Immateriële vaste activa
Algemeen
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. Eventuele van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid 2 BBV). Hierbij wordt de verkregen bijdrage als bate verantwoord.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 5 jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
Bijdragen aan activa van derden worden, mits dit financieel haalbaar is, in één keer ten laste van de exploitatie gebracht en kunnen worden gedekt uit de algemene reserve, dan wel een daartoe bestemde reserve. Indien dit financieel niet haalbaar is, kunnen zij worden geactiveerd met een afschrijvingstermijn van 15 jaar. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met de afschrijvingen.
Materiële vaste activa
Algemeen
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak die aan de vervaardiging van het actief worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze kosten worden geactiveerd.
Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.
Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Gronden en terreinen |
n.v.t. |
Woonruimten |
20 - 40 jaar |
Bedrijfsgebouwen |
20 - 50 jaar |
Vervoermiddelen |
7 - 12 jaar |
Machines, apparaten en installaties |
5 - 15 jaar |
Conform de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV zijn Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en Bouwgronden in exploitatie (BIE) die per 1 januari 2016 uit exploitatie zijn genomen, op basis van een overgangsbepaling tegen de boekwaarde per 1 januari 2016 (ingangsdatum Wijzigingsbesluit) geherrubriceerd naar de materiële vaste activa. Deze overgangsbepaling heeft een looptijd van 4 jaar. Uiterlijk 31 december 2019 zal een toets plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming op het moment van de marktwaardetoets. Wordt daarbij een duurzame waardevermindering vastgesteld, dan zal dat uiterlijk 31 december 2019 leiden tot een afwaardering van deze gronden.
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering, het inzamelen van huishoudelijk afval of andere alsook voor rechten die op grond van artikel 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden geheven, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in deze categorie.
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Speelvoorzieningen |
25 jaar |
Reconstructie/aanleg wegen, fietspaden en voetpaden |
25 jaar |
Beschoeiing, tunnels, duikers, steigers en bushaltes |
25 jaar |
Openbare verlichting |
20 jaar |
Bruggen |
10 - 25 jaar |
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen zijn - tenzij hierna anders vermeld - opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV's en BV's (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of een BV.