 bij het taakveld Samenkracht en burgerparticipatie. De projectleider van Bestemming Wolvega begint pas in 2021, we willen dit budget van € 100.000 dan ook graag meenemen naar 2021. Zie hiervoor het onderdeel incidentele budgetten van 2020 naar 2021. Er zijn meer exploitatiekosten geweest voor MFC 't Vlechtwerk, dit geeft een nadeel van € 38.000. Voor de onderdelen maatschappelijke dienstverlening en ouderenzorg is respectievelijk € 25.000 en € 22.000 niet besteed. Er is minder € 37.000 meer overhead doorbelast.
De kosten voor de wijkteams zijn voor de uitvoeringskosten WMO € 100.000 hoger uitgevallen en er is ook meer overhead doorbelast dan begroot, € 66.000