Paragrafen

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf geven we een nadere toelichting op de gemeentelijke heffingen. De heffingen staan in de programma's als de besteding gebonden is. We hebben het dan bijvoorbeeld over de afvalstoffenheffing, de rioolheffing, de begraafrechten en de leges. Als de besteding niet is gebonden dan staan ze bij het overzicht Algemene dekkingsmiddelen. Voorbeelden zijn de onroerende-zaakbelasting (OZB), forensenbelasting, (water-)toeristenbelasting en de precariobelasting. 

De gemeenteraad bepaalt welke belastingen de gemeente heft, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden. Uiteraard binnen de wettelijke mogelijkheden. De raad stelt de belastingverordeningen vast. Een deel van de belastingverordeningen waarin de tarieven voor het belastingjaar 2017 zijn opgenomen, is vastgesteld in de raadsvergadering van 14 november 2016.  Voor drie belastingsoorten is dat gebeurd in de raadsvergadering van 12 december 2016. Voor de heffing van de onroerende-zaakbelastingen en de forensenbelasting is  jaarlijks een waardering van de onroerende zaken nodig (WOZ waarden). 

Tarievenbeleid 2017

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid 2017

Voor 2017 zijn de opbrengsten verhoogd met de afgesproken inflatiecorrectie van 1%. Basis is het beleid dat we de heffingen jaarlijks via het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie aanpassen. Voor een aantal heffingen zijn andere afspraken gemaakt zoals voor de kostendekkende tarieven en de OZB. 

Tabel opbrengst belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Tabel opbrengst belangrijkste heffingen
x € 1.000
Lokale heffingen Rekening 2016 Rekening 2017 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Onroerende-zaakbelasting 4.728 4.886 4.891 4.691 -5
Forensenbelasting 48 48 48 48 0
Afvalstoffenheffing 2.576 2.582 2.553 2.553 29
Rioolheffing 1.711 1.807 1.778 1.778 29
Toeristenbelasting 137 139 139 96 0
Precariobelasting 1.361 1.357 1.349 1.349 8
Reclamebelasting 41 42 40 40 2
Leges burgerzaken 438 485 437 321 48
Marktgelden 10 9 10 10 -1
Leges omgevingsvergunningen (WABO) 488 520 533 603 -13
Graf- en begraafrechten 134 75 88 88 -13
Totaal lokale heffingen 11.672 11.950 11.866 11.577 84

Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Terug naar navigatie - Totaalopbrengst van de belangrijkste heffingen

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Wet waardering onroerende zaken (WOZ)
Ieder jaar taxeert de gemeente alle onroerende zaken binnen de gemeente. De WOZ-waarde is niet alleen de grondslag voor de OZB en forensenbelasting, het wordt ook gebruikt voor belastingen van het rijk en het waterschap. De aanslagen OZB 2017 zijn gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2016.  De WOZ-waarden van woningen tussen de waardepeildatum 1 januari 2015 en 1 januari 2016 zijn in onze gemeente gemiddeld met 3% gestegen en van de overige onroerende zaken met 3,2% gedaald.

Bezwaar en beroep
Over het belastingjaar 2017 zijn  totaal 207 bezwaarschriften ontvangen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ).  Dat is 2,5% van het aantal opgelegde aanslagen onroerende-zaakbelasting. De reden van het bezwaar ligt vooral in de sfeer van achterstallig onderhoud, maar ook erfgenamen  ondernemen actie tegen de vastgestelde WOZ-waarde.  Van het aantal ontvangen bezwaarschriften hebben we afgerond 38% gegrond verklaard. Ruim meer dan de helft is dus ongegrond verklaard en/of ingetrokken.  Over het belastingjaar 2017 zijn tot nu toe geen beroepszaken ingediend. Dit zou kunnen als men het uiteindelijk na bezwaar nog niet met de WOZ-waarde eens is.

De opbrengst
Het uitgangspunt bij de programmabegroting was dat de totale opbrengst voor 2017 gelijk moet zijn aan die van 2016. Dit met uitzondering van de autonome stijging als gevolg van nieuwbouw en/of verbouw. Het te betalen bedrag aan OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De tarieven voor het belastingjaar 2017 zijn voor eigenaren van woningen 0,1525%, voor eigenaren van niet-woningen 0,2129% en voor gebruikers van niet-woningen 0,2022%.  Op basis van deze tarieven die in december 2016 door de raad zijn vastgesteld, verwachtten we de geraamde opbrengst van bijna € 4,7 miljoen uit de programmabegroting te halen. Bij de najaarsnota 2017 gaven we aan € 0,2 miljoen extra te ontvangen. Deze hogere opbrengst werd met name veroorzaakt door een verandering in de waardeontwikkeling van zowel de woningen als de niet-woningen.

Toeristenbelasting
De heffingsmaatstaf voor deze belasting is de vergoeding die is verschuldigd voor de overnachting. Voor 2017 is het tarief net als de afgelopen twee jaren 4% van de heffingsmaatstaf.  In de primitieve begroting is een opbrengst geraamd van € 96.000. Bij de najaarsnota 2017 gaven we aan € 43.000 meer te ontvangen. We verwachten over het belastingjaar 2017 nu een totaalopbrengst van circa € 139.000 te ontvangen.   

Forensenbelasting
Voor deze belasting wordt - net als bij de OZB - als grondslag de WOZ-waarde gehanteerd. De werkelijke opbrengst sluit aan bij de raming van € 48.000.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven over het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond. De precariobelasting kan worden gebruikt om belasting te heffen op kabels en leidingen. Als de gemeente gebruik van zijn grond voor het hebben van voorwerpen moet gedogen, kan zij geen precariobelasting heffen. Wij heffen wel precariobelasting. Het kabinet heeft de belasting per 1 juli 2017 afgeschaft. Onze gemeente valt onder de overgangsregeling, die tot 1 januari 2022 geldt. De overgangsregeling houdt in dat een gemeente maximaal kan heffen naar het tarief dat op de datum van het wetsvoorstel geldt. Voor 2017 bedraagt onze opbrengst € 1.357.000.

Er loopt nog een juridische procedure rondom de aanslagen 2015 tot en met 2017 van één belastingplichtige. Die opbrengsten houden we vooralsnog in de voorziening. Het beroep tegen de aanslag 2014 is ingetrokken. Dat betekent dat het bedrag van de aanslag over 2014 van € 1,3 miljoen vrijvalt uit de voorziening en ten gunste van het exploitatieresultaat 2017 komt.  

Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg. In zijn vergadering van 15 juni 2015 heeft de raad besloten in te stemmen met de invoering van reclamebelasting voor de komende vijf jaar ingaande 1 januari 2016. De opbrengst komt ten goede aan het ondernemersfonds waaruit bepaalde activiteiten in Wolvega worden betaald. Per aanslag heffen we een vast bedrag van € 100. We hebben dit belastingjaar € 41.700 ontvangen.

Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing kan worden geheven wanneer de gemeente tenminste eenmaal per week het huishoudelijk afval ophaalt. Wij doen dat. Het uitgangspunt is dat de kosten van afvalinzameling en -verwerking voor 100% worden opgevangen uit de opbrengst afvalstoffenheffing. Het tarief van de afvalstoffenheffing 2017 is gelijk gebleven aan dat van 2016 en bedragen voor de éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens respectievelijk € 170,64 en € 259,20.

Kostendekkendheid taakveld afval 2017 Realisatie 2017 Begroting 2017
  Kosten taakveld 2.321.000 1.869.000
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) -534.000 -134.000
Netto kosten taakveld 1.787.000 1.735.000
Toe te rekenen kosten:    
straatvegen 40.000 52.000
minimabeleid 119.000 100.000
Overhead 528.000 506.000
Compensabele btw 307.000 243.000
Toe te rekenen kosten 994.000 901.000
Totale kosten 2.781.000 2.636.000
Opbrengst heffingen 2.594.000 2.553.000
     
Dekkingspercentage 93% 97%

De hier genoemde gerealiseerde opbrengst is inclusief bedrijfsafval en grof afval (totaal € 12.000). De werkelijke kostendekkendheid (93%) van het taakveld afval is lager dan vooraf begroot (97%). De opbrengsten vanuit de heffingen en overige opbrengsten zijn hoger dan begroot (voordeel € 441.000), maar de kosten voor het verwerken van het afval zijn ook hoger dan begroot (nadeel € 145.000). In de toelichting op programma 7 wordt dieper ingegaan op de oorzaken van de verschillen.

Rioolheffing
De kosten voor het beheren en in stand houden van het rioolstelsel worden door een heffing verhaald. Hierbij heeft de gemeente naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Net als bij de afvalstoffenheffing is het uitgangspunt een 100% kostendekking. In 2016 heeft de raad het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld met daarbij een jaarlijkse verhoging van het tarief. Het tarief voor 2017 bedraagt voor huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater € 111,30 en voor hemel- en grondwater € 45,15. Een verhoging van respectievelijk € 5,30 en € 2,15 ten opzichte van 2016.

Kostendekkendheid taakveld riolering 2017 Werkelijk 2017 Begroting 2017
  Kosten taakveld 1.822.000 1.819.000
Inkomsten taakveld (exclusief heffingen) -2.000 0
Netto kosten taakveld 1.820.000 1.819.000
Toe te rekenen kosten:    
Overhead 304.000 297.000
Compensabele btw 133.000 125.000
Toe te rekenen kosten 437.000 422.000
Totale kosten 2.257.000 2.241.000
Opbrengst heffingen 1.807.000 1.778.000
     
Dekkingspercentage 80% 79%

Leges
Met leges worden de vergoedingen bedoeld die moeten worden betaald voor een door de gemeente geleverde (meestal administratieve) dienst. Er worden bijvoorbeeld leges betaald voor het voltrekken van een huwelijk, de afgifte van een uittreksel uit een bepaald register, reisdocumenten, rijbewijzen of voor vergunningen zoals een omgevingsvergunning. Het gaat hierbij altijd om diensten waar mensen zelf om gevraagd hebben. Er bestaan verschillende tarieven voor leges. 

Kwijtschelding
We hanteren een kwijtscheldingsbeleid voor inwoners met een laag inkomen, die bovendien geen vermogen hebben. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing en OZB. De kwijtscheldingsregeling is gebaseerd op landelijke normen. Op basis van de betaalcapaciteit wordt berekend of inwoners in aanmerking komen voor kwijtschelding. Bij de aanvragen voor 2017 is net als vorig jaar gebruik gemaakt van het Inlichtingenbureau omdat wij als gemeente geen toegang hebben tot alle vermogensgegevens. Hierdoor vindt er een correcte toetsing plaats en worden de juiste toewijzingen voor kwijtschelding gedaan.

Aanvragen kwijtschelding 2016 2017 Verschil
Aantal aanvragen 632 777 145
Aantal toegewezen 466 557 91
Toegewezen (in procenten) 73,7% 71,7%  

In het belastingjaar 2017 is voor 777 inwoners de mogelijkheid voor kwijtschelding beoordeeld. Op 557 van deze aanvragen is kwijtschelding verleend. Er zijn meer aanvragen dan vorig jaar ingediend met name omdat we de manier van aanvragen eenvoudiger hebben gemaakt.  

 

Kwijtschelding in euro's

Terug naar navigatie - Kwijtschelding in euro's

Het kwijtscheldingsbedrag betreft met name de afvalstoffenheffing. Van het totale bedrag (€ 119.000) is € 17.000 nog voor het belastingjaar 2016.

x € 1.000
Kwijtscheldingen Rekening 2016 Rekening 2017 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot - werkelijk
Kwijtscheldingen -106 - 119 -100 -100 - 19 N

Gemeentelijke woonlasten

Terug naar navigatie - Gemeentelijke woonlasten

Onderstaande tabel geeft een overzicht over 2017 van de woonlasten van de 24 Friese gemeenten.

Woonlastendruk

Gem. betaalde OZB woningen (eig.)

Afvalstoffenheffing

Rioolheffing

Totaal woonlasten

Eph

Mph

Eph

Mph

Eph

Mph

1. Littenseradiel

280

12

12

195

195

487

487

2. Harlingen

205

168

221

186

186

559

612

3. Ameland

236

170

223

139

179

544

638

4. Leeuwarden

223

168

252

143

174

535

649

5. Vlieland

207

225

300

49

147

481

654

6. Ooststellingwerf

204

123

177

161

274

489

655

7. Sudwest-Fryslân

262

184

220

185

185

631

667

8. Dantumandeel

255

172

215

199

199

627

669

9. Terschelling

287

212

212

176

176

675

675

10. Opsterland

248

157

211

165

222

570

681

11. Weststellingwerf

272

171

259

156

156

599

687

12. De Fryske Marren

260

192

249

110

186

562

695

13. Franekeradeel

229

197

218

225

251

651

698

14. Kollumerland c.a.

236

148

212

276

276

660

724

15. Dongeradeel

273

160

234

225

225

659

732

16. Heerenveen

320

172

224

141

188

634

732

17. Het Bildt

289

175

250

156

208

620

747

18. Smallingerland

243

200

235

277

277

720

755

19. Menameradiel

239

192

256

206

265

637

760

20. Achtkarspelen

299

197

281

181

181

676

761

21. Tytsjerksteradiel

395

130

185

163

183

688

763

22. Ferwerderadiel

290

200

273

210

210

700

773

23. Schiermonnikoog

256

266

346

72

176

593

778

24. Leeuwarderadeel

363

232

290

176

235

771

888

Toelichting bij de tabel:
Eph = eenpersoonshuishouden
Mph = meerpersoonshuishouden
Bron: Coelo (Atals van de lokale lasten)

 

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt de stand van zaken met betrekking tot de financiële positie van onze gemeente weergegeven. Onder weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen.

 De paragraaf moet de volgende onderdelen bevatten:

  • het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
  • een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • een inventarisatie van de risico’s;
  • de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s uitgedrukt in weerstandsvermogen;
  • een vijftal voorgeschreven financiële kengetallen;
  • een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

De doelstellingen kunnen als volgt worden samengevat:

  1. voldoen aan wet- en regelgeving;
  2. inzicht krijgen in de risico’s die onze gemeente loopt en daarmee stimulering van het risicobewustzijn;
  3. de berekening van het weerstandsvermogen is onderbouwd;
  4. de omvang van het weerstandsvermogen is voldoende.

In de nota financieel beleid - vastgesteld in de raadsvergadering van 12 december 2016 en ingaande 1 januari 2017 - zijn ten aanzien van de norm voor de omvang van de incidentele weerstandscapaciteit de volgende uitgangspunten vastgelegd:  

  • De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit (ter hoogte van minimaal de vrije algemene reserve en de post onvoorzien) moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit, oftewel de hoogte van de netto risico's;
  • Voor de voorgeschreven financiële kengetallen sluiten we aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Het streven van de gemeente is minimaal te voldoen aan categorie B (normaal risico). Dit betekent dat we streven naar een solvabiliteitspercentage van 20%. De hoogte van de reserves (inclusief de vrije algemene reserve) moet dan minimaal 20% zijn van het totale vermogen (het balanstotaal). 

In deze jaarrekening voldoen we aan beide uitgangspunten.

Inventarisatie weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken, zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Het gaat om die elementen waarmee tegenvallers eventueel gedekt kunnen worden. De weerstandscapaciteit is de som van:

  1. de begrotingsruimte;
  2. de algemene reserve;
  3. bestanddelen van de bestemmingsreserves;
  4. de stille reserves;
  5. de niet-benutte belastingcapaciteit;
  6. mogelijke ombuigingsmaatregelen.

Ad a. De begrotingsruimte
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bestaat de verplichting om jaarlijks in de begroting een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen. Daarbij is geen wettelijk minimum of maximum aangegeven. Hiermee kunnen elk jaar onverwachte incidentele tegenvallers worden opvangen. Wij hebben gekozen voor een bedrag van € 30.000. Daarnaast is in de begroting structureel een stelpost risicobeheersing opgenomen om specifieke risi­co’s op voorhand af te dekken. Het gaat om een oorspronkelijk bedrag van € 500.000 dat bij de najaarsnota al is bijgesteld naar nul. In 2017 is ook geen beroep gedaan op de post voor onvoorziene uitgaven.

Ad b. De algemene reserve
Het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve kan worden ingezet ter dekking van onverwachte incidentele tegenvallers. De algemene reserve bedroeg per 1 januari 2017 € 19,9 miljoen. Dit is inclusief het resultaat van de jaarrekening over 2016 van € 3,9 miljoen. De financiële uitkomst over dit jaar van € 0,8 miljoen wordt na bestemming eveneens toegevoegd aan de algemene reserve.

Ad c. Bestanddelen van de bestemmingsreserves
Voor de middelen van een bestemmingsreserve heeft de raad een specifiek doel vastgelegd, eventueel kan de bestemming door de raad worden gewijzigd. Wanneer op een bestemmingsreserve geen verplichting rust (raadsbesluit, opvangen van schommelingen in de exploitatie) voegen we deze reserve toe aan de algemene reserve en vormt deze op dat moment onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Voor de weerstandscapaciteit wordt met deze component op dit moment geen rekening gehouden.

Ad d. De stille reserves
Stille reserves betreffen activa die tegen nul zijn gewaardeerd of waarvan de boekwaarde beduidend onder de handelswaarde ligt. De mogelijke meeropbrengsten die bij verkoop ontstaan, kunnen onder andere worden ingezet ter dekking van onverwachte tegenvallers. De verwachting is op dit moment dat de invloed van deze stille reserves op de weerstandscapaciteit minimaal is.

Ad e. De niet-benutte belastingcapaciteit
De Financiële-verhoudingswet (Fvw) bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moet hebben, voordat een gemeente in aanmerking komt voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 van de Fvw. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
1. de OZB;
2. de rioolheffing;
3. de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Voor het onderdeel OZB is voor 2017 de norm voor toelating tot een aanvullende gemeentefondsuitkering 0,1927% van de WOZ-waarde. Bij de onderdelen riolering en reiniging geldt een norm van 100% kostendekkendheid. 

Ad f. Mogelijke ombuigingsmaatregelen
Ten aanzien van de bepaling van de weerstandscapaciteit veronderstellen we dat we de ombuigingsmaatregelen structureel zullen realiseren. De enige taakstelling die nog niet daadwerkelijk is gerealiseerd, is de maatregel als gevolg van het afstoten van gemeentelijke gebouwen. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 82.000. De volledige realisatie hiervan vindt in 2018 plaats.

Samenvatting
De totale weerstandscapaciteit was aan het begin van dit boekjaar:

   bedragen x € 1.000

Onderdeel

2017

a. De structurele begrotingsruimte

500

    De incidentele begrotingsruimte

30

b. De algemene reserve

19.900

c. Bestemmingsreserves

-

d. De stille reserves

-

e. De onbenutte belastingcapaciteit

-

f. Mogelijke ombuigingsmaatregelen

-

 

20.430

De structurele weerstandscapaciteit in de begrotingsexploitatie bedraagt hiermee € 0,5 miljoen. De incidentele weerstandscapaciteit bedraagt hiermee ongeveer € 19,9 miljoen.

Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico’s en getroffen beheersmaatregelen

De belangrijkste risico’s voor de gemeente zijn in beeld gebracht, voor zover op dit moment bekend. Van belang is te beseffen dat risico’s zowel positieve als negatieve effecten kunnen hebben. Wij hebben bij deze inventarisatie vooral gekeken naar mogelijke negatieve risico’s en de gevolgen daarvan. Het inschatten van risico’s is een momentopname en is geen absolute wetenschap. De inventarisatie is gemaakt in een tweetal domeinen: (relatief) beïnvloedbare risico’s en onzekerheden op lokaal en regionaal niveau en landelijke ontwikkelingen en (lastig beïnvloedbare) risico’s en/of onzekerheden die daar uit voortvloeien. Hiervoor zijn de risico’s en genomen beheersmaatregelen beoordeeld. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt van de financiële impact van deze risico’s. Uiteraard met de kanttekening dat elke inschatting met de nodige onzekerheden is omgeven. De huidige werkwijze bestaat uit vier stappen:

  1. per risico wordt een financiële inschatting gemaakt van de initiële klasse waarin het risico valt;
  2. daarna wordt beoordeeld, wat de initiële kans is dat het risico zich voordoet en wordt deze vertaald in een wegingsfactor. Op basis hiervan wordt de initiële financiële inschatting verlaagd;
  3. vervolgens worden beheersmaatregelen benoemd en waar mogelijk geïmplementeerd;
  4. deze beheersmaatregelen zorgen voor een aangepaste inschaling van risicoklasse en risicokans, waartegen 'de onzekere gebeurtenis' (=het risico) wordt gescoord. Op basis hiervan kan de financiële inschatting nogmaals worden verlaagd.

Op basis van deze vier stappen is de verwachte financiële impact (geschatte initiële financiële inschatting x geschatte kans, rekening houdend met beheersingsmaatregelen) van de risico’s gemaakt. Het geschatte bedrag aan mogelijke risico’s wordt jaarlijks herijkt en is hierbij voor dit boekjaar bepaald op € 6,4 miljoen. De belangrijkste risico’s die onze gemeente loopt, worden hierna één voor één worden behandeld.

Onzekerheden grondexploitaties € 4,2 miljoen
Hoewel de ramingen van de grondexploitaties, zoals te doen gebruikelijk jaarlijks, begin 2018 zijn geactualiseerd, blijft het moeilijk te voorspellen of de geraamde verkopen ook daadwerkelijk zullen plaatsvinden. We hebben in het verleden de nodige beheersmaatregelen getroffen door voorzieningen te vormen, een deel van de grondvoorraad te herrubriceren en het toe te rekenen rentepercentage te verlagen. Daarnaast geldt per 1 januari 2016 een herziening van de verslaggevingsregels voor de grondexploitatie. De categorie 'niet in exploitatie genomen gronden' (NIEGG) is in 2016 vervallen. De NIEGG gronden die onder de voorraden werden verantwoord, zijn in 2016 gerubriceerd als materiële vaste activa onder de categorie gronden en terreinen. Uiterlijk 31 december 2019 zal een toets moeten plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming. Indien hierbij een duurzame waardevermindering wordt vastgesteld, zal dit uiterlijk 31 december 2019 tot afwaardering van deze gronden moeten leiden. De financiële impact van de gewijzigde regelgeving is dus sterk afhankelijk van de besluitvorming over de uiteindelijke bestemming van de NIEGG gronden die de raad  zal nemen in de toekomst. Met name het besluit over (het moment van) het in exploitatie nemen van Lindewijk deelgebied 2 zal belangrijk zijn.

Risico’s ten gevolge van open einde regelingen: de drie decentralisaties € 450.000
De informatie rondom de zorgverlening vanwege de drie decentralisaties komt steeds beter in beeld. Met betrekking tot de uitgaven jeugdzorg en Wmo (AWBZ) wordt vanaf 2017 door de Friese gemeenten gewerkt met het landelijk knooppunt berichtenverkeer VECOZO waardoor de communicatie tussen de gemeenten en zorginstellingen verder is geoptimaliseerd. Dit betekent echter niet dat alle onzekerheden ten aanzien van de uitgaven zijn opgelost. De kwaliteit van het berichtenverkeer blijft een aandachtspunt, waar hard aan wordt gewerkt door zowel gemeenten als zorginstellingen. Het uitgangspunt in Weststellingwerf is dat bekostiging moet plaatsvinden binnen de daarvoor door het rijk beschikbaar gestelde budgetten. Deze rijksbudgetten zijn aangevuld met reguliere gemeentelijke middelen om de inrichting van het Sociaal domein, in het bijzonder de inrichting van de gebiedsteams, verder vorm te geven.

Risico’s ten gevolge van open einde regelingen: van vóór 2015 bestaande regelingen € 50.000
De gemeente kent sommige regelingen (als voorbeeld noemen wij de bijzondere bijstand) die weliswaar een budgettair plafond kennen in de begroting, maar die in feite niet financieel begrensd zijn. Als er meer aanspraak op een dergelijke regeling wordt gedaan, zal een gemeente deze middelen (aanvullend) beschikbaar moeten stellen en kan de gemeente deze middelen veelal niet verhalen op derden. Op dit moment schatten wij de financiële onzekerheden en risico’s van deze bestaande regelingen als zeer klein in. Wij hebben zoveel mogelijk beheersmaatregelen genomen om te voorkomen dat de beschikbare budgetten worden overschreden, door bijvoorbeeld een zo goed mogelijke inschatting te maken op basis van historische kosten en actuele (beleids)ontwikkelingen.

Onzekerheden gemeentefonds en rente € 375.000
De ontwikkelingen van het gemeentefonds worden voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven onder het motto ''samen de trap op en samen de trap af". Stijgen de rijksuitgaven dan neemt het gemeentefonds ook toe, maar omgekeerd is ook het geval!
Rentestijging is een risico waar wij mee te maken kunnen krijgen bij het opnieuw afsluiten van een geldlening. Is de rente hoger dan de rente die wij betaalden, dan heeft dit een nadelig effect op onze begroting. We hebben begin 2016 onze leningenportefeuille geherstructureerd. Naast een te behalen rentevoordeel is ook zeer actief gekeken naar de toekomstige noodzakelijke financieringen om zo het renterisico te minimaliseren (vaste schuld en kasgeld). Daarmee is dit risico op dit moment verwaarloosbaar.

Onzekerheden en risico’s bij onderhoud kapitaalgoederen € 112.500
Voor uitvoering van onderhoudsplannen zijn bij de vorige programmabegroting extra middelen beschikbaar gesteld zowel incidenteel als ook structureel. Een strategisch beleid hoe om te gaan met vastgoed specifiek en gemeentelijke bezittingen in brede zin, is een maatregel die wordt getroffen om mogelijke risico’s op dit onderwerp te beheersen. Dan kan meer gericht geld worden gestoken in het strategisch onderhoud van gemeentelijke bezittingen (betere koppeling termijn bezit/in gebruik aan termijn onderhoud). De taakstelling van € 82.000 die uit Ombuigingen I resteert moet nog structureel worden ingevuld.

Onzekerheden en risico’s bij schoolgebouwen € 112.500 
Door dalende leerlingaantallen ontstaat bij kleine scholen het risico dat het schoolbestuur voorstelt de scholen op te heffen. Na buitengebruikstelling krijgt de gemeente de onderhoudsplicht voor deze gebouwen terug. Doordat in het verleden veel geld is gestoken in het kleine scholenbeleid, tellen de voorzieningen in de meeste schoolgebouwen nog behoorlijk mee in de boekwaarde. De marktwaarde van de schoolgebouwen na buitengebruikstelling als schoolgebouw ligt aanzienlijk lager. Er zijn dus twee risico's: enerzijds het risico om meer gebouwen te moeten onderhouden en anderzijds het risico dat deze terugkomende gebouwen verkocht worden onder de boekwaarde.

Risico’s en beheersingsmaatregelen met betrekking tot verbonden partijen en gerelateerde projecten € 737.500
De paragraaf verbonden partijen vraagt vanuit het oogpunt van risicobeheersing de nodige aandacht omdat de invloed op deze partijen verloopt via besturen van stichtingen of de aandeelhouders en de raden van commissarissen en/of toezicht. Dat betekent ook dat de directe invloed op de uitzetting van hun begroting beperkt is, wat weer van invloed is op onze begroting.
Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO, de Veiligheidsregio Fryslân (VRF), Caparis en de gemeenschappelijke regeling SW Fryslân. De eerste twee samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 24 Friese gemeenten; de SW-samenwerking beperkt zich tot een samenwerkingsverband van acht Friese gemeenten. In beide gevallen is de invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend (zeer) beperkt. De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken, zoals ook zichtbaar is geworden in de SW-samenwerking. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er geen eensluidende visie is binnen de 24 Friese gemeenten. Er zijn diverse ontwikkelingen gaande binnen de SW Fryslân en het bedrijf Caparis die een directe relatie hebben met de nieuwe Participatiewet, zoals het project herstructurering. De ontwikkelingen van de loonkostenbijdrage vanuit SW Fryslân aan Caparis blijft een risico.
Daarnaast staat onze gemeente (indirect) garant voor diverse geldleningen verstrekt aan met name Woningstichting Weststellingwerf en Stichting Meriant (onderdeel van Stichting Alliade). Bij de indirect gegarandeerde geldleningen staat het rijk voor 50% garant en de gemeente voor 50%. Periodiek zal de risico exposure van de garantstellingen worden beoordeeld.

Overige onzekerheden en risico’s: beheersmaatregelen in de bedrijfsvoering € 350.000
Risico’s in de bedrijfsvoering zijn: frictiekosten personeel, aansprakelijkheidsrisico’s en urenramingen op exploitatie ontlastende onderdelen van de begroting, zoals de grondexploitaties, afval en riolering. Met name deze laatste categorie speelt als risico bij onze gemeente. Tijdig beheersmaatregelen treffen, door een juiste verhouding vast en flexibel personeel in dienst te hebben op deze producten, voorkomt structurele risico’s in de exploitatie.

Overige onzekerheden en risico's: Vennootschapsbelasting (VPB) € 0
Met ingang van 1 januari 2016 wordt de VPB ingevoerd voor ondernemingsactiviteiten van overheidsbedrijven. Het gaat bij onze gemeente met name om de vraag in hoeverre we voor de activiteiten van het grondbedrijf belastingplichtig zijn. De laatste berichten zijn dat we ook hiervoor niet als ondernemer worden aangemerkt en dus geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt uitgedrukt in weerstandsvermogen. De hoogte van het weerstandsvermogen is als volgt weer te geven:

bedragen x € 1.000

Weerstandsvermogen

2017

Algemene reserve

19.572

Resultaat jaarrekening 2017

796

Risico's

-6.400

Weerstandsvermogen

13.968

Dit betekent dat we incidenteel in staat zijn om risico’s op te vangen, maar dat we op termijn nog wel de nodige behoedzaamheid in acht moeten nemen. Aangezien het goed in beeld hebben van risico’s steeds belangrijker wordt, zal de verdere optimalisering van ons risicomanagementsysteem de komende jaren de nodige aandacht vragen.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Met ingang van 2016 worden een vijftal financiële kengetallen voorgeschreven. Dit onder andere om de financiële positie van de gemeente voor de raad inzichtelijker en beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de netto schuldquote, de solvabiliteitsratio en indicatoren met betrekking tot de grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit.
Kengetallen hebben een signalerende functie, geven inzicht in de financiële positie en over de weerbaarheid en wendbaarheid van een gemeente. Zoals opgenomen in de nota Financieel beleid vanaf 2017 (zie ook hiervoor onder ‘beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s’) sluiten we voor de verplichte kengetallen aan bij de signaleringswaarden uit de stresstest voor gemeenten. Ons streven is minimaal te voldoen aan categorie B. Over het algemeen kan worden gesteld dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.

Kengetal

Categorie A

Categorie B

Categorie C

1. Netto schuldquote

a. zonder correctie doorgeleende gelden

< 90%

90 - 130%

> 130%

b. met correctie doorgeleende gelden

< 90% 

90 - 130%

> 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50%

20 - 50%

< 20%

3. Grondexploitatieruimte

< 20%

20 - 35%

> 35%

4. Structurele exploitatieruimte

Eerste jaar en meerjarig > 0%

Begroting en meerjarig 0%

Begroting en meerjarig < 0%

5. Belastingcapaciteit

< 95%

95 - 105%

> 105%

 

Als de uitkomst van één van de kengetallen uit de pas schiet, wil dat niet zeggen dat we financieel niet (langer) gezond zijn. Het is een mogelijke indicatie dat er (aanvullende) beheersmaatregelen moeten worden getroffen of herijkt.
In onderstaand overzicht wordt het verloop van de kengetallen weergegeven: 

Kengetallen Rekening 2017 Begroot 2017 Rekening 2016
1.Netto schuldquote 78,46% 82,97% 87,27%
1.Netto schuldquote (gecorrigeerd) 74,90% 77,92% 81,11%
2.Solvabiliteitsratio 22,32% 25,11% 22,61%
3.Grondexploitatie 34,58% 34,97% 36,29%
4. Structurele exploitatieruimte 1,29% 1,00% 5,13%
5.Belastingcapaciteit 95,08% 95,02% 94,41%

Toelichting tabel kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting tabel kengetallen

1. Netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossing op de exploitatie. Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt voldoen we in deze jaarrekening bij dit kengetal ruimschoots aan ons streven en vallen we zelfs in categorie A.

2. Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is een kengetal dat weergeeft welk deel van het gemeentelijk vermogen is gefinancierd met eigen vermogen. Ook bij dit kengetal komen we uit boven ons streefpercentage van minimaal 20% en binnen de marges van categorie B.

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal geeft in een percentage aan hoe groot het geïnvesteerde bedrag is ten opzichte van de totale baten.
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Uiteraard ook wij blijven het nauwlettend volgen en houden vast aan ons streven om te voldoen aan categorie B.

4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt nu het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Het kengetal 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Uit het percentage blijkt dat we bij dit kengetal weinig risico lopen. Categorie A is hier van toepassing.

5. Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het jaar t-1 (= 2016) en uit te drukken in een percentage. Zoals uit de tabel van de kengetallen blijkt, zijn de woonlasten in onze gemeente lager dan het landelijk gemiddelde voor een gezin. Als basis hebben we het landelijk gemiddelde van 2016 (= 100%) genomen. Dat staat op € 723,00. Met een bedrag van € 687,00 vallen we hiermee bijna onder categorie A.

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Beleidsnota's

Terug naar navigatie - Beleidsnota's

Van toepassing zijn de volgende nota´s:

  • Beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte 2012-2016
  • Nota Openbare verlichting
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020.

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onze gemeente heeft een flink aantal vierkante kilometers aan openbare ruimte in beheer. Er wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Om dat mogelijk te maken wordt geïnvesteerd in kapitaalgoederen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten.

Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - Kwaliteitsambitie Openbare Ruimte

De raad heeft in 2011 het beleidsplan Kwaliteitsambitie openbare ruimte (2012-2016) vastgesteld. Hierin worden de kwaliteitsdoelstellingen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte (waaronder wegen, groen en bruggen) vastgesteld. Hierin zijn de door de raad een aantal jaren geleden opgelegde ombuigingen meegenomen.
Voor onze openbare ruimte zijn de volgende kwaliteitsafspraken afgesproken met de raad:

  • Kwaliteit basis (voldoende onderhouden, wel wat op aan te merken) voor centrum, hoofdstructuur en woongebieden
  • Kwaliteit laag (sober tot onvoldoende) voor industriegebieden en plattelandsgebieden.

In 2017 hebben wij in dit kader samen met vertegenwoordigers van de raad een rondrit door gemeente gemaakt. Doel van deze rondrit was om input op te halen voor de nog te organiseren werkvergadering. Deze werkvergadering vindt plaats na de gemeenteraadsverkiezingen. 

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De jaarlijkse onderhoudsprogramma's voor asfalt en elementenonderhoud (klinkerwegen) zijn uitgevoerd. De locaties van groot onderhoud zijn onder andere Haulerweg, Keiweg, Sportlaan, Om den Noort te Wolvega, Slingerweg te Ter Idzard, IJkenweg te De Hoeve, Stelweg en Tjongerpad te Oldeholtwolde en Dr. Mulderstraat te Noordwolde. Ook zijn er diverse kleine werkzaamheden geweest aan asfalt- en klinkerwegen.
De wegen voldoen aan de vastgestelde kwaliteitseisen.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Er zijn een aantal groenrenovatieprojecten uitgevoerd onder andere in Steggerda. De renovatie van het park De Nieuwe Aanleg is in combinatie met het integrale project Uitloopgebied Wolvega Zuid uitgevoerd. Oude paden en beplantingen zijn hersteld en de vijver is gebaggerd.

Het project Uitloopgebied Wolvega Zuid is voor 95% gerealiseerd. In het 1e kwartaal van 2018 zal de afronding plaatsvinden.

Er zijn 3,2 km betonnen wandelpaden aangelegd. Het gebied is heringericht ten behoeve van waterberging en natuur. Hierdoor hoefde er geen riolering onder de Steenwijkerweg naar de Linde te worden aangelegd. Er is grondwerk uitgevoerd ten behoeve van natuurlijke oevers, bloemenweides en bloemrijke bermen. Hiermee wordt de biodiversiteit vergroot.

Zoals bekend komen er steeds meer bomenziekten voor, zoals essentaksterfte en kastanjebloedingsziekte. Afgelopen jaar zijn dan ook veel zieke essen en kastanjes geveld.
In de Deken Vaasstraat zijn nieuwe bomen herplant. Dit is in overleg gegaan met de bewoners.

Bruggen, waterwegen en kades

Terug naar navigatie - Bruggen, waterwegen en kades

De bruggen zijn eind 2017 geïnspecteerd. Aan verschillende bruggen is onderhoud gepleegd. Er is groot onderhoud geweest aan de bruggen in de Heide en Breuningslaan te Wolvega. Op de bruggen in de Lemsterweg en  Kerkhofslaan is nieuw asfalt aangebracht.  Alle bruggen zijn in het voorjaar schoon gemaakt.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Weststellingwerf heeft in totaal 4.549 armaturen in eigendom en beheer. Het onderhoud en beheer van de openbare verlichting is via de stichting Openbare Verlichting Fryslân aanbesteed. Per 1 januari 2018 is de stichting Openbare Verlichting Fryslân overgegaan in de Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân. Zie ook paragraaf Verbonden Partijen.

Het prestatiegerichte contract dat met de aannemer is afgesloten geldt tot 1 april  2019. Onder onderhoud wordt verstaan het reinigen, het schilderen van masten/armaturen en het regulier vervangen van lampen. Ook het oplossen van storingen aan de openbare verlichting valt onder deze aanbesteding.

Resultaten 2017:

  • er zijn 320 lampen vernieuwd;
  • alle lichtmasten in de bebouwde kom van Boijl zijn gereinigd;
  • langs de Hamersweg tussen Ter Idzard en Oldeholtpade zijn 4 lichtmasten geplaatst;
  • op de ovonde in Wolvega is een aanvullende lichtmast met twee armaturen geplaatst;
  • ten behoeve van de aanbesteding van de vervanging van 200 armaturen is een werkomschrijving opgesteld. De betreffende werkzaamheden zijn inmiddels definitief opgedragen. Uitvoering in het 1e kwartaal 2018.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Riolering

In maart 2016 heeft de raad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 vastgesteld. In dit plan worden de beleidsvoornemens en (bijbehorende) maatregelen voor inzameling, transport en (lokale) verwerking van stedelijk afval, hemel- en grondwater beschreven.

Naast nieuwe aanleg en aanpassingen op het bestaande rioolstelsel wordt ook beheer en onderhoud gepleegd. Uitgangspunt hierbij is om dit op een doelmatige wijze uit te voeren. Naast het intern werk met werk maken wordt ook gekeken of met de gemeente Ooststellingwerf en Opsterland samengewerkt kan worden.

Resultaten 2017:

Reguliere werkzaamheden

  • Regulier onderhoud aan alle rioolgemalen;
  • Reiniging en inspectie van bijna 4,8 kilometer vrij verval riolering (in samenwerking met de OWO-gemeenten);
  • Reinigen van 10.634 kolken.

Projectmatige werkzaamheden

  • Renoveren van 36 minigemalen in Munnekeburen, Langelille, Scherpenzeel en Spanga;
  • Renoveren hoofdgemaal in Nijeholtpade;
  • Aanleg bergingsvijver en helofytenfilters Wolvega-Zuid;
  • Start gemaakt met vervangen riolering en aanleg regenwaterriool in diverse straten in Noordwolde.

Tractiemiddelen

Terug naar navigatie - Tractiemiddelen

De in eigendom zijnde tractiemiddelen worden middels een beheerssysteem gemonitord. Uit het oogpunt van continuïteit moet regelmatig materieel worden vervangen. Hiervoor is een meerjarig overzicht opgesteld. 

Resultaten 2017:

  • aanschaf vrachtwagen met huisvuilbeladingssysteem (zowel chassis als opbouw);
  • aanschaf Renault Maxity;
  • aanschaf 2 Volkswagen Transporters en 2 Iveco's voor Groen in bedrijf.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Afgelopen jaar is de notitie 'Strategisch omgaan met gemeentelijk vastgoed' vastgesteld.  Deze notitie vormt de basis voor het vastgoedbeheer van de panden die in eigendom van de gemeente zijn. De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat uit diverse panden zoals:

  • Gemeentehuis en gemeentewerf
  • Gymzalen en Multifunctionele centra 
  • Sportvoorzieningen (zwembaden en sporthallen)
  • Gemeentelijke (niet functionele) panden

Deze panden worden op vastgesteld doelmatig niveau onderhouden.  
Op dit moment zijn er voldoende middelen in de begroting opgenomen voor het totale onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen

Resultaten 2017:

Gemeentehuis en gemeentewerf
In 2017 is het volgens de onderhoudsplanning het onderhoud uitgevoerd aan het gemeentehuis.
Door de komst van Groen in Bedrijf is in 2017 een start gemaakt met de uitbreiding van de gemeentewerf. 

Gymzalen en Multifunctionele centra
Gymnastieklokaal de Striepe te  Oldeholtpade
Groot buitenschilderwerk en gevelherstel.
Binnenverlichting, waaronder de zaalverlichting, vervangen voor LED-verlichting. Dit zal een besparing op het energieverbruik opleveren.

Gymnastieklokaal Zuid
Groot buitenschilderwerk.
Binnenschilderwerk van  de entree en  de kleedkamers. 
Binnenverlichting, waaronder de zaalverlichting, vervangen voor LED-verlichting. Dit zal een besparing van energie opleveren.

MFC 't Vlechtwerk
Er is een start gemaakt met het aanpassen van het klimaatsysteem van de kantoorruimten Dienst in Bedrijf en Gebiedsteams.

Vensterschool Noordwolde
Sinds afgelopen jaar is deze onderwijslocatie een intergraal kindcentrum (IKC) geworden. Hiervoor zijn twee lokalen aangepast voor de huisvesting van een buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal.

Sportvoorzieningen
Sporthal de Duker
De valbeveiliging op het dak is uitgebreid om zo aan de wettelijke eisen te voldoen.

Sportcomplex de Steense
Het ventilatiesysteem van de sporthal en bijbehorende kleedkamers van de Oolde Steense is vervangen door een systeem met warmte terugwinning. Dit leidt tot een beter binnenklimaat en een lager energieverbruik.
De CV-ketel van het horecadeel is vervangen.
De warmwatervoorziening (boiler) in de sporthal Ni'je Steense is vervangen door een zonneboiler-systeem om het douchewater te verwarmen. Het water wordt voor 70% verwarmd door de zon.  

Gemeentelijke panden
De gemeente heeft naast functionele panden ook niet functionele panden in bezit. Dit zijn panden die geen bijdrage meer leveren aan het realiseren van beleidsdoelstellingen en worden afgestoten.

In 2017 zijn onderstaande panden verkocht:

  • Rotanstraat 3, te Noordwolde
  • Meulewiek 2 / Gelde 10a, te Noordwolde
  • Sickengastraat 4a-6, te Wolvega

Beschikbare middelen voor het onderhoud

Terug naar navigatie - Beschikbare middelen voor het onderhoud
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening 2016 Rekening 2017 Actuele begroting Primitieve begroting Verschil begroot-werkelijk
tractiemiddelen 129 118 153 123 35
gebouwen 700 364 308 523 -56
wegen 1.607 1.695 1.475 1.389 -219
bruggen en duikers 39 133 115 115 -18
openbare verlichting 56 46 53 53 6
openbaar groen 710 294 246 745 -49
riolering 203 191 164 164 -27
terreinen 73 38 43 86 5
overig 37 52 40 43 -12
Eindtotaal 3.555 2.930 2.596 3.240 -334

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Onder treasury wordt verstaan het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Wettelijke kaders voor gemeentelijk treasurybeleid vinden we terug in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en in de Gemeentewet met de daaruit afgeleide financiële verordening.
Vanwege de publieke taak van de gemeente gaan we bedachtzaam om met publieke middelen en zijn we transparant over de besteding hiervan. Risicobeheersing is daarbij van groot belang. Mogelijke renterisico’s beheersen we via de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Verder stellen we strikte eisen aan het uitzetten van liquide middelen: leningen en garanties mogen in principe alleen worden verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Voor het overige houden we eventuele overtollige middelen aan in ’s rijks schatkist (als gevolg van het verplicht schatkistbankieren) zodat deze beschikbaar blijven voor de uitoefening van de publieke taak.

De uitgangspunten

Terug naar navigatie - De uitgangspunten

Sinds de invoering van het schatkistbankieren zijn uitzettingen door gemeenten niet mogelijk. Door een goede (korte en lange termijn) liquiditeitsprognose te hebben, kunnen gemeenten in het aantrekken van geld sturen op het (tijdig) beschikbaar hebben van lang of kort geld. Met de huidige rentestand zijn de renterisico’s die gemeenten daarbij lopen overzichtelijk.
In de huidige bestuursperiode is de ambitie neergelegd om de gemeentelijke schuldpositie te verbeteren. Daarom zijn we in 2014 gestart met een herstructureringsplan voor al onze leningen, wat heeft geresulteerd in een eindrapportage Treasuryscan. Op grond van deze rapportage is begin 2016 onze leningenportefeuille volledig herzien en hebben we nog maar twee leningen uitstaan bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
Naast de herstructurering van de leningenportefeuille hebben we ook intensief contact gehad met de BNG en de Woningstichting Weststellingwerf om de resterende door de gemeente verstrekte leningen over te dragen aan de woningstichting met een achtervang via de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ook deze overdracht is geëffectueerd. Daarmee hebben we een beheersmaatregel op onze risico’s kunnen toepassen (zie paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing) en is onze feitelijke vaste schuld verder gedaald.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Binnen de Wet fido zijn twee normen vermeld (kasgeldlimiet en renterisiconorm) waaraan moet worden voldaan. Het doel van deze normen is een stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. Het wettelijk bepaalde percentage van de renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal; het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage voor de kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingsvolume.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is vastgesteld als het maximum percentage van het begrotingstotaal dat met kortlopende middelen mag worden gefinancierd. Het doel van de limiet is de vlottende schuld (kortlopende leningen) te beperken. De ontwikkeling van de kasgeldlimiet over 2017 is hieronder weergegeven. De norm is ruim gehaald.

x € 1.000
Kasgeldlimiet 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Toegestane kasgeldlimiet
Begrotingsvolume 71.912 71.912 71.912 71.912
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Kasgeldlimiet 6.113 6.113 6.113 6.113
Ruimte onder kasgeldlimiet 10.902 13.777 18.370 16.810
Overschrijding van de kasgeldlimiet - - - -

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De renterisiconorm is opgesteld met als doel de rentegevoeligheid van de leningenportefeuille met een looptijd van een jaar of langer te beperken. In de Wet fido is het renterisico gemaximeerd op 20% van het begrotingsvolume. In onderstaande tabel wordt de renterisiconorm over 2017 weergegeven. 
Op basis van het werkelijke volume is onze gemeente in 2017 ruimschoots binnen de renterisiconorm gebleven. We benutten maar 22% van de toegestane norm van € 14,9 miljoen (zie tabel).

x € 1.000
Renterisiconorm en renterisico Werkelijk Begroot
Renterisico op vaste schuld
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g - -
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g - -
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a -1b) - -
3. Aflossingen 3.345 3.345
4. Renterisico (2 + 3) 3.345 3.345
Renterisiconorm
5. Volume totale lasten in begroting en rekening (excl bestemming reserves) 74.671 71.912
6. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20%
7. Renterisiconorm (5 x 6) 14.934 14.382
Toets renterisiconorm
8. Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7 - 4) 11.589 11.037

Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

Terug naar navigatie - Kredietrisico op verstrekte gelden en gegarandeerde leningen

De rentedragende leningen bestaan voornamelijk uit aan (voormalig) ambtenaren doorverstrekte hypothecaire geldleningen. De portefeuille krimpt omdat gemeenten geen hypothecaire geldleningen meer mogen verstrekken aan hun personeel. Daarnaast zijn in 2017-voor een bedrag van ongeveer € 1,6 miljoen- hypotheken overgezet naar andere geldverstrekkers als gevolg van de momenteel laagstaande rente. Hierdoor stijgen onze geldmiddelen. Het risico op de portefeuille is relatief klein, vanwege de hypothecaire zekerheden die tegenover de geleende gelden staan. Er is wel sprake van een (beperkt) renterisico omdat geldnemers hun rentevoorwaarden (kosteloos) kunnen aanpassen gedurende de looptijd. Echter, de meeste geldnemers hebben inmiddels hun rechten om de rentevoorwaarden aan te passen, verbruikt.
Daarnaast hebben we verschillende (indirecte) garanties afgegeven. Op deze garantstellingen wordt in de regel regulier afgelost door de geldnemers. Met betrekking tot de gegarandeerde leningen betreft het veelal geldnemers in de zorg, sociale woningbouw of (sport)verenigingen. Omdat voor de leningen aan de woningcorporaties het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat, kan het kredietrisico voor de gemeente als minimaal worden beschouwd.

x € 1.000
Kredietrisicobeheer op verstrekte gelden Restant schuld ultimo 2017
Rentedragende leningen Woningcorporaties -
Rentedragende leningen overig 2.993
Renteloze leningen (verenigingen) 3
Gegarandeerde geldleningen (100%) 4.970
Indirect gegarandeerde geldleningen (WSW-achtervang 50%) 63.041
Totaal 71.007

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

De gemeente hanteert een integrale financieringssystematiek. Dat wil zeggen dat we steeds kijken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente op enig moment. Bij de huidige verwachtingen over de renteontwikkeling (een iets oplopende rente voor de langere looptijden) wordt goed gekeken naar de liquiditeitsbehoefte en wordt deze afgezet tegen de opgave om de schuldpositie te verbeteren in absolute zin. Uitgangspunt daarbij is een beheersbare schuld waarop op reguliere basis aflossingen plaatsvinden. We laten daarbij de kortlopende schuld niet onnodig hoog oplopen waardoor lang geld moet worden aangetrokken op een voor onze gemeente ongunstig moment: een evenwichtige spreiding van de aflossingen en rentebetalingen is belangrijk bij een beheersbare liquiditeitsbegroting.

Schuld als aandeel van de exploitatie
Ter bevordering van de onderlinge vergelijkbaarheid zijn overheden verplicht om volgens vooraf gestelde richtlijnen onder andere de netto-schuldquote als kengetal te publiceren vanaf de meerjarenbegroting 2016 en de jaarrekening 2015 in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

x € 1.000
Vaste schuld Werkelijk Begroot
Stand 1-1-2017 65.267 65.267
Reguliere aflossing en herfinanciering
Te herfinancieren op begrotingsbasis - -
Reguliere aflossing 3.345 3.345
Stand 31-12-2017 61.922 61.922

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen.

x € 1.000
Leningenportefeuille 1-1-2017 Aflossing 31-12-2017 Rentepercentage
Bedrag
Opgenomen geldlening 54.767 2.845 51.922 3,440%
Opgenomen geldlening 4.000 - 4000 1,940%
Opgenomen geldlening 6.500 500 6.000 4,165%
Totaal 65.267 3.345 61.922 0

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte (financieringstekort of -overschot) geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk is. Er is sprake van een financieringsoverschot eind 2017.

x € 1.000
Financieringsbehoefte 31-12-2017 stand per 31-12- 2017 inclusief rekening resultaat 31-12-2016
Reserves 22.247 23.043 19.730
Voorzieningen 9.215 9.215 9.091
Vaste geldleningen 61.922 61.922 65.267
Totaal 93.384 94.180 94.088
Vaste activa 76.068 76.068 79.291
Voorraden 14.724 14.724 14.183
Financieringstekort (-) cq. overschot (+) 2.592 3.388 614

Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

Terug naar navigatie - Rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie

In het volgende renteschema is uiteengezet hoe voor 2017 de rente is toegerekend. Het saldo tussen de rente die is doorberekend aan de taakvelden en de werkelijk te betalen rente is verantwoord op het taakveld treasury. Het taakveld treasury is opgenomen in het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

x 1.000
Renteschema Werkelijk 2017 Begroot 2017
a. De externe rentelasten over de korte en lange termijn 2.294 2.233
b. De externe rentebaten 114 183
Totaal door te berekenen rente 2.180 2.050
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 419 393
Saldo door te berekenen rente 1.761 1.657
d. Rente over eigen financieringsmiddelen -
 e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2.699 2.661
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 938 1.004

EMU saldo

Terug naar navigatie - EMU saldo

Het EMU-saldo is in 1992 door de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) ingevoerd om vergelijkingen tussen de verschillende eurolanden te kunnen maken. In het verleden hanteerde elke staat zijn eigen berekening voor het financieringssaldo. Vergelijken was hierdoor moeilijk. Volgens de regels van de EMU zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht, mag het vorderingentekort niet hoger zijn dan 3% van het bruto binnenlands product. Hiermee wil men de economische sterkte van de eurolanden behouden.

Tussen het kabinet en de lokale overheden zijn afspraken gemaakt over het beheersen van het EMU-saldo. Afgesproken is dat een tekort voor de totale sector overheid hoger dan 3% van het bruto binnenlands product niet is toegestaan. Het  EMU-saldo over 2017 voor onze gemeente bedraagt € 3.026.000 positief. Er is dus sprake geweest van een positieve vrije kasstroom, geschoond van aflossingen van leningen.

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Schatkistbankieren
Decentrale overheden maken verplicht gebruik van schatkistbankieren boven het voor dat jaar geldende drempelbedrag aan overtollige middelen. De hoogte van deze drempel bedraagt 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal en bedraagt voor onze gemeente voor 2017 ongeveer € 540.000. In 2017 zijn wij boven deze drempel uitgekomen, zodat (verplicht) gebruik is gemaakt van schatkistbankieren door geld af te storten op de rijksrekening. Zie ook het onderdeel schatkistbankieren bij het onderdeel jaarrekening.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Paragraaf Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering

 

Portefeuillehouder(s)

Van de Nadort, Jongebloed

Organisatie

Dienstverlening, Bestuur en Organisatie

De onderdelen inkoop & aanbesteding en informatisering & automatisering worden toegelicht in de paragraaf OWO-samenwerking.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

We hebben een beweging in gang gezet om als organisatie aan te sluiten bij de veranderende vraag van inwoners en bedrijven. Met de veranderende vraag bedoelen we bijvoorbeeld:

  • burgerparticipatie;
  • vraag om maatwerk;
  • snelle technologische ontwikkelingen.

Deze doorontwikkeling van de organisatie richt zich op het verbeteren en veranderen van onze organisatie. We doen dit door met elkaar te experimenteren met houding, gedrag en andere manieren van werken. De manier waarop we de Omgevingsvisie hebben aangepakt, is daar een voorbeeld van.  Drie kernwoorden geven de doorontwikkeling voor ons richting: Professionele dienstbaarheid, Integraliteit en Maatwerk (PIM).

Sociaal Domein
In 2017 werkten we ook aan de verdere transformatie in het Sociaal domein en specifiek aan de doorontwikkeling van de gebiedsteams.  In 2017 hebben we de teams teruggebracht van drie naar twee teams.  Met de nieuwe indeling in twee robuuste teams verwachten we de dienstverlening aan inwoners te verbeteren.

Groen in Bedrijf
In 2017 zijn 35 medewerkers met een SW-indicatie bij ons in dienst getreden.  Deze medewerkers onderhouden het groen samen met ons ambtelijk personeel van de buitendienst.  De (aansturings)structuur pasten we (tijdelijk) aan om deze ontwikkeling in goede banen te leiden.  

Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Terug naar navigatie - Uitvoering Human Resources Management (HRM)

Ons gezondheidsbeleid 'Vitale gemeente' startten we in 2017. Om een (nog) gezondere werkomgeving te creëren, zetten we verschillende acties en interventies uit. Te denken valt aan:

  • het sluiten van de interne rookruimte;
  • de cursus stoppen met roken;
  • de pilot met gratis fruit.

We voerden in het kader van Vitale gemeente een medewerkerstevredenheidsonderzoek uit gericht op arbeidsomstandigheden en weerbaarheid & agressie.  De resultaten zijn positief:

  • een respons van 83,7%;
  • we scoren vergelijkbaar met benchmarkgemeenten;
  • het veiligheidsgevoel van onze medewerkers wijkt positief af van de benchmark (cijfer 9) met een cijfer van 9,4.


Verzuim
Ook de resultaten van ons verzuimbeleid zijn positief: het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie is onder onze norm uitgekomen (zie tabel).

Digitalering en flexiblisering
We voerden het Individueel keuzebudget in 2017 succesvol in en maakten onze verlofregistratie en verzuimbeheer volledig digitaal.

Generatiegericht maatwerk
Met het Georganiseerd overleg maakten we afspraken over generatiegericht maatwerk. In 2017 meldden 11 mensen zich hiervoor aan.

In onderstaande tabel staan twee kolommen werkelijk 2017. De eerste kolom gaat over het hele jaar, de laatste kolom slechts over het 4e kwartaal.

Informatieveiligheid en privacy

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid en privacy

Informatie is één van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van de gemeente. We maken steeds meer en vaker gebruik van informatiesystemen en (digitale) informatie-uitwisseling met inwoners, bedrijven en (keten)partners. Het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van informatie kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering maar kan ook leiden tot imagoschade. Een betrouwbare informatie ­voorziening is noodzakelijk voor het goed functioneren van de gemeente en is de basis voor het beschermen van de rechten van inwoners en bedrijven.
De komende jaren zet onze gemeente dan ook in op het verhogen van de informatieveiligheid en verdere professionalisering van de informatie beveiligings­functie in de organisatie. In 2017 waren er drie speerpunten.

  1. Het implementeren van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG), het normenkader voor gemeenten op het gebied van informatie­ beveiliging.
  2. We hebben de stand van zaken van de maatregelen geactualiseerd en een groot deel van deze informatie verwerkt in de zelfevaluatie ENSIA, het tweede speerpunt. ENSIA staat voor Eenduidige Normatiek Single Information Audit en is met ingang van 2017 voor gemeenten de nieuwe manier van verantwoording afleggen over informatieveiligheid. Met ENSIA zijn alle aparte audits en zelfevaluaties samengevoegd. Verder moeten we een IT-audit laten uitvoeren en een collegeverklaring opstellen. Deze twee onderdelen vinden plaats in het eerste deel van 2018. Ook volgt dan de verantwoording aan de raad.
  3. In 2017 hebben we uitgebreid aandacht besteed aan het vergroten van het informatie veiligheidsbewustzijn van medewerkers. Er is een nulmeting uitgevoerd, een iBewustzijn plan opgesteld en we hebben workshops georganiseerd voor ons als college maar ook voor het MT (directie, afdelingshoofden en teamleiders) en alle medewerkers. In het eerste kwartaal van 2018 volgt het laatste onderdeel: de e-learning. Bij de evaluatie van het traject krijgen we advies hoe we het vergroten van het iBewustzijn kunnen borgen. Ook hebben we in 2017 twee phishingmail tests gehouden om het beveiligingsbewustzijn van de medewerkers te testen.

Op het gebied van privacy hebben we eind 2017 de eerste stappen gezet om de nieuwe Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming, de AVG, te implementeren. We moeten uiterlijk 25 mei 2018 voldoen aan deze privacywetgeving en dit betekent dat we in de eerste maanden van 2018 alle activiteiten gaan uitvoeren die nodig zijn om aan de AVG te kunnen voldoen.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Er zijn minder financiële onrechtmatigheden geconstateerd en er zijn meer (zichtbare) controlemaatregelen in de diverse processen  ingebouwd. Uiteraard blijven er aandachts- en verbeterpunten, zeker als de uitvoering van processen verandert door wijzigingen in wet- en regelgeving, verandering in personeel, wijzigingen in of implementeren van nieuwe systemen, of samenwerking in OWO-verband of met ketenpartners.

Op 1 mei 2017 hebben wij het beleidsplan Interne beheersing gemeente Weststellingwerf 'Risicogericht en in control 2017-2019' vastgesteld. Het speerpunt in het beleidsplan is het invoeren van een risicogerichte interne controle. De centrale vraag in het beleidsplan is “hoe erg is het als het fout gaat?”. Daarbij gaat het om zowel de aanwezigheid en werking van de interne beheersmaatregelen in de processen als het financieel belang van de processen.

Het jaarplan Interne controle 2017 is conform uitgevoerd. Er zijn in totaal 10 processen gecontroleerd. De follow-up van de aanbevelingen (accountant en verbijzonderde interne controle) is bewaakt via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages. Na afloop van het controlejaar is een jaarverslag uitgebracht met de belangrijkste resultaten van de controleonderzoeken en overige werkzaamheden.

Ten tijde van de begroting 2017 hebben wij aangegeven dat de bestuursverklaring, waarmee het college in de jaarstukken verantwoording aflegt over de rechtmatigheid aan de raad, naar verwachting in 2018 in werking zou treden. Inmiddels is gebleken dat de wetswijzigingen voor het opnemen van een bestuursverklaring in de jaarstukken niet voor 2019/2020 in werking zullen treden. Zodra er meer duidelijkheid is over de eisen waaraan de bestuursverklaring moet voldoen, zullen wij onderzoeken wat de impact is voor de organisatie. Zo nodig komen we met een aanpassing in de uitvoering van de interne controle.

Op 2 oktober 2017 heeft de controlecommissie het Controleprotocol en normenkader 2017 vastgesteld. Voor wat betreft de financiële rechtmatigheid is de conclusie dat de bevindingen die bij de interne controle van de processen zijn geconstateerd, ruimschoots onder de goedkeuringstoleranties blijven zoals vastgesteld in het Controleprotocol 2017. Door het toepassen van beheersingsmaatregelen in de processen (functiescheiding tussen uitvoering en autorisatie, toezicht en coördinatie, mandatering, diverse rollen in bedrijfskritische applicaties) en het uitvoeren van interne controles, zijn ook in 2017 de randvoorwaarden voor het uitsluiten van risico's inzake misbruik en oneigenlijk gebruik ingevuld.

Paragraaf OWO-samenwerking

Bestuursovereenkomst

Terug naar navigatie - Bestuursovereenkomst

De bouw van de OWO-afdelingen zoals opgenomen in de bestuursovereenkomst OWO-samenwerking 2015 is in 2017 afgerond. Daarmee kreeg de politiek/bestuurlijke aandacht voor deze samenwerking in 2017 een andere dimensie. En dat is ook logisch en merkbaar.
De gezamenlijke beleidsontwikkeling, zoals opgetekend in de bestuursovereenkomst, heeft politiek/bestuurlijk vorm gekregen in de overleggen van de OWO-portefeuillehouders. Die aanpak wordt ook gehanteerd in de 'dossiers' dat de OWO-gemeenten gezamenlijk extern optrekken.
Op 18 september 2017 is door de presidia van de 3 OWO-gemeenten met elkaar gesproken over de processtappen die genomen zouden moeten worden om tot een gezamenlijke visie op de OWO-samenwerking te komen. U bent over de uitkomsten van dit overleg en de uit dit overleg getrokken conclusies recent als raad  geïnformeerd.  De huidige OWO-samenwerking voldoet goed en wordt gecontinueerd. Hierbij wordt ingezet op verdere verbetering van de samenwerking. Aan de nieuwe raden wordt overgelaten om een volgende processtap te zetten wat de OWO-samenwerking betreft. Het is daarbij van belang om te inventariseren wat nodig is; een verkenning van de uitdagingen en de behoeften van het OWO-gebied. Het vaststellen hiervan wordt ook aangeraden aan de nieuwe raden.

OWO afdelingen

Terug naar navigatie - OWO afdelingen

In 2017 is de Backoffice Sociaal domein in de gemeente Ooststellingwerf als laatste van de OWO-teams gerealiseerd. Daarmee is het bouwproces van de gezamenlijke OWO-afdelingen gereed. De OWO-afdelingen zijn de afdelingen Belastingen & Vastgoed Informatie en Backoffice Sociaal domein (BVI/BOSD, gehuisvest in Oosterwolde), Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH, gehuisvest in Gorredijk) en Bedrijfsvoering (BV, gehuisvest in Wolvega). In 2017 zijn bij de OWO-afdelingen de processen verder geharmoniseerd om het effect van de samenvoeging groter te maken. Dit finetunen zal de komende jaren verder zijn beslag krijgen en nog meer zorgen voor toevoeging van waarde en opbrengsten van de 3K’s: meer Kwaliteit, vermindering Kwetsbaarheid en minder (meer) Kosten. De OWO-afdelingen vormen intussen met ongeveer 140 fte een substantieel deel van de gemeentelijke organisatie en leveren slagkracht, beperken de kwetsbaarheid, borgen de kwaliteit van de dienstverlening en breiden deze uit, verlagen of beperken de kosten en dragen daarmee bij aan gemeentelijke bestuurskracht.

Afdeling Vergunningen, Handhaving en Toezicht (VTH)

Terug naar navigatie - Afdeling Vergunningen, Handhaving en Toezicht (VTH)

Naast de reguliere wettelijke taken rond vergunningverlening, toezicht en handhaving heeft VTH extra taken verricht met betrekking tot de controle op drank- en horeca in de gemeente Weststellingwerf. Als gevolg van het aantrekken van de bouwsector is de werkdruk toegenomen en de marktsituatie maakt het lastig goed personeel te vinden. De marktsituatie zorgt daarnaast voor fors hogere inhuurtarieven. VTH adviseert de OWO gemeenten beleidsmatig omtrent de FUMO. De GR FUMO is nadrukkelijk in ontwikkeling en vraagt alertheid waarin de gemeente zowel vanuit haar rol als opdrachtgever als vanuit haar rol als eigenaar moet opereren. VTH treft, samen met de OWO-gemeenten voorbereidingen voor de implementatie van de Omgevingswet.

Belastingen en Vastgoedinformatie (BVI)

Terug naar navigatie - Belastingen en Vastgoedinformatie (BVI)

BVI is begonnen in 2017 met de Digitale agenda (2020) voor de belastingen en de basisregistraties. Dit betekent voor belastingen het aanbieden van de aanslagen via MijnOverheid.nl en via het digitaal belastingloket op de website.  Voor de basisregistraties hebben we in 2017 de volgende ontwikkelingen doorgevoerd:

  • Alle WOZ-waarden van woningen in heel Nederland zijn openbaar (wettelijke verplichting per 1 oktober 2016) en zijn in te zien via de website ('WOZ- waardeloket') van de gemeente.
  • Om inwoners meer te betrekken en transparant te zijn bij de totstandkoming van de WOZ-waarden hebben we een digitaal loket voor de 'voormeldingen' WOZ (bekend onder 'Tilburgsmodel') ingericht. Over vijf jaar heeft iedere burger binnen de gemeente een check kunnen doen op de onderdelen van zijn woning.
  • BGT (Basiskaart Grootschalige Basiskaart) op naar 2020 is een kwaliteitsverbetering van de aanwezige data in voorbereiding op en in samenhang met de Omgevingswet.
  • BVI heeft als taak te zorgen voor kwalitatief goed en actueel BGT bestand en adviseert over het gebruik.

Backoffice Sociaal domein OWO

Terug naar navigatie - Backoffice Sociaal domein OWO

Per 1 juli 2017 is de bouwfase van het OWO team “backoffice Sociaal Domein” officieel afgerond. De backoffice bestaat uit vier clusters: WMO/Jeugd, Uitkeringenadministratie (inclusief debiteuren), Financieel Gegevensbeheer en Applicatiebeheer. Met name binnen de WMO/Jeugd hebben afgelopen jaar veel ontwikkelingen en veranderingen plaatsgevonden. In 2017 hebben we te maken gehad met de invoering van de nieuwe manier van berichtenverkeer (berichtenverkeer 2.0), invoering berichtenverkeer rondom Hulp bij de Huishouding en het faillissement van de MO zaak. Hierdoor verzorgen we eerder dan verwacht zowel de factuurcontrole van de lokale als de bovenregionale zorg. Op dit terrein heeft een ingrijpende digitaliseringsslag plaatsgevonden, waardoor processen (in de keten) meer standaardiseren én de inhoud van het werk verandert.
Groot project aan het eind van 2017 is de implementatie van de nieuwe inkoop Jeugdzorg geweest. Gemeenten in Friesland, zorgaanbieders en andere stakeholders trekken gezamenlijk op bij het vormgeven van de transformatie in het sociaal domein. Sociaal Domein Fryslân gaat de inkoop van de regionale Jeugdhulp samen met stakeholders vormgeven. Het proces om de bestaande toewijzingen te gaan converteren naar de nieuwe inkoop 2018 is inmiddels door de backoffice uitgevoerd. 
Binnen de Uitkeringsadministratie is in 2017 de uitvoering van de debiteurenadministratie van Opsterland ter hand genomen. Er zijn verschillende initiatieven genomen om overleg en afstemming met de frontofficeteams, beleidsmedewerkers en financiële specialisten te creëren, zodat zoveel mogelijk uniforme aanlevering tot stand komt en vice versa.
Met ingang van 2017 is de verantwoordelijk voor de financiële verantwoording van het jaarwerk (opleveren en inrichten) bij de backoffice neergelegd. 

Afdeling Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Afdeling Bedrijfsvoering

Inkoop en aanbesteding
In 2017 is ter bevordering van lokale/regionale inkoop de OWO inkoopkalender en het hieraan gekoppelde twitteraccount verder vervolmaakt. De besturen van de OWO commerciële clubs hebben hier onlangs positief op gereageerd. Ter verbetering van de leveranciersrelaties is er een aanvang gemaakt met de implementatie van Past Performance of Prestatiemeten (het meten en het waarderen van prestaties van leveranciers en het toepassen van de toegekende scores in (onder andere) aanbestedingsprocedures.) In het kader van duurzaamheid en onze voorbeeldrol hierin hebben wij onlangs het manifest verantwoord inkopen (MVI) ondertekend.
In de drie OWO-gemeenten is de procesvoering op inkoop en aanbesteding voor gebruikers en ondernemers geoptimaliseerd door het integreren van de drie inkoopkalenders tot één kalender waarin alle aanbestedingen van de OWO-gemeenten zichtbaar worden gemaakt. Daarnaast is voor de ondersteuning van het decentrale inkoopproces een inkooptoolkit ontwikkeld en geïmplementeerd. De dienstverlening van het team Inkoop is vastgelegd in een dienstverleningshandvest waarin verantwoordelijkheden, rollen en ondersteuning van het inkoopproces zijn uitgewerkt.

Informatisering en automatisering (I&A)
In het eerste kwartaal 2017 is het meerjarig informatiebeleidsplan 2017-2021 aangeboden voor bestuurlijke vaststelling. Met het meerjarig informatiebeleidsplan wordt een goed beleidskader geboden waarop de inrichting en de werking van I&A in de bedrijfsvoering van de OWO-gemeenten wordt ingericht en geborgd. De besluitvorming vindt in 2018 plaats.

Het I&A-team is sinds de samenvoeging bezig met het integreren en consolideren van de ICT-omgevingen van Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland. Een enorme klus waar de afgelopen jaren al veel projecten van zijn afgerond. In 2017 zijn de volgende automatiseringszaken hiervoor opgepakt en gerealiseerd:
  • Consolidatie printservers;
  • Integreren RES-omgeving Opsterland;
  • Dynamische uitwijk Diginetwerk;
  • Afronding migratie Oracle 10 naar 11 en consolidatie;
  • Uitfasering Netweavers.
Op het gebied van informatisering zijn de volgende projecten gerealiseerd en/of opgestart:
  • Lean Planning en Control. Implementatie van het eerste deel heeft plaatsgevonden. De begrotingsapp is nu ook actief;
  • Dashboard Dienstverlening;
  • Inkooptool OWO;
  • Digitaal melden en afhandelen melding openbare ruimte;
  • Koppelen CiVision Samenleving en iDocumenten + gebruik van zaakafhandeling. De koppeling is live, maar nog niet gereed;
  • Digitalisering proces GBI en Buitendiensten;
  • Gebruik Geovisia in de buitendienst;
  • TDI (tekst data integratie facturatie binnen sociaal domein) innen;
  • Landelijke voorziening WOZ-monitor.

Documentaire Informatie Voorziening
Belangrijkste speerpunt voor 2017, dat doorloopt in 2018, was het voorbereiden, inrichten, migreren en operationeel krijgen van het nieuwe DMS (i-Documenten). Ook heeft doorontwikkeling van het iZaaksuite plaatsgevonden met onder andere procesondersteuning van de vak applicaties en het maken van koppelingen. iZaaksuite wordt gebruikt voor zaakgericht werken. Dit is een werkwijze om zaken af te handelen op een klantgerichte, resultaatgerichte en transparantie manier.
Daarnaast is in  2017 het archiefbeheer(zowel analoog als digitaal) geïntensiveerd om aan de kwaliteitseisen archiefinspectie provinciale toezichthouder te voldoen.

Personeel- en salarisadministratie
In 2017 is de selfservice-tool Youforce uitgebreid voor alle medewerkers met de functionaliteiten Verzuimmanager, flexbenifit (Individueel keuze budget) en een gedigitaliseerd proces voor in dienst treden.
 
Verzekeringen
Het cluster verzekeren bracht alle verzekeringen bij de OWO gemeenten in kaart en past stapsgewijs aan waar nodig of doet een nieuwe aanbesteding. In 2017 zijn de aanbestedingen begeleid van diverse aansprakelijkheidsverzekeringen, met name van de ongevallenverzekering 24-uursdekking. Eind 2017 is de aanbesteding voor de verzekering werkmaterieel van de OWO-gemeenten afgerond. Al met al heeft deze aanbesteding voor de drie gemeenten een flinke premiebesparing opgeleverd. Ook zijn de verzekeringscondities verbeterd. Voor Weststellingwerf betekent dit een structurele lastenvermindering van € 13.500.
 

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Zoals de meeste gemeenten heeft Weststellingwerf een aantal taken ondergebracht in samenwerkingsverbanden waarin meerdere gemeenten en/of andere instellingen participeren. Het gaat hier om deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen.
De samenwerkingsvormen worden aangeduid met het begrip 'verbonden partijen''. Hieronder wordt verstaan een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Het financiële belang is het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt.

Visie op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Visie op verbonden partijen

Onze visie op verbonden partijen is gebaseerd op het uitgangspunt dat onze gemeente alleen participeert in verbonden partijen als daarmee de publieke taak is gediend. Er zijn diverse redenen om deel te nemen aan een verbonden partij. In de gemeenschappelijke regeling of in de statuten (van een stichting of vennootschap) staat telkens de doelstelling van de betreffende rechtspersoon geformuleerd.
Hoewel dat niet bij elke samenwerkingsvorm expliciet wordt vermeld, gaat het veelal om:

  • Efficiency voordeel door grotere schaal;
  • Risicospreiding;
  • Grotere machtspositie ten opzichte van andere partijen in de markt;
  • Onvoldoende capaciteit (kwalitatief en kwantitatief) in eigen huis;
  • Beter kunnen voldoen aan wet- en regelgeving.

Zeggenschap in de praktijk

Terug naar navigatie - Zeggenschap in de praktijk

De invloed van de gemeenten verloopt via besturen van stichtingen, aandeelhouders en de raden van commissarissen en toezicht. In het bestuur van die stichtingen en ondernemingen zijn wij vertegenwoordigd. Via dat bestuur wordt onze invloed aangewend als het gaat om sturing op onder andere financiën, risico’s en toekomstvisie. Het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur en dat brengt met zich mee dat de directe invloed per definitie beperkt is. Als zich een meerderheid vormt voor of tegen een voorstel dan is de stem van de enkeling niet doorslaggevend en zal de minderheid zich ook moeten schikken. De democratische controle op de in dit overzicht genoemde ‘partijen’ waarmee de gemeente zich verbonden heeft, ligt bij de gemeenteraad. In de besturen zitten in de meeste gevallen leden van ons college en die verantwoorden zich tegenover de raad op de gebruikelijke wijze.

Beleidsontwikkelingen enkele verbonden partijen

Terug naar navigatie - Beleidsontwikkelingen enkele verbonden partijen

Veiligheidsregio Fryslân

Inleiding
De Veiligheidsregio Fryslân (VRF) werkt vanaf 2017 met vier programma’s. Het programma Organisatie is toegevoegd aan de programma’s  Crisisbeheersing, Brandweer en Gezondheid. Hierbij loopt de Veiligheidsregio vooruit op de nieuwe wet- en regelgeving vanaf 2018 en worden indirecte kosten meer zichtbaar.

De implementatie van de Omgevingswet was en is voor de VRF een belangrijk thema. De wet heeft impact op alle onderdelen van de organisatie. Om te bepalen om welke producten, processen en informatievoorziening dit gaat, schakelde de VRF een extern bureau in om een impactanalyse uit te voeren. Ondertussen hebben medewerkers van de GGD deelgenomen aan ons proces rondom de Omgevingsvisie. De start van de wet is door het rijk anderhalf jaar vooruitgeschoven naar 1 januari 2021.

Meerjarenbeleidsplannen Veiligheid en gezondheid 2019-2022
In 2017 is de VRF gestart met het opstellen van nieuwe meerjarenbeleidsplannen. De ambitie is om beleidsplannen te maken die richtinggevend zijn en getuigen van realistische ambitie. De huidige beleidsplannen zijn geëvalueerd en zowel voor Veiligheid, Gezondheid als Organisatie is een aanzet gemaakt voor de nieuwe beleidsplannen. Terugblik en aanzet zijn eind 2017 voorgelegd aan de bestuurscommissies en het dagelijks bestuur.

Crisisbeheersing
Uitgangspunt van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is de lokale verantwoordelijkheid voor rampenbestrijding en crisisbeheersing, brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening.
Het beleidsplan Crisisbeheersing 2015-2018 bevat een aantal ambities om de crisisbeheersing te verbeteren, gericht op de beoogde maatschappelijke effecten.
In 2017 is ingezet:
1. Op het 'Kennis- en Expertisecentrum op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing', ten dienste van de Friese gemeenten, om keten- en netwerkpartners te versterken.
2. Om te werken aan 'veilige en feestelijke evenementen in Fryslan' door regionale werkgroepen te creëren. Samen met de Friese gemeenten is gewerkt aan het maken van een efficiencyslag in het vergunningsproces. Een verbeteringsslag is gemaakt in het faciliteren van organisatoren voor het verkrijgen van een volledige aanvraag, het realiseren van een eenduidige werkwijze voor hulpdiensten en een leesbare en juridisch houdbare vergunning. 
3. Op het tevreden houden van crisisfunctionarissen en samenwerkingspartners over het functioneren van de Friese Crisisorganisatie tijdens (mini)rampen en (mini)crises.
4. Op het verbeteren van de effectiviteit van de hulpverlening door het systematisch evalueren van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (=GRIP) situaties.
5. Om de planvorming (ramp- en incidentbestrijdingsplannen) aan te laten sluiten bij de operationele hoofdstructuur van de crisisorganisatie en deze periodiek te actualiseren.

Brandweer
Met het beleidsplan van de Brandweer Fryslân 2015-2018 'De koers naar toekomstbestendige brandweerzorg in Fryslân' worden per jaar duidelijke ontwikkelingsstappen gezet. Alle taken binnen het programma Brandweer staan in het teken van ‘voorkomen, beperken en bestrijden van incidenten’, waarbij wordt gestreefd naar minder branden, minder schade en minder slachtoffers. Om dit streven te realiseren, heeft men zich in 2017 gericht op de volgende twee hoofddoelen:
1. De repressieve slagkracht en paraatheid in Fryslân is geoptimaliseerd onder andere door het vaststellen van dekkingsplan 2.0;
2. Het brandveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid in de Friese samenleving is bevorderd door uitvoering te geven aan het programma Brandveilig leven, waarbij lessen, presentaties en demonstraties zijn gegeven aan verschillende doelgroepen.

Gezondheid
Nieuwkomers: de versnelde doorstroom van nieuwkomers naar gemeenten betekende extra inzet voor de GGD, zoals de intake en zorg voor kinderen, tuberculosescreening en gezondheidsvoorlichting- en bevordering. Hiervoor moest onder meer de uitwisseling van gegevens rondom de TBC-screening worden georganiseerd.

Uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) volgens het Landelijk Professioneel Kader (LPK): de GGD voldoet niet volledig aan het LPK. Om nog verantwoorde zorg te kunnen blijven bieden, werd extra formatie ingezet. Tevens voerde onderzoeksbureau AEF hierover een onderzoek uit. Het blijkt mogelijk een toekomstbestendig product JGZ uit te voeren binnen het huidige budget, maar daarvoor moet nog wel werk worden verricht. Het programma JGZ.3.0 werd hiervoor opgestart.

Versterking infectieziektebestrijding/medische milieukunde: het algemeen bestuur heeft extra middelen beschikbaar gesteld. Daardoor voldoet de GGD aan de landelijke veldnorm voor het waakvlamniveau infectieziektebestrijding en medische milieukunde.

Kosten inspecties kinderopvang: er bleek een mismatch tussen de geraamde inkomsten en de geraamde kosten voor de personeelsformatie. De geraamde inkomsten werden naar beneden bijgesteld. Binnen de begroting zijn vervolgens de volgende acties uitgevoerd, zodat de inkomstenderving kon worden gehalveerd:

  • aanpassing tarieven in lijn met de landelijk gangbare tarieven;
  • actualisering van inschatting aantal uit te voeren inspecties;
  • efficiënter inrichten van de werkprocessen, inclusief administratieve ondersteuning.

De structurele oplossing van het restant aan inkomstenderving wordt meegenomen in het kader van het nieuwe toezicht.

Welstandszorg Hûs en Hiem
Vanaf 2013 is Hûs en Hiem omgebouwd naar een kleinere, flexibele organisatie. Uit de tot nu toe ontvangen kwartaalrapportages 2017 blijkt dat de aantrekkende economie ook heeft geleid tot meer adviesaanvragen. Naar verwachting sluit de jaarrekening van Hûs en Hiem daardoor met een positief resultaat. Ten aanzien van de begroting 2017 hebben wij een zienswijze ingediend waarin wij aandacht vragen voor de effecten van toekomstige regelgeving en de nieuwe positie van Hûs en Hiem inzake de welstandstoetsing. Onder aansturing van de Vereniging van Friese Gemeenten is Hûs en Hiem bezig om in beeld te brengen hoe men kan anticiperen op de aanstaande wetgeving.

FUMO
Per 1 januari 2014 is onze gemeente toegetreden tot de gemeenschappelijk regeling FUMO. De basistaken op het gebied van vergunningverlening en toezicht zijn ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling. De OWO-gemeenten hebben er bewust voor gekozen de zogenaamde plustaken in eigen beheer te blijven uitvoeren. Voor de uitvoering van deze plustaken zal vaak een extern advies moeten worden ingewonnen. Als gevolg van nieuwe wetgeving is het aantal basistaken uitgebreid. Er is gestart met het in beeld brengen van de consequenties van deze uitbreiding van de basistaken. Gelijktijdig is ook het proces gestart om de dienstverlening van de FUMO te verbeteren. 

Omrin
Wij zijn samen met de Friese gemeenten (met uitzondering van Smallingerland) aandeelhouder van Afvalsturing Friesland (met handelsnaam Omrin). Omrin is tot stand gekomen nadat de Friese gemeenten de wens tot meer integrale samenwerking op het gebied van afval binnen de provincie hadden aangegeven. Doelstelling van de samenwerking is een betere kostenbeheersing en meer invloed op het ketenbeheer. De aangesloten gemeenten hebben een leveringsplicht aan Omrin. De visie van Omrin luidt als volgt: “toonaangevend in inzameling en be- en verwerking, terugwinnen van grondstoffen en productie van duurzame energie”. Omrin is continue bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de transitie Van afval naar grondstof (Vang). Vanuit de visie is Omrin ook aanjager van het principe circulaire economie. Voorbeeld hiervan is de in aanbouw zijnde installatie voor het sorteren van kunststof in vijf verschillende stromen die ieder voor zich goed geschikt zijn om te worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten.  

De Marrekrite
Voor aanleg en onderhoud van recreatieve voorzieningen in Friesland zijn vrijwel alle Friese gemeenten, waaronder onze gemeente, lid van de gemeenschappelijke regeling De Marrekrite. De belangrijkste taak is het beheer en onderhoud van meer dan 3.800 gratis aanlegplaatsen en het fietsknooppuntennetwerk. De Marrekrite werkt in de uitvoering van haar taken nauw samen met alle gemeenten in Friesland, de provincie en alle betrokken partijen. Het beheer en onderhoud van routenetwerken (borden) in de provincie Friesland is een nieuwe taak. Ook het aanleggen, aanpassen en uitbreiden van het wandel- en fietsknooppuntensysteem is onderdeel van het werk van de Marrekrite. Het onderhoud van de fiets- en wandelpaden blijft een taak van de provincie of de gemeenten.

Gemeenschappelijke Regeling (GR) Sociale werkvoorziening Fryslân en Caparis NV
Caparis NV is het uitvoeringsbedrijf van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) voor de GR SW Fryslân. De GR is ingericht voor de uitoefening van de bestuurlijke bevoegdheden met betrekking tot de wettelijke taken voortvloeiend uit de Wsw.  Weststellingwerf is 1 van de 8 deelnemende gemeenten in deze GR. Dezelfde 8 gemeenten zijn aandeelhouder van Caparis NV. De Wsw is beëindigd per 1 januari 2015 en nieuwe instroom is niet meer mogelijk. Iedereen die op dat moment een dienstverband in het kader van de Wsw had, behoudt zijn rechten. Dit betekent dat, zonder ingrijpen, het bedrijf door natuurlijk verloop langzaam inkrimpt over een periode van 30 jaar. De deelnemende gemeenten vinden dit een onwenselijke situatie. Daarom wordt gewerkt aan een versnelde herstructurering. Tot op heden zijn de definitieve plannen hiervoor nog niet vastgesteld. In 2017 is door Weststellingwerf, vooruitlopend op het totale herstructureringsplan, een groep van 34 Sw-medewerkers door de gemeente overgenomen. Zij werken nu met behoud van hun Wsw-cao in de gemeentelijke organisatie.

Stichting Comprix
Stichting Comprix is verantwoordelijk voor het openbaar basisonderwijs in de gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Opsterland. In 2015-2016 is door het bestuur van de toenmalige stichting Comperio gewerkt aan de samenwerking en fusie met Stichting PRIMO Opsterland. Met ingang van 1 januari 2017 is er sprake van één stichting waardoor een goede balans is ontstaan tussen bovenschoolse organisatie en het scholenbestand/leerlingenaantal. Comprix houdt zich vooral bezig met het behoud van de kwaliteit van het basisonderwijs in de drie OWO-gemeenten.

Stichting Openbare Verlichting
Onze gemeente is sinds 2008 deelnemer aan de Stichting Openbare Verlichting Fryslân (SOVF). Deze stichting doet het onderhoud aan de openbare verlichting van de meeste Friese gemeenten en de provincie Fryslân. Daarnaast koopt SOVF energie in voor deze partijen.

De rechtsvorm van SOVF is in 2017 veranderd van een stichting in een coöperatieve vereniging. De deelnemers aan de stichting hebben hiertoe besloten omdat een coöperatieve vereniging beter past bij de activiteiten van de SOVF. De naam is gewijzigd in Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Wij nemen deel in de volgende gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en vennootschappen:

1. Overzicht Gemeenschappelijke regeling waarin de gemeente deelneemt 

Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Noord-Nederland

Vestigingsplaats

Groningen

Doel deelname

Voorzien in wachtgeldverplichtingen voormalige werknemers

Deelnemers buiten Weststellingwerf

Gemeenten, provincies, waterschappen in de drie noordelijke provincies

Belang

Geen

Ontwikkelingen 2017

Geen

Vermogen

Niet van toepassing

Resultaat 2016

Niet van toepassing

Portefeuillehouder

Van de Nadort

 

Veiligheidsregio Fryslân

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Efficiencyvoordeel door schaalvergroting

Deelnemers buiten Weststellingwerf

De Friese gemeenten

Belang

Exploitatiebijdrage 2017
Veiligheid € 1.213.350 Gezondheid € 820.185 

Ontwikkelingen 2017

Toename van investering in het bestrijden van infectieziektes, verbeteren van arbeidshygiëne, verhogen van de veiligheid bij de brandweer en beschermen digitale beveiliging.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 2.116.031
€ 2.342.000

Vreemd vermogen
€ 52.702.090
€ 53.791.000

Resultaat 2016

€ -166.000

Portefeuillehouder

Van de Nadort

 

FUMO (Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving)

Vestigingsplaats

Grou

Doel deelname

Regionale Uitvoerings Dienst (RUD), expertisebundeling door samenwerken

Deelnemers buiten Weststellingwerf

De Friese gemeenten

Belang

Exploitatiebijdrage 2017 € 196.679

Ontwikkelingen 2017

De FUMO functioneert als de backoffice voor gemeenten en provincie. Het loket voor aanvragers blijft bij de bevoegde gezagen van deze taken. Doel van de FUMO is het realiseren van een goede leefomgeving en natuurlijk het leveren van goede producten.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 1.159.785
€ 430.704

Vreemd vermogen
€ 1.272.531
€ 1.652.068

Resultaat 2016

€ -410.903

Portefeuillehouder

Kloosterman 

 

GR Hus en Hiem

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Kennis, inwinnen van deskundige en onafhankelijke adviezen

Deelnemers buiten Weststellingwerf

De Friese gemeenten, behalve Tytsjerksteradiel

Belang

In principe budgettair neutraal. Kosten worden in rekening gebracht bij aanvrager vergunning.

Ontwikkelingen 2017

Door de aantrekkende economie zijn er meer adviesaanvragen binnen gekomen. Verder is  Hus en Hiem bezig geweest om in beeld te brengen hoe men kan anticiperen op de nieuwe wetgeving.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 183.764
€ 165.742

Vreemd vermogen
€ 77.250
€ 107.080

Resultaat 2016

€ -18.022

Portefeuillehouder

Trompetter 

 

Recreatieschap voor het Friese Waterland 'De Marrekrite'

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie

Deelnemers buiten Weststellingwerf

provincie Fryslân en diverse Friese gemeenten

Belang

Exploitatiebijdrage 2017 € 25.794 inclusief bijdrage baggerfonds. Het eigen vermogen is onderverdeeld in diverse fondsen: onderhouds-, bagger- en ontwikkelingsfonds. Deze fondsen zijn bestemmingsreserves en worden aangewend voor de uitvoer van taken, bijvoorbeeld groot vervangingsonderhoud.

Ontwikkelingen 2017

Duurzame (vervangings)investeringsopgave in de recreatieve voorzieningen in Fryslân.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 4.196.000
€ 4.410.000

Vreemd vermogen
€ 730.000
€ 634.000

Resultaat 2016

€ 214.560

Portefeuillehouder

Kloosterman 

 

OLAF / OMRIN 

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Efficiencyvoordeel, machtspositie en kennisconcentratie

Deelnemers buiten Weststellingwerf

provincie Fryslân en de Friese gemeenten

Belang

Zie onder OMRIN

Ontwikkelingen 2017

Zie onder OMRIN

Vermogen

Zie onder OMRIN

Resultaat 2016

Zie onder OMRIN

Portefeuillehouder

Jongebloed 

 

GR SW Fryslân

Vestigingsplaats

Drachten

Doel deelname

Uitvoering van de Wet sociale voorziening en de uit deze wet voortvloeiende wettelijke voorschriften

Deelnemers buiten Weststellingwerf

Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Tytsjerksteradiel

Belang

Exploitatiebijdrage 2017 € 5.247.124 (SW-loonkosten incl. opslag)

Ontwikkelingen 2017

In 2017 is gewerkt aan een versnelde herstructurering. Verder is door onze gemeente een groep van 34 Sw-medewerkers overgenomen.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 697.000
€ 690.000

Vreemd vermogen
€ 12.830.000
€ 8.266.000

Resultaat 2016

€ -7.000

Portefeuillehouder

Trompetter

 

2. Lijst met stichtingen waarin de gemeente deelneemt 

Stichting Kredietbank Nederland (KBNL)

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Op maatschappelijke en zakelijk verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan onder andere geldkrediet, schuldhulpverlening, budgetbeheer, bewindvoering, wettelijke schuldsanering van natuurlijke personen

Belang

Deelname € 120.892

Ontwikkelingen 2017

Voorkomen schuldproblematiek.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 1.989.000
€ 2.450.000

Vreemd vermogen
€ 30.095.000
€ 32.864.000

Resultaat 2016

Niet bekend

Portefeuillehouder

Trompetter 

 

Stichting FRIGEM

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Krachtenbundeling aandeelhouders (voormalig) Essent

Opmerking

Gezamenlijke vertegenwoordiging oud-aandeelhouders NV FRIGEM in aandeelhoudersvergadering (voormalig) Essent. Lid college in bestuur

Belang

Geen

Ontwikkelingen 2017

Er worden geen gemeentelijke taken uitgevoerd.

Vermogen

Niet van toepassing

Resultaat 2016

Niet van toepassing

Portefeuillehouder

Jongebloed 

 

Stichting Comprix (openbaar primair onderwijs)

Vestigingsplaats

Wolvega

Doel deelname

Voldoen aan wettelijke taak inzake instandhouding van kwalitatief goed openbaar primair onderwijs in een genoegzaam aantal scholen.

Belang

Indirect in relatie tot onder doel genoemde wettelijke taak, alsmede financieel toezicht door goedkeuring van begroting en rekening van de stichting.

Ontwikkelingen 2017

Geen specifieke ontwikkelingen

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 2.634.989
€ 3.203.762

Vreemd vermogen
€ 4.107.353
€ 4.254.658

Resultaat 2016

€ 568.296

Portefeuillehouder

Kloosterman

 

Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. (voorheen Stichting Openbare Verlichting Fryslân )

Vestigingsplaats

Sneek

Doel deelname

Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en gezamenlijke inkoop van duurzame energie.

Belang

Exploitatiebijdrage 2017 € 23.232

Ontwikkelingen 2017

De rechtsvorm van Stichting Openbare Verlichting Fryslân (SOVF) is in 2017 veranderd van een stichting in een coöperatieve vereniging. De deelnemers aan de stichting hebben hiertoe besloten omdat een coöperatieve vereniging beter past bij de activiteiten van de SOVF. De naam is gewijzigd in Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A. De  professionalisering van dit samenwerkingsverband op het gebied van beheer openbare verlichting en inkoop energie is verder ontwikkeld.

Vermogen

Niet van toepassing

Resultaat 2016

Niet van toepassing

Portefeuillehouder

Jongebloed

 

3. Lijst deelnemingen in vennootschappen 

Caparis NV

Vestigingsplaats

Drachten

Doel deelname

Uitvoering geven aan de WSW

Deelnemers buiten Weststellingwerf

Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel

Belang

De gemeente is aandeelhouder.

Ontwikkelingen 2017

Zie de ontwikkelingen GR SW Fryslan

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 10.131.000
€ 13.920.000

Vreemd vermogen
€ 13.210.000
€ 9.966.000

Resultaat 2016

€ 3.789.000

Portefeuillehouder

Trompetter

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten

Vestigingsplaats

Den Haag

Doel deelname

BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Belang

Deelname 58.071 aandelen à € 2,50 = € 145.178

Ontwikkelingen 2017

Geen specifieke ontwikkelingen.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 4.163.000.000
€ 4.486.000.000

Vreemd vermogen
€ 145.348.000.000
€ 149.514.000.000

Resultaat 2016

€ 369.000.000

Portefeuillehouder

Jongebloed 

 

OMRIN (Afvalsturing Friesland NV)

Vestigingsplaats

Leeuwarden

Doel deelname

Het afval van overheden en bedrijven op een professionele en milieuhygiënisch verantwoorde manier inzamelen, bewerken en verwerken.

Belang

Deelname 120 aandelen à € 450 = € 54.000

Ontwikkelingen 2017

Omrin is bezig met doorontwikkeling en geeft onder meer inhoud aan de transitie Van afval naar grondstof (Vang). Vanuit die visie is Omrin ook aanjager van het principe circulaire economie.

Vermogen
01-01-2016
31-12-2016

Eigen vermogen
€ 43.108.000
€ 44.721.000

Vreemd vermogen
€ 183.242.000
€ 180.871.000

Resultaat 2016

€ 1.330.000

Portefeuillehouder

Jongebloed

 

Paragraaf Grondbeleid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De toenemende belangstelling voor woningbouwlocaties en bedrijventerreinen door een aantrekkende economie was ook in Weststellingwerf merkbaar.  Dit blijkt uit de verkoop van drie percelen bedrijventerrein en elf kavels in de Lindewijk. Het omzetten van belangstelling naar concrete verkopen vraagt de nodige tijd. Hieraan liggen meerdere redenen ten grondslag zoals financiering, planvorming, economische haalbaarheid. Voor zover het aan de mogelijkheden van de gemeente ligt wordt een belangstellende zoveel mogelijk gefaciliteerd.  

Parameters

Terug naar navigatie - Parameters

De grondexploitaties worden in de planning en control cyclus bij de jaarrekening beoordeeld en geactualiseerd.  De parameters kostenstijging (1,5)% en opbrengststijging (1%) zijn ongewijzigd. Het rentepercentage voor 2017 is 2,78% en voor 2018 2,56%. De disconteringsvoet voor de omvangbepaling verliesvoorzieningen is 2%.

Nota Grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota Grondbeleid

In 2017 is een nieuwe Nota Grondbeleid vastgesteld. Deze Nota is een nadere uitwerking van de in december 2016 vastgestelde financiële verordening (ex artikel 212 gemeentewet) en de nota financieel beleid. In de Nota Grondbeleid wordt, naast de financiële uitgangspunten op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), aandacht besteed aan onder meer:

  • De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;
  • Te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;
  • De uitgangspunten voor de verkoopprijzen van gronden.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting
Met ingang van 1 januari 2016 is de Vennootschapsbelasting (Vpb) ingevoerd voor ondernemingsactiviteiten van overheidsbedrijven. Dit betekent dat voor de grondexploitaties jaarlijks een zogenaamde ondernemerstoets wordt uitgevoerd om te bepalen of de activiteiten van het grondbedrijf belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting. Voor 2017 wordt de ondernemerstoets uitgevoerd op basis van de geactualiseerde grondexploitaties die bij deze jaarrekening zijn opgesteld. Op basis van onze eerste berekeningen hebben wij geen bedrag voor te betalen Vpb opgenomen in de jaarrekening 2017.

Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)

Terug naar navigatie - Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)

De categorie niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)  bestaat niet meer sinds 2016 door de wijzigingen van het BBV. De NIEGG gronden staan op dit moment tegen de huidige boekwaarde op de balans onder de materiële vaste activa (categorie gronden en terreinen). Hieronder vallen Lindewijk fase 2 en Bedrijvenlandgoed Helomastate. Uiterlijk 31-12-2019 moet worden besloten of deze gronden in exploitatie worden genomen. Op het moment dat de beslissing valt moet de waarde van de deze gronden worden aangepast naar de nieuwe bestemming. Ingeval dit een lagere waarde is dan op de balans wordt gepresenteerd, dan wordt op de gronden afgeboekt voor 31 december 2019.

Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Terug naar navigatie - Bouwgrond in exploitatie (BIE)

Hieronder wordt nader ingegaan op de zeven  grondexploitaties waarvan drie bedrijventerreinen en vier woningbouwlocaties.

Woningbouwlocaties

Lindewijk te Wolvega
De prognose voor 2017 was de verkoop van 39 kavels, er zijn 11 kavels verkocht. Er moeten op een totaal van 577 woningen in deelgebied 1 nog kavels voor 181 woningen worden verkocht. Dit is inclusief 16 woonappartementen, verdeeld over twee woongebouwen; eerder was gerekend op 12 appartementen. Door planaanpassingen en vertragingen zijn in 2017 de opties bij projectontwikkelaars niet geëffectueerd. Door het uitblijven van overeenstemming met Staatsbosbeheer over de aankoop van gedeelten van de kopkavels aan het Heideblauwtje is de ontwikkeling daar iets vertraagd. Er lopen in de overgang naar 2018 nog 50 opties bij projectontwikkelaars en nog 10 opties bij particulieren. Daarnaast is nu het leeuwendeel van de in het verleden aan de BV Lindewijk verkochte gronden ontwikkeld. Aan de Koninginnenpage even zijde gaat in 2018 de bouw van start. Omdat op dit moment circa de helft van de te verkopen bouwkavels aan het Heideblauwtje is verkocht of in optie genomen, blijft de focus nog even op dit gebied en is het bouwrijp maken van het naastgelegen Icarusblauwtje verplaatst van 2017 naar 2018.

Met het gereedgekomen van de woningen aan het Resedawitje en het woonrijp maken van deze straat is het gehele woongebied ‘Kleine vuurvlinder’ voltooid. Ook de woningen aan de Citroenvlinder en Aurelia (oneven) zijn dit jaar opgeleverd en het geplande woonrijp maken aldaar is afgerond. Aan de hofjes van de Dagpauwoog zijn drie ontsluitingsbruggen gerealiseerd.

De Tuinen te Wolvega
Er zijn nog twee kavels in De Tuinen te koop. De looptijd van deze grondexploitatie is tot en met 2018. De geraamde verkoop van één kavel in 2017 is niet gerealiseerd, zodat de verkoopprognose is aangepast.  Vooralsnog is de looptijd niet verlengd vanwege de aantrekkende woningmarkt.  De huidige voorziening van € 55.083 wordt gehandhaafd.

Oldeholtpade Noord Oost
In dit plangebied  zijn nog twee kavels te koop voor vrijstaande woningen. De optie op een kavel heeft niet geleid tot verkoop. Inmiddels is er een nieuwe optie verstrekt aan een nieuwe belangstellende.  Deze grondexploitatie heeft een looptijd tot en met 2019.  De woningen aan de Voorkamp zijn  dit jaar gerealiseerd . In 2018 wordt deze straat definitief ingericht met bijvoorbeeld lichtmasten, beplanting en een parkeerstrook.

Locatie voormalige Renbaanschool te Noordwolde
Deze grondexploitatie is in 2016 vastgesteld en heeft een looptijd tot en met 2022. Het plangebied bestaat uit een viertal projectmatige kavels ten behoeve van rijwoningen in de goedkope koopsector en zeven kavels voor vrijstaande woningen. Eén lokale partij heeft afgezien van verdere ontwikkeling van het project. De bouw van één project zal in 2018 starten. De verkoop en realisatie van de andere drie projecten is afhankelijk van de verkoop van de rijwoningen. Op 30 september 2017 is een Woonmarkt georganiseerd op locatie in samenwerking met een lokale bank en de betrokken ontwikkelaars. De Woonmarkt was tevens de aftrap van de actie van € 10.000 korting op de vrij op naam kavelprijs. Deze kortingsactie was geldig tot 1 januari 2018 en van toepassing op de zeven kavels voor vrijstaande woningen. De Woonmarkt met de kortingsactie heeft geleid tot één reservering van een kavel voor een vrijstaande woning. 

Bedrijventerreinen

De Plantage te Wolvega
In september is de verkoop van vier bouwkavels voor vrijstaande woningen aan de Heerenveenseweg gestart. De verkoopprijs is € 140.000 - € 160.000 vrij op naam. Uit de gesprekken met belangstellenden is gebleken dat deze prijs  als vrij hoog wordt ervaren.  Een prijs van rond de € 120.000 vrij op naam vinden de belangstellenden redelijker. Daarom hebben wij de verkoopprijs per kavel met € 20.000 verlaagd. De verlaagde verkoopprijzen zijn verwerkt in de geactualiseerde grondexploitatie en dit heeft een negatief verwacht eindresultaat tot gevolg. Er is een voorziening van € 46.000 getroffen.

Medio het jaar is een perceel bedrijventerrein verkocht. Hierop is een bedrijfsgebouw gerealiseerd voor de verhuur van bedrijfsunits. 

Uitbreiding Schipsloot te Wolvega
De toenemende belangstelling voor bedrijventerreinen heeft geleid tot de verkoop van twee percelen bedrijventerrein aan lokale bedrijven. Inmiddels is één bedrijf al gevestigd in zijn nieuwe bedrijfsgebouw. Het andere bedrijf is begin 2018 gestart met de bouw van het bedrijfspand.  Voor dit bedrijventerrein is een duidelijke toename van de belangstelling merkbaar. Vooralsnog heeft het geleid tot één reservering van circa 5.000 m². 

Noord West III te Wolvega
In dit plangebied is nog één zichtlocatie te koop van circa 4.000 m². De aanleg en inrichting van het schouwpad en beplantingsstrook is gerealiseerd rondom het bedrijf dat zich in 2016 op dit bedrijventerrein heeft gevestigd. De huidige voorziening van € 358.000 blijft gehandhaafd. 

Boekwaarde bouwgronden

Terug naar navigatie - Boekwaarde bouwgronden
x € 1000
Grondexploitaties boekwaarden (BW) Gerealiseerde waarde 31-12-2016 Verliesvoorziening cumulatief Winstuitname cumulatief Balanswaarde 31-12-2016 Investeringen 2017 Opbrengsten 2017 Verliesvoorziening/ winstuitname 2017 Balanswaarde 31-12-2017
Woningbouwterreinen
Wolvega De Tuinen - 1.541 - 55 1.950 354 29 - 2 - 381
Oldeholtpade Noord Oost - 664 - 30 618 - 76 13 - - - 63
Wolvega Lindewijk deelgebied I 8.246 - 1.464 - 6.782 1.231 - 843 - 7.170
Noordwolde Locatie Renbaanschool 339 - - 339 61 - 5 - 395
Totaal 6.380 - 1.549 2.568 7.399 1.335 - 850 - 7.884
Bedrijventerreinen
Wolvega Noord West III 375 - 358 - 17 72 - - 89
Wolvega Schipsloot 5.005 - 672 - 4.333 183 - 180 - 4.335
Wolvega De Plantage 4.761 - 2.327 - 2.434 111 - 84 - 46 2.415
Totaal 10.141 - 3.357 - 6.784 366 - 265 - 46 6.839
Totaal 16.521 - 4.906 2.568 14.183 1.701 - 1.114 - 46 14.723

Toelichting boekwaarde bouwgronden

Terug naar navigatie - Toelichting boekwaarde bouwgronden

De gerealiseerde  waarde is het totaalbedrag van alle investeringen en opbrengsten uit het verleden bij elkaar opgeteld.  Tot 2016 werden de cumulatieve verliesvoorzieningen en winstuitnamen uit het verleden niet apart weergegeven. De gerealiseerde waarde inclusief de verliesvoorziening en winstuitname vormen samen de balanswaarde per 31-12-2016.  In de toelichting op de balans onder de vlottende activa wordt de prognose van kosten, opbrengsten, eindwaarde en resterende looptijd getoond.

Paragraaf 't “Hek” binnen het Sociaal domein

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf leggen wij uit wat binnen 't 'Hek' van het Sociaal domein gebeurd is.
Vanaf 2015 zijn alle middelen met betrekking tot zorg en ondersteuning gerelateerd aan individuele problematiek geplaatst binnen 't 'Hek.' Dit omvat de rijksmiddelen voor Jeugdzorg, WMO, Participatie, BUIG en de gemeentelijke middelen gericht op individuele problematiek, zoals die tot 2015 werden besteed in het Sociaal Domein. Deze middelen zijn aangevuld met middelen voor armoedebeleid, minimabeleid en schuldhulpverlening.
Uitgangspunt voor de werking van 't 'Hek' is dat eventuele mee- en tegenvallers gedurende het begrotingsjaar hierbinnen worden opgevangen. In 2015 en 2016 is 't 'Hek' op basis van de toen beschikbare informatie met een positief saldo afgesloten. In 2017 is dat niet gelukt: het saldo is € 3,1 miljoen negatief. Dit is wel inclusief verrekeningen uit 2015 en 2016.

In 2015 heeft de accountant zich onthouden van een oordeel over de geleverde Jeugdzorg en WMO. In 2016 heeft de accountant een verklaring met beperking afgegeven, onder meer omdat JHF en de SVB een afkeurende verklaring bij hun verantwoording over 2016 kregen.

Voor 2017 geldt alleen bij de SVB nog een afkeurende verklaring bij hun jaarrekening 2017. Dit raakt de gemeente op de besteding van de PGB's. Door extra onderzoek te doen is dit risico voor de gemeente beperkt gebleven. Wij verwachten hierdoor dat de jaarrekening 2017 van de gemeente voor het eerst sinds enige tijd weer voorzien kan worden van een goedkeurende verklaring.

 

Financiële ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen

't Hek' sluit in 2017 af met een negatief saldo. Dit was ten tijde van het opstellen van de najaarsnota niet voorzien. Op dat moment verwachtten wij nog een overschot en is besloten tot het laten vrijvallen van een budget van € 527.000. Na de najaarsnota hebben zich een aantal niet voorziene ontwikkelingen voor gedaan die tot het negatieve saldo hebben geleid:
- Een aanzienlijk deel van de facturen voor Jeugdzorg en WMO over 2017 is in de periode januari 2018 - april 2018 binnen gekomen (meer dan € 4 miljoen aan betalingen). 
- Uit de productverantwoordingen 2017 van aanbieders van Jeugdzorg blijkt dat een aanzienlijk deel van de DBC's over 2017 nog niet in rekening is gebracht. In de jaarrekening 2017 is daarom voor € 830.000 aan nog te betalen facturen opgenomen.

Daarnaast hadden we te maken met 2 omvangrijke omstandigheden:
-Van het negatieve saldo van € 3,1 miljoen heeft € 1,3 miljoen betrekking op facturen over 2015 en 2016.
-Ook is er een incidenteel nadeel op de rijksbijdrage inkomensregelingen (BUIG) van 0,4 miljoen.

Per saldo heeft een negatief saldo van 1,3 miljoen betrekking op het boekjaar 2017  ten opzichte van de bij de najaarsnota aangepaste begroting.

Transformatie is een langdurig proces

Terug naar navigatie - Transformatie is een langdurig proces

In 2017 zijn de gebiedsteams en de daaraan gekoppelde verzorgingsgebieden opnieuw ingedeeld. De twee teams in Wolvega zijn samen gegaan en het team in Noordwolde is uitgebreid. De inwoners in het algemeen en de cliënten van de gebiedsteams in het bijzonder, hebben vrijwel geen hinder ervaren van deze wijzigingen.
Besloten is om een laagdrempelige toegang te realiseren van het gebiedsteam Wolvega op de locatie Griffioenpark 3.  Hier wordt ook het team Dienst in Bedrijf geherhuisvest .
De verwachting is dat de herhuisvesting in het derde kwartaal van 2018 in gebruik kan worden genomen.

De gemeente Weststellingwerf is vanaf 1 januari 2017 gebruik gaan maken van het berichtenverkeer. Het berichtenverkeer werkt op basis van landelijk ontwikkelde standaarden. Door gebruik te maken van deze standaarden verwachten wij de administratieve lastendruk bij de zorgaanbieder beperkt te houden. Communicatie met en over zorgaanbieders wordt door deze standaarden makkelijker.

Sinds 2017 doet de gemeente Weststellingwerf de administratie van Jeugdzorg en WMO centraal op 1 plek: Bij de Backoffice OWO-Zorg.
Doordat kennis en expertise vanuit de 3 OWO-gemeenten samen komen werkt dit steeds beter ondersteunend naar de afzonderlijke gemeenten.
In 2017 is op systeemtechnisch gebied een grote stap gemaakt. Deze moet nu samen verder worden uitgebouwd naar gegevensanalyses en een betere informatievoorziening.

Meerdere (directe) doorverwijzers

Terug naar navigatie - Meerdere (directe) doorverwijzers

Het merendeel van alle verwijzingen Jeugd loopt niet via het gebiedsteam van de gemeente maar via de directe doorverwijzers. De rekeningen voor de geleverde zorg komen wel  bij de gemeente binnen. Vanuit de directe doorverwijzers is het ook mogelijk dat stapeling van zorg zich bij cliënten voor doet. Door een andere inkoopsystematiek van Jeugdzorg verwachten we stapeling vanaf 1 januari 2018 terug te dringen.

Zorgaanbieders leveren niet tijdig en/of niet juist declaraties en facturen aan

Terug naar navigatie - Zorgaanbieders leveren niet tijdig en/of niet juist declaraties en facturen aan

Uit de jaarrekening 2017 komt naar voren dat op het beleidsveld Jeugdzorg nog steeds achterstanden bestaan in het indienen van facturen.
Dit zit vooral in de DBC-systematiek. Deze systematiek komt vanaf 1 januari 2018 te vervallen.

Zorgaanbieders waren gewend DBC-trajecten pas na afloop te factureren. Doordat nu ook het berichtenverkeer volledig operationeel is verwachten wij dat de administratieve problematiek aanzienlijk gaat verminderen.

Tabel 't Hek' binnen het Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Tabel 't Hek' binnen het Sociaal Domein
Bedragen x 1.000
Lasten Rekening 2017 Rekening 2016 Begroting 2017 Verschil 2017
Participatie:
Arbeidsparticipatie 843 1.057 213
Begeleide participatie 6.082 6.098 16
Inkomensregelingen 9.201 9.032 -168
Totaal Participatie 16.127 14.427 16.187 61
WMO:
Geëscaleerde zorg 18+ 253 336 83
Maatwerkdienstverlening 18+ 4.871 4.344 -527
Maatwerkvoorzieningen (WMO) 434 420 -13
Totaal WMO 5.558 4.090 5.101 - 458
Jeugdzorg
Geëscaleerde zorg 18- 1.046 775 -270
Maatwerkdienstverlening 18- 6.159 3.828 -2.332
Totaal Jeugdzorg 7.205 5.820 4.603 - 2.602
Overig:
Wijkteams 1.100 2.537 1.183 83
Overige baten en lasten 2 1.222 2 0
Totaal Overig: 1.102 3.759 1.185 84
Totaal Lasten 29.991 28.096 27.076 - 2.915
Baten Rekening 2017 Rekening 2016 Begroting 2017 Verschil 2017
Participatie:
Arbeidsparticipatie 287 104 102 -185
Begeleide participatie - 2 0 0
Inkomensregelingen 6.620 7.129 7.021 401
Totaal Participatie 6.907 7.235 7.123 216
WMO:
Geëscaleerde zorg 18+ - 0 0 0
Maatwerkdienstverlening 18+ - 109 0 0
Maatwerkvoorzieningen (WMO) 392 504 470 78
Totaal WMO 392 613 470 78
Jeugdzorg
Geëscaleerde zorg 18- 129 0 -129
Maatwerkdienstverlening 18- 4 0 -4
Totaal Jeugdzorg 133 2.490 - - 133
Overig
Integratieuitkering Sociaal Domein 14.672 14.821 14.684 12
Integratieuitkering WMO 2.393 2.234 2.427 34
Inzet eigen dekkingsmiddelen 5.495 703 2.372 -3.123
Totaal Overig: 22.560 17.758 19.483 - 3.077
Totaal Baten 29.991 28.096 27.076 - 2.915

Paragraaf Streekagenda

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In 2017 is verder gediscussieerd over de vraag hoe er meer focus kan worden gelegd op de beleidsmatige vraagstukken die in regionaal verband spelen. Besloten is dat in eerste instantie 6 thema's nader zullen worden geconcretiseerd. Voor elk thema is een bestuurlijke trekker aangewezen. De 6 benoemde thema's zijn:

  • herstructurering bedrijventerreinen;
  • klimaatagenda;
  • circulaire economie;
  • energietransitie;
  • investeringsagenda;
  • leefbaarheid platteland.

Wij zijn samen met de gemeente Ooststellingwerf bestuurlijk trekker van het thema circulaire economie.

In 2017 is gestart met een gebiedsbudget. Vanuit de provincie zijn vanuit specifieke beleidsvelden middelen beschikbaar gesteld voor dit gebiedsbudget. Voor de gehele provincie, vijf regio’s, gaat het hierbij om een totaal bedrag van € 16,5 miljoen voor de jaren 2016-2019. Het gaat om de volgende beleidsvelden:

  • Duurzame energie € 1 miljoen;
  • Cultuurtoerisme en plattelandsrecreatie € 2 miljoen;
  • Gemeentelijke fietsroutes € 4 miljoen;
  • Pilots veenweidevisie € 9 miljoen;
  • Aandachtsgebieden Oosterwolde en Noordwolde € 0,5 miljoen.

Door de regio is een subsidieverzoek ingediend voor het oppakken van een aantal projecten vanuit het regionale uitvoeringsprogramma Recreatie en toerisme. Dit verzoek is nog in behandeling bij de provincie. Het subsidieverzoek voor het opstellen van de visie 'Entrees en poorten' is gehonoreerd en de eerste stappen om te komen tot die visie zijn inmiddels gezet. Wij zijn trekker van dit project.
Het subsidieverzoek voor een bijdrage in de kosten voor de kwalitatieve upgrading van het fietspad langs De Linde is niet gehonoreerd. Dit project voldeed niet aan de voorwaarden die door de provincie zijn gesteld voor het actieplan fiets.
In 2018 gaan wij verder in gesprek met de provincie om te onderzoeken of er andere mogelijkheden zijn voor een provinciale bijdrage. Hierbij kan worden gedacht aan een benadering vanuit het beleidsveld recreatie en toerisme.  
De aanvraag voor fase 5 van het project bestemming Noordwolde betreffende de jaren 2018-2020 is ingediend en de positieve beschikking daarop is begin dit jaar ontvangen.   

Het opstellen van een nieuw landschapsbeleidsplan voor de regio zuidoost is een lang proces maar de afronding is voorzien in 2018. Welk besluitvormingsproces elke betrokken partij (gemeenten, wetterskip en provincie) daarna gaat volgen is in regionaal verband niet vastgelegd en daarmee een verantwoordelijkheid van de betreffende partij.

In de diverse beleidsmatige vraagstukken speelt de demografische ontwikkeling steeds meer een belangrijke en sturende rol. Binnen de regio hebben wij hier aandacht voor. In regionaal verband maken wij kwantitatieve en kwalitatieve afspraken over gewenste aanpassing van de woningvoorraad. Het gaat daarbij om nieuwbouw in aantallen en in de diverse segmenten.
Bij de kwaliteit van de woningvoorraad gaat het ook om het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Het gaat daarbij niet alleen om het treffen van energetische maatregelen, maar ook het aanpassen van woningen waardoor mensen langer in hun woonruimte/woonomgeving kunnen blijven valt onder het begrip verduurzamen. 

Projecten die nog op de uitvoeringsagenda staan en waarvan de financiering loopt via het proces streekagenda zijn onder meer:

  • Afronden van het project dorpen in het groen;
  • Integrale Stedelijke Vernieuwing (aulalocatie Noordwolde en herstructurering gebied Ds. Reitsmastraat/Ds. Van der Tuukstraat );
  • Uitvoeren regionaal uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme, uitwerken projectvoorstellen ErVaren en Turf ;
  • Gebiedsopgave Rottige Meente;
  • Zicht op de Lende;
  • Gebiedsontwikkeling Beekdal Linde;
  • Aanleg ontbrekende schakel fietspad tracé Kontermansweg/Lolkemabruggetje;
  • Aandachtsgebied Noordwolde.

Financieel

Terug naar navigatie - Financieel

Voor de projecten op de uitvoeringsagenda zijn de benodigde gemeentelijke middelen voor zover nodig in dit stadium beschikbaar. Het gaat om de volgende projecten:

  • afronden dorpen in het groen;
  • integrale stedelijke vernieuwing;
  • uitwerken projectvoorstellen ErVaren en Turf , onderdeel van uitvoering gebiedsopgave Rottige Meente;
  • Zicht op de Lende;
  • gebiedsontwikkeling Beekdal Linde;
  • aandachtsgebied Noordwolde.